De maand augustus op het Z.W. veehouderijbedrijf
met mosselschelpen. De ervaringen
hiermee zijn gunstig.
Zorg ervoor dat u, voordat er ge
draineerd wordt, voldoende inge
licht bent. Iedere generatie boeren
draineert meestal éénmaal zijn land.
Zorg dat het die ene keer goed
gebeurt.
Groenbemesting
Benut de vrijkomende stoppels,
voor zover mogelijk, nog voor de in
zaai van een groenbemester. Welk
gewas men kiest is o.a. afhankelijk
van de zaaidatum.
Voor wikken is dit uiterlijk begin
augustus. Italiaans raaigras kan nog
wat later gezaaid worden maar hier
bij is 20 augustus toch ook wel de
uiterste datum.
Op het gebied van bladrammenas en
gele mosterd hebben zich de laatste
jaren wat ontwikkelingen voorge
daan wat betreft de resistentie ten
opzichte van het bietecystenaaltje.
Onder optimale omstandigheden
kan bij gebruik van een goed re
sistent ras een ekstra uitzieking wor
den verkregen van maksimaal 20%.
Bij uitzaai na 1 augustus mag echter
niet worden verwacht dat nog een
belangrijke bestrijding van het biete-
cysteaaltje wordt verkregen.
Wel heeft de teelt van een resistent
ras dan geen vermeerdering meer tot
gevolg en dus ongeveer hetzelfde ef-
fekt op de besmettingsgraad van de
grond als het braak laten liggen van
de grond of het telen van een neu
traal gewas, zoals gras of wikken.
Maar bij inzaai van bladrammenas
in augustus, kan evengoed een niet-
resistent ras ingezaaid worden van
bladrammenas. De kans op een
eventuele vermeerdering is in zo'n
geval ook niet groot meer. Zie voor
verdere informatie op dit punt het
artikel van H. Salomons dat hier
over in de landbouwbladen ver
scheen en verder de bijdrage hier
over van drs. W. Heybroek in IRS-
informatie in de laatste nummers
van de voorlichtingsbladen van
CSM en Suiker Unie.
Over dit onderwerp verschenen nog
onlangs een tweetal artikelen waar
wij kortheidshalve naar zouden wil
len verwijzen.
Het eerste betreft 'Grondontsmet-
ting in bedrijfsverband' van de hand
van ing. P.A. den Hollander
(C.A.T. Tilburg). In het tweede arti
kel 'Grondontsmetting op kleigron
den vereist volle aandacht' van ing.
H. Salomons (C.A.T. Barendrecht)
wordt meer ingegaan op de techni
sche details bij de uitvoering van de
grondontsmetting.
Bij de vraag of een grondontsmet
ting met DD tegen het bietecysteaal-
tje verantwoord is speelt uiteraard de
mate van bezetting met dit aaltje een
belangrijke rol. De laatste jaren
werd hiervoor globaal aangegeven:
700 larven eieren per 100 ml
grond.
Een tweede belangrijk punt vormen
de kosten van de ontsmetting. Deze
zijn de laatste jaren sterk toegeno
men en aangenomen moet worden
dat de kosten aan middel dit jaar
met rond 10% stijgen in vergelijking
met die van 1985. Van het totaal aan
kosten per ha mag men weliswaar
een paar nevenvoordelen aftrekken,
zoals bijvoorbeeld de meeropbrengst
bij de teelt van aardappelen op het
zelfde perceel. Maar ook dan nog
blijft er aan de debetzijde een dusda
nig bedrag over dat een grond
ontsmetting alleen verantwoord
blijkt als de meeropbrengst 7 ton of
meer bedraagt.
Een resultaat dat alleen bereikt
wordt als" de ontsmetting onder de
juiste omstandigheden zo goed mo
gelijk wordt uitgevoerd.
De bedrijfsvoorlichter,
ing. W.J. in 't Veld
Rundveehouderij
Grasland
Ook in de maand augustus vraagt
het grasland de nodige aandacht. Op
die percelen die al een paar keer ach
ter elkaar zijn beweid, is het nodig
om bossen te maaien. Doen we dit
bij mooi, droog weer, dan wordt het
afgemaaide blootsel nog voor een
flink deel door het vee opgevreten.
Zijn de dieren reeds uit het perceel
en ligt er veel blootsel, dan moeten
we dit verzamelen en afvoeren. Door
op deze manier te werken houden we
percelen grasland met smakelijk
gras. En dat is toch de bedoeling.
Door de nawerking van de reeds ge
geven stikstof in dit groeiseizoen
kunnen we van lieverlee wat minder
gaan strooien. In augustus is per
keer 60 kg N/ha voldoende
250 kg kas) en in september kunnen
we al terug naar 40 N 150 kg
kas).
Wanneer ook nog drijfmest is uitge
reden kunnen we deze stikstof hier
ook van aftrekken. We mogen hier
bij rekenen met 1.5 kg N per 1000
kg rundveedrijfmest. Dus bij een
gift van b.v. 15 m3 wordt dat dan 15
x 1.5 kg N 20 a 25 kg N.
Voorraad ruwvoer voor komende
winter
'Een appeltje voor de dorst'. Hier
mee bedoelen we dat, wanneer het
tegenvalt, we toch voor een aantal
weken ekstra voorraad hebben. Dat
hebben we dit afgelopen voorjaar
weer duidelijk ondervonden. Som
mige veehouders moesten toen duur
voer bij gaan kopen.
Dat voer bij kopen kan meestal ge
makkelijker en voordeliger gebeuren
rond deze tijd en in de nazomer. Ook
is nu al wel voor een groot deel te
zien hoeveel voer er is en wat er nog
bijkomt van b.v. maïs en andere
voedergewassen. Het tekort zal dan
moeten worden aangevuld. Een be
rekening op papier geeft meer duide
lijkheid dan een. grove schatting.
Mengsel- en rassenkeuze grasland
Een akkerbouwer is veel meer 'ras-
senbewust' dan een veehouder. Elke
akkerbouwer weet precies welk ras
suikerbieten of wintertarwe hij heeft
gezaaid. Daarentegen weten maar
weinig veehouders welke rassen van
b.v. Engels raaigras ze gebruiken bij
het inzaaien. De meesten weten wel
welk mengsel er is gezaaid, b.v. BG
3, BG4, BG 11, enz. En ook dat er
nogal veel Engels raaigras in zit.
Maar welke rassen van Engels raai
gras zo'n mengsel bevat, dat is bij de
meeste veehouders niet bekend. En
toch is dat een bijzonder belangrijke
zaak. Kijk maar in de rassenlijst. We
zien daar opbrengstverschillen tus
sen de rassen tot 14%!
Verschillende firma's werken thans
met namen voor speciale mengsels
met de betere rassen erin. Uiteraard
zijn deze mengsels duurder, maar
door de betere rassen toch zonder
meer rendabeler.
We horen wel eens geluiden van: bij
die firma kost b.v. BG 3 ƒ0,80 meer
per kg dan bij die zaak, dus neem ik
de goedkoopste. Dit is een foute re
denering, want als we niet weten
welke rassen er in zitten, kunnen we
geen goede prijsvergelijking maken.
Daarom, wees ook bij grasland:
Rassenbewust.
Huisvesting kalveren
Volgende maand is het september.
De dagen worden dan al snel korter.
Voor de kalveren wordt het dan bui
ten in de wei minder goed. Willen we
nog wat aan de kalverstalling veran
deren, dan wordt het wel hoog tijd.
Vooral als er de laatste jaren proble
men zijn geweest met de kalverop-
fok, moeten we eens kritisch nagaan
of er misschien ook iets aan de huis
vesting mankeert.
Een goede ventilatie, zodat er veel
frisse lucht kan binnenkomen is één
van de belangrijkste punten. En dan
zodanig, dat er bij de kalveren toch
geen trek ontstaat. Dat kan op ver
schillende manieren worden verwe
zenlijkt en hangt af van de plaatselij
ke situatie. De laatste jaren neemt de
koude opfok toe b.v. in een open
stal of schuur. Een zijde is dan open
en liefst aan de zuidoostkant. De an
dere 3 zijden moeten goed dicht zijn,
anders ontstaat er trek. Dat wil niet
zeggen, dat in een gesloten stal een
goede opfok niet mogelijk is. Zijn
hierin geen problemen, ook niet wat
het werk betreft, dan is er geen aan
leiding om te veranderen. Zijn er wel
moeilijkheden, dan is het verstandig
om de kalverhuisvesting eens goed te
bekijken. Uw bedrijfsvoorlichter
heeft tekeningen van verschillende
mogelijkheden voor kalverstalling.
Vraag hem daar naar.
Tot slot: welke huisvesting ook
wordt toegepast, het belangrijkste
blijft een goede verzorging en hygië
ne in een goed geventileerde stal
Schapenhouderij
In de maand augustus wordt op de
meeste bedrijven een fokram aan
gekocht.
Omdat de ram een zwaar stempel
drukt op de nakomelingen en wan
neer er gelet wordt op de vele moge
lijkheden die er met kruisingen zijn
is het goed om ekstra aandacht te
besteden aan de kwaliteit van de ram
die men koopt.
a. Op schapenbedrijven die zuivere
rassen fokken wordt veel aandacht
besteed aan de typische raskenmer
ken. Vooral wordt gelet op het
eksterieur en met name de bevleesd-
heid krijgt ekstra aandacht. Dit mag
niet het enigste kenmerk zijn waarop
het dier gekócht wordt. Ook de in
formatie t.a.v. vruchtbaarheid
(vruchtbaarheidsindex) blindheid etc.
zijn belangrijke faktoren en zullen
moeten meetellen bij de aankoop.
b. Wanneer men kruisingsooien
heeft zoals Swifters/Noordhollan-
ders en/of Flevolanders en wanneer
men uitsluitend slachtlammeren pro
duceert dan is het nodig een goed
slachtlamvaderdier als ram te ko
pen. Hiervoor is de Texelaar met
ekstra bespiering zeer geschikt. Alle
lammeren die uit deze kruisingen ge
boren worden zijn uitsluitend slacht
lammeren. Het is verstandig om bij
aankoop van de texelse ram te vra
gen of er een groei-index bekend is
en hiermee bij de keuze rekening te
houden.
c. Wanneer men Texelaars heeft en
men wil ze kruisen met een ram van
een ander ras om zo gebruiksooien
te krijgen die vruchtbaarder zijn,
heeft men diverse mogelijkheden.
Voorbeelden hiervan zijn de kruisin
gen van het Finslandras x Texelaar
Noordhollander (F1 ooi) en de
Vlaming x Texelaar Swifter (F1
ooi). Alleen de F1 ooien zijn vrucht
baarder 0.4 lam/worp).
Voor meer informatie t.a.v. kruisin
gen is er nu een vlugschrift beschik
baar met de titel 'Slachtlammeren
produktie in Nederland', dit is gratis
verkrijgbaar bij het konsulentschap.
De rentabiliteit in de schapenhoude-'
rij wordt in feite bepaald door het
aantal lammeren dat er per toegela
ten ooi geboren en groot gebracht
worden.
Belangrijk aspekt is, naast de
vruchtbaarheid van de moeder, het
gewicht en konditie van de ooi op
het moment dat de ram wordt toe
gelaten.
Daarom moeten de ooien ca. 3 we
ken voordat de ram wordt toegela
ten over een goed stuk grasland kun
nen beschikken. Ook een gras
zaadstoppel en een grasgroeibe-
mester zijn hiervoor geschikt. Bij
zonder aandacht vragen de ooilam
meren. Een goede ontwikkeling van
de lammeren is nodig en een gewicht
van 40 kg is vereist. Het kan soms
nodig zijn om vroegtijdig wat
krachtvoer te verstrekken. Elk ooi
lam dat als jaarling niet werpt, levert
een verlies aan arbeidsinkomen op
van ƒ90,—.
Varkenshouderij
De Gezondheidsdienst voor Dieren
in West- en Midden-Nederland
werkt nu reeds een achttal maanden
vanuit Gouda.
Na wat aanloopproblemen is het van
belang alles nog eens op een rij te
zetten, om tot een zo goed mogelijke
service-verlening te komen.
Zoals bekend worden alle sekties in
Gouda verricht. Om met een goed en
werkbaar systeem alle sektie-
materiaal naar Gouda te vervoeren,
heeft het bestuur een ophaaldienst
ingesteld. De bedoeling hiervan is
dat de veehouders op een eenvoudi
ge en goedkope manier, niet te ver
van huis, sektie-materiaal naar Gou
da kunnen sturen. Er zijn daarom
enkele inzamel-plaatsen in Zeeland
gekreeërdm van waaruit het trans
port geregeld wordt. Dan is het mo
gelijk om nog dezelfde dag sektie te
doen, zodat u als veehouder snel
geïnformeerd kunt worden over de
problemen.
In tabel 1 is een overzicht gegeven
van de inleverpunten en tijden.
Enkele belangrijke punten, als u
sektie-materiaal hebt, zijn:
- tussen 08.30 en 09.00 uur, voor in
leverpunten 1-2-3, telefonisch mel
den te Goes, telefoon 01100 - 30460
- tussen 09.00 - 12.00 uur inlever-
punt 5
- er kan op werkdagen altijd en door
iedereen materiaal ingeleverd wor
den te Goes. Vóór 12 uur ingeleverd,
wordt dezelfde dag onderzocht
- de ophaaldienst vertrekt alleen op
werkdagen op de opgegeven tijd
- op het inleveradres een zo volledig
mogelijk formulier invullen
- stuur goed vers sektie-materiaal in
en indien mogelijk meerdere dode
dieren
- bij grote problemen vóór 17.00 uur
telefonisch inlichtingen opgevraagd
worden (bij uw dierenarts bekend)
Als veehouder is het van belang om
van deze service-verlening zoveel
mogelijk gebruik te maken, zeker nu
u het sektie-materiaal zo dichtbij
huis kunt inleveren.
Het zal van het aanbod afhangen, of
we gebruik kunnen blijven maken
van deze transportmogelijkheid.
Naast het onderzoek van sektie-
materiaal kan er ten alle tijde voor
informatie kontakt worden opgeno
men met de Gezondheidsdienst.
Dit kunt u als veehouder zelf doen,
of via uw dierenarts laten plaats
vinden.
Hiervoor zijn op de Gezondheids
dienst regelmatig dierenartsen aan
wezig voor de desbetreffende dier
soorten. Het advies van de Dienst is
om 's morgens tussen 08.30 en 09.30
uur te bellen naar Gouda, tel. 01820
- 14588 voor de afdeling:
Varkensgezondheidszorg, drs. G.
Schoenmakers
Rundergezondheidszorg, drs. A.
Flamand
Pluimveegezondheidszorg
Vleesvee en schapen, drs. J. Pe-
kelder
De heer Pekelder is 's maandags de
hele dag in Gouda bereikbaar (01820
- 14588) en op andere werkdagen via
het ZRS te Goes (01100 - 30460).
Ik hoop dat dit schrijven een bijdra
ge levert aan de samenwerking van
de Gezondheidsdienst met de vee
houders, dierenartsen en voorlich
ters om tot een optimale service
verlening te komen. Indien u regel
matig goed sektie-materiaal instuurt
- in overleg met uw dierenarts - dan
zal de Gezondheidsdienst u zo snel
mogelijk een goede service kunnen
leveren. Door goed overleg en een
gezamenlijke inspanning kunnen we
de problemen beter beperken-
vindt er minder kontröle plaats:
- er wordt minder aandacht aan de
kippen zelf geschonken. Toch kan
juist aan de kip zelf vaak al veel ge
zien worden...;
- de voeropname wordt minder goed
in de gaten gehouden;
- er is minder tijd om rustig de
produktie-resultaten te bepalen, te
bekijken én te kombineren met de
voeropname-gegevens. Hierdoor
kan minder snel en effektief in
gespeeld worden op de ontwikkelin
gen binnen een koppel;
- storingen minder snel opgemerkt.
Dit is belangrijker al naar gelang de
mate van automatisering/mechani
sering (ventilatie!) en in hoeverre
alarmering is aangebracht
Daarnaast zal er op onregelmatige
tijden gewerkt worden. De eieren
worden bijvoorbeeld op afwijkende
tijden geraapt, of één keer i.p.v.
twee keer per dag.
Als eieren langer blijven liggen zal
het percentage 2e soort eieren (vuil-
schalig of kneus) wat hoger worden,
terwijl andere eieren geheel verloren
gaan.
Omdat het voeren meestal op de
klok gebeurt, zal dit niet beïnvloed
worden door onregelmatig werken.
Bij al de genoemde punten is het na
tuurlijk moeilijk te zeggen wat de fi
nanciële konsekwenties zijn. In het
algemeen kun je stellen dat de risi-
ko's vergroot worden. Bij minder
kontröle is er een grotere kans dat er
wat misgaat, bijv. een verslechteren
van de voeder kon versie. Een 3 gram
hogere voeropname kost voor een
koppel van 20.000 kippen
ƒ250,per week, een 2% lagere
produktie kost ƒ300,per week.
Over een langere periode telt dit
flink door. Bij grotere problemen,
die te laat worden ontdekt, kan de
Tabel
Plaats
Inleveradres
Openingstijden Vertrek auto
08.00-16.00
08.00-16.00
1. Zaamslag J.Mol
Molenweg 4
tel.01150-12293
2. Aardenburg N.Beun
Boogaardstraat 90
tel.01177-2282
3. Vlissingen Slachthuis v.d. Poel 08.00-16.00
Afslag Olau-lijn
01184-60019
4. Goes Dep.Gezondheids-
dienst
V. Stuart weg 21
01100-30460
5.Zierikzee C.Meerdink
Vlakestraat 23
01110-2039
08.30-16.30
08.00-17.00
tel.kontakt
opnemen
10.15
11.00
12.00
12.30
13.00
Pluimveehouderij
Oogst in het verschiet, vergeet de
kippen niet...
Voor veel boeren breekt weer een
drukke tijd aan: in de komende
maanden wordt de oogst weer bin
nengehaald. Dit betekent vaak lange
dagen werken met weinig tijd voor
andere zaken. Toch is het belangrijk
om uw kippen ook in deze periode
de verzorging te geven die ze vragen.
Als er minder aandacht aan de kip
pen besteed wordt kan dit op twee
verschillende manieren naar voren
komen:
Allereerst is er minder tijd beschik
baar voor de verzorging. Hierdoor
schade tot een veelvoud hiervan
oplopen.
Het is dan ook belangrijk om ook in
een dergelijke drukke periode zoveel
mogelijk de werkzaamheden bij de
kippen op de voor u normale wijze
door te laten gaan. Laat eventueel
gezinsleden/losse krachten meehel
pen bijv. bij het eierrapen. Een paar
uur loon is snel terugverdiend!'
Ik wens iedereen voor de komende
maanden veel sukses toe met de
oogst op uw boerderij, maar ont
houdt: de kippen horen er ook bij!
Ing. A. Biemans en ing. M. West
huis, C.R. Tilburg
Ing. G. Meeuwissen en ing. D. Pul
len, C.V.P. Tilburg
Vrijdag 8 augustus 1986
13