Kunstmatige beregening in
Brabant eerder rendabel dan
elders in Nederland
De Rooi's 100.00 kg-koe
weet zich in de kudde goed
staande te houden
Dierziekteninformatie in vee- en
vleesdatabank viditel
Groter vochttekort in
Brabant
Uitgangspunten
korte wenken
veehouderij
Maatregelen naar
aanleiding van Afrikaanse
varkenspest opgeheven
In Brabant is op grond van gekonstateerde bodemkundige en hydro
logische verschillen op ca. 25% van de kultuurgrond rendabel te be
regenen met een buizensysteem of systeem Baars. Als een hogere
ruwvoerprijs aangenomen wordt als er niet beregend mag of kan wor
den in Brabant, is vanaf 11,2 ha beregend oppervlak zelfs een haspel
installatie rendabel op 25% van de Brabantse droge gronden. Naast
deze 25% van de kultuurgrond in Brabant is nog een aanzienlijk ex
tra oppervlak rendabel te beregenen als er een relatief groot neerslag
tekort is ÉN er minder herinzaai nodig is bij beregend grasland ÉN
de ruwvoederprijzen sterk zullen stijgen als beregening niet meer zou
kunnen of mogen. Dit staat in een verslag van de werkgroep berege
ning van de konsulentschappen voor de rundveehouderij in Noord-
Brabant.
In 1985 is een werkgroep samen
gesteld door de konsulenten Rundvee
houderij in Noord-Brabant die de
rendabiliteit van beregening onder
Brabantse omstandigheden moest be
kijken. Aanleiding voor de vorming
van de werkgroep was een rapport
van het Proefstation voor de Rund
veehouderij (rapport 96), wat t.a.v.
kunstmatige beregening op melkvee
houderijbedrijven in Gelderland kon-
kludeerde dat dit niet of nauwelijks
rendabel was.
Beregening blijkt gemiddeld in Bra
bant van oudsher van groter belang te
zijn dan gemiddeld in Nederland. Er
wordt op meer dan 11/2 maal zoveel
bedrijven en veel meer dan 11/2 maal
de kultuurgrond beregend dan gemid
deld in Nederland. Midden- en Oost-
Brabant hebben daarbij de grootste
koncentratie van beregening in de
provincie Brabant. Een vergelijking
van de bodemkundige en hydrologi
sche verschillen tussen Gelderland en
Noord-Brabant geeft een groter
vochttekort te zien in Noord-Brabant
van gemiddeld 25 mm in West Noord-
Brabant en 35 mm in oost Noord-
Brabant. De verdampingsoverschot
ten in Noord-Brabant blijken in dro
ge jaren ook sneller toe te nemen dan
in Gelderland. Aangenomen wordt
dat de wat drogere
grondwatertrappen-situatie en het
verminderde vochthoudend vermogen
a.g.v. het lagere gemiddelde humus-
gehalte gekompenseerd worden door
het hogere leemgehalte en daardoor
betere kapillaire eigenschappen. Dit
betreft het gemiddelde beeld, wat niet
wil zeggen dat er geen droge gronden
zijn met een laag leemgehalte.
Naar aanleiding van het "Gelderse
rapport" zijn een aantal vragen gere
zen bij leden van de werkgroep ten
aanzien van de uitgangspunten in dit
rapport. De stelling 'dat met berege
nen gestart moet worden als het ku-
mulatief vochttekort 1 mm is, wordt
onjuist geacht, hoewel er in het "Gel
ders rapport" wel van uitgegaan
wordt. Voorts heeft de werkgroep
twijfels over de laag ingeschatte ex
tra hoeveelheid droge stof door ver
mindering van het vochttekort met 1
mm, en vindt zij dat het effekt van
een hogere stikstofgift bij beregening
onderschat wordt. Ook is de werk
groep van mening dat in een onbere-
gende situatie met een hogere
herinzaaifrekwentie rekening gehou
den moet worden, door eventuele
droogteschade.
Er kunnen een aantal andere redenen
zijn om een beregeningsinstallatie aan
te schaffen dan het al of niet renda-
Op 25% van de Brabantse droge gronden is zelfs een haspelinstallatie renda
bel, vanaf een beregend oppervlak van 11,2 ha. Daarbij wordt uitgegaan van
een hogere ruwvoerprijs bij nietberegenen.
bel zijn daarvan. Hierbij kan gedacht
worden aan de zekerheid van bedrijfs
voering en -planning, d.w.z. vermin
dering van afhankelijkheid van
externe faktoren (weer). Ook zal ruw-
voer duur zijn in droge jaren en de
vergrote uitstoot van vee zorgt voor
lage prijzen bij afstoten en hogere
prijzen bij het opnieuw aankopen van
vee als de droogte voorbij is. Fiskale
redenen kunnen van belang zijn voor
het aanschaffen van een beregenings
installatie, terwijl de hoge grondprij
zen in Noord-Brabant een
beregeningsinstallatie een alternatief
voor de aankoop van grond kunnen
maken. Ten aanzien van het gebruik
van mest kan een beregeningsinstal-
Het "rapport" van Riane ziet er als volgt uit:
dagproduktie gemiddeld 24,97 kg melk. Grammen vet eiwit 1785
leeftijd
dagen
kg melk
vet
eiwit
1,08
320
5471
3,69
3,37
2,09
358
6701
3,96
3,48
4,00
319
7008
4,11
3,27
5,00
280
5751
3,96
3,38
5,10
327
7576
4,14
3,46
6,10
388
19514
3,85
3,30
8,01
328
9713
3,81
3,16
9,01
470
13492
3,90
3,26
10,07
278
9204
3,75
3,11
11,06
320
9317
3,69
3,20
12,07
546
13953
3,98
3,25
14,04
99
2989
3,60
2,88
De trotse familie de Rooi bij hun koe Riane. V.l.n.r. mevr. de Rooi,
zoon Cor, zoon Teus, dochter Janneke met vriend, dochter Corine met
vriend en de heer T. de Rooi.
De koe Riane onderscheidt zich op
het oog niet van de andere 79 melk
koeien van Teus de Rooi aan de Ie-
penburglaan in Elsendorp. Toch is de
Oost-Brabantse melkveehouder erg
trots op haar en daar is alle reden
voor: Zij heeft dit jaar de respekta-
bele melkplas van 100.000 kg gehaald.
Riane is daarmee de tweede koe in het
gebied van de ca. 60-jarige melkkon-
latie een betere aanwending in het
groeiseizoen mogelijk maken, terwijl
de ammoniak-emissie beperkt kan
worden en de stikstofbenutting ver
beterd.
trole vereniging "de Eendracht" die
1000 ton melk op haar konto kan
schrijven. Op 26 juni j.l. heeft de fa
milie de Rooi samen met talrijke ge
nodigden waaronder de burgemeester
van de gemeente Hemert de heer J.
Heidens de prestaties van Riane uit
gebreid gevierd. Tijdens de receptie in
het buurthuis van Elsendorp ontving
veehouder de Rooi talrijke geschen
ken, "Riane is, zo zegt de Rooi, een
heel gewone koe. Ik heb haar 12 jaar
geleden als vaars met een aantal an
deren gekocht voor een staluitbrei-
ding. Twaalf kalveren heeft ze
gekregen. Voorzover er aan deze koe
iets bijzonder is dan is het dat ze erg
sterk is. Zelfs nu nog is haar niet aan
te zien dat ze onder haar soortgeno
ten de leeftijd der zeer sterken heeft
bereikt. Veel jongere koeien zien er
minder goed uit. Haar beenwerk en
uier zijn nog als van een jonge koe.
Dat haar melkgift goed is behoeft
geen betoog maar de gehaltes van Ri
ane zijn niet overdadig. Vet en eiwit
gehalte zijn aan de lage kant. Dankzij
de hoge melkgift heeft Riane haar
plaats in de kudde nog steeds niet vrij
hoeven te maken voor een jongere op
volgster. Toch zal dat moment eens
komen. Maar de bewijzen van haar
knappe prestatie zullen nog lang blij
ven hangen in het kantoortje van eige
naar de Rooi: een wandbord van de
Melkkontrole vereniging de Een
dracht, een officieel certifikaat van de
NRS en een fraaie pentekening van
Riane gemaakt door een mede
werkster van de KI Land van Cuijk.
Alleen bij een DAGPRODUK
TIE VAN 20 LITER MELK of
meer is naast volop weidegras
krachtvoer nodig. Bij 's nachts
opstallen en zomerstalvoedering
produceren koeien 3 - 4 kg melk
minder uit gras. Koeien die min
der melk geven hebben dus geen
krachtvoer nodig.
Elke kg krachtvoer levert in de zo
mer geen 2 kg melk op. Kracht
voer verdringt n.l. weidegras. De
eerste kg krachtvoer verdringt bij
onbeperkt weiden ca. 0.3 kg ds
gras. De 7e kg krachtvoer ver
dringt al 0.7 kg ds. Dit houdt in
dat de le kg krachtvoer 1.2. kg
melk oplevert en de 7e nog maar
0.6 kg melk. Met behulp van de
koppeling MELKKONTROLE-
VEEVOEDING kunnen de koei
en ook in de zomer naar behoef
te gevoerd worden.
Per jaar wordt veel tijd besteed
aan het melken. Zowel voor de
melkproduktie als de melkkwali-
teit is het van groot belang dat de
MELKAPPARATUUR goed
funktioneert. Regelmatig kontro-
le en onderhoud is nodig om hier-
Vrijdag 25 juli 1986
van verzekerd te zijn. Met de
dealer kan een abonnement af
gesloten worden voor het regel
matig uitvoeren van
onderhoudsbeurten.
Bij de uitvoering van ONDER
HOUDSBEURTEN AAN DE
MELKMACHINE-
INSTALLATIE moet gewerkt
worden met gekontroleerde appa
ratuur. Dit is herkenbaar aan een
sticker. Voor 1986 is dit een gele
sticker, die afgegeven wordt aan
het Technische Informatiecen
trum (T.I.C.) op Cranendonck.
Dealers kunnen hun meetappara
tuur bij het T.I.C. laten kont ro
teren. Meetapparatuur die aan de
gestelde normen voldoet, wordt
voorzien van een sticker.
Door een optimale BENUTTING
VAN DE STIKSTOFBE
MESTING is een goede verdeling
over het seizoen van belang. Op
intensieve bedrijven is het N-
niveau van 400 kg per jaar opti
maal. Wanneer tot nu toe voor
een maaisnede 100 kg N en voor
weidesnede 80 kg N gestrooid is,
treedt een behoorlijke nawerking
op. Daarom kan in augustus vol
staan worden met 80 kg N(= 300
kg KAS of350 kg MAS) voor een
maaisnede en met 60 kg N(= 225
kg KAS of275 kg MAS) voor een
weidesnede.
Er is dit jaar nog niet zoveel maar
wel PRIMA VOORDROOG-
KUIL gewonnen. Deze kuil moet
goed blijven. Regelmatige kon tro
le van de kuilen is gewenst. Be
schadigingen aan het plastik
moeten direkt hersteld worden.
Met een goede afrastering rond de
kuil kan voorkomen worden dat
het vee bij de kuil komt. Let ook
op andere huisdieren en op onge
dierte. Door gras en onkruid rond
de kuil kort te houden is kontro-
le gemakkelijker.
Bij een goede GRASLAND VER
ZORGING hoort regelmatig bos
sen maaien. Na 2 keer weiden
moet gebost worden, zeker wan
neer de volgende snede weer be
weid wordt. De maaimachine
moet wat hoger afgesteld worden
dan bij maaien voor de voeder
winning. Het gras tussen de bos
sen wordt dan niet onnodig
getopt. Door bij droog weer de
bossen te maaien nemen de dieren
nog veel van het gemaaide gras
op.
VOERSILO'S moeten regelmatig
worden schoongemaakt. Vooral
in buitensilo's treedt vaak kon-
densvorming op. Krachtvoer gaat
hierdoor gemakkelijk aankoeken.
Bij warm weer gaat dit snel schim
melen. Bedorven voer kan ernsti
ge voedingsstoornissen geven.
Voorkom problemen door sekuur
te werken. Let bij het schoonma
ken ook op Uw eigen veiligheid.
Sedert kort is het informatiebestand
voor veehouders en dierenartsen in
Limburg in viditel operationeel in het
Informatieprogramma "vee- en vlees
data" van de vee- en vleessektor. Het
Informatieprogramma van de Ge
zondheidsdienst in Limburg (oproep
baar onder beeldnummer 30100)
beoogt te voorzien in de in het Lim
burgse bestaande informatiebehoefte
in de boerenpraktijk.
Het is daartoe opgesplitst in vier on
derdelen: algemene zaken (zoals stal-
verzorging), algemene medische
zaken (preventieve gezondheidszorg:
entingen), specifieke medische zaken
(hoe te handelen bij ziekten) en ak-
tuele informatie zoals recente
laboratorium-uitslagen en seizoenge
bonden Informatie. In het program
ma voor de Limburgse veehouderij is
de informatie daarnaast gerangschikt
naar diersoort: runderen, varkens,
schapen, pluimvee en gezelschaps
dieren.
Beoogd wordt dit direkte tweezijdige
kommunikatiesysteem vooral ook te
gebruiken bij zowel het optreden van
kalamiteiten als voor het doorgeven
van uitslagen van laboratoriumproe
ven en bijvoorbeeld bestellingen bij de
verenigingen voor kunstmatige inse
minatie. Recentelijk werd op de prak
tijkschool voor de pluimveeteelt en de
varkenshouderij te Horst met een
honderdtal mogelijk geïnteresseerde
informatieverstrekkers die regelmatig
kontakt onderhouden met het boeren
bedrijfsleven over deze gebruikersmo
gelijkheden van gedachten gewisseld.
Met ingang van 17 juli 1986 zijn alle
beperkende maatregelen die getroffen
zijn naar aanleiding van de uitbraak
van Afrikaanse varkenspest in ons
land, opgeheven. De minister van
landbouw en visserij, ir. G. Braks,
heeft hiertoe overeenkomstig het
besluit van de Europese Commissie
besloten.
Ten aanzien van varkensvlees en var-
kensvleesprodukten, die in een be
paalde periode uit het voormalig
besmette gebied zijn verkregen, heeft
ons land de overige EG partners de
garantie gegeven dat hiervan geen ex
port plaatsvindt.