Drogen van teunisbloemzaad
op het landbouwbedrijf
Mestsilo officieel in
gebruik genomen
Zeeuws Vlaamse graantelers bezochten
demovelden wintertarwerassen in
Retranchement
Initiatieven
Waar mest opslaan?
De luchtverhitter
Bij het drogen van"teufli§blpemzaad
moet gebruik worden gemaakt vart'
opgewarmde buitenlucht. De eerste
dagen is dat niet nodig, omdat het
zaad zelf veel warmte produceert. De
temperatuur van de opgewarmde
drooglucht is afhankelijk van de be
stemming van het zaad. Zaad
bestemd voor de industrie wordt ge
droogd met lucht van 50°C of hoger,
terwijl zaad bestemd voor zaaizaad
mag worden gedroogd met lucht van
max. 30°C. In de praktijk wordt gem.
1/2% vocht per uur teruggedroogd.
Het geoogste produkt wordt uiteinde
lijk teruggedroogd tot 9% vocht. De
benodigde kapaciteit van de verhitter
hangt sterk af van de ventilatorkapa-
citeit. Om 1 m3 lucht 1°C in tempe
ratuur te laten stijgen is 0,35 W
ca. 0,3 kcal) per uur nodig. Stel we
hebben een ventilatiekapaciteit van
20.000 mVuur en we willen de lucht
10°C opwarmen. De benodigde ver-
hitterkapaciteit is dan: 20.000 x 10
x 0,35 70 kW (60.000 kcal) per
uur.
Tijdens het drogen mag de ventilator
-van de bewaarruimte nooit uitvallen
zonder dat de verhitter wordt uitge
schakeld. De stroomtoevoer van de
verhitter moet zodanig worden gere
geld, dat zodra de ventilator door
oververhitting uitvalt, tevens de ver
hitter buiten werking wordt gesteld en
daardoor brand wordt voorkomen.
De verhitter(s) moet(en) verder zijn
voorzien van een regelthermostaat,
een fotocelvlambeveiliging en een
oververhittingsthermostaat. Gebruik
van 2 kleine verhitters is beter dan één
grote verhitter.
Droogsystemen
Bij de handel wordt teunisbloemzaad
gedroogd in kisten. Dit is op een land
bouwbedrijf ook mogelijk, maar veel
al wordt hier gebruik gemaakt van
een met kunststof gaas of jute bekle
de roostervloer of v>an bovengrondse
halfronde öaiieD^v|nj^ti^kagalgi.
Droogvloer (pallets)
Een droogvloer is te.n\akep ^ver
een ondergronds of tegen een boven
gronds houten kanaal houten balken
te leggen van b.v. 5 X 10 cm. Deze
balken liggen 50-75 cm van elkaar .en
hierop komt een vloer van latten met
een spleetbreedte van 2 cm.
Advies houtmaten:
Geschikt voor aardappelen en zaden:
balkafstand 50 of 75 cm - latten resp.
3,2 x 5 cm of 3,8 x 5 cm. Geschikt
alleen voor zaden: balkafstand 50 of
75 cm - latten resp. 2,2 x 5 cm of 3,2
x 5 cm. De latten worden afgedekt
met kunststof gaas of jute.
Enkele praktische tips
- Bij het vullen van de droogruimte
moet het zaad gelijkmatig over de
vloer worden verspreid. Stortkegels
dienen te worden vermeden.
- Er mag niet over het natte zaad
worden gelopen, de laag wordt dan
plaatselijk vastgedrukt en de droging
is ongelijkmatig.
- Bij "korstvorming" in de boven
laag of wanneer een muffe geur wordt
waargenomen is omscheppen of los
werken noodzakelijk. Overigens is
omscheppen altijd aan te bevelen om
een goede en gelijkmatige droging te
bevorderen.
- Vaak wordt te weinig rekening ge
houden met het feit dat de vochtige
drooglucht naar buiten moet kunnen
ontwijken. Het gevolg is dat de voch
tige afgewerkte lucht gemengd wordt
met de drooglucht. Het droogproces
duurt (te) lang. Zet daarom de deu
ren open of breng openingen ^an in
het plafond.
Namens de zuidwestelijke specialisten
Kwaliteit en Bewaring,
J.H. van Nieuwenhuizen
Kort voordat de officiële opening verricht gaat worden door v.r.n.lde
heren W. van Vlokhoven, A. Koert en W. Houbraken, wordt een be
knopte toelichting op het ontstaan van de silo gegeven door Ben
Rooyackers, vertegenwoordiger van een drietal mest distributiebedrijven.
Afgelopen dinsdag 22 juli is in Wolphaartsdijk de eerste mestsilo op
bedrijfsniveau officieel in gebruik genomen. Deze handeling werd
verricht door de heer A. Koert, de gebruiker van de mestsilo, de eige
naar ervan de heer W. Houbraken en de heer W. van Vlokhoven,
voorzitter van de Stichting Brabantse Mestbank. De silo zal gebruikt
worden om natte pluimveemest uit Oost-Brabant in op te slaan.
Het gewas teunisbloem geeft een grote hoeveelheid groene massa. Vóór
de oogst wordt het gewas daarom doodgespoten. Ondanks het
doodspuiten bevat het geoogste produkt nog veel groene plantedelen.
Het geoogste produkt heeft een vochtgehalte dat varieert van 20-70%.
Om broei en kwaliteitsverlies te voorkomen, moet direkt na de oogst
worden begonnen met ventileren en/of drogen met opgewarmde lucht.
Omdat teunisbloem laat wordt geoogst, zal veelal geen gebruik kun
nen worden gemaakt van een aanwezige bewaarplaats. Voor het dro
gen zal dan een aparte droogvloer moeten worden ingericht.
Voor het drogen van teunisbloemzaad is veel lucht nodig!
Opbrengst van teunisbloem en beno
digde vloeroppervlakte droogvloer
Evenals het vochtgehalte varieert ook
de kg-opbrengst per ha aan onge-
schoond en nat zaad enorm. Het m3
gewicht van het geoogste produkt be
draagt 250-300 kg (afh. van vochtge
halte en verontreiniging). Bij een
opbrengst per ha van b.v. 2400 kg vuil
en nat zaad is bij een storthoogte van
60 cm ongeveer 15 m2 droogvloer
nodig.
De ventilator
De benodigde hoeveelheid drooglucht
is o.a. afhankelijk van het produkt en
de storthoogte. Voor zaden met een
vrij hoog vochtgehalte moet niet ho
ger dan 60 cm worden gestort. In het
algemeen kan worden gesteld dat per
m3 zaad minstens 500 m3 lucht door
het zaad moet worden geblazen. Bij
een storthoogte van 60 cm is er dan
minstens 300 m3 lucht per m2 droog
vloer nodig bij een weerstand van
1000 Pa (aard. 150 Pa en uien 250
Pa). De lucht ondervindt dus in het
fijne zaad een grote weerstand, maar
door de aanwezigheid van (veel) sten
geldelen zal deze weerstand lager zijn.
Verspreid in heel Nederland ligt
een viertal demonstratievelden winter
tarwerassen. Ook in het Zuidwesten.
In samenwerking met Cebeco-
Zuidwest heeft Cebeco-Handelsraad
een demoveld aangelegd in Retran
chement (Zeeuws-Vlaanderen). Hier
op is in de maand oktober vorig
jaar een zestal rassen uitgezaaid. Het
betreft een viertal rassen van
Cebeco-Handelsraad namelijk: Gran-
ta, Pluton, Taurus en Apollo. Verder
liggen er Arminda en Obelisk. Gran-
ta, Pluton en Obelisk zijn bakwaar-
dige rassen. Taurus, Apollo en
Arminda zijn voertarwerassen. Van
ieder ras is 0,5 ha uitgezaaid. Op 30
juni en 1 juli heeft een honderdtal
Zeeuws-Vlaamse graantelers met dit
veld kennis gemaakt.
De demonstratievelden zijn aangelegd
om de graanteler kennis te laten ne
men van nieuwe rassen. Cebeco-
Handelsraad, wil laten zien dat zij
wintertarwerassen in het pakket heeft
die voldoen aan de eisen die in deze
tijd worden gesteld. Heel bewust is
daarom ook een aantal bekende ras
sen als Arminda en Obelisk in de de
monstratie opgenomen. De telers
kunnen zo de rassen ter velde met el
kaar vergelijken.
Bakwaardige rassen
Op dit moment zijn, zoals bekend,
twee rassen in de rassenlijst opgeno
men die de geschiktheid voor brood
bereiding hebben namelijk: Granta en
Katalogus Techno Import
BV Techno-Import, postbus 145,
6660 AC Eist (08819) 5525 geeft voor
het seizoen 1986 een katalogus uit met
daarin alle uitvoeringen en prijzen
van de door deze firma geleverde ma
chines, trekkers en werktuigen. Nieuw
in het leveringsprogramma zijn on
dermeer de Shibaura landbouwtrek
kers (50-60 pk). Deze hebben een
vier-cilindermotor met turbo die door
balansassen lopen als acht-cilinders.
Met en zonder de vier-wielaandrijving
is de draaibalk zeer kort. Voorts zijn
deze trekkers uitgerust met 24 gesyn
chroniseerde versnellingen voor- en
achteruit. Nieuw is ook de houten
mestsilo van Selz. Selz bouwt al 50
Belangrijk is dat de luchtstroom door
het geoogste produkt voldoende snel
heid heeft. Wanneer dit niet het ge
val is, ontstaat er bovenin de laag
Obelisk. Verder lijkt ook het Franse
ras Pluton een goede kwaliteit te kun
nen leveren. Dit ras is nog niet in de
rassenlijst opgenomen vanwege het
nog niet afgeronde onderzoek. Plu
ton is een zogenaamd baardtarwe.
Qua wintervastheid kwam tussen de
ze drie rassen nauwelijks verschil naar
voren.
Granta en Pluton zijn iets minder
bladrijk dan Obelisk waardoor bij
voorbeeld grasonderzaai iets beter
mogelijk is.
Voertarwerassen
Van de drie voertarwerassen die op de
demonstratievelden staan, zijn er twee
in de rassenlijst opgenomen namelijk:
Taurus en Arminda. De derde, Apol
lo, is nog in onderzoek. Van deze drie
rassen heeft de Arminda het meest
van de winter geleden.
Wat bladrijkdom betreft zijn de drie
rassen vergelijkbaar.
Ook Cebeco-Zuidwest, die belast is
met de afzet van graan van zeer veel
telers in het Zuidwesten, is overtuigd
van het belang van het telen van bak
waardige tarwe. Zij werkt daarom
mee aan de certifikatenregeling en
heeft de aanvraag van certifikaten
voor Granta en Obelisk voor haar te
lers geregeld. Granta en Obelisk zul
len afzonderlijk van elkaar en
afzonderlijk van de voertarwe moe
ten worden opgeslagen. De telers/le
veranciers moeten bij aflevering
precies weten welk ras ze bij zich
hebben.
jaar silo's. De oudste silo is meer dan
30 jaar oud, die net als de huidige van
Zweeds grenen hout is vervaardigd.
CATALOGUS
1986
kondensvorming. Het verdient daar
om aanbeveling om tijdens het dro
gen het zaad minstens een keer om te
zetten. Om na te gaan of een ventila
tor voor een bepaalde droogvloer ge
schikt- is, dient men te beschikken
over de karakteristiek van de ventila
tor. In deze karakteristiek is het ver
band aangegeven tussen
luchtopbrengst en tegendruk. Voor
■i
het drogen van zaden wordt vaak ge
bruik gemaakt van ventilatoren met
een toerental van 2800 omw./minuut
of centrifugaal ventilatoren.
Deze mestsilo, geplaatstdoor Cehave
n.v. Veghel, is de eerste houten
mestsilo (op een betonnen vloer) due
geplaatst is in de provincie Zeeland.
De inhoud ervan is 1256 m3 bij een
wandhoogte van 4 m en een diame
ter van 20 m. Om regeninval tegen te
gaan is de silo afgedekt met een vrij-
dragende houten kap met kunststof'
dakbedekking.
Aanvankelijk had de Brabantse
Mestbank kontakten met Bra
bantse veehouders over investeren
in mestsilo's. Als gevolg van het
uitblijven van het mestuitrijver
bod reageerden deze veehouders
hierop wat aarzelend. Toen heeft
mestdistributeur W. Houbraken
uit Bergeijk het initiatief overge
nomen. Hij heeft de silo laten
bouwen op een stuk grond dat
eigendom blijft van de heer
Koèrt, de gebruiker van de silo.
De akkerbouwer Koert betaalt
hiervoor niets, hij moet alleen
jaarlijks 90% van de nominale in
houd van de silo afnemen. Hij
heeft zich daartoe kontraktueel
verplicht voor een periode van
vijf jaar. Koert, teler van winter
tarwe en gerst, aardappelen sui
kerbieten en plantuien, kan die af
name op zijn bedrijf (76 ha) ge
makkelijk aan. De heer B. Rooy
ackers, vertegenwoordiger van
drie mestdistributiebedrijven
waaronder dat van Houbraken,
vervult in de distributie, opslag en
verwerking van mest een koördi-
nerende en adviserende rol. Hij
onderhoudt kontakten met de
Mestbank, de leveranciers en de
afnemers van mest en als zodanig
heeft hij ook een groot aandeel
gehad in de totstandkoming van
de mestsilo in Wolphaartsdijk.
De heer Houbraken heeft zich met
de aanleg van deze mestsilo verze
kerd van een zekere kontinuïteii in
de mestdistributie. "Maar", zo ver
telde hij ons, "we zijn in de eerste
plaats een distributiebedrijf en niet
een opslagbedrijf. In de toekomst
zouden pluimveehouders en var-
kensmesters dit soort initiatieven
moeten nemen". De bereidheid van
die zijde tot het doen van dergelijke
investeringen zal mede afhangen van
het door de overheid te voeren mest
beleid. Als er stringentere uitrijver
boden komen, zal voor meer opslag
faciliteiten gezorgd moeten worden.
De veehouder zal óf zelf voor meer
opslagkapaciteit moeten zorgen, óf
andere instanties zullen dat moeten
doen. Bovendien moet beslist wor
den waar de opslag zal gaan plaats
vinden in het overschotgebied of in
het afzetgebied. De heer J. van
Krey, funktionaris van de Stichting
Brabantse Mestbank ziet het er wel
van komen dat over enige jaren de
mestproducenten zelf opslagfacili
teiten gaan financieren. Volgens
hem is het onverstandig als deze
opslag in de overschotgebieden zou
plaatsvinden: "Het werkt veel prak
tischer als deze opslag plaats vindt in
de gebieden waar de mest nodig is,
de akkerbouwgebieden. Het is dan
ook veel beter mogelijk mest uit te
rijden op tijdstippen die de gebrui
ker van de mest daartoe geschikt
acht, vooral als het een silo op be
drijfsniveau betreft". De Heer Hou
braken voegt daaraan toe dat de
prijs per m3 ook lager kan zijn als de
mest in het afzetgebied kan worden
opgeslagen, vooral doordat het
transport dan beter gekoördineerd
kan worden en er een efficiënter ge
bruik van de transportauto's ge
maakt kan worden. Tot op heden
blijft het gebruik van die auto's in
hoofdzaak tot de maanden augustus,
september en oktober beperkt. De
aanwezigen bij de opening toonden
waardering voor de manier waarop de
silo tot stand is gekomen, in de hoop dat
een aanzet is gegeven tot het plaat
sen van mestopslag in afzetgebieden
op bedrijfsniveau. De heer Van
Krey: "Die kant moeten we wel op,
maar daartoe zal in de eerste plaats
de Rijksoverheid over de brug moe
ten komen in de vorm van gerichte
subsidies, en zullen ook de
pluimvee- en varkenshouders hun
bijdrage moeten leveren".
Vrijdag 25 juli 1986
7