Ondernemersrisiko steeds groter Mestopslag op bedrijfsniveau biedt perspektieven Royal Sluis opent 10.000 m2 nieuwbouw! Jaarverslag landschapsverzorging: onderhoud kleine landschapselementen succes ZLM Tuinbouwkommissie vergaderde in Helenaveen Gelegenheidsarbeid Gasprijs Bacterievuur Kernramp Voordrachten Omzet Bestemming Vergroting mestopslag in akkerbouwgebieden De opzet van een kwaliteits- controlesysteem De tuinbouwkommissie vergaderde op donderdag 26 juli j.l. in Hele naveen. Voorafgaande aan deze vergadering werd een exkursie in het betreffende gebied gemaakt. In zijn openingswoord sprak de kom missievoorzitter, de heer M.J. Goud uit Baarland, zijn bewondering uit over de dynamische ontwikkeling van dit gebied. Telkens kan wor den gekonstateerd dat dergelijke exkursies een verhelderende kijk ge ven op de tuinbouw in het werkgebied van de ZLM. Verder konstateerde de voorzitter, dat de aan het ondernemerschap toegere kende risiko's kennelijk steeds groter worden. Hiertoe worden ook de financiële gevolgen van overheidsmaatregelen gerekend die geno men zijn in verband met de kernramp in Tjsernobyl. Het Landbouw schap is nog bezig om de Minister van Landbouw van de onredelijkheid hiervan te overtuigen. Mocht dat niet lukken, dan is een heroverwe ging van het standpunt m.b.t. het gebruik van kernenergie op zijn plaats. In ieder geval dient overleg plaats te vinden over maatregelen bij soortgelijke kalamiteiten, die mogelijk in de toekomst plaats kun nen vinden. In deze vergadering werd ook het overlijden herdacht van het kommis sielid de heer C.A.J. Elsman te Sprang-Capelle. Te zijner nagedach tenis werden enkele ogenblikken stil te in acht genomen. De administratieve verplichtingen en de kontroles blijven de gemoederen bezig houden. Toch heeft de ervaring bij de Agrarische Sociale Fondsen en de agrarische praktijk tot rustiger ver houdingen geleid. De kommissie is van oordeel, dat het handhaven van de regeling m.b.t. gelegenheidsarbeid een duidelijk agrarisch belang is. Aan administratie en kontrole valt niet te ontkomen, maar zal praktisch han teerbaar moeten zijn. Met name de hantering van het begrip "gezagsver houding" zal moeten worden gekop peld aan "vrijheid in komen en gaan". Vanwege de dalingen op de interna tionale oliemarkt daalt ook de gasprijs. In verband met de dalende aardgasopbrengsten overweegt de overheid hier in te grijpen en de gasprijs te verhogen. Het Landbouw schap meent dat de indertijd gemaak te afspraken met de overheid over het systeem van prijsvaststellingen dient te worden gehandhaafd. Dit stand punt wordt door de tuinbouwkom missie ondersteund. In verband met bovenstaande her haalt de kommissie dë onredelijkheid van de gasprijsregeling voor gebrui kers beneden 30.000 m3. Ondanks de Financiële tegemoetkoming betalen zij per eenheid een aanzienlijk hogere gasprijs. Een gelijkschakeling met de gasprijs voor grootverbruikers is het enige redelijke besluit. De bestrijding van bacterievuur vraagt aanhoudende aandacht. Van uit andere delen van Nederland ko men alarmerende berichten over besmettingen. Ook in Zuid-West Ne derland is regelmatige kontrole nodig om eventuele aantastingen in een vroegtijdig stadium te verwijderen. Ook buiten de fruitteeltsektor is aan dacht voor de bestrijding noodza kelijk. Teneinde te trachten de nadelige ge volgen van de kernramp te beperken zijn door de Nederlandse regering een aantal maatregelen afgekondigd, die tot aanzienlijke financiële nadelen voor bepaalde Nederlandse be drijfstakken hebben geleid. Met na me bij de tuinbouw is er aanzienlijke schade. Tot nu toe is.de overheid niet bereid om een verdere vergoeding te betalen dan voor de direkte doordraai van een aantal produkten. De kom missie is van oordeel dat deze niet tot het normale bedrijfsrisiko kan wor den gerekend. Er zal daarom blijvend bij de overheid op een schadevergoeding-regeling moeten worden aangedrongen. Ondanks vergaande veiligheidsvoor schriften kunnen ongevallen met kernenergie niet worden uitgesloten. Het is daarom noodzakelijk om zich te beraden op maatregelen en finan ciële konsequenties. Mocht hierover onduidelijkheid blijven bestaan dan zal het standpunt over het gebruik van kernenergie dienen te worden hero verwogen. Ir. L.Th.J.M. de Wit te Goes, Kon- sulentschap voor de Akker- en Tuin bouw zal optreden als adviseur van de Tuinbouwkommissie. Hij volgt hier mee ir. H. Sytstra op, die afgelopen voorjaar met de VUT is gegaan. De heer De Wit zal in zijn funktie beleids zaken betreffende de glastuinbouw, bloembollen en hard fruit behande len. De vollegrondsgroenten en zaad teelt zullen onder de verantwoordelijkheid van ir. M. de Boer vallen. Bij de technische aspek- ten wordt aan een heropstelling ge werkt en zullen nog enkele invullingen plaats moeten vinden. - Ter voorziening in de vakature Ha- ge in de Kommissie Fruitteelt zal voor benoeming worden voorgedragen de heer A. Mouwen te Roosendaal. De vakature in de KNLC Kommissie Bloemkwekerij zal in de volgende ver gadering aan de orde worden gesteld. - De voorzitter van de ZLM tuin bouwkommissie.de heer M.J. Goud stelt zich per 1-1-1987 niet meer voor deze funktie en als hb-lid beschik baar. In de regionale kommissies is uitgebreid over de opvolging van ge dachten gewisseld. De kommissie besluit unaniem om de heer C. Ha melink te Wemeldinge bij het hoofd bestuur ter benoeming tot voorzitter voor te dragen. Hij is voorzitter van de Kring Oost Zuid Beveland en uit dien hoofde reeds H.B. lid. Vorig jaar is het mestgebruik in de veedichte gebieden met grote mestoverschotten in Brabant weer toegenomen. Dit blijkt uit het feit dat het aanbod van drijfmest bij de mestbank in Brabant onvoldoen de groeide in relatie tot de uitbreiding van de veestapel. Als men zich realiseert dat de varkensstapel zich vooral uitbreidde in de veedichte gebieden met mestoverschotten, dan ligt de konklusie voor de hand dat in 1985 het mestgebruik in deze gebieden weer toenam. Dit staat te lezen in het jaarverslag 1985 van de Stichting Brabantse Mestbank dat onlangs is verschenen. In J985 werd in het kader van de mestbankaktiviteiten 157.431 m3 drijfmest met transportsubsidie ver voerd over afstanden die varieerden van 50-190 km. Door belemmerin gen, van het mesttransport naar Bel gië is er een beduidend lager percen tage van het totaal omgezet in het af- standstrajekt 50-100 km dan afgelo pen jaar(nu 28%, in 1984 37%). In het^afstandstrajekt boven de 100 km is een flinke stijging te zien: nu 72% tegenover 63% in 1984. Deze stij ging valt toe te schrijven aan een toe nemende belangstelling voor drijf mest in het zuidwestelijke akker bouwgebied. Het lange afstandstransport kan naar bestemming als volgt worden verdeeld. Westbrabant en Brabantse Bies- bosch 42.890; Zuidholland 60.009; Zeeland 26.018; Grensstreek Z.O. Kempen en België 28.002; Noord- Holland 512. Noord-Brabant is voor de mestafzet sterk aangewezen op het Z.W.- akkerbouwgebied. In dit gebied wordt de mest aangewend in de na zomer c.q. herfst (augustus t/m ok tober). Het aanwendingsseizoen is dus slechts drie maanden. Het is niet mogelijk alle gevraagde drijfmest in een dergelijk kort tijdsbestek op te leveren, temeer omdat de mest over grote afstanden moet worden aange- De bijdrageregeling beheer en onder houd kleine landschapselementen blijkt een doorslaand succes te zijn. Hoewel in 1985 slechts gedurende een half jaar aan de regeling gewerkt is, kon toch zonder problemen de volle dige doelsubsidie op een uiterst zin volle manier besteed worden. Het was moeilijker om de uitgaven binnen de perken te houden, maar al met al is dat nog redelijk gelukt. Ge pland was ca. ƒ30.000 te betalen aan onderhoudsovereenkomsten, het wordt uiteindelijk ca. ƒ34.000. Het verschil wordt door SLZ opgevangen binnen de begroting 1985. Dit staat o.m. in het pas verschenen jaarverslag van Stichting Landschapsverzorging Zeeland. Zeer veel eigenaren blijken zeer posi tief tegenover de regeling te staan. Er is nog niemand gevonden die onder houd van een element pertinent af- wijsi,T>c.©6ëMW wjllen graag verder gaan-dam onderhoud van hun ele- meritï lVerstel en bescherming kan 4 meestal zonder problemen plaats vinden. Het is noodzakelijk, zo menen de sa menstellers van het jaarverslag, dat in de komende jaren andere gebieden dan Zeeuws-Vlaanderen meer aan dacht krijgen. De heer H. Krantz, werkzaam als pro- jektleider buitenplaatsen bij de stich ting Stichts Landschapsbeheer, treedt ook in Zeeland in die funktie op. Hij maakt in samenspraak met de eige naren de onderhoudsplannen waarin vermeld wordt wat in het lopende jaar aan de betreffende tuinen en parken gedaan moet worden. In 1985 zijn nog overeenkomsten af gesloten met twee buitenplaatsen, Slot Haamstede en Burgh-Haamstede (Schouwen-Duiveland) en de Munni- kenhof in Grijpskerke (Walcheren). Er werden kontakten gelegd met an dere buitenplaatsen, maar dat zal pas in 1986 leiden tot het afsluiten van on derhoudsovereenkomsten. voerd. Teneinde de gevraagde mest op tijd te kunnen leveren alsmede om het beschikbare transportmate- rieel efficiënt te kunnen inzetten is meer mestopslagcapaciteit in de af zetgebieden vereist. Mestopslag in afzetgebieden kan op twee manieren gebeuren. De eerste mogelijkheid is de z.g. centrale mestopslag, d.w.z. een opslagvoorziening van waaruit de mest in het aanwendingsseizoen naar de diverse afnemers wordt ge bracht. Een alternatief is de opslag op bedrijfsniveau, d.w.z. een opslagvoorziening waarin mest wordt opgeslagen voor één of hoog uit enkele afnemers. Vanwege problemen bij centrale opslag werden in 1985 ook de moge lijkheden voor mestopslag op be drijfsniveau nader bestudeerd. Opslag op bedrijfsniveau biedt in principe perspektieven voor de gro tere akkerbouwbedrijven (40 ha en meer).* Bij een jaarlijkse mestaan- wending op 30 proent van het be- drijfsareaal ontstaan, afhankelijk van het droge stofgehalte van de mest, een behoefte van 500 a 600 m3. Om de uitrijkosten voor de ak kerbouwers beperkt te houden moet in principe worden uitgegaan van goed verkavelde bedrijven. Deze twee voorwaarden (omvang en ver kaveling) impliceren dat lang niet al le akkerbouwbedrijven, die drijf mest gebruiken, zich lenen voor opslag op bedrijfsniveau. Centrale opslag blijft dus nodig maar kan in omvang worden beperkt naarmate opslag op bedrijfsniveau meer aan slaat. Opslag op bedrijfsniveau biedt voordelen ten opzichte van centrale opslag. De akkerbouwer heeft het tijdstip van aanwending beter in de hand. Bovendien kan hij voorafgaand aan de aanwending een kwaliteitsbepa ling laten verrichten. Het is mogelijk een rechtstreeks kontakt te leggen tussen een mestoverschotbedrijf en akkerbouwbedrijf. Dit is bevorder lijk voor de inzet van de veehouder bij het streven naar kwaliteitsverbe tering. De organisatie van de mestin- dustrie met name tijdens het aan wendingsseizoen wordt eenvoudiger. De opslagvoorziening kan tijdens het aanwendingsseizoen worden ge bruikt als overslag. Veehouders met overtollige mest van legkippen en/of mestvarkens die over relatief weinig opslagcapaciteit beschikken wordt de mogelijkheid geboden de opslag uit te breiden door financieel te par ticiperen in demontabele silo's, die de mestbank laat bouwen bij afne mers. De mestbank laat uitsluitend een silo bouwen bij afnemers die zich jegens de mestbank contrac tueel verplichten gedurende vijf jaar jaarlijks minimaal een hoeveelheid mest af te nemen die overeenstemt met 90 procent van de silo-inhoud. Indien een afnemer na afloop van de vijfjarige contractperiode niet bereid is zijn contract te verlengen verplicht de mestbank zich de silo op haar kosten van het bedrijf van de afne mer te verwijderen en elders te plaat sen. Om silo's redelijkerwijs gespro ken te kunnen verplaatsen is geko zen voor een demontabele uitvoe ring. Door deze opzet wordt het mo gelijk bij de veehouders op elk ge wenst moment binnen het kader van de gemaakte afspraken overtollige mest af te voeren. Na uitvoerig over leg met de Dienst Investeringsrekë- ning te Zwolle werd door deze Dienst toegezegd de veehouders die op grond van een overeenkomst met de mestbank investeren in mestopslagvoorzieningen bij akker bouwers, in aanmerking komen voor de milieu- en kleinschalig heidstoeslag op de WIR- basispremie. Eind 1985 werd voor de omschreven opzet een subsidiever zoek ingediend bij het Ministerievan Landbouw en Visserij. Een tweede belangrijke aktiviteit die in het kader van het aktieprogramma door de mestbank ter hand is geno men betreft de opzet van een kwaliteitscontrole-systeem. De kwali teitscontrole is in eerste instantie ge richt op de bepaling van het droge stofgehalte. Eind 1985 nam het bestuur van de mestbank het besluit de droge stofbe- paling van mestmonsters in 1986 voor de duur van een jaar op te dragen aan de Gezondheidsdienst voor Die ren te Boxtel. Door de z.g. ophaal- bijdrage te koppelen aan het droge stofgehalte van de mest worden de veehouders gestimuleerd extra aan dacht te besteden aan de verbetering van de mestkwaliteit. Dit verhoogt de acceptatiegraad van mest in de akkerbouwsector hetgeen belangrijk is voor een effectieve aanpak van de mestproblematiek Op 27 juni j.l. opende het Enkhuizer zaadbedrijf Royal Sluis B.V. 10.000 m3 nieuwbouw. De behoefte aan meer ruimte en de forse toename van het personeelsbestand, ruim 60 nieuwe ar beidsplaatsen sinds januari 1985, zijn een duidelijk bewijs dat het goed gaat met deze firma. De opening van de twee nieuwe ge bouwen werd verricht door de heer S.J. Sluis, die sinds zijn afscheid als president-direkteur deel uitmaakt van de Raad van Commissarissen. Door met een heftruck een pallet met daar op een zaadopslagdoos uit een groot model vliegtuig te rijden, werden de gebouwen geopend. In zijn openingsrede benadrukte S.J. Sluis het belang van een optimale kwaliteit: "Degelijkheid en kwaliteit moeten voorop staan. De reputatie van een bedrijf is heel belangrijk en ook heel kwetsbaar. Een goede repu tatie is goud waard, daar moeten we allemaal aan werken", aldus Simon J. Sluis, die er tevens op wees dat de nieuwe gebouwen de grootste zijn uit de geschiedenis van dit familiebedrijf. De nieuwe hallen bieden huisvesting aan een zaadopslag, de orderklaarmakerij bloemzaden en de monsterorder klaarmakerij. Er is voorts ruimte voor een modern kwaliteitslaboratorium. Vrijdag 25 juli 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 4