Gemeente Terneuzen kontroleert
planmatig op naleven hinderwet
bij agrarische bedrijven
Aan nieuwe rage "16 km/uur-auto" in
de landbouw zitten veel haken en ogen
Mest
Tanks
Recentelijk heeft een aantal agra
riërs in de gemeente Terneuzen be
zoek gehad van een ambtenaar
milieuzaken die kwam kontroleren
of er voor het bedrijf een hinder
wetvergunning aanwezig was en of
deze dan ook toereikend was voor
de aktiviteiten binnen het bedrijf
De gemeente Terneuzen is vanaf
1983 planmatig bezig die bedrijven
die hinderwetplichtig zijn te kon
troleren op het aanwezig zijn van
een goede vergunning voor het ge
hele bedrijf en op het naleven van
de aan de vergunning verbonden
voorschriften.
Daarbij bleek dat een aantal be
drijven geen of een ontoereiken
de vergunning bezat. Bij deze
groep van bedrijven was een groot
aantal agrarische bedrijven. Deze
bedrijven hebben wel de plicht om
een vergunning aan te vragen wan
neer er:
a. een elektromotorisch vermogen
van meer dan 1,5 kW in de inrich
ting gebezigd wordt;
b. bewaring van mest plaatsvindt;
c. opslag van propaan, butaan,
bestrijdingsmiddelen en/of
brandstoffen plaatsvindt;
d. en/of bedrijfsmatig dieren
worden gehouden.
Zonder deze vergunning mogen
deze aktiviteiten niet worden uit
gevoerd.
In de praktijk betekent dit dat indien
er geen vergunning is, deze alsnog
moet worden aangevraagd bij het kol
lege van B&W. Indien er wel een ver
gunning is, maar deze klopt niet meer
met de werkelijkheid dan zal een
uitbreidings- en/of wijzigingsvergun
ning moeten worden aangevraagd.
Laat men dit achterwege dan loopt
men het risiko van een gehele of ge
deeltelijke sluiting van het bedrijf
door de gemeente. Dit kan overigens
pas nadat een aantal wettelijk voor
geschreven procedures afgewikkeld is.
De afdeling Milieu bij de Dienst
Openbare Werken te Terneuzen is be
last met de kontrole op voornamelijk
de hinderwet, de lozingsverordening,
de verontreiniging van het oppervlak
tewater en de (chemische) afvalstof
fen. De chef van deze afdeling ing. H.
Kunne gaf onlangs in een inleiding
voor agrariërs een toelichting op de
taak en de uitvoering daarvan door
zijn dienst.
De aspekten bij agrarische bedrijven
waar door de afdeling Milieu voorna
melijk naar gekeken wordt zijn de be
scherming van de bodem door het
stellen van eisen aan bovengrondse en
ondergrondse opslag van brandstof
fen en de opslag van mest, het voor
komen van hinder t.g.v. stank, het
voorkomen van gevaar en schade
t.g.v. de opslag en het gebruik van
propaan, butaan en bestrij
dingsmiddelen.
Bij de voorgenoemde aspekten is
vooral de bescherming van de bodem
belangrijk in verband met de aanwe
zigheid van veelal oudere ondergrond
se tanks met dieselolie en
huisbrandolie alsmede de opslag van
mest zonder goede bodemafdichting.
Specifieke voorschriften die gesteld
worden aan de opslag van mest en
gier zijn, afhankelijk van de situatie:
- het uit de stal afvoeren van dunne
mest, gier, spoel- en/of schrobwater
naar een hiervoor bestemde vloeistof
dichte opslagruimte;
- bij een opslag naast de stal i.p.v. er
onder moet het transport gebeuren
d.m.v. een gesloten riool o.i.d. en er
mag geen overstort aanwezig zijn;
- deze opslagruimte moet in principe
gesloten worden gehouden;
- de lediging van mest- en gierkelders
wordt afhankelijk gesteld van de
opslagkapaciteit en het tijdvak waarin
dat kan plaatsvinden;
- vaste mest moet zoveel mogelijk da
gelijks worden verzameld en overge
bracht naar een niet-
vloeistofdoorlatende mestplaat. De
stapeling van mest op deze plaat moet
op zodanige wijze gèschieden dat al-
Ing. H. Kunne
Vaste mest moet zoveel mogelijk dagelijks worden verzameld en
overgebracht naar een niet-vloeistofdoorlatende mestplaat.
Ie uitzakkende vocht binnen de rand
van de plaat wordt opgevangen en af
gevoerd naar de opslagruimte voor
dunne mest en gier;
- in gevoelige situaties kan een afdek
king van de mestplaat worden geëist;
- pluimveemest moet binnen opgesla
gen worden, danwel in een gesloten,
vloeistofdichte bak.
De onder- en bovengrondse opslag
van brandstoftanks vergt weer ande
re voorzieningen ter voorkoming van
bodemverontreiniging
Voor de ondergrondse tanks maakt
men onderscheid tussen bestaande en
nieuwe tanks. Bij nieuwe installaties
is het gebruikelijk de nieuwste voor
schriften te verbinden aan de vergun
ning en het belangrijkste daarbij is de
bescherming tegen corrosie, zowel uit
wendig als inwendig. Daarbij wordt
gebruik gemaakt van kathodische be
scherming om de tank tegen uitwen
dige corrosie te beschermen.
Corrosie bij ondergrondse metalen
opslagtanks met de bijbehorende lei
dingen en appendages kan optreden
door agressieve (zure) stoffen in de
bodem, doordat verschillende meta
len door kontakt met elkaar een gal
vanisch element vormen en door
zwerfstromen in de bodem. De agres
siviteit van de bodem wordt uitge
drukt in de specifieke
bodemweerstand (eenheid Ohm.cm).
Men onderscheidt drie bodemklassen,
t.w. a. sterk agressief (0-5.000
Ohm.cm) b. matig agressief
(5.000-10.000 Ohm.cm); c. gering
agressief (meer dan 10.000 Ohm.cm).
Kathodische bescherming is vereist in
dien de bodem sterk agressief van
aard is.
De inwendige corrosie, de zogenaam
de putcorrosie, wordt veroorzaakt
door de aanwezigheid van water,
door het zwavelgehalte en de verblijf
tijd van de olie in de tank. Voorwaar
de is dan ook dat elke drie jaar de
aanwezige sludge en water uit de tank
verwijderd wordt.
Bestaande ondergrondse tanks kun
nen in twee groepen worden onder
verdeeld te weten:
1tankinstallaties die geschikt te ma
ken zijn voor kathodische be
scherming;
2. tankinstallaties die niet geschikt te
maken zijn voor kathodische be
scherming.
Voor elk van deze groepen zijn voor
schriften opgesteld m.b.t. de kontrole
op dichtheid van de tankwand.
In het kort komt het erop neer dat be
staande installaties die geschikt te ma
ken zijn voor kathodische
bescherming hiermee moeten worden
uitgerust en gelijk aan nieuwe instal
laties elk jaar worden gekeurd. De an
dere bestaande installaties dienen
periodiek te worden onderzocht op
dichtheid. Afgekeurde tankinstallaties
dienen uiteraard te worden ver
vangen.
Bovengrondse opslag is eveneens in
twee groepen onder te verdelen, t.w.:
1installaties met een inhoud van 200
tot 2.000 liter;
2. installaties met een inhoud van
meer dan 2.000 liter.
De tweede groep van installaties dient
in een vloeistofdichte bak te worden
geplaatst van voldoende sterkte en
stijfheid. De inhoud van deze bak
moet gelijk zijn aan de inhoud van de
grootste tank vermeerderd met 10%
van eventuele andere tanks.
Sinds enkele maanden wordt de poli
tie gekonfronteerd met, een naar het
zich laat aanzien, nieuwe rage in het
gemotoriseerd verkeer, n.l. de "16
km/uur auto die voor de landbouw
wordt gebruikt. Onder het mom van
"ik heb deze auto nodig voor mijn
landbouwbedrijf" zijn al diversen op
de gedachten gekomen om zo'n auto
op de weg te brengen. In voorlich
tingsavonden over landbouwverkeer
door de Verkeersgroep Rijkspolitie
Middelburg is over de mogelijkheid
om een "normale" personenauto
"om te bouwen" tot 16 km/uur auto
gesproken, maar één en ander vraagt
toch nog om een nadere uitleg, omdat
er meer haken en ogen aanzitten dan
men zou denken.
Belangrijke punten hierbij zijn o.a.:
1Wanneer en hoe kan een normale
personenauto een "16 km/uur auto"
worden;
2. Wat zijn de mogelijkheden met
zo'n auto en
3. Wat zijn de verplichtingen voor de
bestuurder en de eigenaar.
1. "Ombouwen"
De Wegenverkeerswet zegt dat de
bestuurder, de eigenaar of houder
moet aantonen dat hij, in dit geval die
16 km/uur auto, nodig heeft ten be
hoeve van zijn landbouwbedrijf en
dat die auto zich op de weg bevindt
rechtstreeks ten behoeve van zijn
landbouwbedrijf of van herstel.
De Wet Motorrijtuigenbelasting zegt
dat voor motorrijtuigen, dus ook
voor die 16 km/uur auto, ingericht
voor het gebruik elders dan op wegen
en uitsluitend gebezigd voor het land
bouwbedrijf, vrijstelling van belasting
wordt verleend.
De WET Aansprakelijkheid Motor
Met de 16 km/uur auto kan legaal opde weg worden gereden, maar dan moet wel
aan veel voorwaarden worden voldaan.
rijtuigen zegt dat ieder motorrijtuig,
dus ook de 16 km/uur auto, verze
kerd moet zijn.
Uit deze artikelen zou men kunnen
opmaken dat het zeer eenvoudig is om
wanneer men een landbouwbedrijf
heeft, van een normale personenauto,
waarvan men het kentekenbewijs
opstuurt naar de Rijksdienst voor het
Wegverkeer en de auto verzekert, een
16 km/uur auto te maken waarvoor
men geen wegenbelasting moet
betalen.
Niets is echter minder waar, omdat de
moeilijkheid blijft dat men moet aan
tonen dat de auto zich rechtstreeks ten
behoeve van het landbouwbedrijf op
de weg bevindt en de Wet Motorrij
tuigenbelasting nadere regels geeft
hoe die auto ingericht moet zijn of er
uit zou moeten zien om in aanmer
king te kunnen komen voor Vrijstel
ling Motorrijtuigenbelasting.
De 16 km/uur auto moet namelijk in
gericht zijn om elders dan op wegen
gebruikt te worden en ook als zoda
nig uiterlijk kenbaar zijn. Verder
moet de auto technisch zodanig zijn
uitgerust dat een bijzondere geschikt
heid bestaat om in het terrein te
rijden.
Dat van een zodanige uitrusting spra
ke is, moet uiterlijk kenbaar zijn aan
b.v.:
het ontbreken of uitschakeling van ve
ring van de voor- en/of achterwielen,
of de aanwezigheid van uiterst stug
ge vering, de aanwezigheid van ban
den met terreinprofiel, een grote
wendbaarheid en een zodanige inrich
ting van de versnellingsbak dat slechts
met beperkte snelheid kan worden
gereden.
Als we met deze voorschriften een
normale personenauto bekijken dan
blijkt wel dat hieraan nogal wat
"gesleuteld" moet worden wil men
hieraan kunnen voldoen. Anders is
het met een Jeep of Jeep-achtigen,
want als men met zo'n auto geen gro
tere snelheid kan ontwikkelen dan 16
km/uur, dan voldoet die precies aan
alle gestelde eisen.
Besluit men om toch een "normale"
personenauto om te bouwen, dan
hoeft die auto niet gekeurd te worden,
dus ook geen APK-keuring, maar een
feit blijft dat die auto rijtechnisch in
goede staat van onderhoud moet blij
ven verkeren en verder moet blijven
voldoen aan de voor het landbouw
verkeer geldende wettelijke eisen. Vei
ligheid voor de bestuurder en voor de
overige weggebruikers blijft een eer
ste vereiste.
2. Mogelijkheden
De mogelijkheden die men met een 16
km/uur auto heeft, kunnen zijn, dat,
wanneer men b.v. een sproei-
installatie of ander landbouwattribuut
heeft, en men dit blijvend in die auto
bouwt, dat men een extra landbouw
voertuig heeft, mits aan alle voor
waarden genoemd in de
Wegenverkeerswetgeving wordt vol
daan, en, wil men in aanmerking ko
men voor vrijstelling van de
Motorrijtuigenbelasting aan alle eisen
in die wet genoemd. Dit laatste zal
voor normale personenauto's zeer
moeilijk, zo niet onmogelijk zijn.
3. Verplichtingen
De verplichtingen die men heeft wan
neer besloten wordt om toch een 16
km/uur auto op de weg te brengen
zijn de volgende: inleveren kenteken
bewijs bij Rijksdienst Wegverkeer te
Veendam,
aanbrengen 16 km/uur bordje,
verwijderen kentekenplaten van de
auto,
auto aan de hiervoor omschreven
eisen aanpassen en mocht dit niet het
geval zijn dan de Motorrijtuigenbe
lasting in kennis stellen en Wegenbe
lasting betalen,
verzekering van de auto, waarbij bij
kontrole het bewijs van verzekering
moet worden getoond en de auto
moet rijtechnisch in goede staat van
onderhoud verkeren en aan de wette
lijke eisen voor landbouwmotorvoer-
tuigen voldoen.
Konklusie
De normale personenauto die omge
bouwd wordt tot 16 km/uur is eigen
lijk een produkt van de soepele
wetgeving, maar wanneer we alles op
een rijtje zetten eigenlijk meer een
"wanprodukt". Eenieder zal begrij
pen dat een personenauto gemaakt is
voor andere doeleinden dan voor het
landbouwbedrijf, en dat dit ook zo
zou moeten blijven.
Van politie-justitie en motorrijtuigen
belastingzijde zal dan ook alles wor
den gedaan om dit "wanprodukt"
middels intensieve kontrole te bestrij
den. Er zullen dan ook strenge kon-
troles volgen op/en aan deze 16
km/uur auto's en op het feit dat men
moet aantonen dat die auto recht
streeks ten behoeve van het land
bouwbedrijf gebruikt worden.
Bijvoorbeeld: boodschappen doen of
met zo'n auto naar de kerk gaan is
vanzelfsprekend uitgesloten. Hoge
boetes, met name voor de Motorrij
tuigenbelasting, kunnen het gevolg
zijn.
Alles overziend menen wij als slot-
konklusie te mogen stellen dat 16
km/uur auto's volgens de Wetgevin
gen op dit punt onder voorwaarden
kunnen, doch dat wij van overheids-
zijde het gebruik ten sterkste
ontradén.
Mochten er naar aanleiding van dit
artikel vragen zijn, dan kan men zich
ten alle tijde wenden tot de Verkeers
groep Rijkspolitie, Vrijlanstr. 29,
4337 EA te Middelburg, tel.
01180-32622/ 32623.
Vrijdag 25 juli 1986
11