Aardappelen in Pakistan
Aardappelbewaring in
Pakistan
Pakistan
Aardappelproduktie in
Pakistan
Pootgoed in Pakistan
Aardappelverwerking in
Pakistan
Chips-industrie
De frites-industrie
Konsumptie
Van 13 tot 23 april 1986 werd op
verzoek van het Internationaal
Aardappelinstituut (C. I.P.
Lima) een bezoek aan Pakistan
gebracht. De reden van deze reis
was, dat het C.I.P. door Pa
kistan was benaderd om te on
derzoeken in hoeverre aardappel
verwerking een bijdrage kan le
veren tot stabilisatie van de prijs
en verbetering van de afzet. Te
vens moest advies worden uitge
bracht over opzet van het aard-
appelverwerkingsonderzoek in
Pakistan. Tesamen met dr. R.
Booth, de deskundige op het ge
bied van bewaring en verwerking
van aardappelen van het C.I.P.
werd deze taak in een vrij korte
periode gerealiseerd.
Tijdens de reis werd een bezoek
gebracht aan telers, bewaarplaat
sen, aardappelverwerkende in
dustrieën en aan onderzoek- en
kredietinstellingen in Pakistan.
Ir. J.C. Hesen van het IBVL
maakte de reis mee. Hierbij een
bewerking van zijn verslag, dat
eerder in 'Aardappelwereld' ver
scheen.
50.000 ha in 1985. Uit een onder
zoek dat de laatste jaren is uitge
voerd, bleek dat de aardappelop
brengst in Pakistan ongeveer het
dubbele bedraagt van wat in de offi
ciële statistieken was vermeld. Het
zou in dit artikel te ver voeren om de
totale aardappelteelt in de verschil
lende gebieden en seizoenen te be
handelen, gegevens hierover zijn be
schikbaar. Daar de aardappelteelt in
de Punjab plains echter het belang
rijkste is, zal hierover iets wórden
meegedeeld.
De belangrijkste produktiegebieden
in de Punjab vindt men in de buurt
van grote steden. Dit betekent dicht
bij de afzetgebieden, koelhuizen en
'city sweeps' (stadsafval).
Het vruchtwisselingsschema is: aar
dappelen (voorjaar) - mais/sorghum
of groenten - aardappelen (najaar).
In het algemeen kan gesteld worden
dat de boeren in de Punjab goede
aardappeltelers zijn en dat de herfst-
periode klimatologisch gezien
(aan het eind van het seizoen, koel)
zich goed leent voor de teelt van aard
appelen. Niettemin werd vast
gesteld dat er grote verschillen zijn
in opbrengst per hektare en daar
door tevens in produktiekosten per
Tot slot kan nog worden vermeld
dat in de afgelegen streken, die
moeilijk toegankelijk zijn, wordt
geëksperimenteerd met de aardap
pelteelt uit zaad.
De introduktie van hoog opbrengen
de rassen, toenemende kwaliteit van
het pootgoed, verbetering van de
teelttechniek en uitbreiding van het
areaal hebben ertoe geleid dat de
produktie van aardappelen in Pa
kistan het laatste decennium sterk is
toegenomen. Het is duidelijk dat de
bewaring bij de produktie en afzet
van aardappelen een belangrijk ele
ment vormt. Immers pootgoed moet
tot de volgende plantdatum worden
bewaard omdat anders de kwaliteit
terugloopt en voor konsumptie-
aardappelen is bewaring noodzake
lijk voor een regelmatige voorzie
ning van de markt.
In de berggebieden van Pakistan is
bewaring van pootgoed in kuilen
mogelijk zonder dat er grote verlie
zen in kwaliteit optreden. Bovendien
kan deze bewaring met vrij eenvou
dige methoden wellicht nog worden
opslagkapaciteit bedraagt 15.000 tot
20.000 zakken die in twee of meerde
re ruimten worden opgeslagen.
De bewaartemperatuus is 1-3° (sui
kers) en de verliezen die werden ver
meld, zijn erg laag.
Rekening houdend met het huidige
systeem van 'handling' en afzetprak-
tijk, voldoet dit systeem van bewa
ring in technisch opzicht aan de be
hoefte. Het is echter het duurste
systeem dat te bedenken is en het
verhoogt daardoor in sterke mate de
kostprijs van aardappelen. Aardap
pelen, op deze wijze bewaard, wor
den hierdoor 50 tot 100% duurder!
Het heeft volgens dr. Booth en mij
dan ook geen zin om in Pakistan het
aantal coldstores met dit bewaar-
systeem verder uit te breiden. Im
mers, de prijs van de aardappelen
wordt hierdoor zo hoog dat de afzet
stagneert. In verschillende gebieden
is er zelfs van een overkapaciteit
sprake; koelhuizen wordens slechts
gedeeltelijk gevuld en sommige koel
huizen worden weer afgebroken!
In het bestaande systeem kunnen
echter verbeteringen worden aange
bracht aan isolatie, luchtverdeling,
koelkapaciteit en management; ook
is het aan te bevelen wijdmazige zak-
De Islamistische Republiek Pakistan
(hoofdstad Islamabad) ligt in het
zuiden van Azië en heeft een opper
vlakte van ca. 800.000 km2 en een
bevolking van ongeveer 93.000.000.
Het klimaat is droog-continentaal
met hete zomers en koele winters.
Landbouw is de voornaamste bron
van bestaan in Pakistan en ruim
50% van de bevolking is in de land
bouw werkzaam.
De voornaamste landbouwproduk-
ten zijn: tarwe en katoen, voorts
gerst, mais, sorghum, thee, tabak,
suikerriet en oliezaden. De veeteelt
richt zich op arbeidsdieren en de
produktie van wol, huiden en vellen.
De akkerbouw is voor het grootste
deel afhankelijk van irrigatiewater
en is daarom vooral gelokaliseerd in
de Indusdelta.
Naast irrigatie door middel van ri
vierwater, wordt gebruik gemaakt
van bodemwater, dat veelal met
dierkracht opgepompt wordt.
Negatieve faktoren bij de ontwikke
ling van de landbouw zijn: de grote
armoede, het versnipperde grondbe
zit, primitieve landbouwmethoden,
inadekwaat transportsysteem en de
regelmatig weerkerende politieke
onrust. Dit alles neemt niet weg dat
de produktie over het algemeen sterk
is toegenomen.
De industrie is nog weinig ontwik
keld, maar in de laatste jaren vindt
er echter een versterking plaats van
de financiële positie in de privé-
sektor ondanks het feit dat rege
ringsmaatregelen gericht zijn op isla
misering van de ekonomische maat-
schappijstruktuur. De ekonomie van
Pakistan is nog steeds vnl. op de
landbouw georiënteerd, waarbij de
agrarische industrie zich redelijk
gunstig ontwikkeld heeft.
De aardappelteelt in Pakistan is van
grote betekenis. In totaal worden er
ongeveer 50.000 ha verbouwd met
een opbrengst van ca. 1.000.000 ton
per jaar. Aardappelen worden zowel
in de bergstreken als in de laagvlak
ten (plains) geteeld en er zijn ver
schillende groeiseizoenen.
De aardappel wordt als een belang
rijk groentegewas gezien, ter aanvul
ling van het eenzijdige dieet op
graan/rijst basis. Vanwege de hoge
produktiviteit en de relatief korte
groeiperiode past de aardappel zeer
goed in de Pakistaanse landbouw.
Daarom wordt de produktie van
aardappelen gestimuleerd en is de
beteelde oppervlakte toegenomen
van 20.000 ha in 1970 tot ruim
kilo aardappelen
De opbrengst van de voorjaarsaard
appelen, die van half april tot half
mei wordt geoogst, is minder dan de
helft dan van het najaar, terwijl de
produktiekosten per ha slechts wei
nig lager zijn. Ongeveer 75 a 80%
van de oogst van de voorjaarsoogst
dient als pootgoed voor de najaars-
oogst en wordt na de oogst in koel
huizen opgeslagen.
Pootgoed is verreweg de belangrijk
ste kostenfaktor (30-60%) bij de
teelt van aardappelen in Pakistan en
is tevens in grote mate bepalend
voor de opbrengst en kwaliteit van
het geoogste produkt. Pakistan im
porteert slechts een klein gedeelte
van het benodigde pootgoed, voor
namelijk uit Nederland, ongeveer
10% van de behoefte voor de voor
jaarsoogst. De belangrijkste rassen
die geteeld worden, zijn dan ook van
Nederlandse origine: Cardinaal, Ul-
timus, Desiree, Diamant, Patrones,
Multa, Ajax, Spunta.
Geïmporteerd pootgoed degenereert
echter zeer snel, vanwege de grote
luizendruk in het voorjaar. Men
produceert meer en meer pootgoed
uit de herfstteelt en bewaart dit tot
de pootperiode in de volgende herfst
(lange bewaring).
Het pootgoed uit de herfstteelt is nl.
veel beter dan van het voorjaar, daar
de luizendruk slechts zeer gering is.
Om minder afhankelijk te zijn van
pootgoed-import, probeert men
sinds verscheidene jaren een beter
gekoördineerd nationaal systeem
van pootgoedproduktie en poot-
goedvoorziening op te zetten. Tot nu
toe is men hierin slechts zeer gedeel
telijk geslaagd, hoewel de mogelijk
heden zeker in het land aanwezig
zijn. De bergstreken in N.W.F.P. en
Baluchistan, boven 2000 meter, zijn
geschikt voor de teelt van gezond
uitgangsmateriaal. Het basispoot-
goed uit de bergstreken kan in de
laagvlakten worden vermeerderd.
Ook werkt men op verschillende
plaatsen aan weefselkultuur en snel
le vermeerdering. Technisch gezien
heeft het land de potentie onafhan
kelijk te worden van pootgoedim-
port. Er zal echter nog heel wat wa
ter door de Indus stromen voordat
dit gerealiseerd is. De grootste pro
blemen hierbij zijn: gebrek aan sa
menwerking en organisatie (ba-
sispootgoed, selektie, keuring, ver
meerdering, distributie), tevens ver
eist pootgoedteelt en vermeerdering
een grote mate van deskundigheid
bij de telers die vooralsnog ont
breekt.
verbeterd. Deze bewaarmethode
wordt onderzocht en bij de telers
gestimuleerd. Konsumptie-
aardappelen uit de berggebieden be
hoeven niet te worden bewaard, om
dat deze direkt na de oogst in het al
gemene goed kunnen worden afgezet
(herfst).
Het pootgoed en de konsumptie-
aardappelen uit de laagvlakten moe
ten worden opgeslagen van januari
en midden mei tot ongeveer septem
ber/oktober, dus in een periode met
zeer hoge buitentemperaturen. Dit
behelst meer dan 80% van de totale
aardappelproduktie in Pakistan.
Hiertoe heeft men een groot aantal
koelhuizen gebouwd, die voorname
lijk gesitueerd zijn bij de steden.
ken met een kleinere inhoud te ge
bruiken.
In tegenstelling tot de beschikbare
gegevens over koeihuizen was er wei
nig informatie ter beschikking over
bewaring van aardappelen bij de te
lers. Naar onze mening wordt echter
een niet onaanzienlijk deel van de
geteelde aardappelen in kleine een
heden bij de boer bewaard.
Kortstondige bewaring van aardap
pelen, ook bij hogere temperaturen,
is volgens Dr. Booth zeer wel moge
lijk en hij had hiermede in andere
landen (onder andere India) goede
ervaringen.
Van de najaarsoogst in Pakistan
wordt na de oogst (koele periode)
een groot gedeelte op het land in met
Transport van aardappelen in de berggebieden van Pakistan
Al deze koelhuizen hebben een
systeem van ruimtekoeling waarbij
aardappelen in dikke juten zakken
met een inhoud van 80 tot 110 kg, in
houten of metalen rekken worden
bewaard. Hierdoor is het mogelijk
dat individuele partijen (van één zak
tot enkele duizenden zakken) sepa
raat kunnen worden opgeslagen en
bereikbaar blijven. In het algemeen
wordt door de eigenaar van koelhui
zen, bewaarruimte verhuurd, hoewel
ook enkele handelaars en sommige
grote boeren hun eigen koelhuizen
bezitten. De verhuur van ruimte ge
beurt in het algemeen per seizoen,
hoewel enkele koelhuizen ook per
maand ruimte verhuren. Veel koel
huizen produceren en verkopen te
vens blokken ijs. De gemiddelde
stro afgedekte kuilen opgeslagen,
totdat het produkt op de markt
wordt afgezet of in de koelhuizen
wordt gebracht. Deze tussenbewa-
ring kan worden verbeterd en even
tueel worden verlengd, door het pro
dukt in geïsoleerde gebouwen met
geforceerde buitenluchtkoeling op te
slaan.
In de meeste ontwikkelingslanden
waar aardappelen worden ver
bouwd, bestaat er een toenemende
belangstelling voor de verwerking
van aardappelen tot konsumptiepro-
dukten; dit is ook het geval in Pa
kistan.
In de grotere steden van Pakistan,
zoals Karachi, Lahore, Rawalpindi,
Islamabad, worden chips vervaardigd
in kleine bedrijfjes (huisindustrie).
Deze bedrijfjes kopen iedere dag en
kele zakken aardappelen die op vrij
primitieve wijze tot chips worden
verwerkt. De procesgang is als volgt:
aardappelen worden in carboren-
dumschillers vrij oppervlakkig ge
schild en nagepit, vervolgens worden
de geschilde aardappelen met een
voudige keukensnijmachines in
schijfjes gesneden, deze worden in
bakken water gespoeld en daarna in
open pannen (veelal met gas
gestookt) zonder enige temperatuur-
kontrole, gebakken in plantaardige
oliën (soja-olie, zonnebloem-olie,
mais-olie). Men laat de olie van de
chips afdruipen en voegt zout toe.
de chips worden daarna veelal in klei
ne zakjes met een inhoud van 35
gram, met de hand verpakt en afge
wogen. De zakjes worden vrij primi
tief dichtgeseald, meestal met een
brandende kaars en daarna in grote
papieren zakken gedaan en aan win
kels gedistribueerd die het produkt
voor ongeveer 1 1/2 rupies (25 cent)
per zakje verkopen.
Afhankelijk van jaar en seizoen va
rieert de aardappelprijs van 1,75 Rs
tot 6,25 Rs per kilo; de verkoopprijs
van de chips blijft stabiel.
De fabrikant is niet zo zeer geïnte
resseerd in het aardappelras (hoewel
Ultimus de voorkeur had) dat hij
koopt, als de aardappelen in ver
band met de bakkleur, maar niet af
komstig zijn uit de koelhuizen.
Deze chipsbedrijfjes zijn vrij onhy
giënisch ingericht en vooral het af
wegen en verpakken met de hand,
van de gebakken chips kan een vorm
van besmetting vormen. Kwaliteits-
kontrole beperkt zich veelal tot het
uitlezen van te donker gebakken
chips. Zakelijk gezien floreren deze
bedrijfjes, die overigens behalve
chips ook andere snacks (gedroogde
vruchten, noten, enz.) op de markt
brengen.
De chips met zo'n 2.000 a 3.000 zak
jes per dag, vormt echter in het alge
meen ongeveer 60% van de 'busi
ness'. Verschillende van deze be
drijfjes die werden bezocht waren
zeer optimistisch over de afzetmoge
lijkheden van hun chips en indien
men hiervoor (keuken-)machines
kan kopen, wilde men de produktie
uitbreiden tot 30.000 zakjes per
dag 1.000 kg chips; 4.000 kg
aardappelen).
Misschien dat de Nederlandse in
dustrie voor deze bedrijfjes betere
schilmachines, slicers, bakoventjes,
eenvoudige verpakkingsmachines en
sealers kan leveren!
Op de wat langere termijn echter, zal
naar onze mening de kommerciële
chipsindustrie, de markt in Pakistan
gaan domineren. De laatste jaren
vindt er namelijk een snelle ekspan-
sie plaats in de fabrieksmatige berei
ding van chips. Er zijn momenteel
zes fabrieken, met een produktieka-
paciteit variërend van 200 tot 500 kg
chips per uur in oprichting of in pro
duktie (Karachi, Lahore,
Peshawar).
Hoewel frites in restaurants wordt
geserveerd en ook aan de straat
wordt verkocht, zijn er in Pakistan
geen frites-fabrieken. Wellicht dat
deze tak -van aardappelverwerkende
industrie in de toekomst ook in Pa
kistan een kans heeft. Een kleinscha
lige produktie van gebakken frites in
de grote steden heeft hierbij de
grootste kans van slagen. Afzet van
het produkt zal voornamelijk ge
schieden naar de institutionele
markt (hotels, restaurants en derge
lijke); de Fastfood sector is in Pa
kistan overigens nog ternauwernood
ontwikkeld.
De produktiekosten van aardappe
len zijn in tropische en subtropische
landen (ook in Pakistan) in het alge
meen hoger dan tarwe of rijst en
daarom zijn aardappelen veelal te
duur om de rol als hoofdvoedselge
was te vervullen. Uit voedingsoog
punt kunnen aardappelen echter een
belangrijke rol spelen als goedkope
groente in het eenzijdige graandieet.
12
Vrijdag 11 juli 1986