Voor noodslachtingen naar Roosendaal is onwerkbaar!
Voor goede groei is het te droog!
Akkerbouwers dupe superheffing??!!
Opslag van opslag...
Voederwinning gaat zeer voorspoedig
De oogst op THOLEN EN ST. PHI-
LIPSLAND van graszaad, konser-
venerwten, karwij, e.d. wordt bij het
huidige weertype erg versneld. De
strenge winter en de late groei zorg
den voor een regelmatige achter
stand van de gewassen. De zaadpro-
ducerende gewassen halen de achter
stand snel in. We vragen ons af of
het niet te snel gaat.
De vroegste soorten graszaad wor
den binnen enkele dagen gemaaid en
het dorsen kan bij de huidige tempe
raturen na 3-5 dagen plaatsvinden.
We krijgen dan een idee van het op-
brengstnivo.
Altijd een moeilijke zaak, maar na
enkele rondjes dorsen, weet men
meestal wel of het zwaar of licht
zaad is.
Het uitvalpercentage blijft echter al
tijd een verrassing, zowel positief als
negatief. Bij de konservenerwten
konstateren we afhankelijk van het
ras een vrij laag korrelaantal in de
peul. Dit in tegenstelling tot de rijp
te oogsten erwten, die een vrij nor
maal beeld geven.
Enkele percelen hebben schade,
door te sterke werking van de bo
demherbiciden, hetgeen de op
brengst niet ten goede zal komen.
Zonnig, warm zomerweer. In
MIDDEN- EN OOST-BRABANT
heeft eenieder de laatste weken kun
nen profiteren van deze weersom
standigheden.
Op 'Omroep Brabant' hoor je vaak
de kreet: Bij 'zonnig, warm zomer
weer' laat uw auto, motor, of brom
fiets staan in het woon- en werkver
keer'. Doe mee aan de aktie 'Drie-
in-één'. Dit is in het kader van de
milieuvervuiling en de betrekkelijke
luchtverplaatsing. Onder deze om
standigheden hebben diverse mensen
nl. problemen om in de buitenlucht
te vertoeven.
De maand juni heeft zich geken
merkt door een groot aantal zomerse
dagen. De groei van de gewassen is
dit ten goede gekomen.
Omstreeks half juni hebben we ook
in Oost-Brabant te maken gehad met
zware regen en/of onweersbuien.
Plaatselijk zeer veel neerslag. Enkele
km's verderop praktisch geen
neerslag. Vanwege de hoge tempera
turen en veel zon begint men eind ju
ni zo hier en daar droogteverschijn
selen waar te nemen.
Er wordt momenteel op veel plaat
sen in Midden- en Oost-Brabant
kunstmatig beregend. Voor het gras
land (na beweiding/voederwinning)
geeft dit een positieve uitwerking.
Indien mogelijk, dan kan eventueel
gestrooide stikstof (N) worden inge-
regend. De voederwinning gaat zeer
voorspoedig (gras droogt snel). De
veldperiode is bijzonder kort.
De snijmais doet het uitstekend. Je
ziet hem als het ware groeien. Na 1
of 2 dagen is duidelijk een zichtbaar
verschil aanwezig. Relatief komen
de vroegst gezaaide percelen het best
tot hun recht. Bij late inzaai blijft je
ook dit jaar een achterstand houden.
Gunstig weer is het ook voor de tuin
ders. Asperges en aardbeien hebben
dit jaar flinke kg-opbrengsten be
haald. Voor asperges is de steektijd
voorbij. De kg-opbrengsten zijn
goed te noemen, terwijl de prijs/kg
duidelijk is achtergebleven. Ook bij
de aardbeien zijn veel kg geplukt per
are en ook hier een lage prijs/kg.
Momenteel worden in Oost-Brabant
6
De kreuk erwten, die overwegend
rond Pinksteren gezaaid zijn, staan
aan het begin van de bloei en verto
nen een dorre stand. Enige neerslag
zou welkom zijn.
Ook de telers van vroege aardappe
len op Tholen en St. Philipsland ver
langen naar een buitje, want het
rooien geeft afhankelijk van de
grondsoort en tijdstip van planten
problemen met kluiten en bescha
diging.
Voor een goede groei is het gewoon
te droog en de opbrengst en kwaliteit
is van perceel tot perceel erg wisse
lend, zodat de saldi per ha grote ver
schillen te zien geven.
De konsumptie-aardappelen tonen
een donker beeld, verwelkingsver-
schijnselen zijn er, de temperatuur is
hoog, de verdamping is groot en de
groei is laag. Hebben we de laatste
jaren problemen met de aardappel
ziekte, nu krijgen we te maken met
doorwas. Hoewel het erg verschil
lend is, is het goed waar te nemen.
Hoe gaat het zich ontwikkelen?
De nu gevormde aardappels zijn nog
erg klein, van 5 cm tot 28 mm,
uitgezonderd de vroeg gepote aar
dappels. Het kan zijn dat we in dit
stadium weinig problemen hebben.
veel plukkers gevraagd, terwijl het
aanbod vrij gering is.
16 Juni j.l. is een definitief einde ge
komen aan de verplichte var-
kenspestenting. Een groot aantal
varkenshouders was voorstander
van voortzetting van de enting in
verband met verminderde kans op
uitbraak van varkenspest. De over
heid had gesteld, dat indien een jaar
lang geen traditionele varkenspest-
uitbraken voorkomen, de enting zou
worden beëindigd. Dit was in juni
het geval. De laatste tijd is in Bra
bant een bloeiende handel ontstaan
in kwota voor varkens- en pluimvee
Het weer van de laatste weken roept
ook in WEST-BRABANT-ZUID
vergelijkingen op met het ekstreem
droge groeiseizoen van 1976.
Dankzij een onweersbui (in ons ge
bied varieerde de neerslag van 10 tot
30 millimeter) is het enkele dagen
zeer groeizaam geweest.
Op dit moment begint het voor alle
gewassen te droog te worden. Voor
al aan de weilanden en aan suiker
bieten en aardappelen op de hogere
zandgronden is het duidelijk te zien.
Hooiweer is het de afgelopen weken
wel geweest.
Hoewel deze manier van ruwvoeder-
winning voor de winter steeds min
der voorkomt zijn er toch nog boe
ren die aan hooien de voorkeur ge
ven boven inkuilen.
Lichamelijke arbeid komt er bij
hooien steeds minder aan te pas om
dat de meeste loonwerkers beschik
ken over pakkenladers.
Bij standvastig weer kan het wel eens
het overwegen waard zijn om te
hooien in plaats van te kuilen.
Ruimte om hooi op te slaan is op de
meeste bedrijven nog wel aanwezig
en je kunt een goed pak hooi een
paar jaar opslaan voordat de kwali
teit terugloopt.
In de rundveehouderijsektor zal ook
Ook op WALCHEREN is het nu
niet alleen volgens de kalender maar
ook buiten volop zomer. Met de vele
uren zonneschijn en de hoge tempe
raturen en lange dagen is de verdam
ping per etmaal erg groot.
Afgelopen maandagavond (23 juni)
werd dit zomerse weertype even on
derbroken door een onweersstoring,
die ons gebied 6 mm regen gaf. 't
was een welkome opfrisser maar na
een zomerse dag is er weinig meer
van te merkenToch wat de neerslag be
treft, liever wat te weinig dan het te
veel wat we uit andere gebieden
hoorden. Nu heeft de zomer zich
weer vlug hersteld.
Met deze hoge temperaturen 'geeft
de grond voldoende op' zodat voor
de meeste gewassen de vochtvoorzie-
ning nog voldoende is.
De mais groeit momenteel erg hard.
De kleur is ook donker geworden.
In de veehouderij lukt het nog maar
mondjes maat om de te lage op
brengst van de eerste snede kuilgras
aan te vullen. De afmetingen van de
diverse kuilen zijn in het algemeen
heel wat kleiner dan we de laatste ja
ren in deze tijd gewend waren. Als er
nog eens een paar weitjes overschie
ten om in te kuilen lijkt het bij het
maaien soms nog heel wat maar als
het gras een dag in de zon heeft gele
gen is het behoorlijk geslonken.
omdat de aardappels nog klein zijn.
De vraag is hoever ze nog uitgroeien
en of bij de oogst op het land achter
blijven of meegaan.
Een erg moeilijke vraag is, moeten
we er iets aan doen. Een bespuiting
geeft belangrijk minder kilo's per
ha. Geen bespuiting kan nog veel
minder kilo's per ha geven aan af te
leveren produkt.
De keus is aan de teler!
plaatsen. Deze kwota worden vaak
opgekocht in gebieden met weinig
veredeling om op deze wijze de inte
rim wet te omzeilen. Gevolg om nog
zwaardere belasting van de koncen-
tratiegebieden. De overheid heeft
hier onlangs een stokje voor
gestoken.
In de krant is onlangs een bericht
verschenen betreffende de inning
van de superheffing van het 2e jaar
(april 85-86).
Voor een aantal veehouders zal dit
om aanzienlijke bedragen gaan. Bo
vendien is de inhouding per kg te
veel geproduceerde melk bijna 1 cent
hoger. Eind juli 86 zal de inning
plaatsvinden op het dan uit te beta
len voorschot-melkgeld.
de tweede snede gras geen topper
zijn.
Voordrooggras zal er dit jaar in
ieder geval aanmerkelijk minder
zijn.
Toch wordt er op de ruwvoeder-
markt voor het winterseizoen niets
aangekocht omdat de snijmais er
bijzonder goed voorstaat en dit jaar
wel eens een topopbrengst kan
geven.
De vraag naar perspulp staat op'een
zeer laag pitje en pulpbrok nieuwe
oogst is te koop voor een prijs die
een stuk lager ligt dan vorig seizoen.
Voor de afrekening van suikerbieten
is dit geen gunstige ontwikkeling
omdat een lage pulpprijs de bieten-
prijs aanmerkelijk beïnvloedt.
Over de superheffing in de toekomst
wel of niet afschaffen bestaan op dit
moment verschillende meningen.
De meeste melkveehouderij in ons
gebied zijn voor handhaving van
hun kwotum.
Minder koeien, minder arbeid en
minder ruwvoer aankopen terwijl
het inkomen weinig wordt aangetast
is op bijna alle bedrijven het resul
taat van de superheffing.
Als alles op een rijtje gezet wordt
kan het wel eens zo zijn dat de super
heffing voor de akkerbouwers het
meeste geld kost.
Toch is het tot dusver puur kwaliteit
wat er in de kuil is gereden. Veldpe-
riodes van 1 of 2 dagen of soms de
zelfde dag, zonder regen.
Daar zullen de koeien niet veel van
op kunnen a.s. winter. Bovendien,
een oud gezegde luidt: 'Als er veel
groeit is er veel nodig, en daar kon
wel eens een kern van waarheid in
zitten. Vorig jaar heel veel gras ge
groeid, grote kuilen, iedereen dacht
dat komt niet op deze winter en ziet,
in 't najaar optijd in de stal, een
koude winter, een laat voorjaar en
met 1 mei was het een heel eind
bekeken.
We zullen er maar op vertrouwen
dat ook nu de natuur het zelf weer
regelt.
Naar verluidt overwegen in ons ge
bied weer een aantal bedrijven met
melkvee om de koeien op te ruimen
of zijn reeds met melken gestopt.
Het feit dat men de grond wil behou
den; en dat is ieders goed recht,
houdt wel in dat het melkkwotum
vervalt aan de minister.
Kollega melkveehouders in ons ge
bied die zitten te springen om ver
groting van hun kwotum, zien dit,
begrijpelijk, met lede ogen aan. Er
valt echter, voorzover mij bekend,
bij de huidige regeling geen
konstruktie te bedenken om die
melk zonder grond binnen Walche
ren te houden en dat is erg jammer.
Het aantal melkveehouders in ons
gebied vermindert nog geleidelijk en
de melkdichtheid wordt op deze ma
nier steeds geringer en dat is een
slechte zaak voor de overblijvers.
Naar ik hoorde vervalt per 1 januari
1987 de mogelijkheid om op het
ablatoir in Middelburg noodslach
tingen te doen plaatsvinden. Volgens
de nieuwe eisen zou geen enkele
noodslachtplaats in Zeeland meer
aan de dan te stellen eisen voldoen
en zijn we voor noodslacht aangewe
zen op Roosendaal. Een voor ons
gebied bijna onwerkbare situatie die
denk ik mede een gevolg is van de
geringe veedichtheid in het Zeeuwse.
Hopenlijk kunnen de landbouwor
ganisaties hier nog wat aan doen.
Met het zomerse weer is ook de re-
kreatie op Walcheren goed op gang
gekomen en worden op heel wat
boerenerven weer de tenten en kara-
vans van rekreanten neergezet, wat
met een goede beplanting van de mi-
nikampings beslist niet storend in
het landschap hoeft te zijn.
Voor veel bedrijven is het een welko
me en soms noodzakelijke aanvul
ling op het inkomen wat uit het be
drijf wordt gehaald. Op deze manier
wordt er al een graantje meegepikt
in de zomer voordat de oogst is be
gonnen.
Wonderlijk, dat we na drie stren
ge vorstperiodes in de afgelopen
winter nu toch nog aardappe-
lopslag hebben in diverse gewas
sen. Het is niet alleen opslag van
oogst 1985, maar ook van de
oogsten van 1984 en 1983. Te
vens is er nog opslag van opslag
bij. Vreemd is, dat alle opslag
om onbekende redenen jaarlijks
op hetzelfde perceel in aantal af
neemt. We weten niet hoe het
verdwijnt, maar 4 jaar na een ge
was aardappelen is praktisch alle
opslag weer op het perceel ver
dwenen. Als we dat nu eens
wisten door welke oorzaak, dan
konden we geld verdienen. Wat
we wel zien in de percelen waar
nu veel opslag staat is, dat veel
opslag dwars op de rijen van
oogst 1985 staat. Meestal wordt
gerooid aardappelland direkt na
het oogsten gekultiveerd om wat
grove kluiten te mengen met de
uitgezeefde grond en pas later ge
ploegd dwars op de pootrichting.
Logisch geredeneerd is de ploeg
dus mede de schuld van de aar
dappelopslag. Thans hebben we
traditionele- en brede voorploe-
gen en daarom is het van belang
te weten welk type ploeg de
minste aardappelopslag nalaat.
Een andere gedachte is of het ty
pe aardappelrooier niet de groot
ste bron van alle opslag is. In een
gesprek met een fabrikant van
aardappelrooiers van buiten onze
landsgrenzen bleek, dat zij daar
geen dus zelf op moeten lossen.
Het systeem van de kluitloze rug
gen is in Zeeuws-Vlaanderen ont
dekt. Wie weet kunnen we hier
ook voor de beperking van de
aardappelopslag een oplossing
vinden.
Afgelopen oogstjaar hebben we
gezien, dat kriel praktisch niets
opbrengt. We moeten bonken te
len, want daarvoor is de hoogste
prijs te maken. Bonken vallen
ook niet door de zeefkettingen
van de rooimachines en dus wer
ken ze de kans op aardappe
lopslag niet in de hand. Hoe we
bonken kunnen telen is allang be
kend. Kleine poters geven weinig
nakomelingen, maar wel grove.
We moeten dus naar pootgoed
van de maten 25/28 en 28/35 toe
en daar zijn ze in Walcheren al
jaren mee bezig.
Bekend is, dat een aardappel wel
ke goed beschadigd is snel tot
rotting overgaat. Met dat gege
ven is bepaald wel wat te versie
ren. Al meerdere jaren is de me
thode van kneuzen al met sukses
toegepast. In de meeste aardap
pelrooiers is echter geen geschik
te plaats te vinden om een kneu-
zer te monteren! Of het type van
de rooiers moet geheel gewijzigd
worden of wij moeten een apart
werktuig dat alleen maar kneust
gaan uitvinden. We denken aan
iets dat gekoppeld wordt achter
aan de rooimachines en een
grondlaag van 1 1/2 meter breed
en 8-10 cm diep geheel doorprikt
en alles wat aardappel is kneust.
Het geld ligt op straat, maar men
moet het wel zien liggen.
Een aardappel is een levend sten
geldeel en wat kunnen we met dit
gegeven chemisch doen in onze
strijd tegen de aardappelopslag?
We weten waar bovengrondse
aardappelstengels chemisch van
dood gaan en het loont dus de
moeite ook te weten waar onder
grondse stengels (dus de aardap
pelen) van dood gaan. Wanneer
we dat weten zijn we weer een
grote stap verder, want dan kun
nen we de doorval achter de rooi
machines chemisch vernietigen.
Dat moet kunnen, want daar
hebben we behoefte aan. In ons
gebied hebben we veel studie-
klubs en tevens heel wat kersver
se afgestudeerde leerlingen van
de landbouwscholen. De eerstge-
noemden hebben hun bereidheid
om mee te werken aan een oplos
sing van het aardappelopslag
probleem al getoond. Laatstge
noemde groep heeft een dot
praktische kennis in huis van las
sen, slijpen, monteren en wat
dies meer zij. Gezamenlijk zal
het wel lukken en dan Zeeland
geen aardappelopslag meer
kennen.
'Wat Zeeland u biedt,
vindt men elders niet'.
Vrijdag 4 juli 1986