Nederlandse aardappelen groeien
goed in Noord-Yemen
Reisimpressies NIVAA-direkteur Van Arkel
1000 vrouwen
Alkoholische
elfflessentocht
Een drieling
Aardappelen Dfl. 1,20
per kilo
Het projekt
Van 2 tot 5 april jl. organiseerde
het Nederlands Centrum voor
Handelsbevordering (N.C.H.) een
handelskontaktbijeenkomst in
Noord-Yemen. Aansluitend daar
op werd van 6 tot 10 april in
Saoedi-Arabië in Riyadh een land
bouwtentoonstelling gehouden.
Het Nederlands Instituut voor Af
zetbevordering van Akkerbouw-
produkten, NIVAA, nam binnen
de inzending van ons Ministerie
van Landbouw hier ook aan deel.
Dit was aanleiding voor NIVAA-
direktëur Dr.Ir. H. van Arkel om
een kort bezoek aan beide landen
te brengen.
Nadat Van Arkel al eerder in dag
boekvorm verslag deed van zijn
bezoek aan Saoedi-Arabië, nemen
we nu enkele van zijn reisimpres
sies betreffende Noord-Yemen op.
Het is een land waar de aardap
pelteelt wordt verbeterd met be
hulp van een aardappelprojekt
van het Nederlandse ministerie
van Ontwikkelingssamenwerking.
Toch zijn er nog wel enkele pro
blemen, zo blijkt uit dit dagboek
van NIVAA-direkteur Van Arkel.
De Arabische Republiek Noord-
Yemen zit vol met geschiedenis.
Die begint al bij Noach, weten de
kenners mij te vertellen. Want
zoon Sem zou - na hun dobber-
reis in de Ark - zich hier gevestigd
hebben en daarmee de eerste be
woner van Yemen zijn geweest.
Van hieruit zijn toen later andere
Arabische volken ontstaan. De
schrik van vader Noach, die eens
dronken was (zo vertelt de Bijbel),
zit er kennelijk goed in: Islamiti
sche Arabieren zijn geheelont
houders.
Ook koning Salomo uit Israël had
prettige konnekties met Yemen.
Van de 1000 vrouwen die hij had,
was zijn meest favoriete de konin
gin van Sheba. En die had hij uit
wat nu Yemen is, laten overko
men. Nog steeds beschouwen veel
Yemenieten het hebben van meer
dere vrouwen als heel normaal.
Maar zo aantrekkelijk als de ko
ningin van Sheba voor Salomo
was, zo onaantrekkelijk zijn de
Yemenitische vrouwen voor bui
tenlanders vandaag de dag. Hele
maal in het gitzwart gekleed, zelfs
de ogen met zwart doek bedekt.
Maar daar kom ik dan ook niet
voor. Is er een mogelijkheid om
(meer) Nederlandse pootaardap-
pelen naar dit land - waar alles an
ders is - te exporteren?
Als ik in Frankfurt instap, weet ik
het al: we zijn nu al in een ander
soort beschaving. Hopelijk niet
met een brandend petroleumstel in
het gangpad, zoals toen in het
toestel van Saoudi Airways dat
met man en muis verging. Geluk
kig blijkt dat niet zo te zijn, maar
de geur van lauwe kerrie en cori
ander die al 24 uur op een laag pit
je staat, blijft me de hele reis in
stoel 14D van Yemen Airways,
achtervolgen. Lekker? Ach, het
hoeven niet altijd aardappelen te
zijn. Maar negen uur lauwe ker
rie, vermengd met Arabische par
fum, is toch lang.
Dankzij de Nederlandse kennis, rassen en pootgoed steeg de
aardappelopbrengst in Noord-Yemen in zes jaar van 14 naar 20
ton per hektare.
komstig van een paar knollen uit
Egypte. Slecht pootgoed. Degene
ratie. Lage opbrengsten. Hoge
prijzen (tot Dfl. 3,per kilo voor
de konsument). Weinig Yemenie
ten konden zich aardappelen in
hun menu veroorloven. En toen
kwam het projekt. Hulp voor de
arme bevolking in Yemen, maar
ook goed voor de Nederlandse
boer.
Nu, in 1986, is er 8.000 ha aardap
pelen. Een verdubbeling dus in 6
jaar. Dankzij Nederlandse kennis,
rassen en pootgoed is de opbrengst
gestegen van 14 naar 20 ton per
hektare. En de prijzen zijn ge
daald van Dfl. 3,00 tot Dfl. 1,20
per kilo op de markt (ten dele ten
gevolge van devaluatie). En dat al
les is grotendeels bereikt omdat
ons Ministerie van Ontwikkelings
samenwerking het Aardappelpro
jekt heeft opgezet. Als de
statistische gegevens kloppen - het
geen sommigen betwijfelen - kan
men berekenen dat vóór 1980 zo'n
56.000 ton aardappelen in Yemen
werden verbouwd. Nu is dat
152.000 ton. Dat is 96.000 ton
meer. Een Nederlandse boer heeft
- gis als hij is - snel uitgewerkt dat
dat, gerekend tegen Dfl. 1,20 per
kilo, Dfl. 115 miljoen meer pro-
duktie aan aardappelen per jaar
is! En dat terwijl het projekt tot
nu toe zo'n Dfl. 12 miljoen aan
ontwikkelingsgeld heeft gekost.
Het Ministerie van Ontwikkelings
samenwerking had nauwelijks een
betere investering kunnen beden
ken. In Yemen is een paar duizend
ton Nederlands pootgoed gebruikt
om het ééri en ander te verwezen
lijken. Zo'n samenwerking tussen
Yemen, het Ministerie van Ont
wikkelingssamenwerking en Ne
derlandse pootgoedboeren is
ideaal en voordelig voor alle par
tijen. Dat de aardappel dan ook
nog vol vitaminen zit (2 maal zo
veel als in een appel) weten de Ye
menieten niet. Maar het is wel
goed voor ze. Niet voor niets raadt
het Nederlandse Voorlichtingsbu
reau voor de Voeding ons in Ne
derland ook aan om meer
aardappelen te eten.
Natuurlijk is het bovenstaande een
éénzijdige positieve benadering.
Terecht kan men zeggen dat Dfl.
1,20 per kilo voor een arme bevol
king nog veel is. Terecht kan men
zeggen dat er ook problemen zijn
en dat het gedrag van het agres
sieve Nederlandse bedrijfsleven de
mooie ontwikkelingsfilosofie van
het projekt soms in de war heeft
geschopt. Maar toch. Het begin is
er. En Yemen is blij.
De volgende morgen is er een te
lexbericht van Ellen van het
NIVAA-kantoor. Of ik wil bellen,
want er is bericht binnengekomen
uit China en uit Japan. Ze willen
praten over het ontvangen van
monsterzendingen van pootaar-
dappelen en zijn bereid over onze
voorwaarden te onderhandelen.
Wanneer kan ik komen, vragen
ze. Als ik Ellen bel, via een satel
liet waarschijnlijk, is de verbin
ding zo duidelijk dat zij zich
afvraagt of ik vanuit Nederland
bel. Het weer in Nederland is nog
slecht. Nat. Maar misschien is dat
juist wat Europa nodig heeft. Een
nat voorjaar en een droge zomer
zouden de slechte aardappelsitu
atie in de EG wel eens kunnen
saneren.
Mijn privé-boerengevoel krijgt
echter toch de overhand. Ik moet
bij mij thuis op de boerderij nog
erwten en bieten zaaien en het is
al 5 april. Boeren zijn ongeduldig.
Ooi nummer 5 - Shabby, zal doch
ter Marianne me wel verbeteren -
heeft een drieling gekregen, zo
hoor ik. Er moeten nog zes ooien
lammeren. Maar Marianne wil
veearts worden, dus het zal thuis
wel goed gaan. En de erwten en
bieten komen er met de loonwer
ker ook zonder mij wel in. Eerst
wacht Saoedi-Arabië om daar de
kwaliteit en de voordelen van de
Nederlandse pootaardappelen te
benadrukken....
H. van Arkel/NIVAA
Al zijn de aardappelen relatief duur voor de arme Yemenitische
bevolking, toch vinden ze gretig aftrek. Deze "groenteman" doet
goede zaken!
Vlucht IY 741 is bijna een
aardappel-express. Van diverse ex
porthuizen zijn vertegenwoordi
gers onderweg naar sana'a, de
hoofdstad van Noord-Yemen. Ik
kom te zitten naast een exporteur
van aardappelmachines en samen
gebruiken we de tijd om de ex
portkansen naar diverse landen te
bespreken. "Was jij toen ook",
vraagt hij met opvallend glimmen
de pretogen "op de tentoonstelling
in Rusland? Wij zijn er toen drie
weken gebleven en onze Russische
gastvrouwe was iedere avond zo
dronken als een oorlogsschip.
Toch deden we er zaken". Mijn
ervaring in Rusland is anders,
maar zo gaat dat; er zijn geen twee
landen gelijk. En het is altijd de
kunst om als verkoper, verkoop
bevorderaar of diplomaat op ge
lijke golflengte te komen met je
potentiële klanten. Dat dat over
al anders is, merken we in het Ara
bische Yemen. Geen druppel
drank mag er in. Zeggen ze ten
minste. De praktijk is gecompli
ceerder. Mijn buren, die zo hard
geprobeerd hadden de Russische
alkoholische elfflessentocht op
hun naam te brengen, merken dat
direkt. Zij krijgen slechts een knip
oog van de douane als die. hun
meegebrachte flessen whisky ziet.
De volgende avond heb ik op mijn
hotelkamer een bespreking met
een fabrikant van chips. Die fa
briek heeft hij gekocht in Ameri
ka. Jammer voor Nederland.
Maar mij gaat het er om hem er
van te overtuigen dat hij, als hij
geld wil verdienen, een regelmati
ge aanvoer van goede kwaliteit
aardappelen, die geschikt zijn
voor chipsverwerking, nodig
heeft. Die kunnen hier uit Neder
landse pootaardappelen geteeld
worden. De fabrikant betaalt de
boeren ongeveer Dfl. 1,20 per ki
lo. "In Nederland zou U die veel
goedkoper kunnen krijgen, zelfs
met transportkosten erbij", pro
beer ik voorzichtig. Maar daar
blijkt geen importvergunning voor
te krijgen te zijn. Dan toch maar
poters. "Wilt U iets drinken?",
vraag ik hem. Een glaasje whisky
blijkt niet te versmaden. Maar hoe
kom ik daaraan? Het Philippijn-
se kamermeisje (een gastar-
beidster, Yemenitische vrouwen
werken niet buitenshuis) verblikt
of verbloost niet. Binnen 5 minu
ten wordt een klein heupflesje met
een paar glazen met ijs gebracht.
Kosten: Dfl. 120,--. De wet is de
wet tenslotte. En handelsrelaties
kosten nu eenmaal geld. Een goe
de investering, hoop ik.
Hoe is de aardappel ooit in Yemen
gekomen? Wel, hij is er nog niet
zo lang. Vóór 1980 teelde men hier
zo'n 4.000 ha aardappelen. Dat
wat er was, was waarschijnlijk af
12
Vrijdag 4 juli 1986