"Risiko's voor telers uitsluiten gaat niet, maar we kunnen ze wèl zoveel mogelijk beperken" Voorzitter De Jager van Commissie Contractteelt: Garant Voorzitter bedrijfsverzorging pleit voor arbeidspool Beloften Zelfstandig "Eendracht maakt macht, dat is een aloud devies. Telers die niet sa menwerken in telersgroeperingen of vertrouwenscommissies staan als een eenling tegenover de grote afnemers. Daardoor kunnen die telers nauwelijks een vuist maken". Dat is de mening van de heer G.J. de Jager uit Werkendam. Hij is voorzitter van de Commissie Contract- ieelt, een commissie die in de meest ruime zin van het woord de be langen van contracttelers behartigt. Contracttelers zijn - in de meeste gevallen - akkerbouwers die op contractbasis vollegrondstuinbouw- produkten leveren aan, onder meer, de conservenindustrie. De heer G.J. de Jager uit Werkendam pen die de Tendrometers ijkt waar mee de hardheid van de erwten wordt bepaald. Door zo'n ijkdienst is er de garantie dat overal dezelfde kriteria worden toegepast", aldus de heer Van Sprang. Een ander voorbeeld: "Het wordt in eens extreem warm, de teler heeft te veel produkten tegelijk die de afnemer niet zo snel kan verwerken. Daardoor kan de planning van de conservenfa brikant in de war raken. In de con tracten is geregeld dat de teler daarvan niet de dupe wordt". Binnen de Algemene Voorwaarden voor de Contractteelt is ook geregeld welke weg bewandeld wordt, als er ge schillen zijn. Bij problemen tussen af nemer en teler wordt de vertrouwenscommissie ingezet om naar een oplossing te zoeken. Komt die commissie er niet uit, is er nog een arbitragecommissie. Maar volgens de heer De Jager, wordt die arbitrage commissie zelden of nooit ingescha keld. Dat zegt volgens hem iets over het vertrouwen dat telers en afnemers in de vertrouwenscommissies stellen. Sekretaris van de werkgroep Volle- grond Groente is mr. A. Vugts van de Juridische Dienst van de NCB. De verschillende standsorganisaties staan garant voor eventuele tekorten van de commissie en de verschillende werk groepen. In financiële en personele zin geven de standsorganisaties rug dekking. In de praktijk betekent dat, dat de NCB een stuk administratie, fi nancieel beheer en sekretariaatswerk verzorgt. De heer Van Sprang uit Willemstad Sekretaris Vugts is ervan overtuigd dat van het bestaan van de commis sie een preventieve werking uitgaat: "De afnemers weten dat de telers bij elkaar te rade kunnen gaan, dat er sprake is van een hechte organisatie. Daardoor hebben die telers in de loop van de tijd meer kennis van zaken ge kregen. Ze zijn vakkundiger gewor den, ze zijn beter op de hoogte van allerlei zaken die spelen. De afnemers weten dat en zoeken veel jmeer dan vroeger contact met de telers om hen te adviseren. In dat spel zorgen in de meeste gevallen zowel de telers als de afnemers ervoor dat zij niet buiten de boot vallen. Beide partijen zijn gesteld op goede contacten via de vertrou wenscommissie en beiden hebben er duidelij k belang bij Over het algemeen blijkt wel dat de conservenfabrikanten en andere afne mers die zelf de produkten verwerken, meer bereid zijn om met een vertrou wenscommissie in zee te gaan dan de verzendhandels die de produkten ko pen om ze weer door te verkopen. De heer De Jager: "Dat is wel te verkla ren. Die producenten gaan zelf in hun eigen bedrijf met het produkt om. Zij voelen als het ware aan den lijve wat er gebeurt als er iets aan een produkt mankeert. Bij die producenten is dui delijk meer animo voor een goede sa menwerking en goede contacten met dc telers. De verzendhandel heeft ver schillende afnemers en verkoopt de produkten door. Bovendien heeft de verzendhandel meerdere klanten, zo dat hij een produkt van iets mindere kwaliteit ook wel kwijt kan..." De belangen van die contracttelers werden tot het begin van de zeventi ger jaren behartigd door een landelij ke vereniging. Die ging ter ziele. Toch vond men een kollektieve belangen behartiging voor die specifieke groep akkerbouwers nodig. Dat leidde in Zuid-Nederland tot de oprichting van de Commissie Contractteelt. Die commissie wordt geruggesteund door de CBTB, de ZLM, de NCB en de LLTB. De Commissie Contractteelt telt drie werkgroepen die ieder in hun eigen produktgebied opereren. Er is een werkgroep Zaaizaden, een werk groep Aardappelen en Uien en een werkgroep Vollegrond Groente. Die laatste werkgroep staat onder voor zitterschap van de heer A.W. van Sprang uit Willemstad. Hij heeft de overtuiging dat de aktiviteit van zijn werkgroep vruchten afwerpt, zowel voor de telers als voor de afnemers. Belangenbehartiging is een ruim be grip. Hoe werkt bij voorbeeld de werkgroep Vollegrondsgroente in de praktijk? De heer Van Sprang: "Wij proberen bij elke firma, bij elke af nemer die contracten afsluit met te lers, een zogeheten vertrouwenscommissie in het leven te roepen. Dat is een vertegenwoordi ging van die groep telers die voor die ene afnemer produkten teelt. Die ver trouwenscommissie voert met de af nemer onderhandelingen over de prijs van de produkten, over bepaalde con tractvoorwaarden en over allerlei eisen en wensen van de afnemer. Als basis worden daarbij de algemene voorwaarden voor de Contractteelt gehanteerd". Die algemene voor waarden zijn vastgesteld door de overkoepelende organisaties van de zijde van de afnemers en het Land bouwschap. "Begrijpelijk is dat er een spannings veld is tussen de afnemer die een zo laag mogelijke prijs wil betalen voor een zo goed mogelijk produkt en de teler die zo goedkoop mogelijk een produkt wil kweken dat voor de hoogste prijs verkocht kan worden. Welnu in dat spanningsveld opereert onze werkgroep en de Commissie Contractteelt", aldus Van Sprang. Voor wat betreft de telers die in de werkgroep van Van Sprang samen werken gaat het vooral om telers van doperwten, sperziebonen, spinazie, tuinbonen, boerenkool en waspeen. In het werkgebied (Zeeland, Noord- Brabant en Limburg) zijn zo'n 2.000 bedrijven die via contractteelt werken, zij hebben samen ongeveer 8.000 hek- tare voor de teelt van vollegronds groente in gebruik. In heel Nederland zijn 3.500 contracttelers aktief. De meerderheid zit dus in het zuidelijk deel van het land. De werkgroep Vol legrondsgroente heeft vertrouwens commissies bij een twaalftal afnemers. De helft daarvan zijn con servenfabrikanten, de andere helft zijn verzendhandels die de produkten doorverkopen. 10 "Er was een tijd", vertelt commissie voorzitter De Jager, "dat de afnemers maar konden doen wat zij wilden. Zij deden de telers vaak mooie beloften die zij later niet nakwamen. Als een afnemer om wat voor reden dan ook in het nauw kwam, was 't vaak de te ler die het gelag betaalde. Dat is nu beter geregeld door de aktiviteiten van onze commissie en de verschillende werkgroepen". Voor de heren De Jager en Van Sprang staat vast dat ook de afnemers belangen hebben bij de vertrouwens commissies en de andere aktiviteiten van de Commissie Contractteelt. De heer Van Sprang: "Natuurlijk staan de belangen van de telers voorop, dat is onze eerste roeping. Maar een goe de samenwerking tussen de telers en de afnemers werkt duidelijk positief voor de afnemer. Samenwerking be tekent overleg. Op bijeenkomsten met telers vertelt de afnemer over zijn er varingen van het vorig seizoen. Wat kan er verbeterd worden, wat is er mis gegaan, hoe kunnen we naar betere kwaliteit streven...? Dat zijn vragen die in dat overleg op tafel komen. In middels hebben de afnemers in de ga ten dat zij door deze werkwijze een groep van vaste georganiseerde telers om zich hebben hebben, die naar ge noegen haar produkten teelt en afzet. Voor mij is het duidelijk: het mes snijdt aan twee kanten". Naar de praktijk. De contracten tus sen telers en afnemers worden meestal in het begin van het jaar gemaakt. De prijzen van de produkten zijn dan al eerder op landelijk niveau voor- besproken. De "landelijke richtprijzen en richt lijnen" worden door de Commissie Contractteelt meegenomen naar de regio. De vertrouwenscommissies ge bruiken die prijs als uitgangspunt bij de prijsonderhandelingen die zij na mens de telers met de afnemer voe ren. De vertrouwenscommissies hebben zelf de verantwoordelijkheid óm een prijs af te maken. Per gebied en produkt wordt de uiteindelijke prijs bepaald door vraag en aanbod. In de contracten die de telers vervol gens individueel met de afnemers af sluiten, staan behalve de prijzen, ook allerlei andere afspraken. Bij voor beeld over de kwaliteit van het zaad dat in de meeste gevallen door de af nemer aan de teler wordt geleverd. Maar er staan ook voorwaarden in over de verdeling van de risiko's als er bij voorbeeld onwerkbare dagen zijn, als het oogstschema door het weer in de knel raakt, over de waar dering van de kwaliteit. Zo is onder meer bepaald dat de af nemer een produkt niet meer kan af keuren als hijzelf aan de teler eenmaal het sein "oogstwaardig" heeft gege ven. "Al met al vormt zo'n contract een stevige basis voor beide partijen... neem als voorbeeld de kwaliteitswaar dering: het is mede een verdienste van onze commissie dat er een landelijke centrale ijkdienst in het leven is geroe- In zijn hoedanigheid als voorzitter van het Landelijk Contactorgaan Be drijfsverzorging wees Jaap v.d. Veen er dinsdag jl. tijdens de algemene ver gadering van dit LCB op, dat het via deze organisaties mogelijk is, om ver snipperde of gedeelde arbeid samen te voegen tot werkbare eenheden. Er is behoefte aan arbeidsinzet van verschillende kwaliteit: van eenvoudig werk tot gespecialiseerde arbeid. Een arbeidspool zou kunnen helpen om vraag naar en aanbod van werkzaam heden met een dergelijke verschillen de aard dichter bij elkaar te brengen. Bovendien is het op deze manier mo gelijk om de arbeidskrachten van de bedrijfsverzorgingsdiensten een "loopbaanperspektief" te bieden. Wel dient daarbij de positie van de "zittende" bedrijfsverzorgers zo goed mogelijk gewaarborgd te worden. Groei De vraag naar bedrijfsverzorging neemt nog steeds sterk toe. Het totaal aantal gewerkte uren lag in 1985 on geveer 13% hoger dan in 1984. De helft van grofweg 2,7 miljoen uren die zijn gemaakt, is toe te schrijven aan vervanging bij ziekte, vakantie en kursusbezoek. De andere helft wordt gevormd door "gewoon boeren werk". Wat de groei van de uren be drijfsverzorging aangaat, noemde de LCB-voorzitter het opvallend dat de inzet bij ziekte met meer dan het ge middelde is toegenomen, namelijk met ongeveer 16%. Al met al kon Van der Veen vaststellen dat in het overleg met de georganiseerde land en tuinbouw en met de overheid blijkt, dat mep daar het grote belang van een sterke bedrijfsverzorging goed in beeld heeft. Mr. Vughts uit Tilburg Overigens zijn er ook telers die zelfstandig blijven werken, zonder deel te nemen in een vertrouwenscom missie of telersgroep. De heer Van Sprang schat die groep in Zuid- Nederland op zo'n 20%. "Blijkbaar zijn dat telers die een goed vertrouwen hebben in de afnemers waarmee zij zaken doen. Voor de in houding die de commissie berekent, vijf tot zeven gulden per hektare, hoe ven zij het niet te laten. Nee, die te- Iers gaan er van uit dat zij eventuele problemen zelf wel oplossen..." "Maar", voegt de heer De Jager er aan toe, "die telers profiteren indirekt wel van de aktiviteiten van de werk groep en de commissies. Zij hanteren in de onderhandelingen met hun af nemers vaak onze voorwaarden en gaan van dezelfde prijzen uit die wij in overleg met de afnemers hebben vastgesteld". Ten slotte. Het mes snijdt aan twee kanten. De vertrouwenscommissies zorgen er voor dat prijzen in overleg worden bepaald. Het contract dat te ler en afnemer afsluiten, bevat duide lijke afspraken die in het belang van beide partijen zijn. De heer De Jager: "Kijk, je kunt risiko's voor de telers niet uitsluiten, maar je kunt ze wel be perken. Daaraan leveren de aktivitei ten van onze commissie en de verschillende werkgroepen een wezen lijke bijdrage. Beide partijen weten waar zij aan toe zijn". Lout Donders Jaap van der Veen Vrijdag 13 juni 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 10