Gelegenheidswerk in 1986
m
Evenals voorgaande jaren zullen
de ondernemers in de land- en
tuinbouw tijdens grote arbeidspie-
ken op hun bedrijf werk laten uit
voeren door mensen die
doorgaans niet aan het ar
beidsproces deelnemen. Het gaat
in deze met name om oogstwerk-
zaamheden. Het laten werken
heeft echter nogal wat konsequen
ties. In dit artikel zullen we ons
zelf beperken tot de verplichtingen
tegenover de Belastingdienst en te
genover het Agrarisch Sociaal
Fonds.
Belastingdienst
De Inspektie der Inkomstenbelasting
is belast met het innen van de premie
heffing (AOW) en de loonbelasting,
die normaliter van het loon van de
werknemers moeten worden afge
dragen.
Fiskaal nummer
Elke Nederlander van 15 jaar en
ouder heeft, ingaande 1 januari 1986,
een fiskaal nummer gekregen. De
werkgever is verplicht bij de opgave
middels de verzamelloonstaat van zijn
werknemers te vermelden: naam en
adres en diens fiskaal nummer.
Premieheffing
De premie volksverzekeringen, ook
wel AOW-premie genoemd, wordt
gedeeltelijk betaald door de werkge
ver en gedeeltelijk door de werkne
mer. De werkgever is verplicht het
werknemersaandeel, te berekenen
over het tabelloon, in te houden en dit
tezamen met zijn werkgeversaandeel
af te dragen. Voor 1986 is bij een nor
male dienstbetrekking het
werknemers- en werkgeversaandeel
als volgt:
volksverzekeringen
werknemersaandeel: 12.7%
werkgeversaandeel: 13.5%
Deze premies moeten worden betaald
voor werknemers in de leeftijd van 15
t/m 64 jaar.
Loonadministratie
Bij de loonadministratie wordt het
werkgeversaandeel niet berekend over
het tabelloon, maar uitgedrukt in
van het werknemersaandeel.
In 1986 is dit werkgeversaandeel
106.4% van het werknemersaandeel.
In 1984 en 1985 was dit resp. 110%
en 108.8%.
Bij gelegenheidswerk lagere premies
Bij gelegenheidswerk mag een wat la
gere premie berekend worden dan bij
een normale dienstbetrekking. In de
handleiding- voor loonbelasting en
premieheffing 1985 staat op blz. 61
dat het werknemersaandeel 11% is.
Voor 1986 wordt hetzelfde aange
houden.
Hoeveel betalen bij gelegenheidswerk
Voorbeeld: De gelegenheidswerker
verdient netto ƒ100,—. De premie
wordt berekend over het tabelloon.
Omdat in deze netto is betaald, wordt
het tabelloon berekend door de optel
som van het netto bedrag en het werk-
nemersaandeel in de
volksverzekeringspremies.
Tabelloon: 100:89 x ƒ100,
ƒ112,36
Werknemersaandeel is 11% van
ƒ112,36= 12,36
Netto te betalen ƒ100,—
Afdracht: Ingehouden werknemer
saandeel ƒ12,36
werkgeversaandeel 106.4% van
ƒ12,36 ƒ13,15
Totaal ƒ25,51
Konklusie
Bij gelegenheidswerk moet bij
ƒ100,netto betaald aan arbeids
kosten nog ƒ25,51 betaald worden
aan premieheffing, ofwel 25.51% van
het netto betaalde loon.
Loonbelasting
Bij een normale dienstbetrekking is de
werkgever verplicht loonbelasting te
berekenen over het tabelloon, in te
houden en af te dragen aan de Inspek
tie der Inkomstenbelasting.
Ontheffing
De werkgever, die kan aantonen dat
hij mensen die doorgaans niet aan het
arbeidsproces deelnemen, werk laat
verrichten, kan de Inspekteur der In
komstenbelasting ontheffing vragen
voor het inhouden van loonbelasting.
In zijn algemeenheid zal die onthef
fing ook wel worden gegeven. De hier
bedoelde personen verdienen immers
op jaarbasis minder dan hun be
lastingvrije som, zijnde ƒ7.341,
arbeidstoeslag ƒ787,
Gevolgen
Voor ongehuwden (scholieren of stu
denten) heeft dit geen gevolgen. Voor
gehuwde vrouwen echter wel.
Gehuwde vrouw
Wanneer een gehuwde vrouw wat
gaat bijverdienen kan dit gevolgen
hebben. In 1985 is de derde fase Wet
Tweeverdieners ingegaan. De belang
rijkste kenmerken hiervan zijn de
volgende.
Zowel de man als zijn vrouw hebben
elk een belastingvrije som (in 1986
ƒ7.341,Een belastingvrije som is
de basis van het jaarinkomen waar
over geen loon- of inkomstenbelasting
verschuldigd is. Wanneer de man ge
huwd is en zijn vrouw verdient geen
inkomen, dan mag zijn belastingvrije
som worden verhoogd met die van
zijn vrouw. Wanneer echter de vrouw
gaat werken, zal zij haar eigen be
lastingvrije som geheel of gedeeltelijk
gebruiken.
Voetoverheveling
Wanneer de gehuwde vrouw wat ver
dient, maar minder dan haar be
lastingvrije som, dan kan de man bij
de Inspektie der Inkomstenbelasting
een verzoek tot overheveling doen.
Verruiming voetoverheveling
Ingaande 1 januari 1986 wordt bij de
bepaling van het bedrag van de voet
overheveling 15% van het inkomen
van de minst verdienende buiten be
schouwing gelaten, althans wanneer
men samen geen kinderen heeft van
jonger dan 12 jaar.
Een voorbeeld ter verduidelijking
Het navolgende voorbeeld geeft een
indruk hoe het systeem werkt. De ge
huwde man is alleenverdiener en zijn
arbeidsinkomen in loondienst is
ƒ468,50 bruto per week.
Wanneer zo'n man een aangifte IB
moet doen, omdat zijn vrouw wat
gaat verdienen, zal hij veelal wat meer
Inkomstenbelasting dan loonbelasting
over hetzelfde inkomen moeten beta
len. In dit geval ƒ86,
In dit voorbeeld verdient zijn vrouw
op jaarbasis netto ƒ3.000,als gele
genheidswerker. Van haar loon is al
leen premieheffing betaald.
Bruto-inkomen vrouw ƒ3.370,—
af: AOW ƒ370, reisk.forf.
ƒ200,—; verwerv.k. ƒ200,—; is totaal
ƒ770,—
belastbaar inkomen ƒ2.600,.
vrijstelling
a. 15% van ƒ2.600,— ƒ390,—
b. arbeidstoeslag ƒ407,
c. alg. belast.- vrije voet ƒ1.803,
is totaal ƒ2.600,
belast ƒ0,
Bruto-inkomen man ƒ31.449,
af: AOW ƒ3.861,reisk.forf.
ƒ200,—; verwerv.k. ƒ800,—; is totaal
ƒ4.861,—-
belastbaar inkomen ƒ26.588,—
vrijstelling
a. alg. bel.- vrije som man ƒ7.341,—
b. voetoverh. 7341-1803 ƒ5.538,—
c. arb.toeslag ƒ407,
totaal ƒ13.286,
belast ƒ13.302,
Betalen aan inkomstenbelasting
ƒ2.464,—
aan loonbelasting wordt ingehouden
bij de man als alleenverdiener
1.832,
per saldo meer betalen ƒ632,—
Toelichting
In ons voorbeeld zijn we uitgegaan
dat de man alleenverdiener was en een
bruto-weekloon had van ƒ468,50 per
week. Hij heeft in januari 1986 bij
zijn werkgever opgegeven dat hij al
leenverdiener was, en derhalve recht
heeft op een belastingvrije som van 2
x ƒ7.341,De loonbelastingtabel
len zijn hierop afgestemd.
Wanneer zijn vrouw enig inkomen
gaat verdienen moet hij dat bij zijn
werkgever opgeven. De loonbelasting
wordt dan direkt aangepast en ver
hoogd. Zijn netto-inkomen zakt hier
door. Omdat de vrouw vooraf niet
weet hoeveel zij gaat bijverdienen,
zijn in deze ook geen regels te treffen.
Na verloop van het jaar is exakt be
kend wat de man en de vrouw elk in
het afgelopen jaar hebben verdiend en
met die gegevens is in dit voorbeeld
gewerkt. De man had een bruto-
inkomen van ƒ31.449,en de vrouw
ƒ3.370,-.
Per saldo betalen
Wanneer de man als alleenverdiener
had blijven werken, dan was aan
loonbelasting 1.832,ingehouden.
De vrouw heeft 3.000,netto, is ge
lijk aan ƒ3.370,— bruto, in dit jaar
verdiend. Al rekenend komen we tot
de konklusie dat de man dan
ƒ2.464,aan inkomstenbelasting
verschuldigd is. Dat is ƒ632,meer
dan de berekende loonbelasting over
zijn eigen loon als alleenverdiener. In
dit geval zou men ook kunnen vast
stellen dat van de ƒ3.000,die de
vrouw netto verdiende, ruim ƒ600,—
inkomstenbelasting betaald moet
worden, dat is plm. 20%.
Dit percentage wordt omhoog
gestuuwd door:
a. hogere inkomsten dan ƒ31.500,—
bruto bij de man
b. hogere inkomsten dan ƒ3.370,
bruto bij de vrouw
Dit percentage wordt verlaagd bij:
a. lagere inkomsten dan ƒ31.500,
bruto bij de man
b. lagere inkomsten dan ƒ3.370,
bruto bij de vrouw
Normale dienstbetrekking
Bij een normale dienstbestrekking
moeten premies, te berekenen over
het bruto-loon, afgedragen worden
voor:
1. arbeidsongeschiktheid, met als
verdeelsleutel ziektewet voor het eer
ste jaar en WAO als verzekering voor
na het eerste jaar
2. ziektekosten (ziekenfonds)
3. werkloosheid
4. vervroegde uittreding (VUT) en
opleiding (stivos)
5. pensioen
Afdracht verplichting
De werkgever is de verplichting opge
legd, het werknemersaandeel van de
sociale verzekeringspremies (te bere
kenen over het bruto-loon) in te hou
den en tezamen met zijn eigen
werkgeversaandeel af te dragen aan
het ASF.
Premies verschuldigd
De premies van de sociale verzekerin
gen zijn verschuldigd, indien er tus
sen de werkgever en werknemer een
dienstbetrekking bestaat.
Vrijstelling van premiebetaling
Uit het Koninklijk Besluit van 14 de
cember 1973 volgt dat onder bepaal
de voorwaarden de genoemde
verzekeringspremies niet verschuldigd
zijn. Het ASF-bestuur heeft eind 1984
administratievoorschriften gegeven
betreffende gelegenheidsarbeid. De
voorschriften zijn:
De gelegenheidswerker moet binnen
8 dagen na de aanvang van de werk
zaamheden op een speciaal aanmel
dingsformulier bij het regionale
kantoor van het ASF zijn aangemeld.
De melding zelve geeft nog niet het
recht op premievrijstelling. De mel
ding moet gekombineerd worden met
de navolgende voorwaarden:
Hoofdvoorwaarde: geen dienstbe
trekking
Van een dienstbetrekking is geen spra
ke, indien de gezagsverhouding ont
breekt en met name indien:
a. de werknemer kan komen en gaan
op het werk wanneer hij wil
b. het werk mag bij voorkeur niet
worden verricht tegen uur- of week
loon, maar naar prestatie.
c. de baas mag geen eisen stellen over
de kwantiteit van het geleverde werk.
Met gelegenheidswerk worden grote arbeidsjyieken op het bedrijf
opgevangen.
Andere voorwaarden:
Behalve aan de hoofdvoorwaarde
moet worden voldaan aan een van de
volgende voorwaarden:
1. De arbeidsovereenkomst wordt
aangegaan voor een periode korter
dan één maand, ofwel 23 achtereen
volgende werkdagen met de nadruk
op achtereenvolgend.
Het ASF gaat er in deze vanuit, dat
een week vijf werkdagen heeft. Deze
voorwaarde zou als volgt verduide
lijkt kunnen worden.
Korter dan één maand:
Er is geen verzekeringsplicht als bij
voorbeeld gewerkt wordt van 24-5 tot
en met 22-6. Wordt gewerkt tot en
met 23-6, dan is er wel verzeke
ringsplicht.
Kan door bijzondere omstandigheden
het werk in die maand niet afgemaakt
worden, dan ontstaat verzeke
ringsplicht vanaf - in ons voorbeeld
23-6 mits op die datum een nieuw
meldingsformulier voor gelegenheids
werk is opgestuurd.
Pauze langer dan één maand:
Is er tussen de werkperiode een pau
ze langer dan één maand, dan wor
den ze als aparte werkperiodes
beschouwd. Bij de start van elke
werkperiode moet een meldingsfor
mulier ingestuurd worden,
of:
2. De arbeid wordt verricht op door
gaans minder dan twee dagen per
week.
of:
3. Het arbeidsloon per week is door
gaans minder dan 40% van het voor
hem of haar geldende minimumloon.
Echter
Wanneer de werkzaamheden, aange
meld onder 1de punten 2 of 3, naar
de mening van het ASF een vervan
ging is van normale arbeid, kan er
toch verzekeringsplicht aangenomen
worden.
Samenvatting
1 x Melden bij gelegenheidswerkers
die b.v. slechts 1 dag per week en met
onderbreking, wat komen helpen en
bij die gelegenheidswerkers die moge
lijk meerdere dagen per week komen,
maar dan slechts enkele uren en waar
van men weet, dat ze gemiddeld min
der dan 40% verdienen van hun
minimumloon per week. Bij de over
ige gelegenheidswerkers moet telkens
worden gemeld, als ze voor een perio
de korter dan 1 maand komen
werken.
Uit uw administratie die u later moet
kunnen overleggen, blijkt, op welke
dagen de gelegenheidswerkers hebben
gewerkt, welk loon is verdiend en of
men voldoet aan de gestelde voor
waarden.
Hoeveel moet er nu in zijn totaliteit
worden betaald
Voor mensen in de leeftijd 15 tot en
met 64 jaar en gerekend over het net
to betaalde loon:
1In alle gevallen 25,5% premiehef
fing, af te dragen aan de Inspektie der
Inkomstenbelasting.
2. Wanneer er geen sprake is van een
gezagsverhouding, maar aan de hier
voor genoemde voorwaarden 12 of
3 wordt niet voldaan, dan is verschul
digd aan de Belastingdienst en ASF
tezamen:
a. gewerkt minder dan 30 dagen:
50.50% gerekend over het netto loon
vermeerderd met pensioenpremie bij
werkgevers vanaf 21 jaar
b. gewerkt 30 dagen of meer: 59%
gerekend over het netto betaalde
loon, vermeerderd met pensioenpre
mie bij werknemers vanaf 21 jaar.
3. Wanneer er een gezagsverhouding
wordt vastgesteld, dan is sprake van
een normale dienstbetrekking en in
dat geval moet afhankelijk van loon
en leeftijd 70% tot 90%, gerekend
over het netto loon, alsnog betaald
worden aan de Belastingdienst en
ASF. De vrijstelling van de inhouding
van loonbelasting is dan niet meer van
toepassing.
Vrijdag 30 mei 1986
19