De maand juni op het zuidwestelijk akkerbouwbedrijf VERVOLG PAG. 13 De maand juni is voor boer en burger een zeer mooie periode. Bij re delijk gunstig weer is de ontwikkeling, groei en bloei van de gewassen zeer groot. Dikwijls zijn er al aanwijzingen wat betreft het meer of minder goed slagen van het gewas. Thans is het nog moeilijk om van verschillende gewassen de juiste stand te beoordelen (half mei). Wel is bekend dat er bij op 10, 11 en 12 april gezaaide bieten opkomstpro blemen waren door korstvorming. In deze tijd kunnen veel ziekten het gewas aantasten. Daarom is gere gelde kontrole gewenst. Daarnaast is informatie inwinnen buiten het eigen bed rij fsge be uren eveneens noodzakelijk. Zoals: luisteren naar waarschuwingsberichten via de radio en door het draaien van het nummer van het telefonisch antwoordapparaat no. 1806 - 14166. Op maandag en donderdag worden deze berichten 'ververst'. Verder is deelname aan veldekskursies van gewasstudiegroepen zeer leerzaam. Dit geldt ook voor een bezoek aan de proef boerderijen 'Rusthoeve' en/of 'Westmaas'. Bovengenoemde aktiviteiten bevorderen het on derlinge kontakt, waarbij het uitwisselen van ervaringen erg leerzaam is. Let op de waarschuwingen wat de bestrijding betreft van de groenluis in bieten om vergelingsziekte te voorkomen. De bestrijding van de aardappelziekte zal de komende tijd extra aandacht moeten krijgen. Houdt de zaak in de gaten en begin tijdig met de bespuitingen. Wintertarwe Er is bij wintertarwe een beduidende achterstand in de groei en de ontwik keling. De standdichtheid is op som mige percelen onvoldoende vanwege uitdunning na de vorst. Derde stikstofgift. Deze is op de meeste percelen noodzakelijk voor een goede korrelvulling. Het tijdstip van toediening is begin juni bij het verschijnen van de aren. Een later-tijdstip geeft meer kans op een onvoldoende werking van de stikstof door droogte. Een late stikstofgift heeft een gunsti ge invloed op verhoging van het ei witgehalte. De hoogte van de stikstofgift is 30-50 kg N per ha, af hankelijk van de zwaarte en kleur van het gewas. Ook de kennis over nalevering van N door de grond kan van invloed zijn. Bestrijding afrijpingsziekten Voor een goede benutting van de zonne-energie is een gezond bladap paraat nodig. Blad- en aarziekten moeten dan ook tijdig onderkend en bestreden worden. Hierbij gaat het vooral om de bovenste 2 a 3 blade ren van de halm en de aar. Voor de bestrijding van meeldauw zijn Bayfi- dan, Corbel en Tilt beschikbaar. Bij herhaling niet hetzelfde, middel ge bruiken als de eerste keer. Dit in ver band met kans op resistentie. Na het in aar komen kunnen schim mels zoals meeldauw, kafjesbruin en roesten (vooral bruine roest) schade lijk optreden. Wanneer de eerste symptomen worden waargenomen kan met dezelfde middelen een bestrijding worden uitgevoerd. De werking tegen kafjesbruin kan, zo nodig, worden versterkt door toe voeging van Sportak of Daconil (Chloortalonil), als vervanger van captafol. Toevoeging van captafol is niet meer toegestaan. Corbel-Star is een kombinatie van Corbel chloortalonil. Vooral bij warm weer, meer dan 25°C, kan bruine roest optreden. Een bestrijding van bladluizen is no dig, wanneer kort voor en tijdens de bloei 30van de halmen bezet zijn met bladluizen. Na de bloei, indien 70% van de halmen bezet is. Bij voorkeur middelen gebruiken die de natuurlijke vijanden van de luizen sparen, zoals Pirimor. Bij lage tem peraturen (beneden 18°) verdienen andere middelen de voorkeur. Onkruidbestrijding Wanneer op kleine plekken een kon- sentratie van sterk zaadvormende onkruidplanten voorkomt (kleef kruid) wordt soms met de rugspuit nog een bestrijding uitgevoerd. Zomergerst Zodra meeldauw op het derde blad, van bovenaf gerekend, aanwezig is, dient een bestrijding uitgevoerd te worden. Diverse middelen zijn be schikbaar. Zie Handleiding. Tegen legering kan het nodig zijn om een groeiregulator toe te passen. Toepassing alleen op gezonde ge wassen en niet op zandgrond (droog- tegevoelig). De vochtvoorziening moet goed zijn. Het optimale tijdstip voor Terpal is kort na het 12 verschijnen van de 2e stengelknoop. Spuiten bij een hoge relatieve lucht vochtigheid met 400 1 water/ha. Niet mengen met maneb. Cerone kan in een wat later stadium worden gespo ten, bij het verschijnen van de kaf naalden. De kans op doorwas en tweerijpigheid neemt toe bij aan wending van een groeiregulator. Certifikatenregeling 1986 Deze regeling is bedoeld om meer af zetmogelijkheden van produkten met bepaalde kwaliteiten te krijgen. Het predikaat bakwaardige tarwe kan verkregen worden voor de win- tertarwerassen Granta en Obelisk en de zomertarwerassen Bastion, Mina ret en Ralle. Voor brouwgerst de rassen Apex, Efron, Grit, Menuet, Robin en Trumpf. Bij koolzaad de toegelaten rassen. Gescheiden opslag is noodzakelijk. Een stimu lans hiertoe kan de certifikatenrege ling zijn. Aanmeldingsformulieren kunnen door telers en handelaren tot 15 juni a.s. worden aangevraagd bij de Stichting Nederlands Graancen- trum, Hamelakkerlaan 40, 6703 EK Wageningen, tel. 08370 - 13600, tus sen 9.00 en 12.30 uur. Een uitge breid artikel over deze regeling is op genomen in diverse landbouw bladen. Aardappelen De bestrijding van de aardappelziek te staat bij dit gewas centraal. Voor al de vroege aantasting in 1985 ligt nog vers in het geheugen. Een tijdige aanvang van de bestrijding is dan ook van groot belang. Wanneer kunnen we een vroege besmetting verwachten? 1Als er smetstofbronnen aanwezig zijn, o.a. aardappelopslag op afval hopen. Vernietiging van opslagplan- ten op aardappelafvalhopen is nu verplicht. 2. weersomstandigheden als regen, dauw of hoge luchtvochtigheid ge durende de nacht en afwezigheid van zonlicht gedurende de morgen, waarbij het gewas overdag ook lang nat blijft. Door uitdroging en blootstelling aan zonlicht gaat de kiemkracht van de phytophthorasporen snel achteruit. Bovengenoemde faktoren kunnen van invloed zijn bij de beslissing om met de bespuiting te beginnen en ook wat betreft de tijdsduur tussen twee opeenvolgende bespuitingen. Bij het laatste spelen ook een rol: de groeisnelheid van het gewas en de hoeveelheid middel die nog op het blad aanwezig is. Ook de weersvoor uitzichten zijn van belang. Let goed op de berichten van de waarschuwingsdienst aardappelziek te via de radio en de telefonische be richtgeving op 01806 - 14166. In sommige gevallen kan de aanwezig heid van volkstuinen de aardappelte ler ook parten spelen. Niet alle volkstuinders bestrijden de aardap pelziekte. Mogelijk is er met goed overleg wat te bereiken ten goede. Met volkstuinen in de buurt zal de aardappelteler nog attenter moeten zijn. Vorig jaar hebben we ervaren dat het begin van een aantasting dikwijls tijdig was ontdekt. Loonspuiters of telers-zelfspuiters, die tijdens de uit voering van de spuitwerkzaamheden goed hun ogen de kost gaven, kon den toen overgaan tot nog intensie vere bestrijdingen. Dikwijls werd op korte termijn een kuratief werkend middel aangewend. De kuratief werkende middelen, die beschikbaar zijn, zijn AAcuram, Curam of Ridomil Delta. Phytoph- thora openbaart zich vaak het eerst door bruine verkleuringen van de stengel, later door het optreden van bruinzwarte vlekken op de bladeren. De eerste beginnen doorgaans in de omgeving van een bladoksel (opho ping vocht). Op de bruinzwarte vlek ken komt aan de onderkant van het blad wit schimmelpluis voor, vooral bij dauwnatte nachten. Stikstofbemesting Een eventuele overbemesting met stikstof dient plaats te hebben na het begin van de knolzetting, 2e helft juni. Onkruidbestrijding Deze is nog mógelijk met kontakt- middelen als onderdoorbespuiting met afscherm kappen. Spuitdoppen en afschermkappen moeten goed af gesteld zijn. Let ook op de juiste konsentratie van de spuitvloeistof. Sencor wordt ook wel volvelds toe gepast in een hoeveelheid van 0,25 kg per ha. In de praktijk werden hiermee goede ervaringen opgedaan bij een gewaslengte van 10-15 cm. Zodra kweekgras een lengte van ten minste 20 cm heeft bereikt, kan het bestreden worden met Fusilade of Fervinal. Ook andere (eenjarige) grassen kunnen hiermede worden bestreden. Toprol Hierbij speelt de aardappeltopluis een rol. In 1985 is er op vrij veel per celen kennelijk iets misgegaan. Er kwam plaatselijk een matige tot flin ke aantasting voor. Mogelijk was een laat optreden van genoemde luis hiervan de oorzaak. Dikwijls is er wel een bespuiting uit gevoerd, maar achteraf bekeken wat te vroeg. We zullen het toch moeten houden op een tijdstip dat ligt tussen 15 en 21 juni. Suikerbieten Vergelingsziekte De bestrijding van de vergelingsziek te, waarvan de verschijnselen pas la ter optreden, vraagt de aandacht. Dit houdt in, een tijdige bestrijding van de groene perzikbladluis in het gewas. Let op waarschuwingskaart en/of radioberichten. Kontroleer re gelmatig uw gewas. Een enkele luis begin juni kan meer schade doen dan een groter aantal eind juni. Het beste resultaat bij een luisbestrijding wordt verkregen door toepassing bij een hoge luchtvochtigheid en vol doende 500 liter water/ha. Het liefst tegen de avond. Onkruidbestrijding Grasachtige onkruiden kunnen wor den bestreden met Fusilade of Fervi nal uitvloeier. Tuintjesgras wordt niet bestreden. Ook kan gebruik ge maakt worden van de onkruidstrij ker met een 33% oplossing van Roundup op o.a. aardappelopslag. Wortelonkruiden en opslagplanten kunnen ook door schoffelen worden bestreden. Vooral op dichtgeslagen grond kan de luchtvoorziening in de grond verbeterd worden door schoffelen. Let op het voorkomen van wilde schieters of onkruidbieten. Verwij der ze voor ze zaad geven. Zaaiuien De onkruidbestrijding in uien vraagt veel aandacht. Meestal komt in de loop van juni de groei van dit gewas pas goed op gang. Vanaf een ge waslengte van 6 cm kan 7 kg of 8-10 1 propachloor worden aangewend op onkruidvrije vochtige grond. Bij een gewaslengte van tenminste 6 cm kan Lironion worden gebruikt, 5 kg op onkruidvrije vochtige grond of op kleine niet afgeharde onkruiden. Wanneer het onkruid afgehard is, dan 5 1 olie aan de Lironion toevoe gen. Het gewas moet dan gezond en sterk afgehard zijn. Grassen en var kensgras worden niet bestreden. Bij een gewaslengte van 10-15 cm kun nen op een droog en goed afgehard gewas als noodmaatregel gebruikt worden: 1,5 1 Basagran, speciaal tegen kamille; 1,7 1 Act ril 240 of 2 1 Certrol; 0,5 kg linuron 5 kg Ramrod. Het gewas moet goed afgehard zijn na minstens 5 dagen droog en zonnig weer. De middelen moeten worden verspoten met veel water en grove druppel. De kans op schade blijft aanwezig. Groeiremming die bij het gewas een stilstand veroorzaakt kan erg scha delijk zijn. Er moet naar gestreefd worden dat ten allen tijde te voorko men. Het gewas mag er niet zo onder lijden dat het oogsttijdstip er door verlaat wordt. Dikwijls komen er ook meer dikhalzen voor. Daarom niet proberen de laatste onkruid- plant weg te spuiten, maar terwille van de kwaliteit indien mogelijk met de hand wieden. Erwten Diverse aantastingen zijn mogelijk. De made van de erwtegalmug (knop- made) kan schade veroorzaken in de bloemknoppen. Met de bestrijding beginnen 1 week voor de bloei. Vooral bij zonnig weer moet deze bestrijding binnen enkele dagen worden herhaald. Ook de erwtepeulboorder (wormste kigheid) moet tijdig worden bestre den. De aanwezigheid van dit insekt kan door middel van een zgn. sexval worden vastgesteld. Bij aanwezig heid dient 10 dagen later een bespuiting te worden uitgevoerd. Ook kan men eerst de randen van het perceel spuiten als de oudste per celen beginnen te zwellen en een week later het gehele perceel. Erwtetrips kan ook voorkomen. De bestrijding ervan wordt meestal meegenomen bij een bespuiting te gen voornoemde insekten. Soms kan mangaanggebrek optre den zoals op gescheurd grasland. Het openbaart zich door bruine ver kleuring in de kern van de zaden. Het gewas heeft doorgaans (plaatse lijk) een lichtere tint. Het is vooral van belang bij teelt voor zaaizaad. Spuiten met 15 kg mangaansulfaat per ha omstreeks het midden van de bloei. Deze bespuiting herhalen aan het eind van de bloei. Vooral schokkers en kapucijners zijn gevoelig voor de z.g.n. kwade harten. Botrytis of grauwe schimmel treedt vooral onder vochtige omstandighe den op. Dikwijls zijn de afgevallen bloemblaadjes, die door vocht aan de plantedelen hechten, de bron waaruit de schimmel optreedt. De bestrijding is mogelijk door een bespuiting met Ronilan bij het vallen van de eerste bloemblaadjes. Sclerotiënrot of rattekeutelziekte wordt eveneens met Ronilan bestre den. De bespuiting tegen deze ziekte dient als regel na 10 dagen te wor den herhaald. Bij mengen met man gaansulfaat is er kans op ernstige verbranding. Zie Handleiding. Veldbonen Enkele soorten van de Botrytis- schimmel kunnen in veldbonen o.a. de chocoladevlekkenziekte veroor zaken, zodanig dat een bestrijding gewenst is. Als rond het begin van de bloei en ook tijdens de volle bloei het dikwijls regenachtig weer is, dan dient een bestrijding plaats te vinden. Dit kan met: a. 1 kg of liter Ronilan, na zeven da gen herhalen; b. 5 kg zineb, drie a vier keer spuiten. Vrijdag 30 mei 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 12