Alle registers open
zegge en schrijve
8^ tt, M<:oS A
zuidelijke landbouw maatschappij
Afrika
Optimistische vlassektor investeert
komende jaren ca. 48 miljoen
m
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 30 MEI 1986
74e JAARGANG NO. 3829
Het nemen van verse mestmonsters bij schapen is zeer belangrijk in het bijzonder in de maanden mei
en juni in verband met actief optreden van parasieten. De gezondheidsdienst onderzoekt de mestmonsters
op wormeieren en coccidiose. Op de foto ziet U een schapenhouder bezig met het nemen van verse mest
monsters in de wei.
De schapen hebben er, zo te zien, alle begrip voor.
De uitslag van de Tweede Kamer-verkiezingen is be
kend en de informatie ten behoeve van een nieuw ka
binet is inmiddels in volle gang. De meeste
"waarnemers" gaan er vanuit dat de huidige coalitie
wel zal worden voortgezet. Als dat zo is dan moet (ook)
de land- en tuinbouw ernstig rekening houden met ver
dere bezuinigingen van de overheid ofwel: geen lasten
verlichting, eerder lastenverzwaring. Lubbers wil
tenslotte zijn karwei afmaken en dat betekent vooral
het terugdringen van het financieringstekort van de
overheid. Dus minder leuke dingen voor de mensen.
Daar weet de agrarische sektor alles van: de afgelo
pen vier jaar zijn de boeren en tuinders door dit kabi
net hard aangepakt. Van de - gehoopte en beloofde -
lastenverlichting is bitter weinig te merken geweest.
De georganiseerde land- en tuinbouw zal daarom tij
dens de kabinetsformatie alle registers open moeten
zetten om te voorkomen dat de agrarische sektor op
nieuw met lastenverzwaring gekonfronteerd gaat wor
den. Het moet de nieuwe regering volstrekt duidelijk
gemaakt worden dat lastenverlichting voor de land- en
tuinbouw absoluut noodzakelijk is om de sektor vol
doende perspektief te bieden voor de toekomst. Ik denk
daarbij niet alleen aan fiskale lastenverlichting maar ook
aan intensivering van onderzoek en voorlichting. De
noodzaak daarvan wordt ook onderstreept door het
marktgerichte beleid zoals dat vanuit Brussel wordt ge
voerd. De Nederlandse land- en tuinbouw zit duidelijk
in een overgangsfase en dat is op zichzelf al moeilijk
genoeg. CDA en VVD mogen hun boeren-kiezers - al
thans dat mogen we toch aannemen - niet (opnieuw)
teleurstellen. De informatieperiode is een heel geschikt
moment om onze wensen kenbaar te maken. Het Land
bouwschap heeft inmiddels daarover een brief geschre
ven naar de informateur. Het kan echter geen kwaad
dat vanuit de praktijk te ondersteunen. Mijn voorstel
is dan ook om vanuit de praktijk (kringen, afdelingen
en individuele leden) brieven te schrijven naar de frak-
tievoorzitters van de partijen die het aangaat. Daarbij
kunnen ook regionale of plaatselijke verlangens naar
voren worden gebracht. Ik denk daarbij bijvoorbeeld
aan de nog steeds slepende financiering van de zoet
watervoorziening voor verschillende gebieden in Zee
land. Ik zal dit artikeltje in ieder geval opsturen naar de
onderhandelaars zodat ze alvast voorbereid zijn op een
stroom van reakties uit de boerenwereld.
De honger in Afrika heeft de afgelopen tijd zeer in de
belangstelling gestaan. Via grootse (wereldomvatten
de) manifestaties zoals "Eén voor Afrika", "Life-Aid",
"Honger hoeft niet" en - afgelopen weekend - "Sport-
Aid" is de problematiek van Afrika indringend aan de
orde gesteld. In het kader van de aktieweek "Honger
hoeft niet" is ook in Zeeland, met medewerking van
onder andere het Zuidwestelijke Agrarisch Jongeren
Kontakt (ZAJK), een informatie-avond belegd. Op de
ze avond kregen we te horen dat niet wij de Derde We
reld voeden maar dat het juist andersom is: de Derde
Wereld voedt ons via de import van (goedkope)
grondstoffen. Daarbij werd aangegeven dat voor Ne
derland geldt dat voor de exploitatie van één hektare
in de veehouderij zeven acht hektare in de Derde We
reld nodig is voor de produktie van de benodigde vee
voeders. Daarom werd een oproep gedaan om daarover
een diskussie te beginnen binnen de landbouworgani
saties. Doel daarvan zou moeten zijn een einde te ma
ken aan de strukturele overschotten van met name
granen, zuivel en suiker. Daarmee werd min of meer
de Zwarte Piet gegeven aan de landbouw in de wester
se wereld. Ik denk echter dat de kern van het probleem
niet ligt bij onze landbouw, nog los van het feit dat het
mij niet korrekt lijkt de oplossing van dit gigantische
- en zeer komplexe - probleem bij een bepaalde groep
te zoeken. Volgens mij is het hoofdprobleem de enor
me schuldenlast van de Derde Wereld-landen. Daardoor
zijn de ekonomische verhoudingen ernstig verstoord.
Het vlasareaal in ons land zal in de periode 1987/1991
bijna verdubbelen van ca. 4500 ha. nu naar ca. 8500 ha
in 1991. Voor deze periode worden de investeringen die
in de vlassektor zullen worden gedaan, begroot op ca. 48
miljoen gulden. Dit blijkt uit een door het hoofd pro-
duktschap voor akkerbouwprodukten opgesteld investe
ringsprogramma voor de vlassektor in ons land. Het
programma is gericht op de rationalisatie, de innovatie
en de uitbreiding van de verwerkingskapaciteit van vlas
in ons land. De cijfers zijn gebasseerd op een enquête on
der de betrokken bedrijven in met name Zeeuws-
Vlaanderen naar hun investeringsplannen op basis van
zowel het huidige areaal vlas als met het oog op de toena
me van de grondstof vlas als gevolg van de verwachte
areaaluitbreiding.
Het produktschap beoogt met het sektorbeleid de teelt en
de verwerking van vlas in ons land op een kwantitatief en
kwalitatief hoger plan te brengen. Door terugdringing van
de verwerkingskosten bij handhaving c.q. verbetering van
de kwaliteit van het zaailijnzaad. Voorts wil men een verde
re valorisatie van de vlasverwerking, kwaliteitsverbetering
van het verwerkte vlas en uitbouw van de verwerkingskapa
citeit. Een sektorprogramma is vereist willen de investeer
ders in aanmerking kunnen komen voor een subsidie vanuit
de EG in brussel.
Groei
Het vlasareaal in Nederland vertoont sinds 1981 een
groei en op grond van o.m. promotieaktiviteiten een
vlasvriendelijker houding van de konsument vooral ten
aanzien van vlas voor huishoudelijke artikelen en een
hernieuwde belangstelling voor het gebruik van linnen in
kleding wordt in het programma een alleszins optimisti
sche toekomst voor de vlasteelt en -verwerking tegemoet
gezien.
Een uitbreiding van de vlasteelt zal tot een zodanig aan
bod van lijnzaad leiden dat een deel daarvan niet
bestemd kan worden voor zaaizaaddoeleinden. De ver
werking van dit zaad tot lijnolie heeft volgens het pro
gramma zeker perspektieven. Enkele traditionele lijno-
lieverwerkende industrieën zoals de verfindustrie verto
nen een hernieuwde groei. Voorts wijst rassenveredeling
in de richting van lijnolie met meer geschikte eigenschap
pen van afzet in de konsumptiesector. In het programma
wordt verder vermeld dat ca. de helft van het vlas onge-
repeld ons land verlaat. Wanneer de Nederlandse bedrij
ven moderniseren en hun produktiekapaciteit uit gaan
breiden dan kan zeker een groter deel van het vlas in ons
eigen land worden gerepeld.
Modernisering en vernieuwing van
de aanwezige zwingelinstallaties die alle sterk verouderd
zijn, is dringend gewenst, terwijl de zwingelkapaciteit
dient te worden uitgebreid. De verdere verwerking van
gezwingeld vlas is in ons land nog nauwelijks van de
grond gekomen. Wanneer de korte ruwe vezel in ons
land kan worden geschoond dan zal de produktie van
zgn. spinlont ten behoeve van de spinnerijen nog aan
zienlijk kunnen toenemen.
De belangstelling van de zijde van de industrie is er. De
Europese organisatie van vlasverwerkers de C.I.L.C.
verwacht dat de produktie van vlasgarens zal stijgen van
ruim 30.000 ton nu tot ca. 60.000 ton omstreeks de
eeuwwisseling. En hetzelfde geldt voor menggarens. Op
grond hiervan wordt de verwachting uitgesproken dat het
EG-vlasareaal tot het jaar 2000 met gemiddeld 3000 a 4000
ha vlas per jaar zal stijgen.
De schuldenlast is alleen via de politieke weg op te los
sen namelijk door kwijtschelding van deze schulden op
basis van voorwaarden waardoor deze landen een kans
krijgen een eigen ekonomie op te bouwen. Dan ook
worden de lasten gedragen door de totale maatschap
pij en niet alleen door een bepaalde groep daaruit. Dat
neemt overigens niet weg dat ook de landbouworga
nisaties zich het probleem van Afrika mogen aantrek
ken. In het verleden hebben we als ZLM al eens
geprobeerd in een ontwikkelingsland op kleine schaal
initiatieven op gang te brengen om de mensen daar te
bewegen hun eigen landbouw te ontwikkelen. Dit jaar
zijn we samen met het ZAJK en de andere landbouw
organisaties gestart met een trekdierenprojekt in Ke
nya. Dit soort aktiviteiten zijn goed bedoeld en moeten
ook doorgaan. Maar we moeten niet de illusie hebben
dat daardoor Afrika gered wordt. Nog deze week las
ik in de krant dat er landen zijn die vier maal zoveel ren
te betalen over hun schulden dan ze aan ontwikkelings
hulp ontvangen! Daar helpt dus geen lieve moedertje
meer aan. Tenzij, tenzij we er werkelijk met z'n éllen
wat aan willen doen. Oggel