Melkquotum fiskaal ondergewaardeerd (1) over geld en goed Overeenstemming over 2-jarige Zuivel-c.a.o. Niet op tijd ter goedkeuring inzenden van pachtkontrakten bij de Grondkamer heeft belangrijke konsekwenties! In memoriam J. de Lange Vakheffing Bloembollen omlaag Geen spektakulaire groei van ruimtebehoefte door toenemende hoeveelheid vrije tijd Ondanks zware neerslagschade resultaat Hagelunie omhoog m Indien er een nieuwe pachtovereen komst is gesloten of een overeen komst tot wijziging van een pachtovereenkomst of een overeen komst tot beëindiging van een pach tovereenkomst is aangegaan dan dient deze binnen twee maanden aan de Grondkamer ter goedkeuring inge zonden te.worden. Wat gebeurt er als dit niet heeft plaatsgevonden? De pachtovereenkomst geldt dan voor onbepaalde tijd. De pachtovereenkomst kan dan niet worden opgezegd. Er kan geen rechtsvordering tot be taling van de pachtprijs worden in gesteld. Wie moet de pachtovereenkomst ter goedkeuring inzenden naar de Grondkamer? Dit kan zijn de verpachter of de pach ter; als maar één van beide het doet is aan de verplichting voldaan. Kan het verzuim indien men geen pachtovereenkomst ter goedkeuring heeft ingestuurd nog hersteld worden? Ja, dat kan. Eén van de partijen dient dan de pachtovereenkomst alsnog ter goedkeuring aan de Grondkamer in te zenden. De wettelijke duur van 12 jaar voor een hoeve of 6 jaar (los land) gaat dan in bij de aanvang van het pachtjaar volgende op dat waaa- rin de overeenkomst is ingezonden. Als de eigenaar-verpachter kan aan tonen dat hij wegens zeer bijzondere gevallen niet in staat was het kontrakt op tijd in te zenden moet hij dit met redenen omkleden. De Grondkamer kan dan beslissen of het kontrakt op een eerder tijdstip ingaat. Voorbeeld: A sluit een pachtkontrakt voor los land ingaande november 1970 voor 6 jaar dus eindigende 1 no vember 1976. Het kontrakt is iedere keer van rechtswege met 6 jaar ver lengd dus tot 1 november 1982 en 1 november 1988. Tot hier alles normaal. Wat is verzuimd? Er is nu echter verzuimd dit kontrakt binnen 2 maanden ter goedkeuring op te sturen naar de Grondkamer. Dit is pas in maart 1971 gebeurd. Wat zijn de konsekwenties? Dat het kontrakt wettelijk pas is in gegaan op 1 november 1971 en niet eindigt de le november 1988 maar de le november 1989. De pachter heeft dus recht op een jaar langer pacht dan dat hij wellicht oorspronkelijk dacht. Advies aan iedere pachter bij wie de pacht wordt opgezegd: a. bekijk de termijn van het einde van de pachtovereenkomst, houdt er rekening mee dat normale kontrakten zowel die van 6 als van 12 jaar van rechtswege verlengd zijn met 6 jaar na afloop van iédere termijn. b. bekijk de datum van binnenkomst bij de Grondkamer die staat op uw pachtkontrakt. c. bekijk of de Grondkamer het te laat inzenden als een bijzonder geval heeft aangemerkt, hiervan hebt u dan bericht gehad. d. indien die datum later is dan 12 maanden nadat ze is gesloten gaat de pacht pas in bij de aanvang van het pachtjaar dat volgt op dat waarin de overeenkomst is ingezonden en ein digt ze ook later. e. indien .u twijfelt is het zeer beslist de moeite waard advies in te winnen bij uw sociaal ekonomisch voorlich- ter(ster) of bij Gropatax. De praktijk In de praktijk ervaren wij dat in nog al wat gevallen de pachtovereen komsten niet op tijd ter goedkeuring aan de Grondkamer zijn ingestuurd of worden ingestuurd. Vooral in de herverkavelings- en ruilverkavelings- gebieden waar nieuwe pachtovereen komsten en/of wijzigingsovereenkomsten zijn ge maakt komt dit voor. Wij vinden het als voorlichters onze plicht u voorlich ting te geven over de pachtwet en wat er mee samenhangt. Vooral voor die genen die 65 jaar zijn of dit worden of om andere redenen de pacht wor den opgezegd. Let op uw zaak. Ook iedere eigenaar dient op zijn zaak te letten door de pacht en/of het wijzi- gingskontrakt op tijd ter goedkeuring aan de Grondkamer in te zenden. J. Markusse In de resolutie van de staatssekreta- ris van financiën over de opkoopre geling van heffingvrije hoeveelheid melk is mede geregeld de fiskale ge volgen die aan de overgang van deze heffingvrije hoeveelheid tesamen met de eigendom van de grond moet wor den verbonden. De staatssekretaris stelt daarbij vast dat bij een zodanige eigendomsover gang in de koopsom steeds een bedrag geacht wordt te zijn begrepen voor het quotum. Dus bij voorbaat wordt reeds bepaald dat er voor het quotum een bedrag in de overdrachtssom is begrepen. En vervolgens wordt dan gesteld dat dit bedrag gelijk is aan ƒ0.325 per kg. heffingvrije hoeveel heid die op de grond rust. Om voorts nog te stellen dat het voor de heffing vrije hoeveelheid betaalde bedrag te kwalificeren is als een geaktiveerde onkostenpost en dus niet als een be drijfsmiddel waarover WIR-premie kan worden aangevraagd. Het zondermeer bepalen dat bij elke eigendomsovergang een (vooraf be paald) bedrag begrepen is voor het quotum gaat mij te ver. Er zullen zich vele transakties voordoen waarbij be wust geen prijs wordt gerekend voor het quotum. Te denken valt hierbij aan de familietransakties. Waarom zarde vader ook een prijs bedingen voor iets dat hij zelf niet heeft betaald noch vervaardigd. Het is een door de overheid opgelegd (tijdelijk) systeem van verdeling van te produceren melk. Een zelfde verdeling is ook te berei ken door fabrieksquota in te stellen, soortgelijk als bij de suikerindustrie gebeurt. Op grond van het voorgaan de is het dan ook de vraag of de kop peling van heffingvrije hoeveelheid en bijbehorende grond lang gehand haafd zal worden. Is het dan juist om daar waar het niet gewenst wordt toch te bepalen dat er een prijs moet wor den gerekend? Ik dacht van niet. Het mag dan wel leuk klinken dat de op volger het geaktiveerde bedrag in een aantal jaren ten laste van zijn winst mag brengen, voorlopig moet de ouder bij de overdracht eerst de be lasting erover betalen. Anderzijds kan ik mij ook voorstel len dat een koper-van grond en hef fingvrije hoeveelheid zich met een bedrag van ƒ0.325 per kg. te kort ge daan voelt. Indien hij b.v. ƒ70.000, voor 1 ha>. met quotum (ad 10.000 kg.) heeft betaald kan ik mij voorstel len dat in het betaalde bedrag meer begrepen is voor het quotum dan de staatssekretaris meent te moeten stel len n.l. (10.000 X ƒ0.325 is) ƒ3.250,—. In de visie van de bewinds man is dan de kostprijs van de niet afschrijfbare grond gekomen op ƒ66.750,—. Het lijkt mij dat een zo danige koper meent een andere kal- kulatie te moeten maken om dichter bij de werkelijkheid te komen. Ove rigens zullen de belangen van koper en verkoper daarbij niet parallel lo pen. Doch dat probleem is sinds jaar en dag ook aanwezig bij aan- en ver koop van grond en gebouwen in één koopsom. Ook daar moet er gesplitst worden en daar is geen resolutie voor gemaakt. De praktijk redt zich er mee al moet de rechter er nog al eens een (Salomons) oordeel over vellen, (wordt vervolgd). B. Veerbeek Op 15 mei overleed in de vroege ochtend onze oud-direkteur Jan de Lange. Een vitaal en le venslustig mens werd plotseling uit ons midden weggenomen. Ge schokt en in diepe droefheid voe len we nu nog sterker wat hij voor ons heeft betekend. We mogen hem letterlijk en figuurlijk de va der noemen van onze Onderlinge Verzekering Maatschappij van de Z.L.M., waarvan hij ruim een jaar geleden afscheid nam en waarbij zijn grote verdiensten in de vorm van een benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau dui delijk werden onderstreept. Als mens werd Jan de Lange door ieder die hem kende op handen ge dragen. Met een spontaan opti misme en vriendelijkheid trad hij iedereen tegemoet en hij straalde daarmee iets uit wat je overnam. Daardoor was ieder kontakt met hem een positieve belevenis, waar van iets blijmoedigs bleef hangen en daarmee wist hij z'n eigen po sitieve instelling over te dragen op z'n omgeving. Hij laat een leegte achter, maar met warmte in ons hart zullen we terugdenken aan alle goede mo menten die we met hem gehad hebben. Mogen zijn vrouw en kinderen steun vinden in de nagedachtenis aan een goed echtgenoot, een fij ne vader en aan een oprecht en door ieder gewaardeerd mens, dat was Jan de Lange. Hij ruste in vrede. L.W. van Nieuwenhuyzen voorzitter van het bestuur van de Onderlinge Verzekering Maat schappij van de Z.L.M. w.a. Na uitgebreide studie in de Commis sie Besteding Vakheffing Bloembol len heeft het bestuur van het Produktschap voor Siergewassen besloten de vakheffing bloembollen met ingang van het seizoen 1986/1987 te verlagen van 3,3% naar 3%. Deze verlaging met 0,3% wordt geheel in mindering gebracht op het kwekers gedeelte dat tot dusver 1,8% bedroeg. Daarmee wordt het aandeel van zo wel teelt als handel op 1,5% gebracht. De kosten van exportkontrole door de Plantenziektenkundige Dienst (in 1985 ƒ1,5 miljoen), die tot nu toe aan de exporteurs in rekening worden ge bracht, komen met ingang van het derde kwartaal 1986 geheel ten laste van het produktschap en hoeven dus niet meer door de handel te worden betaald. Omdat vakheffingsgelden met ingang van het nieuwe seizoen op fifty- fiftybasis door teelt en handel zullen worden opgebracht, hebben beide sektoren uitdrukkelijk vastgelegd dat aktiviteiten die uit de vakheffingsgel den worden gefinancierd op gelijk waardige wijze ten goede komen aan zowel produktie als handel. Dat voor komt diskussies over de vraag of be paalde aktiviteiten voor de één belangrijker zijn dan voor de ander. Het leidt er voorts toe dat de handel een gelijkwaardige vertegenwoordi ging krijgt in alle daarvoor in aanmer king komende organen. Hogere rentabiliteit potplantenteelt in 1984 De Nederlandse bedrijven met pot planten hadden in 1984 gemiddeld een winst van ruim 4.900 gld, dat is 1% van de kosten. De rentabiliteit is met 5 procentpunten gestegen ten opzichte van 1983, toen nog een verlies van 4% van de kosten werd geboekt. De ren- tabiliteitsverbetering was een gevolg van een stijging van de opbrengsten met 11 tegenover een kostenstijging van 7%. Dat wordt meegedeeld door het Landbouw-Ekonomisch Instituut, dat dezer dagen een onderzoek publi ceerde naar de rentabiliteit en de fi nanciering van de potplantenteelt. De werkgeversorganisaties in de Zui velindustrie, de Koninklijke Neder landse Zuivelbond FNZ en de Vereeniging voor Zuivelindustrie en Melkhygiëne VVZM overeenstem ming bereikt over een nieuwe 2-jarige c.a.o., deze zal gelden van 1-4-1986 tot 1-4-1988. De invoering van een gemiddeld 36-urige werkweek in het kader van de ATV was al eerder toegezegd en wordt met ingang van 1-1-1987 gerea liseerd, waarbij de bepalingen uit de bestaande c.a.o. van kracht blijven. De werkgevers behouden de ruimte om de roosters in te vullen. De vak bonden krijgen bij de opstelling een adviserende stem. Inkomensverlies als gevolg van de in voering van een 36-urige werkweek voor een individuele werknemer wordt gekompenseerd. De automatische prijskompensatie wordt gehandhaafd; uitbetaling respektievelijk op 1-7-1986, 1-1-1987, 1-7-1987 en 1-1-1988 onder aanpas sing van de vloeren. Per 1-7-1986 en 1-4-1987 worden de lonen struktureel met 0,5% respektie velijk 1% verhoogd; verder wordt met ingang van 1-1-1987 de eindejaar suitkering met 0,5% verhoogd. De minimum toeslagen voor ploegen dienst worden met ingang van 1-1-1987 met 2% verhoogd tot respektievelijk 12 en 17%. Er komen gemeenschappelijke open studies over de beloning van personeel in wisselende diensten alsmede over het funktioneren van het bestaande funktie-klassifikatiesysteem. Over de tijdelijke-, afroep- en uit zendkrachten zijn partijen van oor deel dat in beginsel alle funktionele arbeidsplaatsen in vast dienstverband moeten plaatsvinden. Andere afspraken: - handhaving VUT op 60 jaar; - werkgeversbijdrage vakbondswerk wordt met 5% verhoogd; - invoering van een weduw naarspensioen; - indexering vakantietoeslag; - jeugdwerkplan voor 160 tot 190 jongeren; De zuivelwerkgevers zijn tevreden dat hun aanvankelijke wens voor een 2-jarige cao nu toch is gerealiseerd. De verwachte toename van de hoe veelheid vrije tijd zal niet resulteren in een evenredige toename van extra ruimtebeslag daarvoor. Wel zullen zich verschuivingen voordoen tussen vrijetijdsaktiviteiten. Vooral in de wo ning en de woonomgeving zal daar bij meer tijd worden doorgebracht, maar de vraag naar extra ruimte zal beperkt blijven. Dit zal het geval zijn, wanneer de ontwikkelingen in Neder land zich gaan voltrekken, zoals is be schreven in het trendscenario, één van de drie toekomstbeelden uit het rap port "Scenario's vrije tijd, een ver kenning van de ruimtelijke gevolgen van mogelijke ontwikkelingen op het gebied van de vrije tijd", dat door en kele medewerkers van de Rijksplano logische Dienst is opgesteld. Om de ruimtelijke gevolgen van mo gelijke ontwikkelingen op het gebied van de vrije tijd te verkennen hebben de auteurs, drs. A.H. Dernison en ir. J. Elsinga, behalve een trendscenario ook een polarisatie- en een solidari- teitsscenario ontwikkeld. Deze scena rio's zijn gekonstrueerd door naar de toekomst te variëren met een aantal ekonomische, maatschappelijke en bestuurlijke faktoren. Deze faktoren zijn beschreven in het rapport "Ba sisanalyse Vrije Tijd", dat als voor studie in 1983 is gepubliceerd. De verwachting van de verschuivingen in de leeftijdsopbouw van de Nederland se bevolking is in de drie scenario's echter gelijk verondersteld. Hagelunie agrarische verzekeringen heeft over 1985 een resultaat voor be lasting geboekt van 15,1 miljoen gul den, dat is twee miljoen meer dan in 1984. De direktie spreekt in het vrij dag verschenen jaarverslag van een goed jaar ondanks de zeer zware ha- gelschade, die met name akkerbou wers en vollegrondsgroentetelers heeft getroffen. Nooit eerder in het bestaan van deze verzekeringsmaatschappij (sinds 1894) heeft Hagelunie relatief zoveel moeten uitkeren aan deze groep boeren. Van de ruim 15.000 verzekerde land bouwers ontvingen 6.000 een totaal bedrag van 20,2 miljoen gulden. Dat is ruim twee keer zoveel als er aan pre mies is betaald door deze groep. Aan de bloembollenbranche moest Hage lunie 240 procent van de premiebeta lingen uitkeren tot een bedrag van 4,7 miljoen gulden. Het resultaat van de coöperatie steeg desondanks doordat de totale premie-inkomsten toegeno men zijn van 49,8 miljoen in 1984 tot 55,2 miljoen gulden vorig jaar. De schade-uitkeringen stegen naar 31,7 miljoen gulden ofwel 57 procent van de inkomsten. Vrijdag 23 mei 1986 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 3