Bij knolselderij wordt steeds meer gebruik gemaakt van kluitplanten Bestrijding afrijpings ziekten bij granen met andere middelen Er wordt in de knolselderij teelt steeds meer gebruik gemaakt van kluitplanten vooral omdat daardoor een langer groeiseizoen verwezenlijkt kan worden door vroeger te planten. In knolselderij is een duidelijke ontwikkeling gaande in de richting van kluitplanten, die door vroeger planten perspektieven bieden. De kosten zijn echter aanzienlijk ho ger, nl. 3 cent per plant. Daar naast zijn de fervaringen nog beperkt en zal gebruik van, kluit planten in de praktijk a.s. jaren moeten leren of dit systeem tech nisch en ekonomisch aantrekkelijk wordt. Knolselderij heeft een lang groeisei zoen. Om een hoge opbrengst te be reiken is het belangrijk om zo vroeg mogelijk over vlot groeiende knolsel- derijplanten te beschikken. Verwarm de kasplanten zijn de eerste helft van mei beschikbaar. Niet verwarmde kasplanten omstreeks half mei, plat- glasplanten eind mei en onder plastik tunnel opgekweekte planten meestal eind mei tot half juni. Voor de teelt voor de verse markt wordt gebruik ge maakt van perspotplanten die eind april/begin mei worden uitgeplant en vanaf augustus worden geoogst. Voor de industrieteelt, met een planttijd vanaf tweede week mei en een oogst in eind oktober begin november wor den veelal losse planten gebruikt. De aanslag is hierbij nogal eens een pro bleem, vooral bij schraal, droog weer. Veel* bladverlies, een trage, onregel matige start, met uiteindelijk een te genvallende opbrengst kan het gevolg zijn. Nieuwe opkweek- en plantme- thoden zouden bij de industrieteelt een beter alternatief voor losse plan ten kunnen zijn. Ook het verder au tomatiseren van het planten behoort tot de mogelijkheden. Plantdiepte Vooral bij losse planten geeft de plantdiepte nogal eens problemen. Deze laat weinig speling toe, daar het stengelgedeelte tussen de wortels en het hart van de plant erg kort is. De wortelhals dient juist op maaiveld hoogte geplant te worden. Dieper planten geeft een trage start, ondie per planten meer uitval door verdro ging. Uniform plantmateriaal is daarom van groot belang. Bij kluit planten, geplant met de meer moder ne plantsystemen is het probleem plantdiepte een heel stuk gereduceerd. De grondbewerking Op klei- en zavelgrond moet de grondbewerking erop gericht zijn dat er voldoende losse grond verkregen wordt en dat de grond voor het plan ten enigszins bezakt is zodat de capil laire werking van de grond hersteld is. Zodra de grond in april of begin mei voldoende droog is dient men de grondbewerking uit te voeren. Het is gewenst de grond 8 a 10 cm diep los te maken. Moet het planten door slecht weer worden uitgesteld dan moet een tweede grondbewerking bij na altijd worden ontraden. Door de ze extra grondbewerking gaat de struktuur sterk achteruit en veroor zaakt meestal een grotere uitval van planten. Aanwezige onkruiden kun nen dan beter chemisch bestreden worden. Soorten planten Naast de losse planten zijn er de laat ste jaren diverse soorten kluitplanten in beproeving. Om hierover enige in formatie te verschaffen volgt een kor te beschrijving van de diverse soorten kluitplanten alsmede enkele ervarin gen hiermee. 1) Losse planten Zoals bekend worden deze opge kweekt onder plastiktunnels, koud platglas of in staande kas. Kasplan ten zijn vroeger beschikbaar en kun nen vroeger geplant worden. Door de angere groeiperiode is de opbrengst oij een gunstige aanslag veelal hoger dan van planten vanonder platglas of plastiktunnels. 2) Perspotplant De pot bestaat uit een kubusvormige geperste kluit. Veel voorkomende ma ten zijn 4x4x4 cm of 5x5 x 5 cm. Ook andere maten komen voor. Met moderne persen wordt in één persslag het aantal potten geperst dat een plantenbak kan bevatten (meestal 140 stuks). Doordat thans de potten geheel van elkaar gescheiden zijn kun nen ze gemakkelijker worden ver werkt dan voorheen. 3) Kluitplanten (los en geperst) Deze worden opgekweekt in ktinststof platen (meestal 60 x 40 cm) met daarin 240 cellen of uithollingen. De cellen worden gevuld met losse grond of in elke cel wordt een geperst kluit je gezet. Een geperst kluitplantje blijft langer heel en valt niet uiteen tijdens het machinaal planten. De groei kan echter afgeremd worden. 4) Papierkluitplanten Deze worden volgens enkele metho den gemaakt. Worden voor de op kweek papieren mallen gebruikt, dan komen deze in gevouwen toestand op de plantenkweekbedrijven aan. Wor den ze uitgevouwen dan ontstaan er blokken van 120 x 30 cm met daar in 1400 cellen. De papieren wanden van deze cellen zijn aan elkaar ge lijmd. De aldus gevormde mal wordt met losse grond gevuld. Onderscheid wordt gemaakt in losse papierkluit planten en papierkluitplanten die als een ketting aan elkaar blijven zitten. Bij de eerste methode lost de lijm tij dens de opkweekmethode op waar door de papierkluiten los van elkaar komen te staan. Het papier is zacht en doorwortelbaar. Bij de tweede me thode lost de lijm ook op maar hier zijn de papierkluiten in lengterichting aan elkaar geschakeld. Het gebruik te papier is hard en niet doorwortel baar. Bij de derde methode wordt in een kontinuproces een papieren cilin der, gevuld met grond, gevormd. Tij dens dit proces worden stukken gesneden van een lengte die vooraf is ingesteld. De aldus gevormde papier kluiten worden automatisch in de op- kweekbak geplaatst. Ook hier is het papier doorwortelbaar. Onderzoekresultaten en ervaringen met diverse soorten kluitplanten Deze zijn beperkt. In 1984 en 1985 hebben er proeven op Westmaas ge legen. In 1984 stonden de planten vanaf 18 mei klaar om uitgeplant te worden, doch gezien het weer kon pas op 13 juni geplant worden. De plan ten werden 3 weken bij 2°C bewaard behalve de platglasplanten, die wer den pas 12 juni opgetrokken. De aan slag van de kluitplanten en perspotplanten was beter dan van de losse planten. De losse plant gaf de hoogste opbrengst; dit was een gevolg van het hoge plantgewicht door lan ger doorgroeien. De diverse soorten kluitplanten gaven, waarschijnlijk door te laat kunnen planten, een dui delijk lagere afleverbare opbrengst. In 1985 daarentegen werd op 29 mei ge plant en hadden de kluitplanten de hoogste opbrengst. De lagere op brengst van de losse planten werd o.a. veroorzaakt door een minder goede aanslag. Ook bleek op proefstroken op praktijkpercelen dat aanzienlijk vroeger planten van papierkluitplan ten aanzienlijk hogere opbrengsten gaf dan losse planten die later geplant werden. Verder gaf vorig jaar de be- worteling bij papierkluitplanten nogal eens problemen. Door gebruik te ma ken van beter doorwortelbaar papier lijken deze problemen opgelost. Daar entegen zijn er gunstige ervaringen met kluitplanten t.a.v. bewaring wan- neer het planten noodgedwongen eni ge tijd moet worden uitgesteld. Bij koel en droog bewaren hiervan lijkt de houdbaarheid veel beter dan van losse planten. Plantmachines voor kluitplanten Nu kluitplanten in de belangstelling staan krijgt het planten van de ver schillende soorten kluitplanten even eens veel aandacht. Er worden aanpassingen verricht aan bestaande machines maar tevens zijn nieuwe machines ontworpen die speciaal ge schikt zijn voor het planten van kluit planten. Aangepaste machines De meeste akkerbouwers maken bij het planten van de losse knolselderij- plant gebruik van de Accord en Su per Préfer plantmachine. Deze machines zijn tevens bruikbaar voor het verwerken van kluitplanten. Accord heeft echter een automatische toevoer boven de plantschijven aan gebracht door middel van een eind loze ketting met bekervormige planthouders. De werkhouding is hierdoor voor de planters verbeterd. De planten worden in de bekers ge legd en door de transportschijven ver volgens overgenomen. De plantafstand is exakt in te stellen door middel van kettingwielen. De kapa- citeit bedraagt 2500-3000 planten per element per man per uur. Bij de Super Préfer waarbij de afstan den in de rij al vast lagen, kan speci aal voor kluitplanten een plantwiel geleverd worden met aangepaste planthouders. De kapaciteit bedraagt circa 1500 planten per element per man per uur. De Fox plantmachine beschikt over een eindloze ketting met planthouder en is als zodanig vergelijkbaar met de Accord. De kapaciteit bedraagt 1500 planten per element per man per uur. Machines met carrousel en valpijp Momenteel is een vijftal merken te weten Visser, Louwers, Lannen, Voor de bestrijding van kafjesbruin werd de laatste jaren hoofdzakelijk het middel captafol gebruikt. Nu het gebruik van captafol niet meer is toe gestaan, zal met andere middelen het optreden van kafjesbruin tegengegaan dienen te worden. Hiervoor komen in de eerste plaats in aanmerking proch- loraz (merk Sportak) en chloorthalo- nil (merken Daconil 2787 en Daconil 500 vloeibaar). Het is min of meer een vaste kuituurmaatregel geworden om bij de teelt van tarwe in de periode na het verschijnen van de aren, maar voor de bloei een bespuiting uit te voeren tegen afrijpingsziekten. Tot deze ziekten worden gerekend ver schillende schimmelaantastingen zo als meeldauw, kafjesbruin, rode kafschimmel en roesten. Kombinaties van middelen Omdat het bij de bestrijding van de afrijpingsziekte om verschillende schimmels gaat en geen enkel middel tegen al deze schimmels effektief is, dient er bij de bestrijding een kombi- natie van middelen te worden ge bruikt. Als basis kan voor de bestrijding worden gebruikt: 0,5 1 Bayfidan, 1 1 Corbel of 0,5 1 Tilt EC per ha. De werking tegen kafjesbruin kan worden versterkt door toevoeging van 1 1 Sportak, 1,3 kg Daconil 2787 of 2 1 Daconil 500 vloeibaar. Tussen de middelen bestaan aanzienlijke ver schillen wat hun werkingsbreedte be treft. Maar tussen de kombinaties zijn de verschillen klein en dit resulteert dan ook meestal in geen of slechts zeer geringe verschillen in opbrengst. Door het verdwijnen van captafol is de bestrijding van rode kafschimmel (fusarium) een nog groter probleem Ploeger en Basrijs met dit zelfde wer kingsprincipe aan de markt. De kluit planten worden met de hand in de houders gebracht die aan een schijf zijn bevestigd welke horizontaal vlak ronddraait. De planten vallen uit de planthouders in een valpijp en komen vervolgens in de plant voor terecht. Tussen de machines zijn wel enige verschillen wat betreft de afvoer naar de plantvoor. Machines met dit wer kingsprincipe kunnen worden ge bruikt voor kluit- en losse papierkluitplariten. Bij een juiste af stelling werken deze machines goed, bij een kapaciteit die ligt tussen de 2500 en 3000 planten per element per uur. Machines voor papierkluitplanten Hiervan zijn 2 Japanse machines, te weten een half- en een volautomatisch type aan de markt. Bij de halfauto- maat worden 25 los van elkaar zitten de planten tegelijk op een transportband gebracht die dwars op de rijrichting geplaatst is. Via twee vertikaal geplaatste banden worden de papierkluitplanten vervolgens overgenomen door twee rubberschij ven waarmee ze naar de plantvoor worden afgevoerd. Kluiten zonder plant kunnen worden uitgeselekteerd. De halfautomaat is verkrijgbaar in twee-, drie-, vier- of zesrijige uitvoe ring. De volautomaat is een zesrijige machine. Bij deze machine zitten de planten als een band aan elkaar. Hier worden de papierkluiten eerst tussen een stel rollen gevoerd en door een tweede stel sneller draaiende rollen één voor één van de kettingband ge trokken. Via een glijgoot komen de knolselderijplanten in een 3 cm bre de voor terecht. De planten worden door schuingeplaatste drukwielen aangedrukt. Met vier personen, één trekkerchauffeur, twee kontroleurs en een persoon die zorgt voor aanvoer van de papierkluitplanten kan 0,35 ha per uur geplant worden. Th.P. Hiel J.C.H.M. Staal geworden. Captafol bezat hiertegen nog enige werking. Dit jaar is ook het produkt Corbel toegelaten, dat als werkzame stoffen fenpropimorf en chloorthalonil bevat «Het kan worden gezien als een kant en klare kombi- natie van Corbel en Daconil. Naast de genoemde middelen is er nog een groot aantal andere produkten voor de bestrijding van de afrijpingsziek ten toegelaten. Als regel zijn de bestrijdingsresultaten van deze pro dukten bij een sterke ziekte-druk min der goed. Is de ziekte-druk minder groot, dan komen de bestrijdingsre sultaten overeen met de eerder ge noemde middelen. Gevaar voor resistentie Bij herhaald gebruik van de midde len met een specifieke werking kan ge makkelijk resistentie of minder gevoeligheid ontstaan waardoor de bestrijdingsresultaten minder goed worden. Om dit te voorkomen dient het gebruik van deze middelen zoveel mogelijk te worden beperkt en moe ten middelen met een verschillend werkingsmechanismev zoveel moge lijk, afwisselend worden gebruikt. Het betreft de produkten Bayfidan, Tilt, Sportak en Corbel waar het ge vaar van resistentie-ontwikkeling dui delijk aanwezig is. Omdat Corbel een ander werkingsmechanisme bezit dan de andere drie produkten is afwisse ling sterk aan te raden wanneer meer dan één bespuiting wenselijk is. Dit is het geval bij een bespuiting op een vroeger tijdstip tegen bijvoorbeeld meeldauw of gele roest ing. D. van de Wal, CAD-Gewasbescherming te Wage- ningen 12 Vrijdag 23 mei 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 10