v las in een versnelde ontwikkeling? Provinciale Raad Bedrijfsontwikkeling Zeeland stemt in met aanbevelingen rapport Groente afzetstruktuur Bestrijding knolcyperus staat op de tocht Nieuwe Geniteurslijst aardappelrassen korte wenken akkerbouw 'Vlas - hoe oud ook - is een gewas dat in beweging is'. Dat zegt ir. H.O.G. Boerma, van de Kommissie Vlas van het Hoofd- produktschap voor Akkerbouwprodukten (HPA) in Den Haag. Hij voegt daar aan toe 'de produkten die van vlas gemaakt worden kunnen een veel grotere toepassing vinden dan tot nu toe'. Wij vroegen hem wat hem tot deze uitspraken bracht en welk nieuws daarbij van belang is voor de Nederlandse akkerbouwers. In het kader van de diskussie over bouwplanverruiming heeft de vlassek- tor een studie verricht over de kansen daarbij voor vlas. Uit deze studie is een zogenaamd 'sektor-programma' voortgekomen dat moet dienen als basis voor subsidiemogelijkheden (vooral door Brussel) om de struktuur voor afzet en verwerking van vlas te verbeteren. Daarnaast is vlas in de belangstelling gekomen door het rapport 'Vlas/lin nen in het jaar 2000' van de Confe deration Internationale du Lin et du Chanvre (CILC) te Parijs. Daarin hebben een aantal promotie- en on- derzoeksmensen de kansen van het vlas bekeken en hoe die kansen ver groot kunnen worden. De inhoud van die twee rapporten bracht Boerma tot de twee uitspraken aan het begin van dit artikel. De voorspellingen Begin dit jaar was de heer Boerma nogal onder de indruk van de toe komstvisie van de Kommissie voor Promotie van het CILC in Parijs. De meest optimistische daarvan was dat de vraag naar vlasvezel in de be tere kwaliteiten - die gevraagd worden door de klassieke linnenindustrie - in het jaar 2000 zou kunnen zijn verdub beld. Naar hektares vlas gerekend zou dat 30.000 ha ekstra zijn op de 75.000 ha vlas dat in 1985 in West-Europa werd verbouwd. In de studie voor het sektor- programma ziet de Kommissie Vlas van het HPA nog andere mogelijkhe den, namelijk geen 20.000 ton lijno lie meer invoeren, maar dat op eigen bodem produceren. Uitgaande van een volledige zelfvoorziening van lijn zaad voor de (eigen) binnenlandse markt, kan in dat geval gedacht wor den aan arealen van 20- a 35000 ha, afhankelijk van de vraag of dit olie- vlas of vezelvlasrassen betreft. Uit het reeds eerder genoemde rap port 'Vlas/linnen in het jaar 2000' wordt de mogelijkheid van 120.000 ha vlas in het jaar 2000 niet uitgesloten. In 1965 was het wereldverbruik aan textiel 25 miljoen ton. Katoen nam bijna 50% daarvan voor zijn reke ning, synthetische vezel bijna 30%, kunstvezel een 13%, wol 5% en lin nen nog geen 3%. In 1985 was het wereldtextielverbruik opgelopen tot 35 miljoen ton en de Parij se promotors verwachten in het jaar 2000 een wereldtextielverbruik van 40 miljoen ton, waarvan in het huidige afzetgebied van het C.I.L.C. en in die afzetrichtingen waarop de C.I.L.C.-promotie zich richt, 65.000 ton linnen. Dat linnen zou dan voor 50% gebruikt worden voor kleding, 20% voor huishoudelijke doeleinden, 20% in de meubelindustrie en 10% in de technische sektor. Dit zou het dub bele zijn van de afzet in 1984 in deze sektor. Op papier dus allemaal wenkend perspektiefMaar zal dat ook werke lijkheid worden? Boerma zet zich schrap om de randvoorwaarden in te vullen. De oogstmethoden zijn ook sterk in ontwikkeling Geen perspektief zonder offer Wil de vlasteelt zich de komende ja ren zoveel uitbreiden als hiervoor mo gelijk geacht wordt, dan moet er nog wel het één en ander gebeuren. Boer ma stipt - in willekeurige volgorde - een aanal zaken aan: - De vlasteelt moet konkurrerend zijn met andere teelten. Betere rassen met een hoger vezelrendement en fijnere en sterkere vezels kunnen daartoe bij dragen. - Het roten moet met minder risiko's gebeuren dan bij dauwroten gebrui kelijk is. Gedacht kan worden aan chemische of enzymatische ont sluiting. - Het zwingelen moet beter, door de scheiding tussen lange en korte vezel en tussen grovere en fijne vezel te ver beteren. - De kapaciteit van de hekelmachines moet sterk worden opgevoerd. - Het spinnen van de lange vezel moet beter, geautomatiseerder en sneller. Die van de korte vezel kan meer pro fiteren van een betere spintechniek, die voor korte vezels in het algemeen bestaat en waarvan ook katoen pro fiteert. - Er zou een termijnmarkt voor vlas moeten worden opgericht. - Er moet een internationale codifice ring van standaardkwaliteiten komen, hetgeen op zich een voorwaarde is voor een termijnmarkt voor vlas. - Er moet meer onderzoek gedaan worden naar produktontwikkeling en produktvernieuwing (bijvoorbeeld aanwendingsmogelijkheden voor vlasvezel). - Lijnolie moet niet worden inge voerd, maar op eigen bodem gepro duceerd worden. - Een nieuw afzetperspektief in de tex tielindustrie ligt in de produktie van menggarens, met name in de menging met katoen. Het werken met ka toenspinmachines blijkt financieel vcci vuuruenger te zijn dan met de re latief traag werkende vlasspinma chines. - Teeltonderzoek en vlaspromotie ver dienen meer aandacht en veel meer fi nanciële ondersteuning. De Europese Kommissie heeft dan ook kortgeleden ca. ƒ9 miljoen uitgetrokken voor vlaspromotie. - Dit bedrag is bedoeld voor drie jaar. De Europese Kommissie verkrijgt het geld door inhouding op de EG- Vlassteun. De producenten betalen het dus zelf. - Investeringensfaciliteiten moeten worden gelijkgetrokken met die in de konkurrerende landen, zoals België en Frankrijk. Visie en realiteit Het is geen gemakkelijke taakstelling voor de totale vlassektor en allen die voor deze sektor een direkte of indi- rekte verantwoordelijkheid dragen. Gelukkig is uit het zich verantwoor delijk voelen een visie ontstaan. Toen die visie er was is op verschillende ma nieren - door verschillende organisa ties - de weg aangegeven welke gevolgd moet worden om het einddoel te bereiken. Daarbij heeft men de rea liteit bij de afzet niet vergeten. Die luidt: - Tussen nu en het jaar 2000 blijft de kledingsektor het belangrijkste afzet- terein voor de gesponnen lange vlasvezel. - Er blijft sprake van een toegenomen vraag naar natuurlijke vezel, komfort en kwaliteit. - Bij die vraag kan vlas/linnen op ba sis van zijn specifieke eigenschappen een rol spelen op die markt, zij het in konkurrentie met andere textielvezels. Met die visie vanuit de vlaswereld, met de middelen die nodig zijn om te komen waar diezelfde vlaswereld naar toe wil en met de realiteit van de af zetmarkt zegt Boerma: 'Vlas - hoe oud ook - is een gewas dat in beweging is'. Piet Westra Aan het begin van de vergadering van de Provinciale Raad voor de Bedrijfs ontwikkeling in de Landbouw in Zee land, op 10 april 1986 in het Landbouwcentrum Zeeland te Goes, memoreerde de Raad één van haar le den, de heer S. Simonse, die na de vergadering van de Prov. Raad op 13 februari jl. door een noodlottig on geval om het leven kwam. "De heer Simonse blijft in onze herinnering als een zeer innemend man, die werd ge- respekteerd om zijn inbreng in de ver gaderingen van de Raad, maar zeker ook om de grote mate van deskundig heid waarmee hij zijn bedrijf in Kerk- werve leidde", aldus voorzitter Doeleman. De Raad nam kennis van de door het Provinciaal Bestuur uit gebrachte Landbouwnota. In grote lijnen geniet de Nota de instemming van de Raad. Wél werden enige kri tische kanttekeningen geplaatst. On der meer werd opgemerkt, dat de door de Provincie voorgestane "ver sterking van de struktuur van de Zeeuwse land- en tuinbouw" mede tot uitdrukking dient te komen in haar beleid t.a.v. de openstelling van wegen voor landbouwverkeer t.b.v. de aanvoer naar de nieuwe veiling in Kapelle. Openstelling van de S 10 (Zwaakse Weel-Vierwegen) is nog steeds onzeker, terwijl de investerin gen, die noodzakelijk zijn voor aan passing van de Spaanweg, een belangrijke financiële inspanning zul len vergen. De Raad besloot over de ze problematiek een brief te schrijven naar G.S. In de vergadering werd een notitie van de Konsulentschappen besproken, waarin de onderwerpen staan aange geven, waaraan in het voorlichtings seizoen 1986-1987 extra aandacht zal worden besteed. Bij de akkerbouw wordt de verbetering van het bedrijf- sekonomisch inzicht middels de aktie "Rekenen voor Beslissen" als belang rijkste aktiviteit genoemd; bij de fruit teelt staat het herstel van de vorstschade bovenaan. Het C.R. en C.V.P. zijn momenteel nog bezig met een inventarisatie van de wensen, die er vanuit de praktijk bestaan. In ieder geval zal veel aandacht uitgaan naar de beperkingen in de bedrijfsvoering als gevolg van de Superheffing en de mestproblematiek De Werkgroep Groenteafzetstruktuur presenteerde in deze vergadering haar voorlopig eindverslag. Uit de diskus sie hierover bleek, dat de Raad volle dig instemt met de aanbevelingen die de Werkgroep in haar rapport doet. Uitgaande van het streven naar een heid in de Zeeuwse groenteafzet, kon- kludeert de meerderheid van de Werkgroep dat, mede gezien het feit dat nu al 75% van de veilingproduk- ten vanuit Zeeland verhandeld wordt via Z.H.Z. te Barendrecht, de groen teafzet volledig via deze veiling zou moeten plaatsvinden. Een uitzonde ring wordt gemaakt voor een aantal specifieke groenten (zoals champig nons), waarvoor afzet via de veiling Breda meer voor de hand ligt. Men Het bestrijden van knolcyperus in Noord-Brabant en Limburg dreigt dit jaar de mist in te gaan omdat het mi nisterie van Sociale Zaken en Werk gelegenheid tot nu toe geen definitief besluit heeft genomen over de uitvoe ring van dit projekt in het kader van de zg. terugploegregeling. Er is wel een principe-toezegging gedaan in ja nuari, maar de bekrachtiging daarvan laat op zich wachten omdat er nade re eisen zijn gesteld aan de scholing en leeftijd van de deelnemers aan het projekt. Wil de bestrijding van knolcyperus ef- fektief zijn dan moet daarmee op 1 mei worden begonnen. Het Land bouwschap heeft al in augustus 1985 verzet zich niet tegen een poging van de C.V.Z. om zich in de afzet van groenten een positie te verwerven. Een versnippering van de groenteaf zet dient ten alle tijde te worden voorkomen. In deze vergadering nam de Raad af scheid van twee van haar leden, nl. de heer Sytstra (takingenieur tuinbouw), die per 1 mei a.s. gebruik maakt van de VUT-regeling en van de heer Tac- ken, sekretaris van de Raad en direk- teur LaVo in Zeeland. Dhr. Tacken is zoals bekend benoemd tot plaats vervanger van de direkteur Algeme ne Zaken van het Direktoraat-Generaal Landbouw en Voedselvoorziening in Den Haag. De voorzitter sprak een afscheidswoord tot de beide heren en bedankte hen voor het werk dat zij in Zeeland voor de land- en tuinbouw hebben verricht. Tevens heette hij de nieuwe direkteur LaVo in Zeeland, ir. C.A.C.J. Oo- men, welkom en hij sprak de hoop uit dat er een goede samenwerking zal zijn tussen hem en het landbouwbe drijfsleven in de Provinciale raad. een aanvraag ingediend om in Bra bant en Limburg per 1 mei 24 men sen aan het werk te zetten in het kader van de terugploegregeling. Eerst de ze maand kwam het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met nadere regels over het inbrengen van scholingselementen in het projekt en met leeftijdsgrenzen. Aan de scholings- en leeftijdsgrenzen kan volgens het Landbouwschap wor den voldaan. Het blijkt echter dat de beoordeling of het projekt nu wel aan de voorwaarden voldoet veel te lang op zich laat wachten. Het Landbouw schap heeft hierover zijn ontstemming uitgesproken bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In 1954 is de eerste Geniteurslijst ver schenen. De nieuwe Geniteurslijst be vat in de eerste plaats informatie over de in de EEG in omloop zijnde ras sen, voor zover ze voorkomen op één of meer van de rassenlijsten van de EEG-lidstaten. Voor het overgrote deel komen deze rassen ook voor op de Gemeenschappelijke rassenlijst voor de landbouwgewassen van de EEG. Verder zijn ook rassen opgeno men die in verschillende andere lan den binnen en buiten Europa gedurende de laatste jaren werden geteeld. Nieuw zijn, ten opzichte van de Ge niteurslijst 1981/82, de beschrijvingen van 109 rassen die sinds kort in binnen- of buitenland tot het verkeer zijn toegelaten, terwijl 237 rassen niet meer zijn beschreven omdat ze öf niet meer van betekenis zijn óf omdat de Bij een fosfaat-rijenbemesting in bo nen en mais moet u er voor zorgen dat deze 5 cm naast de rij en 2 a 3 cm die per wordt gezaaid. Het gewas kan dan SNEL over deze noodzakelijke voe dingsstof beschikken. Voor mais is een NP-meststof het meest geschikt. Geef maksimaal 30 kg N als rijenbemesting. Fenmedifam werkzame stof van Betanal) zal onder verschillende merknamen en formuleringen in de handel zijn. Het is niet bekend of menging met bijvoorbeeld Goltin of Tra mat zonder meer kan. Voorzich tigheid hiermee is dus geboden. Ale- gro kan volgens de fabrikant wel gemengd worden verspoten. In erwten, bieten, vlas en blauwmaan- zaad kan trips flink schade aanrich ten. Zowel TIJDENS de opkomst als daarna kan bij droog, schraal weer een aantasting optreden. De blad- beschikbare informatie erg gering is. Van ongeveer 770 rassen kan men in deze Geniteurslijst een beschrijving vinden; van 870 andere rassen is aan gegeven in welke Geniteurslijst ze voor het laatst zijn beschreven. Voor het eerst sinds de Geniteurslijst van 1962 is weer een tabel met de be langrijkste raseigenschappen van ruim 500 rassen opgenomen. De elfde Geniteurslijst zal zeker zijn weg vinden als naslagwerk voor aar dappelkwekers en anderen, die geïn teresseerd zijn in eigenschappen van aardappelrassen. De Geniteurslijst is bij vooruitbetaling verkrijgbaar voor de prijs van ƒ35, bij de COA, p/a RIVRO, postbus 32, 6700 AA Wageningen. Betaling kan geschieden door over schrijving op girorekening no. 988622 van de Gelders-Utrechtse Spaarbank te Bennekom t.g.v. rekeningnummer 93.55.09.488 (op strookje vermelden: voor toezending Geniteurslijst 1985). randkever in erwten, tuin- en veld- bonen bestrijden zodra aantasting op het blad wordt waargenomen. Kon- troleer uw gewassen regelmatig en neem zonodig direkt maatregelen. Ook voor rijenfrezen in aardappelen dient de grond voldoende DROOG te zijn. Dit om struktuurbederf en kluit vorming te voorkomen. Er zijn goe de ervaringen opgedaan met het SPOOR VOLGEND SYSTEEM. Een volgschijf op de frees loopt hierbij door de snede die een kouter op de pootmachine heeft getrokken. De rug komt dan eksakt midden-boven de rij. Bij knolselderij verdient het aanbeve ling de grond ruim vóór het planten klaar te maken. Bewerk de grond tot 8 a 10 cm diepte matig verkruimeld en goed vlak. Hierdoor ontstaat een vochthoudend plantbed. Voor de aanslag van de planten in een droge periode is dit van groot belang. 8 Vrijdag 2 mei 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 8