De maand mei op het Zuidwestelijk veebedrijf Bij voederwinning moet kwaliteit voorop staan! Varkenshouderij VERVOLG PAG. 12 Pluim veehouderij Grasland is op de rundveehouderijbedrijven een belangrijke bron van voederwinning. Jaarlijks wordt er een groot percentage gemaaid. Naast andere kuituurmaatregelen is maaien, mits op tijd, gunstig voor het behoud van een goede graszode. Met op tijd wordt bedoeld maaien in een juist stadium, het maaista- dium is natuurlijk afhankelijk van de bestemming. Het maakt ver schil of het gras wordt voorgedroogd, gekneusd of gehooid. Welke manier ook wordt toegepast, aan de kwaliteit van het uitgangsmateri aal moet prioriteit gegeven worden. Niet de hoeveelheid maar de kwaliteit moet altijd voorop staan. Het argument dat bij voordrogen in een jeugdig stadium minder opbrengst wordt verkregen is niet juist. Door vroeg maaien komt het perceel weer eerder vrijzodat een snede ekstra ge wonnen kan worden. Naast het tijdstip van maaien is het maai werk erg belangrijk. De kwaliteit hiervan wordt behalve door de tech nische uitvoering van de machine in belangrijke mate bepaald door de ge bruiker. Geen enkel foutief afgesteld maaigarnituur kan goed werk leveren. Het achterlaten van een te korte stop pel is nadelig voor de grasmat, ver traagt de hergroei en werkt uitbreiding van onkruiden, speciaal met name kweek in de hand. Een te lange stoppel daarentegen geeft ver laging van opbrengst. Een ideale stop pellengte is dan ook 5 a 6 cm. Na het maaien is een korte veldperi- ode van belang. Naarmate het aantal dagen korter is, neemt het weerrisiko en de voederverliezen af en komt de volgende snede eerder beschikbaar. Schudden duldt geen uitstel en moet direkt na het maaien gebeuren en de ze bewerking moet zo mogelijk dage lijks herhaald worden. Voor goed schudwerk geldt de voorwaarde dat de schudder aangepast moet zijn aan het maaigarnituur. Bij de eerste keer schudden is een rijsnelheid van 4 a 6 km gewenst en voor de volgende ke ren moet dat opgevoerd worden tot 8 a 10 km/uur. Eerder is er op gewezen dat een kor te veldperiode aanbeveling verdient. Als het voor te drogen produkt bin nen 3 a 4 dagen niet het gewenste dro gestofgehalte van 40% heeft bereikt dan is het raadzaam om toch in te kuilen en een toevoegingsmiddel te gebruiken. Voor het slagen van een voordroog- kuil is het verder noodzakelijk dat het produkt homogeen droog is. Groene en natte plukken veroorzaken schimmelvorming en kunnen broei tot gevolg hebben. Aan het inkuilen en afdekken moet voldoende aandacht besteed worden. Wanneer dit te wen sen overlaat dan gaan vele vooraf uit gevoerde werkzaamheden voor een groot gedeelte verloren. Tijd en moei te aan inkuilen besteed wordt dubbel en dwars beloond. Opfok van kalveren Over de hygiëne bij het afkalven en de belangrijkheid van de eerste opfok van het jonge kalf is al herhaalde ma len geschreven, zodat dit onderwerp beperkt blijft tot de verdere opfok. Momenteel hebben de meeste kalve ren de melkperiode achter de rug en verblijven in de jongveestal. In de jongveestal kunnen de dieren op 2 manieren gehuisvest worden, te weten: a) in ligboxjes, al of niet met roosters in de loop- en ligruimte b) op roostervloeren Afhankelijk van het stalklimaat ver dient het aanbeveling in het begin een ligbed van stro op een gedeelte van de roostervloer te leggen. Goede re sultaten zijn te verkrijgen door onder het stro een laag plastik, voorzien van gaatjes, voor gierafvoer, aan te bren gen, zodat geen stro door de roosters wordt getrapt. Voeding Uitgaande van een goed ruwvoerrant- soen kan de hoeveelheid krachtvoer na 3 maanden geleidelijk aan vermin derd worden en na 8 maanden ach terwege blijven. Snijmais is een hoogwaardig voer, maar moet aan jonge dieren slechts met mate worden verstrekt om vervetting te voorko men. Mais is arm aan eiwit en mine ralen en een gevarieerd rantsoen strekt dan ook tot aanbeveling. Verzorging Op bedrijven die met longwormen besmet zijn en waar de kalveren in- geschaard worden moeten deze op een leeftijd van minstens 6 weken geënt worden. Na 4 weken wordt de enting herhaald en na de laatste behandeling moeten de dieren nog 2 weken op stal blijven. Een hoge luchtvochtigheid is ongunstig voor de gezondheid van het kalf. Het is een vereiste dat een geï soleerde stal goed mechanisch geven tileerd kan worden, maar mag geen tocht veroorzaken. Een ongeïsoleer de ruimte met natuurlijke ventilatie is eveneens goed mogelijk. De keus aar u, maar zorg in ieder geval voor eer frisse, tochtvrije ruimte. Verder is het belangrijk dat de leeggekomen box jes direkt grondig gereinigd en ont smet worden en eens per jaar geldt dat ook voor de gehele opfokstal. bedrijfsvoorlichter is op verzoek graag bereid om u met raad bij te staan. Verbetering van rundveestallen Voor velen is het een gelukkige om standigheid dat de stalperiode wq9ï tot het verleden behoort. De moeilijk heden van werken en de gebreken of tekortkomingen aan de stal liggen nog vers in het geheugen. Het is nu zaak om zich te beraden wat er tijdens de weideperiode verbeterd moet worden. Als de veldwerkzaam- heden minder druk zijn kan de vrij komende tijd goed aan eventuele verbouw besteed worden. De gezondheid van onze varkens staat voortdurend onder druk door de aan wezigheid van ziektekiemen. De be langrijkste infektie-oorzaak is insleep van ziekte. Willen we onze varkens gezond houden dan is het noodzake lijk dat we ongewenste bezoekers (personen - huisdieren - ongedierte) zoveel mogelijk uit de stallen weren om ziekte-insleep te voorkomen. Grasland is nog steeds de belangrijkste bron van voederwinning. Bij de start van de ruiperiode wordt 8 uur licht per dag gegeven. van het feit dat voor toepassing na opkomst nog geen middelen zijn goedgekeurd in deze teelt, is op de proefvelden al verschillende jaren ge bleken dat na opkomst nog geen mid delen beschikbaar zijn, die geen schade veroorzaken. Houdt daarom het tijdstip van afbranden goed in de gaten, er staat vaak meer onkruid dan u denkt. Veldbonen Ook bij veldbonen kunnen de bla drandkevers, indien ze niet tijdig bestreden worden, groeiremming ver oorzaken. Een bestrijding met 11/2 1 parathion kan dan worden uitge voerd. Als de veldbonen een ge waslengte van 3-10 cm. hebben, kan op een droog gewas, en vochtige grond 2-3 1 Ivosit worden gespoten. Bij een lengte van 5-10 cm kan Basa- gran ingezet worden. Bij ±15 cm. kan men de kombinatie Basagran Ivosit toepassen. Deze mag men al leen als onderbladbespuiting toepas sen omdat een volveldstoepassing teveel schade kan geven. Knolselderij De beste planttijd voor knolselderij is de tweede helft van mei. De plant- diepte moet zodanig zijn, dat het hart van dit plantje juist niet onder de grond zit. Te diep planten betekent groeivertraging en te ondiep planten bemoeilijkt de aanslag. Van groot be lang is, dat de plantjes voldoende groot zijn, d.w.z. een wortelhals van enkele mm.'s en goede wortels. Bere gening na planten geeft een grotere ze kerheid voor de aanslag van de planten. Knolselderij is weinig chloor- gevoelig. In het begin van de groei periode kunnen luizen ernstige zuigschade veroorzaken. Kontroleer regelmatig de hartblaadjes van de plant. Voer tijdig een bestrijding uit met dimethoaat of parathion. Houdt ook van het begin af het ge was in de gaten i.v.m. het optreden van bladvlekkenziekte. Dit kan n.l. al zeer vroeg optreden. Gebruik (afval-) grond uit de aardap pelbewaarplaats om sloten op te vul len of dammen te verbreden enz. Breng het in géén geval terug op het bouwland. Ing. N.J.C.M. Kerckhaert Ga eens kritisch na wat er bij u aan de koestal mankeert, denk eens aan het melken, mestafvoer en -opslag, standplaatsen, speenbetrappen, voer- opslag en dergelijke. Vaak kleven er ook tekortkomingen aan de jongveestal. Praat eens met een kollega die veranderingen heeft aangebracht en ga er eens kijken. Neem tijdig initiatieven, zodat voor de komende stalperiode de nodige voorzieningen zijn aangebracht. De Tijdens het opstellen van dit arti kel was de verwachting dat de zaai- en pootwerkzaamheden spoedig uitgevoerd konden wor den. Dit is echter maar ten dele gelukt. Voor de nog niet gezaaide of gepoote percelen is het vorige artikel van de maand (april nog steeds aktueel. De varkenshouderij werd enkele we ken geleden opgeschrikt door een uit braak van Afrikaanse Varkenspest. Deze ziekte kan bij verdere versprei ding funest zijn voor onze varkens houderij. Het is daarom van het allergrootste belang om alle mogelij ke preventieve maatregelen te nemen zoals: - geen toegang voor onbevoegde personen - schone bedrijfskleding en schone laarzen voor noodzakelijke bezoekers - laat chauffeurs en verladers niet in de stal komen, maar ga zelf ook niet in de veewagen - plaats een ontsmettingsbak met werkzame ontsmettingsvloeistof bij de ingang van de stal - laat geen honden en/of katten in de stallen Verspreiding kan ook geschieden door ongedierte. Zoals reeds eerder geschreven is een goede hygiëne op het bedrijf een eerste vereiste. Afval in en bij de stal is vooral voor muizen en ratten een goede schuil plaats. Bestrijdt deze dieren door o.a. muizen- of ratten-voerkisten. Ook is een in de isolatie geschroefde 'jam pot' een zeer goed systeem. Houdt uw erf en stallen schoon, an ders heeft bestrijding ook geen zin. Ook vliegen brengen gemakkelijk ziektekiemen over. Het is nü de juiste tijd om met de bestrijding te begin nen. Een eerste vereiste is dat er een goede algehele hygiëne op het bedrijf is. Daarna is het van belang dat er re gelmatig zowel vliegen als maden bestreden worden. Een goede metho de is om na het reinigen van een af deling madendood te strooien. Indien een mestvaalt aanwezig is, dan is een regelmatige bestrijding nood zakelijk, om bij warm weer geen vlie genplaag te hebben. Gebruik regelmatig een ander middel met een andere werkzame stof. Lees goed de gebruiksvoorschriften en pas deze ook toe, zodat het bestrij dingsmiddel goed en effektief alleen de vliegen en de maden doodt. De uitvoering van het ruien bij leghennen De afgelopen keer ben ik ingegaan op een aantal voor- en nadelen van het ruien; nu meer over de rui-periode zelf. Zoals ik in de vorige keer al schreef is de havermethode de meest juiste methode om kippen in de rui te bren gen. In het verleden (en sporadisch nu nog) werd de zogenaamde onthou dingsmethode toegepast. Hierbij krij gen de dieren een bepaalde tijd geen voer en water. Dit is een erg dier onvriendelijke methode. Bovendien is gebleken dat met de havermethode een effektieve rui bereikt wordt. Bij de havermethode wordt met na me aan twee faktoren aandacht ge schonken: de voerverstrekking en het lichtregime. Voerverstrekking Gedurende de eerste 12 dagen wordt onbeperkt (gepunte) haver gegeven. Gemiddeld wordt ongeveer 30 gram per dier per dag opgenomen, zodat per kip op ongeveer 250 gram gere kend moet worden. Vanaf dag 13 wordt weer begonnen met het ver strekken van volledig legmeel. Eerst wordt 40 gram per dag gegeven, een week later ongeveer 50 gram. Is men door het voersysteem niet in staat om dergelijke hoeveelheden af te pas sen, dan kan men ook om de andere dag een dubbele portie geven. Vanaf de 27e dag wordt de hoeveelheid ge leidelijk opgevoerd naar onbeperkt. Deze geleidelijke toename van 0 gram tot onbeperkt is nodig om de kip niet te forceren. Hierdoor wordt voorko men dat het legapparaat beschadigd zou worden. Water wordt tijdens de gehele periode normaal verstrekt. Lichtregime Bij de start van de rui-periode wordt 8 uur licht per dag gegeven. Dit blijft de eerste 3 weken zo, de 4e week wordt 9 1/2 uur licht gegeven. Ver volgens wordt per week 1 1/2 uur licht bijgegeven, totdat weer 14 uur licht per dag gegeven wordt. Dit is bij daglichtstallen vaak niet te realiseren. Hier moet bij het begin van de rui al leen de natuurlijke daglengte aange houden worden. Vanaf 10% produktie kan deze daglengte eventu eel geleidelijk opgevoerd worden, zo dat bij 50% produktie minimaal 14 uur licht gegeven wordt. Bij een dergelijke rui zal de produk tie na ruim een week geheel stoppen. 6 weken na het begin van de rui ligt de produktie op ongeveer 50%. Af hankelijk van de resultaten in de eerste legperiode kan een produktie van 75-80% bereikt worden. A. v. Haperen, CR Tilburg ing. B. Meeuwissen en ing. D. Pullen, CVP Tilburg Vrijdag 2 mei 1986 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 13