Boeren lopen nog niet warm voor
mestpasjes
Wintertarwe moet benen krijgen...
Milieuwetgeving sterker dan landbouwwereld
De wintertarwe ontwikkelt zich traag
Is een laat voorjaar
wel zo ongunstig?
Gewasbescherming met warm water
geeft besparing...
Mei-regen
April doet wat hij wil. In MIDDEN-
EN OOST-BRABANT staan de
werkzaamheden op een laag pitje. Al
lereerst de vrij koude februarimaand,
gevolgd door een vrij droge periode
in begin maart. Het heeft bijzonder
lang geduurd, voordat de vorst uit de
grond was. Praktisch geen neerslag.
Eind maart naar verhouding veel
neerslag. In Midden- en Oost-Brabant
is het momenteel bijzonder nat op het
land. Door de agrariërs moet afge
wacht worden totdat het land vol
doende is opgedroogd, voordat de
werkzaamheden hervat kunnen
worden.
Omstreeks 20 maart is in Oost-
Brabant de temperatuursom van 180°
bereikt. De slechte weersverwachtin
gen op korte termijn heeft veel boe
ren doen besluiten de stikstof (N) in
de zak of de silo te laten zitten.
Achteraf bekeken, na de overvloedi
ge neerslag, is de beslissing om niet
te strooien, misschien de minst slechte
geweest.
De graszode heeft de afgelopen maan
den flink schade opgelopen. Het is af
wachten, of de hergroei van de zode
voldoende tot z'n recht komt.
Het is in ieder geval zeker, dat het vee
dit voorjaar laat de weide ingaat. De
temperaturen zullen flink moeten stij
gen en het klimaat moet aanzienlijk
verbeteren.
In de eerste helft van maart zijn de
eerste mestpasjes uitgereikt in het ka
der van de provinciale Noord-
Brabantse Verordening betreffende
de mestwetgeving. Druppelsgewijs
worden deze pasjes naar de agrariërs
en de andere belanghebbenden gezon
den. De boeren lopen niet zo hard van
stapel. Officieel treedt deze regeling
per 1 april '86 in werking. De meeste
agrariërs schrijven niet meer dan
strikt noodzakelijk. Voor een optima
le bedrijfsvoering in deze moderne
tijd is de registratie een belangrijk
hulpmiddel.
Voor de veehouders (mestoversthot-
ten) is de registratieplicht ingevoerd
om een redelijk inzicht te krijgen, wat
er gebeurt met de aanwending van de
mestoverschotten.
Afrikaanse varkenspest
Tijdens het lange Paasweekeinde
werd varkenshoudend Nederland op
geschrikt door een uitbraak op 2 be
drijven in Zuid-Holland van de
'gevreesde Afrikaanse varkenspest'.
Een jaar geleden dreigde een derge
lijke Afrikaanse varkenspestaanval
zich uit te breiden vanuit het Westen
van België naar Noord-Brabant.
Dit is een gebied met een hoge var
kensdichtheid. Na snel en gericht in
grijpen is het toendertijd tot een
relatief klein gebied beperkt gebleven.
Ook in Nederland heeft men nu snel
en gericht ingegrepen met als gevolg,
naar verwacht wordt, afdoende maat
regelen.
Als mogelijke veroorzakers van deze
'varkenspestgevallen' worden de z.g.
'kliekbedrijven' aangewezen. Deze
bedrijven voeren etensresten van de
z.g. 'groothuishoudingen' o.a. zie
kenhuizen, bejaardenhuizen, hotels
e.d. Deze produkten dienen volgens
overheidsrichtlijnen te worden behan
deld. Naleving van de voorschriften
is voor de Overheid een moeilijke
zaak. Onlangs is door de Overheid
besloten het voeren van de z.g. 'kliek'
te verbieden.
De Overheid wil de risiko's voor het
uitbreken van allerlei besmettelijke
ziekten tot een minimum beperken.
Volgens opgaven van het Produkt-
schap voor Vee en Vlees heeft de on
langs uitgebroken varkenspest in
West-Nederland al voor enkele mil
joenen guldens schade aangericht aan
de varkenshouderij in z'n algemeen
heid door allerlei eksportmaatregelen
van diverse landen binnen de EG en
daarbuiten.
De jaargetijden hebben ook in het
LAND VAN ALTENA EN BIES
BOS zijn loop volgens de kalender.
De lente is begonnen. De winter had
nog een februarimaand met veel
vorst, met veel ijs en ijsplezier. Bij de
dooi hebben we weinig regen gehad,
dus de struktuur is prachtig gebleven,
maar bij het voorjaar behoren ook de
'maartse buien'.
De voorjaarswerkzaamheden zullen,
nu het zo koud en tamelijk nat is, nog
wat uitgesteld moeten worden. Maar
geduld is een schone zaak, want een
slechte struktuur door een verkeerde
of te vroeg gestarte bewerking kan een
faktor zijn van een verminderde op
brengst.
De opvattingen die de boer heeft over
zijn produktie en zijn mogelijkheden
om een goede prestatie te leveren ten
einde zijn bedrijf ekonomisch te
handhaven botsen wel erg met de
maatregelen van de EEG, die soms
zeer schrijnend zijn voor onze agra
rische bevolking.
De samenwerking in de EG wordt van
vele kanten bedreigd, nl. door inter
nationale maatregelen en geldkoersen
van de verschillende overheden. De
Duitse regering - er zijn daar deze her-
fstverkiezingen - heeft verschillende
nationale maatregelen in petto, ten
gunste van de eigen landbouw.
In Frankrijk is een nieuwe minister
van Landbouw, die al uitspraken
heeft gedaan die het ergste doen vre
zen voor de werking van de EG.
De meststoffenwet is voor bepaalde
streken in ons land een noodzaak,
maar wel een grote kostenfaktor, en
er wordt voorbijgegaan aan gebieden,
waar deze wet overbodig is. Geen
voorbeeld om onze agrarische wereld
in mildere stemming te brengen.
Deze milieuwetgeving is schijnbaar
sterker dan onze landbouwwereld.
Ook de pachtverhoging betekent voor
de pachtbedrijven een hogere uitga
ve. Maar deze verhoging is maar een
deel van de uitgaven voor verpleging,
bemesting en oogst van het gewas.
Het verschil met boeren die grond aan
moeten kopen en die door de pacht-
kamer wordt geschat, is toch groot
vergeleken met de verpachte grond.
Het areaal pachtgronden gaat elk jaar
achteruit en dat is in onze ogen geen
goede zaak. Oplossingen voor vele
problemen, die nu op ons af komen
- dit voorjaar nog in sterkere mate -
vragen veel overleg en stuurmans
Het is nu begin april en op het mo
ment dat dit geschreven wordt is er
praktisch nog niets gezaaid of geplant
op ZUID-BEVELAND. Er wordt be
weerd dat dit een goed 'middel' tegen
de overschotten is, mits uiteraard
iedereen in Europa een laat voorjaar
kent. Daar ziet het, wat onze naaste
buren betreft, wel naar uit.
Er is op Zuid-Beveland echter toch al
wat gezaaid. Dit is gebeurd tijdens de
laatste dag van de vorst. Over de vorst
was hier en daar al wat groenbe-
mesting gezaaid. De zomergerst die
toen gezaaid is, staat al boven, de
plantuitjes die op verschillende plaat
sen ook al geplant waren nu nog niet.
Door het aanhoudend te koude weer
ontwikkelt de wintertarwe zich traag.
Rasverschillen zijn nu duidelijk zicht
baar. Soms echter ook de omstandig
heden waar onder ze ingezaaid zijn.
De stikstof voor de eerste gift ligt er
in de meeste gevallen al wel op en die
is door die regen niet verdwenen. Het
wortelstelsel van de tarwe plant moet
8
zich nog wat ontwikkelen om het vol
ledig te benutten. Hiervoor hebben we
toch wat temperatuur nodig. Als dat
er dan is verloopt het ook allemaal
zeer snel.
De studieklubs op Zuid-Beveland zul
len hun programma voor het komen
de seizoen ook wel weer rond hebben.
Voor diegene die zich nog niet uit
gesproken hebben voor een bepaald
gewas zal dit nog wel mogelijk zijn.
Het is altijd interessant om met je kol
lega's te praten over een bepaald ge
was en te vragen waarom de één het
zo doet en de ander weer op een an
dere manier. Van elkaar kan je veel
opsteken.
Tot slot van dit korte stukje wil ik er
op wijzen dat te vroeg beginnen met
zaaien en poten veelal funest is. Bo
venop lijkt het dan meestal wel goed
maar als je even in de grond wroet
valt het in de regel tegen. Afgaande
op de ervaringen uit 1983, toen er in
mei pas gezaaid en gepoot is, kon er
in die korte periode nog heel wat
groeien op Zuid-Beveland.
De ruimtelijkheid van de polders in
de WESTHOEK is nog winters, eve
nals de temperatuur. Op deze zondag
6 april blaast een koude noordooster
rond de boerderij. Weinig aangenaam
om buiten te vertoeven. De zon is ver
dwenen achter een keten van wolken,
waar weinig ruimte is voor blauw.
Geen blauw, geen zon. Deze zelfde
Noordooster zorgt er toch voor dat
een blos over de velden komt te lig
gen. Helemaal grijswit is het nog niet
dus weten we: geduld en nog eens
geduld.
Al met al wordt het een laat voorjaar.
Want de ruimte die onze polders nu
nog geven komt door de bomen die
nog steeds kaal en naakt aan de dijk
staan. Eigenlijk moeten we blij zijn
dat de Blaadjes nog keurig opgevou
wen onder het schutblad zitten, want
dit voorjaar heeft wel ekstra veel wind
gegeven. De storm zou immers het
jonge groen in dor zwart veranderd
hebben.
Na het weerpraatje, zullen we prak
tijk moeten schrijven. Hoewel dat
weer, wel heel, heel belangrijk is voor
een boer. Je staat er mee op, je ga er
mee naar bed. Het kan de oogst ma
ken en breken en bovendien de prijs
beïnvloeden, dus is het niet zo won
derlijk dat een praktijkschrijver altijd
met een paar regels over dat weer
begint.
Bovendien moet vermeld dat in de
polders niets maar dan ook helemaal
niets is gebeurd.
Nog steeds kijken de ploegsnedes je
aan. Het gras is wat groener gewor
den en hier en daar zijn flinke water
partijen waar het water heel langzaam
uit verdampt. Teken dat de grond ver
slempt en niets doorlaat. Er mankeert
zo links en rechts nogal wat aan de
graszaadblokken. De ene afgelopen
zomer geploegd en gezaaid, zaad te
droog gelegen, grote kale stukken
grond.
De ander gekultivaterd, gezaaid,
prachtige opkomst vertoont nu water
partijen waar alleen de eenden blij
mee zijn.
De karwij begint ook te groenen en
met een beetje warmte kan hij won
deren doen.
Dat de wintertarwe nog niet hard
groeit is geen ramp, dit gewas moet
benen krijgen.
Wel laat wordt het voor de pootuit-
jes en de pootaardappels voor poot-
goed moeten in de grond. Tegen het
weer is niet te vechten en wie zal ons
zeggen wat we moeten wensen. We
hebben het jaar '83 nog vers in het ge
heugen en anders kijken we maar eens
in onze belastingpapieren.
Deze week een lepel gekregen om er
een schepje bovenop te doen. Tegen
strijdige adviezen dus. De praktijk is
dat we toch weer zullen proberen om
het zo goed mogelijk te doen, om toch
een boterham te verdienen.
kunst.
In de aanvang van dit stukje wordt de
lente genoemd. Dat dit jaargetijde ons
allen mag bekoren met ontluikend
groen en bloemen, en dat we ondanks
vele moeilijkheden mogen genieten
van een prachtig voorjaar!!
Het wordt zo langzaam aan ook op
SCHOU WEN-DUIVEL AND een
laat voorjaar. Laat zaaien of poten
betekent minder groeidagen en nor
maal gesproken een lagere opbrengst.
Als men nu in de rest van Nederland
en in Europa ook maar laat zaait be
perkt dit misschien de produktie. Als
dit doorwerkt in hogere prijzen dan
is het inderdaad zo slecht nog niet dat
we laat 't land in kunnen.
Vele boeren hoor je dan ook zeggen
dat een laat voorjaar een goed jaar
wordt. Laten we hopen dat dit ook zo
is want op een goed jaar zitten we
dacht ik allemaal te wachten.
Hoewel het dus al bijna half april is
valt er over de werkzaamheden op het
land nog weinig te vertellen. Eind vo
rige week zijn er nog wat plantuien de
grond in gegaan. Hier en daar is nog
een perceeltje geploegd en op de vee
bedrijven zijn diverse percelen gras
land doorgezaaid.
De koeien zullen dit jaar laat naar
buiten gaan wat weer ekstra voer
kosten en ekstra werk met zich mee
brengt.
Ook de drainreinigers zijn weer van
stal gehaald om voor het groeiseizoen
nog snel even de buizen door te
spuiten.
De grote hoeveelheden regen gaven de
afgelopen weken toch weer aanleiding
tot piasvorming op sommige percelen.
Je ziet dan direkt het belang van een
goed waterafvoer weer eens.
Nu we het toch over water hebben,
vergeet u niet de voorlichtingsbijeen
komsten van het waterschap te bezoe
ken! Een optimaal peilbeheer, dus
zowel afvoer als aanvoer van water,
is voor de landbouw erg belangrijk.
Zorg dat u hierover inspraak houdt
en kom naar de vergadering. Veel ver
gaderingen zijn er de laatste tijd (ge
lukkig) niet meer zodat dit voor de
meeste geen ekskuus hoeft te zijn om
niet te komen.
Verregende Paasdagen en een
koude Paasvakantie was het beeld
van het weer aan het eind van de
maand maart en van het begin van
de maand april. Maart roerde zijn
staart en april kan nog doen wat
hij wil. Toch komt de lente al weer
dichterbij, want de eerste zwaluw
is al weer in ons gewest gesigna
leerd* Als de zwaluwen terugko
men uit het zuiden, gewoonlijk
half april, is het lente. De boeren
zien ze graag nestelen in hun
schuur, want zij brengen voor
spoed aan. Niemand zal het hier
in zijn hoofd halen om een zwa
luw dood te maken, terwijl ze in
het .Middellandse zeegebied bij
duizenden worden gevangen en
opgegeten. Tegen eind september
en begin oktober trekken de zwa
luwen hier in grote zwermen weg
en zoeken tot in Afrika naar war
me oorden die rijk zijn aan insek-
ten. Typisch is, dat we in het
najaar de zwaluwen wel in grote
groepen zien vertrekken, maar in
het voorjaar worden we door
slechts enkele eksemplaren verrast
die dan hun oude plekje tegen de
overstekken van de schuur weer
weten te vinden. Eén zwaluw
maakt echter nog geen lente, maar
er volgen er meer en dus staat ons
veel goeds te wachten.
De bïiitentemperatuur is nog aan
de lage kant en vooral de nachten
zijn erg koud. Voor een optimum
kiemingstemperatuur moet de
thermometer nog omhoog. Vorig
jaar zijn veel bieten pas rond 24
april gezaaid en die hebben toch
topopbrengsten gegeven. Toen
hebben we geleerd, dat alles niet
op de zaaidatum vast zit, maar dat
er meerdere faktoren een rol spe
len in het groeiproces der planten.
Konsumptieaardappelen gepoot
rond 20 april of rond 20 mei ma
ken in opbrengst geen verschil,
maar wel in knolvorm. Wanneer
de grond goed droog is, kunnen
we met een oude versleten egge
prima aardappelland klaarmaken.
Is de grond echter te nat, dan heb
ben we zeer moderne apparatuur
en zeer veel pk's nodig en dan nog
is het pootland niet naar de zin
van de teler. Mooie en grove aard
appelen groeien alleen maar in
een prima struktuur. Hoe vrucht
baarder de bodem is en hoe beter
bewerkt, hoe minder zaad men
nodig heeft. Genoemd 'beter be
werkt' heeft ook het voordeel, dat
we minder zaadonkruid hebben te
verwachten en dat spaart heel wat
aan gewasbeschermingsmiddelen.
Geleerden hebben becijferd van
soms meer dan de helft. Bij hoge
re temperaturen gaat de kieming
vlugger, de groei vlotter en werken
de chemische middelen beter.
Wanneer moeder de vrouw kookt
en ze zet iets meer por op het
gasstel, dan is de pap vlugger ge
kookt. Met de chemie is het even
zo en daarom is het niet te
begrijpen, dat de landbouw de ge
wasbescherming met bijna ijskoud
water uitvoert. Met de helft van
het water, maar dan van hogere
temperatuur valt misschien wel
heel wat aan gewasbescher
mingsmiddelen te besparen. Mo
menteel moet onze generatie het
hebben van de besparingen en niet
van de prijzen.
Wie graag sterk wil zijn en groot,
groeien wil ter dege,
loopt maar met zijn hoofd
ontbloot,
in den zoelen regen.
Wees niet angstig voor een spat,
fris er in gesprongen,
vrees niet voor een drup of wat,
de groei is zo begonnen.
Zie de blommetjes maar aan,
hoe ze 't buitje drinken,
kijk maar goed, hoe op de blaan,
al die druppels blinken,
in dat lekkre zoele nat,
ligt des hemels zegen,
daarom boer geduld nog wat,
loop 'reis in de regen.
Vrijdag 11 april 1986