Landbouwtelling 1986
over geld
en goed
Verpleging door echtgenoot:
geen ziektekosten
De loonkosten van een werknemer
op een land- of tuinbouwbedrijf
Indexcijfers bouwkosten
De vraag wat.de wekelijkse of jaar
lijkse loonkosten van een werknemer
op een land- of tuinbouwbedrijf zijn,
komt de laatste tijd meer en meer
naar voren. Tot nu toe vroeg men
meestal wat de werknemer "schoon
op de hand per week" kon verdienen.
De hoogte van de jaarlijkse loon
kosten aan de hand van het boek-
houdrapport, gaf dan wel eens
schrikreakties, aangezien in veel ge
vallen de jaarcijfers bij het begin van
een volgend boekjaar niet direkt be
schikbaar zijn. Aan de hand van de
gegevens van de collectieve arbeids
overeenkomsten en sociale lasten kan
men nagaan wat de wekelijkse- en
jaarlijkse loonkosten voor de werk
gever zijn. Voor het gemak wordt nu
uitgegaan van de CAO voor de
Akker- en Weidebouw- en Veehoude
rij (AWV)-periode 1 maart 1985 tot
en met 28 februari 1987. Er wordt ge
kozen voor een werknemer die inge
deeld is in funktieklasse IV, 0
funktiejaren, leeftijdsgroep 22 t/m 64
jaar. In deze omvat de werkweek 5
dagen van 7 uur 36 minuten ofwel 38
uur: op jaarbasis 1976 uur.
De vaste werknemer ontvangt 8,25%
vakantietoeslag over het brutoloon.
De losse werknemer krijgt hiervoor
een vakantiebon per dag of per week,
die bij het loon gevoegd wordt en
voor 60% is belast voor de sociale
premies. De werkgever dient over dit
bruto-loon inclusief vakantietoeslag,
-bon een werkgeversaandeel in de so
ciale lasten te betalen, wat afgedragen
dient te worden aan de Regionale
kantoren van de Agrarische Sociale
Fondsen (A.S.F.) (incassobureau
voor de sociale premies).Voor de
AKW, AAW, AWBZ, WW, ZW,
ZFW, dient 25,20% te worden be
taald voor vaste, en 29,15% voor los
se werknemers. Agrarische
werknemers kunnen onder bepaalde
voorwaarden vervroegd uittreden.
Deze regeling wordt ook door het
A.S.F. uitgevoerd onder verantwoor
delijkheid van de Stichting Uittreding
Werknemers Agrarische Sektoren
(Suwas), waarvoor de werkgever
2,90% van het jaarloon betaalt.
Ten behoeve van de Stivos-heffing be
taalt de werkgever 0,25% (Stichting
voor Onderwijs en Scholing). Met in
achtneming van een vrije voet, fran
chise, van ƒ91per dag, ƒ455,— per
week of ƒ23.660,— op jaarbasis
wordt voor de WAO 0,05% door de
werkgever betaald. De premie voor
het Bedrijfspensioenfonds voor de
Landbouw (BPL) bedraagt 13,3%
met een franchise van ƒ86,per dag,
ƒ430,per week of ƒ22.360,per
jaar. Ook deze premie komt geheel
voor rekening van de werkgever.
Overzicht berekening loonkosten per 1 jan. 1986 CAO/AWV 85-87.
Funktieklasse IV, 22 t/m 64 jaar, 0 funktiejaren 38 u.p.week
Bruto weekloon
Vak.toeslag 8.25%
Vak.bon. 60% v^139
Premiepercentages
vast
586,50
46,90
los
582,50
83,40
A.S.F.
25,20
155,08
29,15
194,11
SUwas
2,90
17,85
19,31
Stivos
0,29
1,54
1,66
W.A.O.
0,05
Franchise
455,
0,08
Franchise
518,50
O
BPL
13,30
Franchise
430,—
24,65
31,37
Subtotaal
Vak.bon 40% niet belast
Totale loonkosten p.week
Totale loonkosten jaar
42.359,20
199,20
814,60
246,52
55,60
968.02
Uit dit gegeven kan worden opge
maakt dat de werkgever boven het
bruto loon ƒ313,74 of wel 311 ex
tra aan lasten dient te betalen.
Belangrijk voor een werkgever is om
te weten hoeveel uren een vaste werk
nemer beschikbaar is voor zijn be
drijf. Op basis van de rechten,
voortvloeiend uit de CAO/AWV,
heeft de vaste werknemer 25 vakan
tiedagen en behoeft er niet gewerkt te
worden op algemeen erkende christe
lijke feestdagen (nieuwjaar, 2e paas
dag, hemelvaartsdag, 2e pinksterdag
en le en 2e kerstdag), de dag waarop
de verjaardag van de koninging wordt
gevierd, op Goede Vrijdag, op bid- en
dankdagen, alsmede 1 mei indien en
voorzover de werknemer er prijs op
stelt deze als gedenkdag(en) te vieren.
Ook dient vrijaf te worden gegeven
met behoud van loon bij o.a. huwe
lijk, overlijden van naaste familie enz.
(zie art. 41 CAO/AWV). Tellen wij
al deze dagen op, dan komt men mi
nimaal op 35 dagen die vrijaf gege
ven moeten worden voor vaste
medewerkers met behoud van loon
ofwel 266 uren. Het aantal beschik
bare uren voor het bedrijf bedraagt
dan 1976 u - 266 u. is 1710 u.
(5-daagse werkweek) of in de veehou
derij 2237 u - 266 u. is 1971 uur.
Aan de hand hiervan kan worden be
paald wat de totale kosten per uur
zijn, nl.
ƒ42.359,20 1710 ƒ24,77 of
ƒ52.464,88: 1971 ƒ26,62 (inklusief
weekend uren).
zetten wij de kosten van de losse
werknemer tegenover die van een
vaste werknemer dan ligt het even
wicht bij 43.75 weken.
Aan de diskussie los/vast dienst
verband zullen wij nu voorbij gaan.
Al met al is het een goede zaak dat
de werkgever weet wat de kosten zijn
die gemaakt moeten worden bij het in
dienst nemen van een werknemer.
Overeenkomstig deze opzet bedragen
de kosten voor een vaste c.q. losse
veehouderijwerknemer met een ar
beidstijd van 2237 u. (voorheen 2341
u.) per week-jaar:
vast los
Brutoloon 695,20 712,70
Totale loonkosten 1.008,94 1.157,67
Op jaarbasis 52.464,88
In bepaalde gevallen kunnen betalin
gen die een man aan zijn vrouw ver
richt in aanmerking komen als
aftrekbare kosten.
Het dient dan te gaan om werkzaam
heden die de 'normale echtelijke hulp
en bijstand' te boven gaan en dat er
ook werkelijk betaald wordt. Zo werd
indertijd een hoogleraar toegestaan
betalingen die hij aan zijn vrouw deed
in verband met werkzaamheden die
zij voor hem verrichtte als aftrekba
re kosten aan te merken.
In de sfeer van de buitengewone
lasten blijkt dit niet zo gauw te
kunnen.
In een procedure die werd gevoerd tot
de Hoge Raad bleek het volgende: een
multiplesclerose-patiënt wordt door
zijn vrouw verpleegd.
Zij is gediplomeerd verpleegkundige
en moet met het oog op het verple
gen van haar man haar volledige baan
omzetten in een part-time betrekking.
Het echtpaar is gehuwd onder het ma
ken van huwelijkse voorwaarden be
staande uit een uitsluiting van de
wettelijke algehele gemeenschap van
goederen.
De man betaalt haar een vergoeding
die gelijk is aan het bedrag dat hij aan
een partikuliere verpleegster zou moe
ten betalen. Nadat de Inspekteur een
verzoek om de betalingen te mogen
aanmerken als buitengewone lasten
had afgewezen kwam de zaak voor
het Hof.
Het Hof is van mening dat het gebrui
kelijk is en in overeenstemming met
de in ons land algemeen geldende op
vattingen dat de echtgenoot van een
ernstig zieke zich op grond van zijn
persoonlijke relatie met die zieke ge
dwongen voelt hem zoveel dat in zijn
vermogen ligt te verplegen en te ver
zorgen; dat de aldus verleende hulp,
naar welhaast aan een ieder uit de
praktijk des levens bekend is, in het
bijzonder bij thuis verpleegde onge
neeslijke zieke of oudere en hulpbe
hoevende personen zeer intensief kan
zijn en ook eenvoudige verrichtingen
in de medische sfeer kan omvatten.
Dergelijke hulp blijft evenwel binnen
het kader van de tussen echtgenoten
gebruikelijke wederzijdse hulp en
bijstand.
Dit geldt ook als de echtgenoot toe
vallig verpleegkundige is.
De Hoge Raad is het met deze rede
nering eens.
Hoewel er een tendens waarneembaar
is om patiënten zo lang en zoveel mo
gelijk thuis te verplegen, is de fiskus
nog niet direkt bereid om met de hier
uit voortvloeiende gevolgen rekening
te houden.
M.J. Robijn
EEG-steunregeling voor vlas,
oogst 1986
Evenals vorige jaren zal voor de pro-
duktie van vlas een steunbedrag wor
den verstrekt voor in Nederland
geteeld en geoogst strovlas.
Om hiervoor in aanmerking te komen
dient door de teler, de verhuurder van
zaaiklaar land en de huurder van zaai-
klaar land, aangifte te worden
gedaan.
Voor telers/verhuurders van vlas, die
bij de landbouwtelling opgave doen
van de teelt van vlas, zal gelijktijdig
een aangifteformulier voor de vlasre
geling worden ingevuld.
Telers/verhuurders van vlas, die geen
opgave voor de landbouwtelling ver
strekken, alsmede huurders van vlas,
dienen om in aanmerking te komen
vóór 1 juli 1986 aangifte te doen bij
de Stichting tot Uitvoering van Land-
bouwmaatregelen, Westsingel 58,
4461 DM Goes (tel. 01100 - 37143).
De Gewestelijke Direkteur van de
Stichting tot Uitvoering van Land-
bouwmaatregelen voor de provincie
Zeeland deelt mee, dat in het tijdvak
van 1 april t/m 6 juni 1986 weer de
gebruikelijke landbouwtelling zal
worden gehouden.
Deze telling vindt plaats ingevolge art.
24 van de Landbouwwet en strekt zich
uit over bedrijven en personen die ge
heel of gedeeltelijk hun bestaan in de
landbouw vinden.
Het doel van de telling is een zo vol
ledig en nauwkeurig mogelijk inzicht
te verkrijgen in de struktuur van de
Nederlandse landbouw en landbouw
bedrijven.
Daarnaast wordt de telling door het
Ministerie van Landbouw en Visserij
ook gebruikt als grondslag bij de uit
voering van diverse landbouwmaa-
tregelen.
Een zorgvuldige invulling van het
landbouwtellingsformulier is dan ook
van groot belang.
Aan ieder bij de distriktsburohouder
(d.b.h.) geregistreerd bedrijf zal een
oproep worden gezonden om de zit
dag te verschijnen. Voor een vlot ver
lopende telling en om voor u zelf het
wachten te beperken is het van belang
dat u zoveel mogelijk op de op de
oproep vermelde datum en tijd en met
een zo volledig mogelijk ingevuld
oproepformulier op de zitdag komt.
Alle niet geregistreerde personen die
een landbouwbedrijf van tenminste 10
s.b.e. (standaard bedrijfseenheden)
eksploiteren zijn verplicht zich te mel
den bij de d.b.h. De adressen en tele
foonnummers van de d.b.h.'s zijn als
volgt:
voor Schouwen-Duiveland, Tholen en
St. Philipsland: Oude Haven 53,4301
JK Zierikzee, tel. 01110 - 2751.
voor Noord- en Zuid-Beveland en
Walcheren: Westsingel 58, 4461 DM
Goes, tel. 01100 - 37126.
voor Zeeuws-Vlaanderen: Beethoven-
hof 76, 4536 AB Terneuzen, tel.
01150 - 95409.
Vlas
Op de zitdagen kan tevens aangifte
worden gedaan van de teelt van vlas
in het kader van de EEG-
steunregeling voor vlas, oogst 1986.
Mestenquête
Op de zitdagen zal eveneens een en
quête worden gehouden naar de
opslag, het transport en gebruik van
dierlijke mest gedurende de periode
1 mei 1985 tot 1 mei 1986.
De voor deze enquête aangewezen be
drijven zullen gelijktijdig met de
oproep voor deze landbouwtelling
hiervan in kennis worden gesteld.
De Gew. Direkteur St.U.L.M. voor
Zeeland,
ir. W.L.A.G. Tacken
Aanvraag veld- en
partijkeuring 1986
Het Bestuur van de Keuringsdienst
Rivieren-Delta-Nederland maakt be
kend dat de aangifte voor veld- en
partijkeuring oogst 1986 is open
gesteld.
Aan de betrokken aangeslotenen in de
diverse sektoren (groenvoedergewas-
sen, granen, peulvruchten, vlas, etc.
en pootgoed van aardappelen), die
vorig jaar hebben aangegeven, zijn
aangifteformulieren verzonden.
Kwekers, licentiehouders, alsmede
kontrakttelers c.q. telers van vrije ras
sen dienen met deze openstelling re
kening te houden en zo nodig
aangifteformulieren aan te vragen. De
veld- en partij keuring worden verricht
uit hoofde van daartoe strekkende be
palingen in de Zaaizaad- en Plant
goed wet 1966, die nader vorm hebben
gevonden in het keuringsreglement
van de N.A.K.
De sluitingsdatum voor de aangifte is
globaal als volgt gesteld (voor een ge
detailleerder overzicht wordt verwe
zen naar het keuringsreglement):
1 maart voor groenvoedergewassen;
15 mei voor aardappelen en granen;
1 juni voor landbouwstambonen.
Folder kursusonderwijs bij
inname meitellingsformulieren
Bij de inzameling van de meitellings
formulieren, die maandag 7 april a.s.
begint, zal het Provinciaal Overleg
Orgaan Kursusonderwijs weer een
folder uitgeven waarjn een globaal
programma staat wat men de komen
de winter op het gebied van het kur
susonderwijs kan verwachten. Op
elke telling zijn voldoende folders be
schikbaar. Mocht u van uw teller geen
folder ontvangen hebben dan kunt u
er om vragen, zodat u thuis het over
zicht op uw gemak kunt bekijken.
Hierbij doen wij u toekomen de door
ons samengestelde indexcijfers voor
de bouwkosten in de boerderijbouw
(basis februari 1970 100).
Het betreft hier het cijfer voor het
pakket bestaande uit een stenen lig-
boxenstal voor 90 melkkoeien, dat
naar de mening van de samenstellers
beschouwd kan worden als het op dit
moment gemiddeld in Nederland ge
bouwde pakket.
Deze cijfers zijn voor de maand fe
bruari 1986:
loon (ekskl. btw) 346,3; materiaal
(ekskl. btw) 212,2; loon materiaal
(inkl. btw) 257,4.
Senaat weigert wijziging WIR
De Eerste Kamer heeft dinsdag jl. ge
weigerd het wetsvoorstel tot afschaf
fing van de negatieve WIR te
behandelen. Deze bezuinigingsmaat
regel van het kabinet had al op 1 ja
nuari jl. moeten ingaan, maar liep
vertraging op in de Tweede Kamer.
Daarna werd 1 april a.s. als ingangs
datum vastgesteld. Omdat de senaat
een beslissing heeft opgeschort is de
vermoedelijke ingangsdatum nu 1 mei
a.s.
Vorige week vrijdag heeft het Land
bouwschap nog een brief aan leden
van de Eerste Kamer gestuurd. Daar
in is opnieuw heel nadrukkelijk gewe
zen op de gevolgen van het afschaffen
van de negatieve WIR voor land- en
tuinbouw. De senaat vond dat het ka
binet daarover onvoldoende inzicht
heeft verschaft.
De beslissing van de senaat betekent
dat tot 1 mei de investeringen nog
voor de regeling in aanmerking
komen.
Ophokplicht voor postduiven
Ter voorkoming van door duiven aan
te richten schade aan land- en tuin-
bouwgewassen heeft er overleg plaats
gevonden tussen de Zuid-Nederlandse
Bond van Postduivenhouders, afde
ling Zeeland, de Nederlandse Bond
van Zaterdagvliegers, afdeling Zee
land, de Contactingenieur Faunabe
heer van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, de Faunacom
missie van de Koninklijke Nederland
se Jagersvereniging, afdeling Zeeland,
en de Gewestelijke Raad voor Zee
land van het Landbouwschap.
Het resultaat van dit overleg is dat
van 7 april t/m 30 mei 1986 in Zee
land de postduiven door de postdui
venhouders zullen worden opgehokt
van 10.00 uur tot 17.00 uur.
Het ophokgebod geldt niet op zonda
gen en met het oog op de wedstrijd-
vluchten evenmin op de zaterdagen in
de maand mei. Ook geldt het gebod
niet voor jonge duiven.
Gelet op het bovenstaande is inmid
dels aan de gemeentebesturen ver
zocht de ophokperiode vast te stellen
over genoemde periode. Postduiven
die zich tijdens deze periode tussen
10.00 en 17.00 uur toch op het veld
bevinden, lopen een grote kans ten of
fer te vallen aan maatregelen die
noodzakelijkerwijs getroffen zullen
worden ter bestrijding van wilde en
verwilderde duiven.
In het belang van de postduivenhou
ders en van de landbouwers dringen
de postduivenhouders-organisaties en
de Gewestelijke Raad van het Land
bouwschap voor Zeeland er met klem
op aan zich strikt aan bovengenoem
de afspraak te houden.
Vrijdag 4 april 1986
3