De nieuwe wijze van studiefinanciering Onbehagen KNLC kommentaar over geld en goed Verzilvering vakantiebonnen zomer 1986 Wat betekent de 3e opkoopregeling voor melk voor diegene die er gebruik van wil maken? Betere rechtspositie nodig voor meewerkende vrouw in het landbouwbedrijf ledereen weet dat de melkproduktie in de EG, dus ook in Nederland, ver minderd moet worden in verband met overproduktie. Wie komen in aanmerking? Zij die: - beschikken over een melkkwotum - bereid zijn niet meer te melken zo lang er produktiebeperkende maatre gelen zijn - een overeenkomst sluiten om op een daartoe vastgestelde datum de melk produktie te stoppen doch uiterlijk voor het einde van de heffingsperio de, dus melkprijsjaar, waarin de aan vraag is ingediend. Hoe gaat het met de inlevering? Afhankelijk van het tijdstip waarop de overeenkomst wordt gesloten moet tenminste ingeleverd worden 60% indien de overeenkomst wordt gesloten in het le kwartaal melkprijs jaar, dus april t/m juni. 35% indien de overeenkomst wordt gesloten in het 2e kwartaal melkprijs jaar, dus juli t/m september. 20% indien de overeenkomst wordt gesloten in het 3e kwartaal melkprijs jaar, dus oktober t/m december. 10% indien de overeenkomst wordt gesloten in het 4e kwartaal melkprijs jaar, dus januari t/m maart. In alle gevallen moet er minstens 10.000 kg afgestaan worden. Welke vergoeding ontvangt een eigenaar-gebruiker? 65 cent per kg heffingsvrije hoeveel heid. Bij een kwotum van 200.000 kg ontvangt men ƒ130.000, Welke vergoeding ontvangt een pachter? Bij een kwotum van 200.000 kg ont vangt de pachter 32 1/2 ct. per kg dus ƒ65.000,De eigenaar-verpachter ontvangt eveneens 32 1/2 ct. per kg dus ƒ65.000,—. Deze bijdrage is een vergoeding voor de waardedaling van de grond. De verpachter moet dan schriftelijk akkoord gaan met afstand van het kwotum dat op de grond rust. En als er hypotheek op de grond rust? Dan dient de hypotheeknemer te ver klaren dat hij op de hoogte is dat er afstand wordt gedaan van het kwotum. Kan er ook een gedeelte van het kwo tum afgestoten worden? Ja, er moet dan tenminste 10% van het kwotum worden ingeleverd met een minimum van 10.000 kg en hij er mee akkoord kan gaan dat hij de af gestane hoeveelheid melk niet meer kan gebruiken zolang er produktiebe perkende maatregelen van enigerlei aard zijn. Indien men ouder is dan 55 jaar en jonger dan 65 jaar zijn er ekstra mo gelijkheden! Mits de melkveehouderij volledig wordt gestaakt en niet meer uitgeoe fend en er afstand gedaan wordt van het kwotum dat hem is toegekend. Hoe hoog is die aanvullende bedrijfs beëindigingsvergoeding? ƒ2.200,— voor een melk- of kalfkoe ƒ660,voor overig rundvee uitge zonderd mestvee Hoe wordt het aantal stuksvee bepaald? Het gemiddelde van de mei inventarisatie 1984 en 1985 wordt genomen. Stel bij mei-inventarisatie 1984 zijn aanwezig 42 melk- en kalfkoeien, 22 overig rundvee. In 1985 40 melk- en kalfkoeien en 18 overig rundvee (in- kl. kalveren). De beëindigingvergoe ding bedraagt: 40 melk- en kalfkoeien x ƒ2.200,— ƒ88.000,—; 20. over ig rundvee x ƒ660,ƒ13.200, totale vergoeding ƒ101.200, Mag het bedrijf voortgezet worden met andere aktiviteiten dan melkvee? Ja, dat mag als er maar geen melk meer geleverd wordt. Wanneer wordt de bijdrage van 65 cent per kg uitbetaald? a. nadat de melkproduktie volledig is beëindigd. b. 1 maand na het sluiten van de over eenkomst wordt dat gedeelte betaal- Vrijdag 14 maart 1986 baar waarvan afstand wordt gedaan in de heffingsperiode waarin de aan vraag is ingediend. c. bij gedeeltelijke afstand van het kwotum binnen 2 maanden na de ver mindering. d. indien men daarom verzoekt in ter mijnen. Wanneer wordt de aanvullende be drijfsbeëindigingsvergoeding uit betaald? Nadat de melkveehouderij volledig is beëindigd direkt of gespreid in 2 jaar lijkse termijnen. Indien men daarom verzoekt kan de vergoeding worden omgezet in een vergoeding in ter mijnen. Kan het recht op een bijdrage van 65 cent per kg nog vervallen Ja, indien men 12 maanden na slui ten van de overeenkomst de betrok ken grond of het gebruiksrecht geheel of gedeeltelijk overdraagt of een ver bintenis aangaat met a. een partikuliere natuurbescher mingsorganisatie b. een publiekrechtelijk lichaam c. het buro beheer landbouwgronden (BBL) of de overeenkomst niet binnen 1 maand ondertekend door de direkteur LAVO is ontvangen. Let op. Indien u rentesubsidie hebt ontvangen vervalt wellicht het recht op de resterende bijdrage van deze rentesubsidie en moet wellicht in en kele gevallen de uitbetaalde bijdrage van de rentesubsidie worden terugbe taald. Vraag ontheffing!! Houdt u ook rekening met de fiskus?? - De uitkering in het kader van de be drijfsbeëindigingsvergoeding en de opkoopregelinbg kan op verzoek van belanghebbende belast worden in het tarief 20-54% mits er afstand wordt gedaan van de totale heffingsvrije hoeveelheid melk en de bijdrage (na genoeg) geheel als winst van één boek jaar wordt verantwoord. - Hetzelfde geldt voor de boekwinst die wordt behaald bij de verkoop van melkvee die in dat verband plaatsvindt. - Er dient geen belasting te worden be taald over 50% van de opkooprege ling (65 ct. per kg) omdat dit gedeelte een belastingvrije vergoeding vormt voor de waardedaling van de grond. - Hou rekening met eventuele desin vestering WIR. - Weet dat indien uw normaal inko men in het betreffende jaar ligt bene den de premiegrens, u wel premieheffing volksverzekering moet betalen over het maksimale bedrag. Dringend advies Vraag aan uw sociaal ekonomisch voorlichter of uw bedrijfsvoorlichter wat de konsekwenties zijn voor uw bedrijf en uw gezin. Vraag aan uw boekhouder vooraf wat de fiskale konsekwenties zijn. Wilt u een aanvraag indienen? Doe het dan bij uw DBH. J. Markusse Door de Tweede Kamer is onlangs aanvaard de Wet op de Studiefi nanciering. Behandeling ervan in de Eerste Kamer moet nog plaats vinden. Indien ook hier het wetsontwerp positief zal worden beoor deeld, dan kan plaatsing in het Staatsblad plaatsvinden waarna het voor een ieder geldend recht is geworden. Deze wet brengt nogal wat verande ring aan in de wijze waarop in Ne derland de studiekosten van studen ten worden gefinancierd. Tot op dit moment worden de studiekosten (bestaande uit collegegeld, boeken en levensonderhoud) betaald door de student, daartoe in staat gesteld door zijn ouders, door eigen midde len danwel door een studiebeurs. Af hankelijk van de eigen bijdrage krij gen de ouders op aanvraag als tege moetkoming in de kosten een kin derbijslag. De student krijgt de stu diebeurs op eigen naam toegewezen, welke kan bestaan uit een beursge- deelte (behoeft niet te worden terug betaald) en een renteloos voorschot. De nieuwe die op 1 oktober 1986 zal ingaan geeft de volgende wijzi gingen: De kinderbijslag zal ingaande deze datum worden afgeschaft voorstu denten en scholieren van 18 jaar en ouder. Hiervoor in de plaats komt een gratis basisbeurs. Deze basis beurs is er voor elke student en scho lier van 18 jaar en ouder onafhanke lijk van het inkomen van de ouders. Het bedrag van deze basisbeurs be draagt voor zelfstandig wonende studenten en scholieren ƒ595,41 per maand en voor hen die bij de ouders wonen ƒ262,08 per maand. Verder voorziet de regeling in aan vullende uitkeringen (wel afhanke- Een toenemend gevoel van onbehagen lijkt zich meester te maken van de agrarische stand in Nederland. Een onbehagen dat soms 'rustig' voort kabbelt, maar dat ook ineens als een opgekropte eruptie naar buiten komt. De Nederlandse gemeenschap is daar onlangs nog weer eens nadrukkelijk getuige van geweest via al of niet po sitief publiciteit-trekkende akties. Ui teraard kan daarbij de vraag worden gesteld of één en ander een bijdrage levert aan het oplossen van proble men. Op zich is dit een wat akademi- sche en filosofische vraag. Waar het echt op dit moment om gaat lijkt me, is dat er rond het agrarische produktieproces niet alleen nationaal, maar ook wereldwijd een aantal struktureel lijkende problemen is ont staan. Het gaat om problemen die zo wel door beleidsmakers en beleidsvaststellers als door de boeren en tuinders niet genegeerd kunnen worden. Maar gelet op het huidige so ciale nivo van onze maatschappij moet met gevoel van erkenning en waardering voor de positie van boe ren en tuinders naar oplossingen wor den gezocht. En juist wat dat betreft voelt agrarisch Nederland zich in de hoek gezet, omdat het politieke cir cuit zowel in Den Haag als in Brussel geen warmte uitstraalt. Ook boeren en tuinders hebben be grip en medeleven nodig om gemoti veerd voort te kunnen werken, zeker in een tijd waarin veel van hen wordt verlangd. Redelijkheid en perspektief zijn bijzonder hard nodig. Het is meer dan schrijnend dat in Brussel prijsvoorstellen voor een aan tal produkten worden gepresenteerd, die sterk inkomenverlagend werken (granen), zonder voldoende sociaal- struktureel begeleidend beleid. Schrij nend, omdat wél naar de EG- portemonnee wordt gekeken, terwijl de individuele boer zonder vooruit zichten in de kou wordt gezet. De voorstellen en diskussies rond de 'nationale' mestproblematiek ademen eenzelfde sfeer uit. Er is geen onwil in agrarische kringen om hier iets aan te doen. Het is evenwel onjuist om na vaststelling van het probleem de uit voering van de oplossing en financie ring daarvan bij de boer neer te leggen. Er is duidelijk sprake van ge zamenlijke verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de problema tiek. Bij het zoeken van een oplossing stuurt de overheid wel heel erg naar de weg van éénrichtingsverkeer. De producenten krijgen de rekening ge presenteerd. Ook de sociale, financiële en ekono- mische benadering geeft een verlaten gevoel. De afschaffing van de nega tieve WIR, juist nu in deze fase van problemen belangrijker dan ooit, is voor boeren en tuinders met hun bij zonder eigen financiële en fiskale be- drijfsstruktuur zeker niet als een positief element in het zelfstandigen- beleid te zien. Het specifieke zelfstan- digenbeleid heeft in zijn totaliteit helaas de laatste jaren toch al een zeer magere benadering gekend. Dit zijn enkele van de vele zaken die een gevoel van onbehagen oproepen. Dit gevoel van onbehagen en veelal ook het gevoel van individuele on macht, die dan samensmelten in een kollektieve aktie, mogen niet onbegre pen blijven. Marius Varekamp lijk van het inkomen van de ouders) welke kunnen bestaan uit een rente dragende lening en een aanvullende beurs. Deze twee vormen van finan ciering zijn mede afhankelijk van het soort onderwijs dat wordt ge volgd. Het onderwijs is hierbij in vijf kategoriën verdeeld te weten: wetenschappelijk onderwijs, hoger beroepsonderwijs, middelbaar be roepsonderwijs, Havo/VWO vanaf vierde klas en overig voortgezet on derwijs. Terugbetaling van de rentedragende lening begint ongeveer twee jaar na beëindiging van de studie en zal in principe over vijftien jaar worden verdeeld. De renteberekening zal een aanvang krijgen op het moment dat met de studie is gestopt. Uit een onlangs geplaatste adverten tie van de Centrale direktie Studiefi nanciering blijkt dat vanaf 24 maart a.s. brochures beschikbaar zijn op school, postkantoor of bibliotheek. Ik raad u aan deze brochure indien nodig aan te vragen en zorgvuldig te lezen. Mocht u tot op heden als ouder steeds zelf alle kosten hebben be taald dan zal uit de brochure blijken hoe u moet handelen om vanaf 1 ok tober a.s. voor uw kind de basis beurs te verkrijgen. B. Veerbeek Het Bestuur van het Vakantiefonds voor de Landbouw deelt mede, dat voor de te houden zomerverzilvering alle nog in bezit zijnde en/of nog te ontvangen vakantiebonnen van het boekjaar 1985-1986 (kenbaar aan de opdruk 'Geldig tot en met 31 maart 1986') kunnen worden ingeleverd in de periode van MAANDAG 14 APRIL TOT EN MET VRIJDAG 18 APRIL 1986 De uitbetaling van de voor de ingele verde bonnen verschuldigde gelden zal plaatsvinden in de periode van MAANDAG 26 MEI TOT EN MET VRIJDAG 30 MEI 1986 Het bovenstaande is eveneens van toepassing op de nog in bezit zijnde en/of nog te ontvangen chequebon nen, welke zijn uitgegeven door: a. de Agrarische Sociale Fondsen aan losse werknemers, naast uitkering we gens ziekte en/of werkloosheid; b. de Heidemaatschappij; c. de Rijksdienst voor de IJsselmeer- polders; d. de Grontmij; e. het Vakantiefonds voor de Land bouw aan werknemers, die voor her halingsoefeningen in militaire dienst zijn geweest. Bij inlevering van chequebonnen is het noodzakelijk, dat men zich be hoorlijk kan legitimeren. Wordt een chequebon ten behoeve van een ander aangeboden, dan zal een machtiging moeten worden over gelegd, waaruit blijkt dat men be voegd is de chequebon te laten verzilveren. Het inleveren van bonnen kan uitslui tend geschieden bij een afdelingspen ningmeester van één der navolgende bonden: Voedingsbond F.N.V. (Inlichtingen, tel. 030 - 716841). Industrie- en Voedingsbond C.N.V. (Inlichtingen, tel. 03402 - 44124). De penningmeester, bij wie men zijn bonnen c.q. chequebonnen heeft in geleverd zorgt t.z.t. eveneens voor de uitbetaling van de verschuldigde gelden. Uilbetaling van deze gelden kan alleen geschieden door overschrijving op bank of girorekening van belang hebbende. Vakantiebonnen, welke niet zijn ge plakt in de daarvoor bestemde boek jes van het Vakantiefonds voor de Landbouw, kunnen niet worden aan genomen. Bedoelde boekjes zijn verkrijgbaar bij de afdelingspenningmeesters van vo rengenoemde bonden. Het Nederlands Europarlementslid Hanja Maij-Weggen (CDA) vindt dat de rechtspositie van de vrouw die meewerkt in het boerenbedrijf moet worden beschouwd als die van zelfstandig ondernemer. Ze zei dit tijdens een studiedag van de r.k. Vrouwenorganisatie LTB in Pijnac- ker (ZH). Hanja Maij ging hiermee in op uitspraken gedaan tijdens de konferentie "Vrouwen onderne men", jl. maandag in Rhenen, waar ondermeer werd gesteld dat Neder land maar weinig vrouwelijke onder nemers kent. Het CDA-Europarlementslid stelde dat de 60.000 echtgenotes die samen met hun partner in de land- en tuin bouw aktief zijn en de 200.000 vrou wen in het midden- en kleinbedrijf voor wie hetzelfde geldt wel degelijk onderneemster zijn. Het bedrijf kan niet zonder hun aktieve medewer king. Daarom is het nodig dat de meewerkende vrouw de status van zelfstandig ondernemer krijgt en daarnaar (fiskaal bijvoorbeeld) wordt behandeld.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 3