vervolg vergadering hoofdbestuur Van der Maas: "onder voorwaarden braken mogelijk minst slechte alternatief". "Ondanks alle praktische, en ge voelsmatige nadelen en bëzwaren die ook daar bijhoren is het minst slech te alternatief met betrekking tot de graanvoorstellen van de Europese Commissie het tijdelijk uit de produk- tie nemen van de grond, dus braken". Dit alternatief beleidsidee droeg de voorzitter van de ZLM- akkerbouwcommissie de heer H.C. van der Maas maandag 3 maart j.l. aan tijdens de vergadering van het hoofdbestuur van de ZLM, De heer Van der Maas verbond daar aan uitdrukkelijk een aantal voor waarden. Zo dient het braken te worden geëffektueerd middels kontin- gentering van het graanareaal per te ler op basis van de referentie uit een aantal voorgaande produktiejaren. Voorts moet het zo zijn dat op de ge korte graanoppervlakte (per teler) geen andere oogstbare gewassen geteeld mogen worden. Een en ander zal moeten gelden voor de gehele EG, ter wijl een andere absolute voorwaarde moet zijn dat wat de prijzen betreft teruggegaan wordt naar de objektie- - v'e methode op het prijsniveau van 1983 toen de boerenprijs 55,a 56,— per 100 kg bedroeg. Dit is dan ca, 15% meer dan de prijs van 1985. De politiek onverteerbaar liggende braakpremie is dan ook niet nodig. Immers indien met het zicht op bij voorbeeld 1990 op grond van voorlig gende cijfers en normen ongeveer eenzesde van het huidige EG- graanareaal (dat 28 miljoen ha omvat) gebraakt zou moeten worden (dus ook per teler eenzesde areaal korting op het graanareaal) dan leren eenvou dige rekensommetjes dat per saldo per graanteler er minder inkomensderving plaats zal vinden dan op basis van de huidige voorstellen voor 1986. De heer Van der Maas achtte invoering van dit alternatief dat overigens nog een nadere uitwerking en bestudering behoeft, voor 1986 niet meer haal baar. Wel moet er volgens hem met alle macht worden gewerkt aan invoe ring in 1987. "Immers hoe eerder hoe beter in verband met de effectiviteit van deze tijdelijke maatregel". Akkerbouw Tijdens de vergadering van het hoofd bestuur van de ZIlM heeft de voor zitter van de akkerbouwcommissre de heer H.C. van der Maas, de volgen de drie zaken aan de orde gesteld: een analyse van de EG-prijsvoorstellen, het Phoma-beleid en het AM-beleid. Bij de prijsvoorstellen van de EG- commissie stelde Van der Maas dat wat de suikerbieten betreft de zgn. cri sisheffing neerkomt op een daling van de prijs met ca. ƒ3,per ton suiker bieten. Bij erwten en veldbonen is weliswaar een verhoging van 1% voorgesteld maar rekening houdend met een verwachte koersdaling van de ECU zal dit hooguit neerkomen op nul. Wat de zaaizaadsteun voor deze produkten betreft moest hij tot zijn teleurstelling konstateren dat de steun van ca. 15,per 100 kg (die tot en met 1983 werd toegekend) wederom niet in het pakket zit. Bij granen wordt geen prijsverhoging voorzien. Van der Maas: "maar flan kerende marktbeleidsvoorstellen en opschroeven van de kwaliteitseisen betekenen konkreet voor baktarwe een prijsdaling van 9% en voor voer- tarwe van 14%. Voor de medeverant woordelijkheidsheffing dient bij beide nog 3% te worden opgeteld zodat de prijsdaling neerkomt op respectieve lijk 12% en 17% en voor wintergerst op 21%. Volgens de voorzitter van de akkerbouwcommissie een wat theore tische doorwerking van de effekten van alle maatregelen waarvan hij hoopt en verwacht dat ze na de on derhandelingen voor de graantelers gunstiger uit zullen pakken. Hij zei in dit verband op z'n zachtst gezegd ern stig te betwijfelen of de nieuwe bak- waardige Nederlandse tarwerassen (Granta en Obelisk) kunnen voldoen aan de verzwaarde kwaliteitseisen. Zijn konklusie: "Per saldo zal er in de komende jaren voor Nederlandse omstandigheden veelal rekening moe ten worden gehouden met de produc tie van voertarwe dus met een extra interventie prijskorting van 5%. De ze tarweprijskorting voor de noorde lijke lidstaten is een puur politieke maatregel want de problematiek met betrekking tot de granen is een volu me probleem in plaats van een kwa liteitsprobleem zoals de commissie ons wil doen geloven. Phomabeleid Bij het Phoma-beleid is momenteel in diskussie de zgn. O-norm voor poot- goed. Deze wil men laten vervallen en wijzigen in tenminste 2% (Phoma- besmette knollen), die in Nederland vrij verhandelbaar zijn. De pootgoed- commissie van het Landbouwschap die met dit voorstel komt hanteert als argument dat de Phoma-schimmel niet of nauwelijks met pootgoed over gaat. (Rapport Turkesteen). De me ning van de konsumptie-aardappelkommissie is evenwel dat de O-norm moet worden gehandhaaft. Dit betekent dat aard appelen boven nul niet in ons land mogen worden nageteeld. Dit omdat er nog te weinig Phoma-onderzoek in konsumptieteelt is gedaan en vanwe ge de mogelijk in gevaar komende ex portbelangen van konsumptie-aardappelen. Het Hoofdbestuur stelde zich met de heer Van der Maas achter de mening van de konsumptie-aardappelkommissie: O-norm handhaven. Aardappelmoeheidsbeleid Van der Maas deelde mee dat de dooi de Hoofdafdeling Akkerbouw in gestelde werkgroep AM-beleid (in gesteld vanwege de aardappelmoeheidsproblematiek in sommige akkerbouwregio's) ter bestrijding van de besmetting onder meer aanbeveelt om lx in de 12 jaar het telen van een resistent ras verplicht voor te schrijven. Dit impliceert even wel een gedeeltelijke vervanging van het Bintje met vergaande konsekwen- ties voor de teler en de verwerkende industrie en mogelijk ook voor de ex port. Van der Maas resoluut: "Zo lang het Bintje in de konsumptie-aardappelteelt commer cieel nog onvervangbaar is (denk aan Bintje export imago en industriële verwerking), zolang zal bij een 1 op 4 teelt niet als eis mogen worden gesteld dat lx in de 12 jaar (dus 1 op de 3 teelten) een AM resistent ras ge teeld moet worden. Dit is een groot Zuidwestelijk belang. Veehouderij De heer W. van Veldhuizen, voorzit ter van de veehouderijcommissie stel de in zijn toelichting op de situatie in de sektor vast dat de situatie in de melkveehouderij steeds meer wordt beïnvloed door een verstoorde vraag en aanbod. De prijzen voor kalveren en voor de uitstoot van de veestapel staan onder zware druk. Ook de hui dige weersgesteldheid geeft de nodi ge problemen, maar hiervoor wordt in de zeer nabije toekomst verbetering verwacht. De ruwvoedervoorziening is van dien aard dat de huidige prijzen beneden het niveau van herfst '85 liggen. De krachtvoerprijzen zijn laag en dit beïnvloedt al geruime tijd de rende menten in de veehouderij in gunstige zin. De heer Van Veldhuizen konsta- teerde dat de melkproduktie in Neder land voor de eerste 10 maanden van het 2e superheffingsjaar 1,5% hoger is dan in de vergelijkbare periode van het eerste superheffingsjaar. Ook in andere EG-lidstaten blijkt de produk- tie boven het niveau van '84-'85 te lig gen, zodat het er naar uitziet dat meerdere lidstaten heffingsgelden zul len moeten afdragen. De hogere pro- duktie in meerdere lidstaten is mede een oorzaak van de toenemende inter ventie voorraden. Een andere oorzaak is de afzet in derde landen. De afzet buiten de EG wordt bemoeilijkt door een lage dollarkoers en een agressief exportbeleid in de VS. Over de super heffing merkte de commissievoorzit ter op dat de produktie boven het toegestane kwotum wordt belast met een heffing; er is dus geen verbod om boven het kwotum te produceren. "Je zou je af kunnen vragen of hier mo gelijk verandering in moet komen". Het toedelen van kwotum aan de be drijven is er steeds niet afgerond; wij zigingen en aanpassftigen van de Beschikking Superheffing zijn niet bij machte de diverse problemen op' te lossen. "De door een georganiseerde landbouw voorgestelde individuele benadering blijkt niet mogelijk te zijn. Toewijzing geschiedt alleen op grond van de Beschikking en niet naar re delijkheid en billijkheid, hetgeen wij meerdere malen hebben bepleit. Om deze reden id de l.o.f.-regeling (dat wil zeggen liquiditeits overbruggings fi nanciering met toewijzing van melk) door de Minister op Juridische gron den afgewezen. In de evaluatie nota door de Minister in januari '86 aan geboden, komt de minister tot de konklusie dat er thans ±40.000 ton melk beschikbaar is voor nieuw be leid. Het bedrijfsleven echter komt door een scherpere kalkulatie tot een ruimte van 100.000 ton melk. Van Veldhuizen kritisch: "De minis ter konstateert dan wel dat de zoge naamde hardheidsgevallen zo goed als geheel afgehandeld zijn, toch zijn er nog 2.000 bedrijven die nog geen de finitief kwotum hebben, terwijl er ook een aantal bedrijven is dat door het hun toegewezen kwotum geen perspektief voor de toekomst heeft! Bij de opkoopregelingen maakte de commissievoorzitter de volgende kanttekeningen: Indien voor de Euro pese opkoopregeling voldoende be langstelling bestaat dan zou daarmee kunnen worden voorkomen dat een verder terugdringen van de huidige kwota plaatsvindt. De nationale op koopregeling en beëindigingsvergoe ding welke thans in de maak is zou volgens Van Veldhuizen bij de huidig beschikbare geldmiddelen ±100.000 ton melk op kunnen leveren die dan aangewend kan worden voor natio naal beleid. Het NAJK zoekt de oplossing van de superheffingsproble- matiek in kwota los van de grond, het instellen van een melkbank, die het al leenrecht van opkoop van kwota krijgt. Deze worden weer uitgedeeld aan bedrijfsopvolgers en bedrijven met een kwotum beneden de 250.000 kg (per bedfijf geen högér kwötum dan 350.000 kg). 'J Van Veldhuizen hierover: "Dat het NAJK zich zorgen maakt over de mo gelijkheden van de bedrijfsopvolgers is een begrijpelijke zaak; ook de ouderen die hun bedrijf aan de opvol ger door moeten geven maken zich hier zorgen over. Toch dienen we de nodige vraagtekens te zetten bij een dermate streng gereguleerde bedrijfs ontwikkeling, die sociaal goed te ver dedigen is, doch voor een verdere ontwikkeling van de melkveehoude rij wel eens zeer sterk remmend kan werken; ook in de toekomst zal het nodig zijn rendabele bedrijven te heb ben die de konkurrentie binnen de EG het hoofd kunnen bieden". De roodvleesproduktie zit in de pro blemen wat'betreft de rentabiliteit. Er is een te grote productie voor de kon- sumptie in de EG. Daarnaast is er veel konkurrentie van het goedkopere varkens- en pluimveevlees. Volgens de commissievoorzitter zal het toegroei en naar een gezondere situatie in de ze sektor de nodige tijd vragen. Bij een te rigoreuze aanpak evenwel zul len er brokken gemaakt worden. Door het scheppen van gelijke kan sen voor alle producenten in de EG zal er een oplossing gevonden moeten worden. In de varkenshouderij heerst thans weer een beter klimaat. Het biggeno- verschot is geruimd en de prijzen van de slachtvarkens trekken weer iets aan: momenteel is er ruimte voor big gen bij de mesters en ruimte voor slachtvarkens in de slachterijen. Voor de toekomst zijn er volgens Van Veld huizen toch nog wel enkele donkere wolken namelijk een grotere produk tie van biggen in de nabije toekomst en hogere kosten vanwege de mest problematiek die ±f 15,per stuk kunnen gaan belopen. (1985 50, per mestvarken en 500,per zeug). In de pluimveehouderij blijft de af zet van de eieren problemen geven. Er kan onvoldoende afgezet worden naar derde landen, terwijl de produk tie ver boven de EG-konsumptie uitgaat. De heer Van Veldhuizen gaf tenslot te een resume van de standpunten van het Landbouwschap met betrekking tot de mestproblematiek. Het schap verlangt van de overheid dat zij daad werkelijk een financiële bijdrage ver leent voor de oplossing van de problematiek. Enkele HB-leden menen dat de bij drageregeling "kleine melkveehou ders" een gevoelig onderwerp blijft, omdat de toepassing soms als onre delijk wordt ervaren. Gekonstateerd wordt evenwel dat de huidige regeling voor 1986 en 1987 vast ligt. tuinbouw De voorzitter van de Tuinbouwcom- missie, de heer M.J. Goud te Baar land constateert dat de vorstschaderegeling voor de fruitteelt en boomkwekerij nu door Brussel is goedgekeurd. De gevolgen van de winter 1985 blijven evenwel nog steeds tegenvallen. Hoewel de invloed van de strenge winter 1986 nog niet is te overzien, bestaat het vertrouwen dat eventuele schade beperkt zal zijn. Evenals bij andere onderwijsrichtin- gen is ook land- en tuinbouwonder- wijs onderhevig aan veel veranderingen. Zo bestaan er opvat tingen om het fruitteeltonderwijs in Tiel te concentreren. Dat zou ook ge volgen voor dit onderwijs in zuidwest Nederland kunnen hebben. Het hand haven van deze onderwijsmogelijkhe den in dit gebied is voor deze bedrijfstak erg belangrijk. Waak zaamheid is daarom geboden. De bloemzaadteelt vindt als regel plaats op basis van de daarvoor overeenge komen. Algemene teelt voorwaarden. Desalniettemin bestaat er behoefte aan een vorm van vertrouwenscom missie, die als schakel kan fungeren tussen teler en afnemer. Daarin kun nen praktische aspekten aan de orde komen, die nu soms niet bevredigend vtrlopen. Teeltbegeleiding, bemonste ring, weigering van partijen, e.d. zou den tot een verbetering van de positie van de teler moeten leiden. Voor gas- verbruikers in de tuinbouw, die min der dan 30.000 m3 per jaar stoken, bestaat een speciale regeling. Een deel van de (hogere) kleinverbruikersprijs wordt terugbetaald. Toch is de ver houding tot de gasprijs voor grootver bruikers ongunstig, die door de huidige prijsverhoudingen nog wordt versterkt. Er dient andermaal te wor den gepleit voor opheffing van deze onredelijke positie. Er wordt op lan delijk niveau gewerkt aan een keu ringsreglement voor groenteplanten. Hierin zitten een aantal positieve ele menten. De NAK-G zal hierin een be langrijke rol spelen. Er dient daarom te worden aangedrongen op verster king van de bestuurlijke inbreng van telerszijde in NAK-G. De toetreding van Spanje en Portugal tot de EG zal geleidelijk ook zijn invloed doen gel den op de Nederlandse tuinbouw en fruitteelt. Hierop zal tijdig moeten worden ingespeeld. Dat zal mogelijk tot een heroriëntatie leiden. In de ak kerbouw wordt een vergrote belang stelling geconstateerd voor de teelt van vollegrondsgroentegewassen. Ge geven de geringe ruimte in de markt is een teeltoverschot niet denkbeeldig, wat in lage prijzen tot uitdrukking zal komen. De noodzaak om produkten van goede kwaliteit te telen kan ook niet duidelijk genoeg worden beklem toond. De afzet zal speciale aandacht moeten krijgen. De Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in Zee land heeft hiervoor een aparte com missie in het leven geroepen. Bij afzet van fruit- en tuinbouwpro- dukten hebben de veilingen altijd de stelling gehuldigd dat concentratie van aanbod leidt tot concentratie van de vraag. Ook in ons gebied ligt een taak, aldus de heer Goud. Er zal even wel geen afbreuk mogen worden ge daan aan reeds gevestigde en goed gekanaliseerde produktenstromen. Dat zou een verkeerde ontwikkeling zijn. Samenwerking is een meer voor de hand liggende methode dan het be drijven van concurrentie. Immers een veiling is geen doel, maar een middel om tot een betere afzet te komen. Het Hoofdbestuur beklemtoont de wen selijkheid dat veilingen tot een goed overleg komen. Met betrekking tot de teelt van meer vollegrondsgroentege wassen zal de keuze aan de teler moe ten worden overgelaten hoe hij zijn bouwplan in wenst te vullen. Stimu lering zal achterwege moeten blijven. Binnenkort zal weer overleg plaats vinden om een voorlichter voor de bloemzaadteelt in zuidwest Nederland te kunnen benoemen. Voorlichting en andere zaken kunnen binnen een tak- organisatie aan de orde worden gesteld, die te zijner tijd ook voor de tuinbouw gestalte zal dienen te krijgen. grondgebruik De discussies over de voorgestelde pachtprijsverhoging zijn nog volop bezig. In de vorige HB-vergadering van de ZLM heeft men de genoemde verhogingen te fors gevonden. Het KNLC zal met de aangesloten land bouworganisaties deelnemen in een FAGON-fonds. Ook de ZLM zal hierin naar verhouding financiëel participeren. Zowel in Zeeland als Noord-Brabant zijn wijzigingen van Provinciale streekplannen aan de or de. Benadrukt wordt dat kringen en afdelingen kennis dienen te nemen van de plannen en desgewenst bezwa ren in gaan dienen. Voor het opstel len van bezwaarschriften kan eventueel een beroep op ZLM- medewerkers worden gedaan. Zoetwater De zoetwatervoorziening van een aan tal Zeeuwse agrarische gebieden is in het Hoofdbestuur andermaal onder werp van gesprek geweest. In de prak tijk vormt de prijs die voor de voorziening moet worden betaald het belangrijkste discussiepunt. Verder onderzoek naar kosten en baten is ge wenst en zal worden uitgevoerd. Diensten en instellingen Het Hoofdbestuur konstateert, dat een steeds groter beroep op de SEV wordt gedaan bij individuele voorlich ting. Er wordt de zorg uitgesproken over het snelle verloop in de afgelo pen periode. De beoogde versterking van de SEV is daarom terecht. Het vinden van de juiste persoon is even wel niet eenvoudig, omdat het aanbod van goede krachten erg schaars is. Er zal onderzoek worden gedaan naar de behoefte van een MAS voor vol wassenen. Een en ander zal in over leg met de betreffende onderwijsinstelling moeten gebeuren. Uit een enquête van het ZAJK over het te voeren graanbeleid, komt glo baal naar voren dat een belangrijk deel voorstander is van quotering en dat er weinig belangstelling is voor groenteteelt. Het Hoofdbestuur stelt het op prijs als door het NAJK vari aties over braakligging zouden wor den besproken. Vanuit het Hoofdbestuur wordt er op aange drongen, dat het Dagelijks Bestuur een notitie samenstelt over de relatie tussen de ZLM en het agrarisch jon gerenwerk. Aanwezig op de hoofdbestuursverga dering van de ZLM, gehouden 3 maart 1986, waren: A.J.G. Doeleman, A.H. Munters, R. Hoiting, L.J. van Gastel, M.C.J. Kosten, H.C. van der Maas, C. Ha melink, J. Nieuwenhuijse, C.J. Bie- rens, P. Risseeuw, M. Boogerd, J. Scheele, J.L. v.d. Slikke, H.J. Juin, J.H. Hartgers, G.J. de Jager, G. Sterrenburg, M.J. Goud, W. v. Veld huizen, D. Hannewijk, K. Timmers, ir. P.P. Koks, mevr. C.M. Dees, L. v. Nieuwenhuijzen, ing. J. Markus- se, J. Wierenga, mevr. J. Priem. Vrijdag 7 maart 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 9