"Landbouw niet meer beperken dan strikt noodzakelijk Kwaliteit zaaizaad van erwten dit jaar minder! Telefonische berichtgeving voor de akkerbouw opnieuw gestart Provinciaal Bestuur in Streekplan Zeeland: Landinrichting Landinrichting Mest Minimumeisen zijn verhoogd De meeste ruimte in Zeeland wordt gebruikt door de landbouw. "De landbouw neemt een belangrij ke plaats in. Niet alleen qua opper vlakte maar ook in het ruimtelijk beleid van Zeeland. De landbouw moet zoveel mogelijk worden ver sterkt en zeker niet meer beperkingen worden opgelegd dan strikt noodza kelijk is". Dat stelt het provinciaal bestuur in het onlangs uitgebrachte streekplan voor de gehele provincie. De meeste ruimte in Zeeland wordt gebruikt voor agrarische doeleinden. Bijna de helft van de Zeeuwse grond, 1.477 km2 van de totale oppervlakte van 3.017 km2 is bestemd voor land bouw. Als dan nog wordt bedacht dat 30% van de totale oppervlakte water is, wordt duidelijk dat de landbouw een zeer belangrijke plaats inneemt.. Gebieden waar landbouw wordt uit geoefend, moeten deze funktie be houden. Dit betekent dat het bouwen van huizen en ander gebruik van het agrarisch gebied zoveel mogelijk moet worden tegengegaan. Toch zullen bij voorbeeld kernen uit gaan breiden en wegen worden aangelegd. Bij dit al les staat steeds voorop dat er gekozen moet worden voor een manier die het minst schadelijk is voor de landbouw. Het streven is de niet-agrarische ak- tiviteiten te bundelen. In het streekplan worden verschillen de regio's genoemd die in aanmerking komen voor een landinrichtingspro- jekt. Bij landinrichting worden delen van een landelijk gebied beter ge schikt gemaakt voor bestaande of nieuwe bestemmingen. Dit gebeurt onder andere door: verbeteren van de ontsluiting (aanleggen/verbeteren van wegen), waterbeheersing, verkaveling en/of landschapsbouw. Regio's waar volgens het provinciaal bestuur landinrichting gewenst is, zijn: Walcheren: het landinrichtingspro- jekt Walcheren is al opgenomen in het streekplan Midden-Zeeland (vast gesteld in 1982) en is inmiddels in voorbereiding. Er is vooralsnog van uitgegaan dat dit moet gebeuren in de vorm van een ruilverkaveling, maar onderzoek moet uitmaken of herin richting de voorkeur verdient. West-Zeeuws-Vlaanderen: hier wordt primair gedacht aan meerdere landinrichtingsprojekten in de vorm van ruilverkaveling. Het gebied rond Aardenburg en het kustgebied komen in aanmerking voor een integrale aan pak. Voor de rest van het gebied wordt, gelet op het budget dat lande lijk jaarlijks beschikbaar is, gestreefd naar een administratieve verkaveling. Landinrichting zal tenminste een be tere verkaveling moeten opleveren. Verder is een beperkte aanpassing van het wegen- en waterlopenstelsel ge wenst en verdient verbetering van de detailontwatering bijzondere aan dacht. In het kustgebied moet de land inrichting het beleid voor het rekreatiespeerpunt Cadzand, de over ige rekreatiekoncentraties en de schei dende zone tussen Cadzand en Nieuwvliet-Bad mede gestalte geven; de "disharmonie" tussen de kwaliteit van het landschap en de al aanwezi ge en nog geplande funkties moet zo worden opgeheven. Onderzoek zal nog moeten uitwijzen of herinrichting in het kustgebied de voorkeur ver dient boven ruilverkaveling. St-Philipsland en Tholen: dit zijn gebieden waar de landbouw zeer sterk overheerst. Hier zal daarom landin richting in de vorm van ruilverkave ling plaats moeten vinden. Uitgangspunten zijn: betere kavelin deling en waterbeheersing, maatrege len voor zoetwatervoorziening uit de Eendracht-Zoommeer, bescherming van de natuur- en landschapswaarden en tenslotte inpassen van bestaande en Er zijn drie verschillende vormen van landinrichting: Ruilverkaveling: deze vorm wordt toegepast in gebieden waar landbouwbelangen overwegen, of als het bij opnieuw in te richten ge bied hoofdzakelijk gaat om agra rische belangen. Administratieve ruilverkaveling is minder ingrij pend dan gewone ruilverkaveling. Kavels worden zoveel mogelijk al leen op papier geruild. Verder worden op beperkte schaal werken uitgevoerd, bijvoorbeeld verbete ring van de afwatering. Herinrichting: behalve land bouw spelen andere funkties zo als natuur, landschap en rekreatie een belangrijke rol. Het gaat meestal om landelijke gebieden die bedreigd worden door oprukken de verstedelijking of rekreatie. Aanpassingsinrichting: als bij voorbeeld een weg wordt aange legd is aanpassing van de omgeving (soms) nodig. toekomstige rekreatievoorzieningen (vooral bij Gorishoek op Tholen). De wenselijkheid van landinrichting op de Kop van Schouwen moet nader onderzocht worden. De natuur- en landschapswaarden moeten hier be schermd worden en waar mogelijk uitgebreid. Ontwikkelingen op het ge bied van rekreatie moeten hierop wor den afgestemd. Landelijk is er een groot overschot aan dierlijk jnest. In Zeeland is er ech ter een tekort. Bekeken wordt of er mogelijkheden zijn om mest van bui ten Zeeland te halen. Het streekplan doet hierover nog geen uitspraak. Evenals de afgelopen driejaar zullen we weer beginnen met het geven van voorlichtingsboodschappen door middel van een telefonische be richtgeving. Door een telefoonnummer te draaien kunt u informatie verkrijgen over aktuele akkerbouwzaken op het gebied van gewasbe scherming, bodembewerking, bemesting en dergelijke. Het nummer dat u moet draaien is 01806 - 14166 Door de slechte weersomstandigheden tijdens de afrijping en de oogst van de erwten voor zaaizaad is de kwali teit van het erwtezaad dit jaar aan merkelijk minder. Om toch nog enigszins te kunnen voldoen aan de vraag naar zaaizaad heeft de NAK besloten de kwaliteitseisen die men aan het zaaizaad stelt te verlagen. Dit betekent o.a. dat er ten aanzien van de kiemkracht een groep bijkomt. We kenden tot nu toe een groep 1 (90-100% kiemkracht) en een groep 2 (85-90% kiemkracht). De groep 3 die er nu bijkomt heeft 80-85% kiem kracht. Naast de kiemkracht zijn ook de eisen aan het piksel-percentage verzacht. Voorheen kenden we groep 1 (5% piksel, maks. 2% zwaar) en groep 2 (10% piksel, maks. 4% zwaar). Nu komt er dit jaar nog bij een groep 3 (20% piksel, maks. 8% zwaar). Bovenstaande maatregelen hebben er toe geleid, dat er naast de waarde ringsklassen 1 en 2 een waardering 3 bijgekomen is. Het is goed te vermel den, dat dit slechts een maatregel is in en voor 1986. Hopelijk is deze aparte maatregel volgend jaar niet nodig. Waar moet u als teler vooral op letten? Met behulp van kiemkracht en dui- zendkorrelgewicht (dkg) kunt u de be nodigde hoeveelheid zaaizaad berekenen. Op kleigrond streven we naar 55-60 planten per m2 als we met de nokkenradzaaimachine zaaien. Met de precisiezaaimachine gezaaid is 45 planten/m2 voldoende. Uit prak tijkervaring weten we dat de veldop- komst ongeveer 10% lager is dan het kiemkrachtspercentage. Voor partij en met een lage kiemkracht is de veld- opkomst waarschijnlijk meer dan 10% minder. Met behulp van de vol gende formule kan de benodigde hoe veelheid zaaizaad berekend worden: gewenst aantal planten/m2 x duizend- korrelgewicht veldopkomst kg zaaizaad per ha b.v. voor een gemiddeld jaar: 55 planten/m2 is 't uitgangspunt 325 gram is 't dkg 92% is de kiemkracht (veldopkomst dus 82%) aantal kg zaaizaad 55 x 32582 218 kg zaaizaad/ha b.v. voor 1986: 55 planten/m2 82% kiemkracht 300 gram dkg aantal kg zaaizaad 55 x 300 70 215 kg zaaizaad/ha Uit bovenstaande berekening volgt dat het dit jaar voor kan komen dat u meer zaaizaad per ha moet gebrui ken. Dat valt in bovenstaande bere kening eigenlijk nog mee omdat naast de lagere kiemkracht ook het dkg wat lager is. Echter er zal een grote vari atie zijn in de kwaliteit van het zaaizaad. Het is dus van groot belang dat u op de label kijkt wat de kiemkracht en het dkg van uw zaaizaad is! Aan de hand van vorengenoemde voorbeelden kunt u berekenen of u meer zaaizaad moet gebruiken. Aan gezien het bijna onmogelijk is om zaaizaad na te bestellen (er is nu een maal niet voldoende) kan in enkele gevallen overwogen worden om een iets minder grote oppervlakte erwten in te zaaien. Bij een mindere kwali teit zaaizaad is het altijd gewenst om te zaaien wanneer de kiemomstandig- heden gunstig zijn en daardoor een snelle opkomst verwacht mag wor den. Zaaien eind maart onder goede omstandigheden hoeft niet te beteke nen, dat de opbrengst lager is dan bij zaaien begin maart. ing. W.L. v.d. Ree (CAT-Goes) U kunt de gehele week ieder moment van de dag (of de nacht) bellen. U krijgt dan een telefoonbandje te ho ren met daarop één minuut lang ak tuele berichten. Deze berichten worden iedere maandag en donderdag om 12.00 uur 'ververst' en zo no dig vaker. Voor wie? De berichten zijn bestemd voor alle akkerbouwers in Zuidwest Neder land. De berichten worden aangele verd door de drie Zuidwestelijke Konsulentschappen. Elke maandag en donderdag wordt overlegd welke berichten het meest aktueel zijn. Wij hopen dat wij op deze wijze u als ondernemer kunnen ondersteunen bij het nemen van besluiten op zeer kor te termijn. Uiteraard moet u dan zelf het initiatief nemen om regelmatig te bellen. Waardering voor de berichten Uit onderzoek is gebleken dat de ge bruikers van het telefonisch antwoor dapparaat tevreden zijn over de berichten. De meesten bellen om op de hoogte te zijn van de laatste aktu- aliteiten en daaraan blijkt de bericht geving te voldoen. Velen zouden echter graag zien dat de berichten uitvoeriger waren. Deze vorm van voorlichting stelt echter grenzen aan de mogelijkheden wat be treft lengte van het bericht en het aan tal details (getallen en hoeveelheden). Indien u meer informatie wilt hebben over bepaalde berichten kunt u ech ter wel uw bedrijfsvoorlichter bellen. Dus vanaf 1 maart tot 1 oktober 1986: 01806 - 14166 Voor de meest aktuele akkerbouwin- formatie! Een goed gewas erwten moet 50 planten per m2 hebben Vrijdag 7 maart 1986 Christen-democraten jaloers op Nederland Europese Christen-democratische landbouwministers zijn een beet je jaloers op Nederland. Zij wij zen erop dat ons land een volgens hen ongehoord groot deel van de Euro-markt voor land- en tuin- bouwprodukten bedient. Dat via nederland bovendien massa's goedkope graanvervangers bin nenkomen, die daar vaak ook nog worden verwerkt. Het is ze tenslotte opgevallen dat momen teel de hele Europese landbouw politiek in Nederlandse CDA-handen ligt: minister Gerrit Braks als voorzitter van de Euro pese ministerraad. Frans Andries- sen als landbouwcommissaris Piet Bukman als landbouwkundig pre sident van de Europese Volkspar tij en Teun Tolman als voorzitter van de landbouwcommissie van het Europese Parlement, dat bin nenkort over Andriessen's pakket gaat oordelen. Minister Braks deed maandag in Brussel bovenstaande mededelin gen over een besloten bijeenkomst van de reeks Christen democratische bewindslieden van landbouw uit de Europese Ge meenschap van de TwaalfZij ver gaderden in Brussel aan de vooravond van het beraad over nieuwe landbouwprijzen en bijbe horende maatregelen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 7