IdllU111' Gil
Bedrijfshygiëne en kwaliteit
vanuit de Z.L.M. gezien
cb ciblt^
zuidelijke landbouw maatschappij
Prof.dr. v.d. Want:
'Verslapping bij onderzoek naar
en bestrijding van virusziekten
kan desastreus zijn'
m
I VRIJDAG 28 FE]
I 74c JAARGANG
tuinbouwblad
Nog zelden is het eind februari zo koud geweest. Voor de akkerbouwers die aardappelen bewaren vereist
dat extra zorg. Bij het afleveren moet bovendien veel energie aangewend worden in het produkt op de
vereiste temperaturen te brengen. Toch gaat de tijd door en na het omslaan van het huidige weertype
zal het niet lang meer duren of de pootaardappelen voor de nieuwe oogst met hopelijk betere prijzen zul
len buiten weer worden afgehard.
Voor de akkerbouw zijn de weersomstandigheden de
ze maand bijzonder gunstig geweest. Veel vorst en de
droogste maand die tot nu toe is geregistreerd. Over
de tarwe maken wij ons nog geen zorgen. Dat ligt an
ders bij enkele grove tuinbouwprodukten als winter
bloemkool, prei en spruiten. Twee jaar achter elkaar
vorst is bijzonder gunstig voor het probleem van opslag
van aardappels. Dat is een belangrijke zaak voor de be
drijfshygiëne. Gelukkig hebben wij nog weinig proble
men met aardappelmoeheid. Een teelt van bijna een op
een van aardappels als gevolg van opslag was de af
gelopen jaren een zorgelijke ontwikkeling. Bedrijfshy
giëne dient bij de bedrijfsvoering in de akkerbouw meer
aandacht te hebben.
Wij denken dan niet alleen aan aardappel- en bieten
moeheid maar vooral aan Rhizomanie en knolcyperus.
Via voorlichting wordt aandacht besteed aan het ge
vaar van verplaatsing van grond (o.a. sorteergrond) en
door werktuigen. Op de bedrijven zelf hebben wij on
ze eigen verantwoordelijkheid. Tussen de bedrijven on
derling liggen de problemen moeilijker. Wanneer een
werktuig van een ander bedrijf komt weten wij niet of
op dat bedrijf problemen voorkomen. Schoonspuiten
van werktuigen is een mogelijkheid om besmetting te
voorkomen. In de praktijk blijkt dat een moeilijk "haal
bare" zaak te zijn. Voor Rhizomanie is het belangrijk*
te weten waar besmette percelen voorkomen. Meer
onderzoek met de plicht van bekendmaking verdient
nadere aandacht. Hiermee zou voorkomen kunnen wor
den dat dit virus, zich verder uitbreidt zonder dat wij
daar ook maar enigszins zicht op hebben. De vraag is
des te dringender nu er geen aanwijzingen zijn dat op
korte termijn middelen beschikbaar komen om deze
schimmel te bestrijden. Bij bedrijfshygiëne hebben we
ook te maken met het gebruik van dierlijke mest. Het
gevaar van plaatsing van onkruiden en besmetting met
o.a. Rhizomanie is zeker niet denkbeeldig. Meer inzicht
hierover ter voorkoming van besmetting is noodzake
lijk. Voor Rhizomanie geldt dat, wanneer dit virus in
derdaad levenskrachtig blijft in de mest, er een garantie
moet komen dat er geen bietenstaartjes meer als vee
voer gebruikt mogen worden dan wel dat dit gevrees
de virus na verhitting vooraf vernietigd wordt. Naast
bedrijfshygiëne zal kwaliteitsbewaking nog meer aan
dacht vragen dan tot nu toe het geval is willen wij on
ze konkurrentiepositie kunnen behouden. De tijd dat
de nederlandse landbouw wat vakkennis betreft voor
op liep is voorbij. Een voorbeeld: het gaat er steeds
meer op lijken dat wij de konkurrentie wat uien betreft
met anderelanden gaan verliezen. En juist voor uien
blijkt de kwaliteit bij de afnemers zeer belangrijk te zijn.
Men is bereid voor kwaliteit te betalen.
Helaas zijn onze uien daar dit jaar opnieuw niet bij.
Weer blijkt het probleem van koprot nog niet opgelost
te zijn. Naast meer teeltonderzoek verdient kwaliteits
beoordeling en -uitbetaling meer aandacht. Dit is een
gezamenlijk belang van telers en afzetorganisaties. Het
is jammer dat uit konkurrentieoverwegingen kwaliteits
betaling nog veel te weinig plaatsvindt. Dat geldt niet
alleen voor uien maar zeker ook voor aardappels. Koö-
peraties betalen al jaren uit naar kwaliteit. Helaas ge
beurt dat bij de partikuliere handel nog te weinig. En
dat terwijl de industrie wel eisen stelt aan het gelever
de produkt. Natuurlijk wordt bij de geboden prijs wel
rekening gehouden met maatsortering en ook wel met
de uitwendige kwaliteit. Belangrijk is het evenwel dat
de teler weet wat er mankeert aan zijn partij zodat daar
in het vervolg meer rekening mee gehouden kan
worden.
Gelukkig is de konkurrentiepositie van onze Bintjes nog
vrij sterk. Wij moeten er niet aan denken dat we onze
exportmogelijkheden zouden verliezen. Voorlichting
vanuit de afzetorganisaties, partikuliere voorlichting
dus, kan een belangrijke bijdrage leveren bij de teelt
begeleiding waardoor een produkt afgeleverd kan wor
den dat past bij de vraag naar bepaalde kwaliteiten die
gevraagd worden bij eksport-en verwerkende bedrij
ven. Dergelijke gerichte partikuliere voorlichting kan
gunstig werken wanneer er een goede samenwerking
is met onderzoek en overheidsvoorlichting. Dit over
leg -samenwerking- is er bij de suikerbietenteeltvoor-
De virusziekte Rhizomanie
bij de suikerbieten kan in
Europa een grote omvang
bereiken als er niet tijdig
een remedie tegen wordt
gevonden. Ook in ons land
is deze ziekte gekonstateerd
en ze rechtvaardigt niet al
leen een brede publiciteit
maar tevens een verhoogde
inspanning van onderzoek
om deze sluipende bedrei
ging te bestrijden.
Deze ernstige waarschuwing liet hoogleraar dr. J.P.H. van
der Want vrijdag 21 februari horen tijdens een lezing ter
gelegenheid van zijn afscheid van de Landbouw Hoge
school in Wageningen. Volgens de Wageningse viroloog
moesten in Noord-Italië in verband met deze virusziekte
al hele oogsten worden afgeschreven met als gevolg dat
recent verscheidene suikerfabrieken de poorten vroegtij
dig moesten sluiten.
Rhizomanie betekent wortelzucht en daarmee wordt aan
gegeven dat de zieke plant overmatig zij- en haarwortels
vormt. Deze omgeven de bieten als een baard. De biet
wortel zelf blijft klein en bereikt geen gewicht van bete
kenis. Bovendien is het suikergehalte gering. Treedt de
ziekte massaal in een veld op dan kan de akkerbouwer
zijn oogst wel afschrijven. Het virus van Rhizomanie is
aan de grond gebonden. Bij elke teelt van bieten op een
besmet perceel treedt de ziekte bij meer planten op. 'Het
is dan ook terecht', aldus de heer Van der Want, 'dat de
suikerindustrie zich hierover ernstige zorgen maakt'.
Volgens de virolóog trekken virusziekten bij planten over
het algemeen veel minder de aandacht dan virussen bij
mensen (bijvoorbeeld Aids) en dieren (bijvoorbeeld mond
en klauwzeer). Toch blijft voor de landbouw in Neder
land werkzaamheid tegen 't sluipende gevaar van virus-
infekties geboden. Weliswaar zijn boeren en tuinders over
het algemeen goed op de hoogte van maatregelen tegen
deze infekties, maar zonder wetenschappelijke begeleiding
kan die belangrijke kennis onmogelijk op het gewenste
peil worden gehandhaafd. Veranderingen in teelttechnie
ken, de introduktie van nieuwe rassen en gewassen en de
ekonomische druk op de landbouw, zijn met betrekking
tot bestaande en nieuwe virussen volgens hem van grote
invloed. 'Verslapping aan het virusfront kan desastreus
zijn', aldus Van der Want.
Virussen kunnen naar de mening van Van der Want ech
ter ook tot nut van de mens strekken, b.v. als bio
logisch middel ter bestrijding van schadelijke insekten.
De vakgroep Virologie aan de Wageningse LH werkt met
behulp van virussen aan de bestrijding van de florida-
mot, ooit als verstekeling meegekomen met een zending
stekken uit Florida. De mot, ook wel 'koppensneller' ge
noemd, eet jonge scheuten van de gerbera en de chrysant
op en is resistent tegen een groot aantal chemische bestrij
dingsmiddelen.
lichting. Overleg tussen voorlichting van de
suikerindustrie, de overheidsvoorlichting en het PAGV
in samenwerking met het IRS. Voor het onderzoek van
het IRS betalen wij enkele tientjes, ingehouden op de
uitbetalingsprijs van de bieten (een uitbetalingsprijs die
dit jaar gunstig is).
Op een vergadering werd nog indringend gevraagd
wanneer bij de uitbetalingsprijs ook rekening gehouden
gaat worden met de sapzuiverheid. Deze vraag kan na
tuurlijk op een ZLM-vergadering gesteld worden. Het
antwoord ligt evenwel bij de Suiker Unie en de CSM.
Wij willen het belang van deze vraag over de uitbeta
ling naar sapzuiverheid wel onderschrijven. Bij een toe
name van het gebruik van dierlijke mest in de
akkerb. kan de noodzaak van de bepaling van de sap
zuiverheid ektra aandacht verdienen, kwaliteitsbewa
king geldt voor zeer veel produkten met name ook voor
de grove tuinbouwprodukten.
De bedoeling van dit kommentaar is niet om uitputtend
op de verschillende problemen in te gaan. Het is meer
een onderstreping van geluiden die wij in de praktijk
opvangen, het is belangrijk dat de praktijk aandacht en
belangstelling heeft voor de kwaliteit. Deze belangstel
ling verdient een brede ondersteuning. Vanuit de ZLM
willen wij daar zeker onze bijdrage aan leveren.
Doeleman