Idllll" Gil
r\<
A-'C.
vanuit de Z.L.M. gezien
Kommissie-voorstellen
landbouwprijzen voor
C.O.P.A. onaanvaardbaar
zuidelijke landbouw maatschappij
DTTD
rn VRIJDAG 21 FEBRUARI 1986
74e JAARGANG NO. 3815
tuinbouwblad
De tijd is weer aangebroken om stikstof te strooien. Hier en daar zijn landbouwers al volop bezig
over de bevroren akkers te rijden. Blijf echter wel op de hoogte van de ontwikkelingen en de
uitslagen van stikstofbemonsteringen op praktijkpercelen, welke door de bodemspecialisten van het
Consulentschap Akkerbouw verwerkt worden in algemene richtlijnen (meer hierover op pag. 11).
Onrust neemt toe
In ons vorig kommentaar zijn wij ingegaan op de (on
redelijke) prijsvoorstellen van landbouwkommissaris
Andriessen en de mestproblematiek. Problemen waar
de akkerbouw en de veehouderij mee te maken krijgen
en die de onzekerheid en de onrust doen toenemen.
Vergaderingen in Brabant waar minister Braks het
woord voerde zijn uitgelopen op protestbijeenkomsten
tegen de maatregelen van het gebruik van dierlijke
meststoffen. De Kring Langstraat heeft in een brief aan
de leden van de Tweede Kamer haar zorg kenbaar ge
maakt over de dreigende maatregelen. In deze brief zijn
vooral de bezwaren tegen het uitrijverbod kenbaar ge
maakt. In Groningen hebben boeren met trekkers de
toegangswegen naar de gaswinningsterreinen ge
blokkeerd. Het protest richtte zich tegen het landbouw
beleid van de Nederlandse regering en de
graanvoorstellen van de Europese Gemeenschap.
"Wanneer de voorgestelde maatregelen uitgevoerd
worden zullen we geen ruimte meer hebben voor het
plegen van investeringen met als gevolg dat bedrijven
in grote problemen zullen komen", is de zorg die door
de protesterende kollega's in Groningen is verwoord.
De zorg en de bezwaren die zich manifesteren in de
brief van de kring Langstraat en in de Groningse aktie
willen wij duidelijk onderstrepen. De besturen van de
landbouworganisaties dienen die signalen zeer serieus
te nemen. Wij weten dat onze leden zeer genuanceerd
denken over akties zoals die in Groningen hebben
plaatsgevonden. Naar onze mening is het belangrijk dat
de georganiseerde landbouw zoveel mogelijk eensge
zind optreedt. De vraag dient daarbij centraal te staan
in hoeverre onze eisen redelijk en haalbaar zijn tegen
over de voorstellen van het ministerie van Landbouw
en de Europese Gemeenschap. Wanneer wij minister
Braks aangehoord hebben op de algemene vergadering
van de Gelderse Maatschappij van Landbouw vinden
wij dat hij teveel rugdekking zoekt bij maatschappelij
ke opvattingen in onze samenleving bij de verdediging
van zijn beleid t.a.v. de mestproblematiek. Teveel ont
breekt het aan visie hoe individuele bedrijven de pro
blemen van de voorliggende maatregelen moeten
opvangen. Aandacht besteden aan de bezwaren van
de georganiseerde landbouw is des te meer nodig om
dat de minister zijn beleid niet kan verdedigen met be
hulp van duidelijke onderzoekgegevens.
Daartegenover worden wel problemen, veroorzaakt
door excessen die helaas plaatsvinden, misbruikt om
de noodzaak van de maatregelen te motiveren. Wij mis
sen een voldoende evenwichtige benadering bij de mi
nister van Landbouw tussen de problemen, veroorzaakt
door excessen en het normale gebruik van mest zoals
dat in de praktijk plaatsvindt.
Over de graanvoorstellen van de Europese Kommissie
zegt minister Braks dat via de medeverantwoordelijk
heidsheffingen en een aangepast interventiebeleid de
problemen van de overschotten gedeeltelijk kunnen
worden opgelost. Wel heeft de minister zorgen over
de differentiatie van de medeverantwoordelijkheidshef
fing en deze wordt door hem afgewezen. De minister
heeft grote zorg over de verdeeldheid die er bestaat in
de EG. Ook wij onderkennen dat dit voor de Nederland
se land- en tuinbouw een gevaarlijke situatie is. Ook
de akkerbouw heeft belangen bij een open markt in de
EG o.a. voor pootgoed en konsumptieaardappelen.
Maar ook hier ontbreekt een visie hoe de akkerbouw
de drastische prijsverlaging op moet vangen en hoe het
probleem van de graanoverschotten daadwerkelijk op
gelost kan worden.
Wij noemen dan nogmaals het tijdelijk uit produktie
nemen van de grond. Dat is een andere maatregel dan
De Kommissie-voorstellen voor de E.G.-
landbouwprijzen en daarmee samenhangende maat
regelen voor 1986/1987 zijn totaal onaanvaardbaar
voor de boeren en hun koöperaties in de E.G., ge
let op de dramatische daling van het boereninkomen
en de reële eis voor een gemiddelde stijging van de
landbouwprijzen van 4,7%, zo luidde de eerste reak-
tie van de heren Sir Richard Butler en Croll, voor
zitters van C.O.P.A. en COGECA. Door haar
voorstellen als een prijsbevriezing te presenteren
maakt de Europese Kommissie zich schuldig aan
grove misleiding van de boeren en van de publieke
opinie en worden de koöperaties in een uiterst moei
lijke situatie ten aanzien van hun leden gebracht.
De Kommissie stelt niet alleen een verlaging voor van de
gemeenschappelijke landbouwprijzen voor met name Mid
dellandse Zeeprodukten, maar ook een aantal daarmee
samenhangende maatregelen (vermindering van
marktsteun, restriktief marktbeheer en tijdelijke beper
king van de financiering van de openbare interventie ge
durende het gehele jaar), die, in kombinatie met een
bevriezing van de vastgestelde prijzen, onvermijdelijk een
aanzienlijke daling van de opbrengsten van de boeren voor
een aantal produkten tot gevolg zullen hebben. Voor wat
bijvoorbeeld de granen betreft, zullen de prijzen die de
producenten ontvangen bijna 15% dalen en in het geval
van vee en vlees zal het systeem van marktondersteuning
helemaal worden afgebroken.
Zo'n pakket van drakonische maatregelen kan en mag niet
aan de boeren worden opgelegd in een tijd dat hun inko
mens de laagste stand sinds 10 jaar hebben bereikt. De
koopkracht van de boeren in de EG is nu ongeveer 30%
lager dan die in het midden van de zeventiger jaren
(1973/74/75), terwijl de inkomens in de gehele ekonomie
in dezelfde periode met 20% zijn toegenomen.
In deze ekstreem zorgwekkende inkomenssituatie, die de
Europese Kommissie onderkent, en bij gebrek aan alter
natieve werkgelegenheid in andere sektoren van de eko
nomie, kunnen de voorstellen van de Kommissie het risiko
van een renationalisatie van het gemeenschappelijk land
bouwbeleid een stap dichterbij brengen.
Verder heeft de Kommissie opnieuw alleen maar voorstel
len gedaan die de boeren bestraffen. C.O.P.A. en CO
GECA betreuren het, dat voor wat betreft de meer
positieve ideeën, zoals verwoord in het Groenboek - socio-
strukturele maatregelen, meest-benadeelde gebieden,
milieu-aspekten, biotechnologie, alternatieve produkties
en kommunautaire preferentie - de Kommissie zich in stil
zwijgen hult of zichzelf beperkt heeft tot een intentiever
klaring, dan vooruit te willen lopen op specifieke
maatregelen die zouden kunnen bijdragen tot een beter
marktevenwicht en tot een verbetering van de positie van
de boeren en van de werkgelegenheid op het platteland.
wat de minister bedoeit met een ander beleid bij ruil
verkaveling en landinrichting. Tegenover meer grond
brengen onder de relatienotagebieden moet dan wel
staan dat er voor de landbouw een perspektief biedend
struktuurbeleid gevoerd blijft worden. Daar hoort bij de
inpoldering van de Markerwaard. Dit struktuurverbe-
terend beleid is noodzakelijk willen wij onze konkurren-
tiepositie kunnen behouden. Een visie hierover hebben
wij helaas gemist bij het betoog dat minister Braks in
Gelderland heeft gehouden. De akkerbouw zal nog
meer dan in het verleden onder optimale omstandig
heden moeten kunnen produceren. Produkten telen
waarbij onze konkurrentiepositie het sterkst is. Granen
blijven ondanks alle problemen daarbij een belangrijk
gewas voor de vruchtwisseling in het bouwplan.
De kwetsbare positie die Nederland inneemt door
de grote eksportbelangen mag niet tot gevolg heb
ben dat de graanteelt opnieuw de dupe wordt. Het
zou niet de eerste keer zijn dat het graanbeleid als
wisselgeld bij de onderhandeling wordt gebruikt.
Minister Braks heeft dat enige jaren geleden open
lijk toegegeven. Nu kan en mag dat zeker niet
plaatsvinden. De akkerbouw heeft de laatste jaren
al te veel moeten inleveren op de graanprijs. Als
het nu om prioriteiten gaat bij de belangenbehar
tiging dient de akkerbouw duidelijk bovenaan de
lijst te staan.
Doeleman