Voorzitter Cebeco Zuidwest:
'Koöperaties moeten eikaars
sterke punten beter uitbuiten'
Regeling financiële
bijdrage onderhoud kleine
landschapselementen succes
Ir. W.L.A.G. Tacken: 'Ondanks
keiharde sanering zal Zuidwesten
akkerbouwaanzicht houden'
De komende decennia zal ca. 40% van alle pure akkerbouw bedrijven
in ons land verdwijnen in de verhevigde konkurrentieslag met andere
akkerbouwgebieden in de EG. Het gaat hier vooral om bedrijven met
een oppervlakte onder de 60 a 70 ha. Dit keiharde saneringsproces
is maatschappelijk onverteerbaar en voor de leefbaarheid van het plat
teland funest. Daarom is het van groot belang dat de opstelling ten
aanzien van de intensieve veehouderij in het Zuidwesten positiever is
geworden en is het blijven benadrukken van andere mogelijkheden
voor het kleine akkerbouwbedrijf van groot belang. Als je kiest voor
de akkerbouw, weet dan wel wat je doet en als het niet lukt kijk dan
om je heen en pas het bedrijfsbeleid aan. Per saldo evenwel zal het
akkerbouwaanzicht van de zuidwestelijke landbouw toch blijven over
heersen'. Dat zei de direkteur Lavo te Goes, ir. W.L.A.G. Tacken,
donderdag 6 februari op de druk bezochte algemene vergadering van
Cebeco-Zuidwest in hotel 'Mondragon' te Zierkzee.
zien de mestbeperking kan dat een
niet te klein bedrijf zijn). Met deze
'bijtakken' kan het jaarinkomen aan
zienlijk worden versterkt. Voorts zijn
er dan buiten de landbouw nog mo
gelijkheden in de rekreatie, loondienst
en loonbedrijf e.d. Tacken: 'Met on
ze bedrijfsstruktuur zullen we het in
het zuidwesten in internationaal kon-
kurrentieopzicht vooral moeten heb
ben van kwalitatief hoogwaardige
vakkennis-intensieve produkten die,
hetzij via een te versterken han-
delsstruktuur als uitgangsmateriaal
dienen voor vermeerdering elders in
de wereld, hetzij als grondstof wor
den gebruikt voor een goed toegesne
den industrieel verwerkingsapparaat.
Daarbij zullen we, behalve voor aar
dappelen, ook voor andere produk
ten moeten streven naar industriële
verwerking, voor zowel de food- als
voor de non-foodmarkt. Tacken
noemde hier de tarwezetmeelin-
dustrie, uiendroging, maanzaadpro-
jekt, de Teunisbloem,
vlasvezelontwikkeling e.d.. Voor de
koöperaties is het volgens hem de tijd
om zich te bezinnen of er niet meer
produkten zijn die op koöperatieve
basis afgezet zouden kunnen worden.
Hij noemde in dit verband bloemza
den, uien en de Teunisbloem.
Wierenga
ir. W.L.A.G. Taeken
De heer Tacken zei te verwachten dat
de betere afstemming van vraag en
aanbod in de EG de komende jaren
leidt tot de inkomensspanning bij on
gewijzigd bouwplan. Om die span
ning zo gering mogelijk te doen
worden dient er - volgens hem - meer
aandacht te komen voor kwaliteit en
kostenbewaking. Die inkomensdaling
kan ook worden 'bestreden' door
maatregelen die betrekking hebben op
de produktiekapaciteit zelf. Daarbij
zei Tacken te denken aan andere vor
men van grondgebruik voor andere
produkten, voor natuur en milieu,
voor bosbouw, of zelfs ook voor géén
produkten. Braaklegging zal zorgvul
dig moeten worden beoordeeld maar
kan zeker bijdragen aan een oplossing
van het aanbodprobleem. 'Te lichte
maatregelen snijden geen hout, ver
ergeren het probleem, vergroten de
spanning en verplichten op enig mo
ment tot de noodrem. Het mag in de
komende jaren in ieder geval niet lei
den tot kontingentering wat neerkomt
op het verdelen van wantrouwen en
armoede en niet gebaseerd is op ver
trouwen en kreativiteit', aldus de heer
Tacken.
In dat proces zullen sommige akker
bouwbedrijven overleven, andere
niet. Grote en middelgrote bedrijven
zullen bij handhaving van het bouw
plan pogen grond te verwerven om zo
de gemiddelde bewerkingskosten per
ha te verlagen. Het stillen van hun
grondhonger lijkt afhankelijk van de
sanering van anderen om welke rede
nen ook. Een andere groep zal ook
willen uitbreiden maar zal dat vanwe
ge de financieringskapaciteit niet kun
nen doen. Zij zullen de buikriem
behoorlijk aan moeten trekken. Toch
liggen - volgens Tacken - voor deze
bedrijven een aantal alternatieven
open. Binnen de akkerbouw zijn dat
de produktie van hoogwaardig en
vaak meer arbeidsintensief zaaizaad
en pootgoed maar ook in de toege
voegde waarde in de sfeer van opslag,
sortering en voorbewerking. Binnen
de landbouw liggen er mogelijkheden
in het bouwplan (vollegrondsgroen-
ten, boomkwekerij, fruitteelt) maar
ook in de intensieve veehouderij (ge-
Nu de tijden o.m. als gevolg van de sterk veranderde marktomstan
digheden moeilijker worden is samenwerking tussen koöperaties meer
dan ooit geboden. Barrières die nu nog bestaan zullen geslecht moe
ten worden. Daarbij zullen alle koöperaties bij zichzelf moeten on
derzoeken of ze wel voldoende resultaat opleveren. Met de uit deze
individuele analyse voortkomende sterke en zwakke punten zouden
de zuster-koöperaties binnen de Cebeco-Handelsraadgroep en de
kollega-koöperaties dan hun voordeel kunnen doen. De sterke pun
ten kunnen aldus worden uitgebuit. Deze oproep tot zelfkritiek en tot
nauwer overleg deed de voorzitter van Cebeco Zuidwest, de heer J.
van Iwaarden, donderdag 6 februari tijdens de algemene vergadering
van de koöperatie in de konsertzaal van Mondragon te Zierikzee.
De heer van Iwaarden konstateerde
dat de prijsontwikkeling bij de vrije
produkten zeer teleurstellend is.
'Door een marktgerichte aanpak met
aksent op kwaliteit en afzetstruktuur-
Er is al vaker over geschreven: de
Stichting Landschapsverzorging Zee
land kan een financiële bijdrage ge
ven aan personen die een
landschapselement onderhouden. De
stichting krijgt daar vanaf 1985 sub
sidie voor van de provincie Zeeland.
In dit artikel wordt beschreven hoe
het in 1985 met de bijdrageregeling
gegaan is.
De stichting is op 1 juli begonnen met
aktiviteiten rond de doelsubsidie. In
de eerste plaats is een medewerker van
de stichting konstant bezig met werk
rond de overeenkomsten, zoals het
benaderen van eigenaren, het afslui
ten van overeenkomsten, het geven
van onderhoudsadviezen, het desge
wenst zoeken van uitvoerders voor het
onderhoud, het begeleiden van het
onderhoud en het kontroleren van de
kwaliteit van het onderhoud. Hij
heeft in de eerste plaats vooral in
Zeeuws-Vlaanderen gezocht naar ele
menten waarvoor een onderhoudso-
vereenkomst kon worden afgesloten.
Verder is de nodige bekendheid aan
de regeling gegeven door middel van
een folder en van artikelen in allerlei
kranten. Door al deze aktiviteiten is
het snel op gang gekomen.
Afgesloten overeenkomsten in 1985
Er zijn in 1985 75 overeenkomsten af
gesloten. 45 overeenkomsten zijn af
gesloten met boeren, 26 met andere
partikulieren en 4 met instanties. De
uitvoering van het werk wordt deels
door de eigenaar zelf gedaan (30%),
deels door een loonwerker (15%). Het
grootste deel van het werk wordt nog
door vrijwilligers gedaan (55%). Het
Rij knotbomen; onderhoud en herstel door aanplant.
is al met al verheugend dat nogal wat
eigenaren bereid zijn om het onder
houd zelf te verrichten.
De meeste overeenkomsten zijn af
gesloten voor landschapselementen in
Zeeuws-Vlaanderen (70%). Dat is niet
verwonderlijk, omdat de medewerker
van de stichting zich voorlopig juist
op Zeeuws-Vlaanderen gericht heeft.
Toch zijn ook op Walcheren, Noord
en Zuid-Beveland en Schouwen-
Duiveland diverse overeenkomsten
afgesloten. Wanneer de medewerker
ook in deze gebieden wat aktiever
gaat optreden, dan zal het aantal
overeenkomsten daar beslist toe kun
nen nemen.
Er is in totaal iets meer dan ƒ33.000
uitgegeven via onderhoudsovereen-
komsten. Het bedrag is verdeeld over
knotbomen, heggen en hoogstam-
fruitbomen (elk zo'n ƒ8.000) drink
putten (ƒ3.000) en rietlanden (ƒ6.000).
Het betreft onderhoud van 1.000
knotbomen, 175 hoogstamfruitbo-
men, 3.800 meter heg, 11 drinkput
ten en bijna 6 hektare rietland.
Daarnaast worden diverse knotbo-
menrijen, heggen en hoögstamboom-
gaardjes hersteld door middel van
bijplanten, en beschermd door mid
del van het plaatsen van afraste
ringen.
verbetering zal onze positie hier ster
ker 'moeten worden uitgebouwd'.
Ook bij de gegarandeerde produkten
sprak de voorzitter van een zorgelij
ke situatie gelet op de strengere kwa
liteitseisen, de kortere
interventieperiode en de medeverant
woordelijkheidsheffing bij graan. Dit
betekent voor bakwaardige tarwe een
prijsdaling van enkele procenten en
voor voertarwe van 5 tot 10%. Van
Iwaarden: 'We krijgen de indruk dat
het begrip kwaliteit wordt gehanteerd
vanwege financiële perikelen. De
maatregelen zijn niet op de markt af
gestemd'. Kritiek had hij ook op de
kontrole die noodzakelijk wordt nu
het Graanmemorandum eist dat de
graanstromen in kaart worden ge
bracht; 'Hoeveel ambtenaren denkt
men daarvoor nodig te hebben en
staat men er wel bij stil dat hierdoor
bedrijven met hoge efficiënte produk-
ties en met een goede administratie
worden afgestraft? Waarom dan ge
woon geen areaalheffing, zo vroeg hij
Konklusie
De regeling blijkt een doorslaand suc
ces te zijn. Zeer veel eigenaren staan
zeer positief tegenover de regeling. De
meesten willen graag verder gaan dan
onderhoud van hun element: herstel
en bescherming kan meestal zonder
problemen plaatsvinden. Dit geldt
voor knotbomen en hoogstamfruitbo-
men, en ook voor heggen en drink
putten.
In de volgende jaren zal getracht wor
den om te komen tot meer spreiding
over de provincie, alhoewel het accent
wel op Zeeuws-Vlaanderen zal blijven
liggen. De reden is simpel: in Zeeuws-
Vlaanderen zijn de meeste kleine
landschapselementen te vinden.
Inlichtingen
Indien u meer wilt weten over deze re
geling, indien u denkt dat u een ele
ment gaat onderhouden of wilt laten
onderhouden, of indien u op zoek
bent naar een element dat u kunt on
derhouden, dan kunt u kontakt op
nemen met de stichting, adressen:
- kantoor: Grote Markt 28 te Goes,
tel: 01100-30936.
- Sjaak Herman, tel: 01170-3650 of
01178-1744.
J. van Iwaarden
zich af. Van Iwaarden sprak in dit
verband de wens uit dat de medever
antwoordelijkheidsheffing vooral ten
goede komt aan de ontwikkeling van
nieuwe produkten en produktieme-
thoden, zoals bio-ethanol en peul
vruchten. Hij bepleitte verder het tot
stand komen van een sektorbeleid
voor meer sektoren in de akkerbouw
omdat zo'n beleid voorwaarde is voor
het verkrijgen van subsidie uit Brus
sel en Den Haag. Daarmee zouden
verschillende nieuwe teelten een flin
ke ondersteuning kunnen krijgen.
Cebeco-Zuidwest zal een aantal taken
op het gebied van de voorlichting van
de overheid overnemen. Dit geldt
vooral voor de teelttechniek. Daarbij
zei Van Iwaarden wel van de overheid
te verwachten dat ze de koöperatie
van onderzoeksresultaten zal blijven
voorzien, zodat de vertaling naar de
praktijk goed plaats kan vinden.
Op het terrein van de automatisering
brak de voorzitter een lans voor een
geïntegreerde aanpak. 'Dat kan alleen
als de boekhoudburo's, de standsor
ganisaties, de banken en Cebeco-
Zuidwest dezelfde komputertaal spre
ken. Immers de boer wil een geïnte
greerd kompleet
managementprogramma. Ook de be
schikbare subsidies van de overheid
dienen daartoe te worden aan
gewend'.
Van Iwaarden ging ook in op de span
ning die er in het eigen bedrijfsleven
kan zijn tussen de langere termijn na
melijk ledenbeloning en de korte ter
mijn, nl. uitbetaling via een hogere
prijs. 'Wanneer de bijschrijving van
ƒ800.000,- op ledenschuldrekening
niet zou hebben plaatsgevonden zou
den we de tarweprijs met bijna ƒ1,00
hebben kunnen verhogen, maar toch
méént de koöperatie daarvoor niet te
moeten zwichten en prevaleert "ze de
lange termijn dus ledenbeloning op
schuldrekening'. In dit verband deel
de hij nog mee, dat er in het kader van
de no-risk regeling een voorschot op
de nabetaling zal worden gedaan van
75 cent voor 100 kg. Dit komt neer
op 50 cent per 100 kg voor de totale
hoeveelheid geleverde tarwe.
Vrijdag 14 februari 1986
15