Volautomatische
brijvoedering vraagt nog
verdere bijsturing
Snijmais als enig ruwvoer voor
hoogproduktieve melkkoeien
mm
gen. Om verzekerd te blijven van een
goed funktionerende installatie is een
goede service en begeleiding van de le
verancier vereist.
Onderzoek
Momenteel loopt op het Var
kensproefbedrijf nog een onderzoek
waarbij de brijvoedering via een vol
automatische brijvoederinstallatie ver
geleken wordt met:
De traditionele trogvoedering (twee
maal daags met voerdoseerwagen en
trognippels);
De onbeperkte voedering via de
droogvoerbak. Deze onderzoeken zijn
nog niet afgesloten. Ook zijn er on
derzoeken lopende, waarbij aan de
mestvarkens op verschillende niveaus
brij verstrekt wordt. Hierbij wordt ge
tracht een goed inzicht te verkrijgen
in de voeropnamekapaciteit van mest
varkens gedurende de mestperiode.
De brijvoedering van mestvarkens
staat weer volop in de belangstel
ling. De snelle opkomst van de vol
automatische brijvoederinstalla
tie, met zijn vele gebruiksmoge
lijkheden, is hiervan de voor
naamste reden. Naast een duide
lijke arbeidsbesparing en arbeids-
verlichting, biedt een volautoma
tische brijvoerinstallatie ook inte
ressante mogelijkheden om de
brijvoedering zelf te verbeteren.
Hierbij kan worden gedacht aan
het meermalen per dag voeren, het
toepassen van voercurves en het
voeren van bijprodukten.
door ing. J.M. Peerlings, Var
kensproefbedrijf Sterksel
Op het Varkensproefbedrijfle Sterk
sel worden in een uitgebreid onder
zoekprogramma verschillende aspek-
ten onderzocht. Daarnaast worden
onder praktijkomstandigheden erva
ringen opgedaan met het gebruik van
een brijvoerinstallatie. Vooral met het
groter worden van de bedrijven lijken
er hier goede toekomstmogelijkheden
te liggen.
De kosten
Uitgaande van een bedrijf met 1600
mestvarkens zijn in tabel 1 voor drie
aktuele voersystemen de verschillen in
investering en jaarkosten vermeld.
Vergeleken zijn:
Onbeperkte voedering via mechanisch
gevulde droogvoerbakken; zowel
startvoer als vleesvarkensvoer kan
mechanisch verstrekt worden;
Trogvoedering met een voerdoseer
wagen en trognippels;
Voedering via een volautomatische
brijvoerinstallatie met dwarstroggen.
De volautomatische brijvoerinstalla
tie vraagt de hoogste investering.
Voor kleinere bedrijven zal deze nog
relatief hoger zijn. Kijken we echter
naar de jaarkosten met verrekening
van de arbeid, dan blijkt het beeld
veel gunstiger te liggen met name
t.o.v. de trogvoedering met voerdo
seerwagen. Onbeperkte voedering via
mechanisch gevulde droogvoerbak
ken blijkt steeds het goedkoopste te
zijn.
Driemaal daags voeren
Op het Varkensproefbedrijf te Sterk
sel is onlangs het onderzoek naar het
twee- of driemaal daags voeren af
gesloten. Voor beide groepen is de
brij aangemaakt en gedoseerd via een
volautomatische brijvoerinstallatie.
De voer-waterverhouding is 1 2Zi.
Het mestvarkensvoer heeft een EW
van 1,08 en is in de vorm van krui
mel (gemalen korrel) verstrekt. Bij het
twee- en driemaal daags voeren is
steeds aan de hand van een voercur-
ve gevoerd. Hierbij is ernaar gestreefd
de dieren zoveel mogelijk voer op te
laten nemen met dien verstande dat
de trog een half uur na het voeren leeg
moest zijn. Bij de tweemaal daags ge
voerde dieren was de tijd tussen twee
voerbeurten zeven uur. Bij de drie
maal daags gevoerde dieren was de
tijd tussen de opeenvolgende voer
beurten zes uur. In tabel 2 zijn de
voorlopige mesterijresultaten ver
meld. Uit de onderzoekresultaten
blijkt dat driemaal daags voeren een
hogere voeropname geeft. Dit bij een
vrijwel gelijke voederkonversie. De
klassifikatie EAA IA) is bij dit
hoge voerniveau echter duidelijk min
der dan bij het tweemaals daags voe
ren. Uiteindelijk blijkt dat de minder
goede klassifikatie goedgemaakt
wordt door de betere groei. Toch ver
dient de minder goede slachtkwaliteit
wel de aandacht, zeker wanneer de
nieuwe klassifikatie ingevoerd wordt.
Praktische ervaringen
Bij het voeren via een volautomati
sche brijvoerinstallatie kan volstaan
worden met smalle kontrolegangen.
Ook wordt het mogelijk om
10
Tabel 1. Verschil in investering en jaarkosten per mest varkensplaats voor drie
aktuele voersystemen
jaarkosten
investering
met
arbeid
zonder
arbeid
mechanische droogvoedering
trogvoedering met voerdoseer
wagen en trognippels
volautomatische brijvoerinstal
latie met dwarstroggen
ƒ18,50
ƒ24,50
ƒ12,00
3,50
ƒ0,50
ƒ4,50
m** ilu
Brij voedering van mest varkens is weer volop in de belangstelling door de on t wik
kelingen in de automatisering.
Tabel 2. Mestresultaten bij drie keer daags voeren ten opzichte van twee keer
daags
Voerfrequentie per dag
dwarstroggen toe te passen. Dit komt
vooral de kontrole ten goede terwijl
ook op bouwkosten bespaard kan
worden. De doseernauwkeurigheid
blijkt goed te zijn. Dit vraagt echter
wel extra aandacht en indien nodig
moet er bijgesteld worden. Een nauw
keurig werkende installatie heeft als
bijkomend voordeel dat een exakt in
zicht in de verstrekte voerhpeveelhe-
den mogelijk is. Gebruik van kruimel
heeft de voorkeur. Korrel blijkt zich
matig te vermengen met water. Hier-
door gaan er korrelresten uit zakken
en wordt er een minder homogene brij
verkregen. Dit kan leiden tot storin-
2 maal
3 maal
aantal dieren
350
350
groeisnelheid (g/dag)
793
819
voederkonversie
(kg voer/kg groei)
2,77
2,76
voeropname (kg/dag)
2,19
2,26
EAA IA
82,5
76,5
Bij een aanlal veehouders is hel uitsluitend voeren van snijmais aan
melkkoeien in de stalperiode in de belangstelling. Hiervoor worden
de volgende argumenten aangevoerd. Snijmais is konstanter van kwa
liteit dan voordrooggras. Door de gemiddelde betere kwaliteit zou de
opname aan droge stof uit alleen snijmais beter zijn dan uit voordroog-
kuil. Het uitsluitend voeren van snijmais aan melkkoeien riep een aan
tal vragen op. Een vraagpunt was of de melkkoeien met alleen snij
mais en krachtvoer gezond blijven. In het verleden uitgevoerd onder
zoek met alleen snijmais en krachtvoer gaf voederstoringen. Een twee
de vraagpunt is, hoe de energie- en eiwitvoorziening van de koeien
met name van de laagproduktieve koeien bij alleen snijmais en kracht
voer op een verantwoorde wijze is te regelen.
tieve energiebalans voedereiwit als
energie benutten, waardoor de eiwit
voorziening bij deze dieren onvol
doende zou kunnen zijn. Bij melkpro-
duktie boven 25 kg melk kan brok
met bestendig eiwit positief zijn en
met name een kleine verhoging van
melk en van vetgehalte geven. Bij la
gere produkties zijn geen voordelen
te verwachten.
Overmatige konditie
Vooral bij rantsoenen met veel snij
mais komt overmatige konditie van
koeien in de tweede helft van de lak
tatie nogal eens voor. Dit is te voor
komen door in deze periode: De snij-
maisgift te beperken, bij alleen snij
mais maximaal 8-9 kg ds; Snijmais en
voordroogkuil te voeren. Door deze
laatste werkwijze is meestal ook geen
extra krachtvoer nodig voor de aan
vulling van eiwit. De eiwit voorziening
van de laagproduktieve koeien is min
der urgent en 10 - 15% onder de ei
witnorm. Voeren zal op dat moment
niet merkbaar zijn in de melkpro-
duktie.
Tabel 1. Resultaten snijmaisrantsoenen op Cranendonck
door ing. J. Mies en ing. J. Dapper,
CR-Waalre/ROC-Cranendonck
Om op bovengenoemde vragen een
antwoord te vinden, zijn in de stalpe
riode 1983-1984 op Cranendonck
twee groepen gemaakt. Een groep
kreeg alleen snijmais, de andere groep
kreeg snijmais en voordroogkuil. In
tabel 1 zijn enige resultaten weerge
geven. In de stalperiode 1984-'85 zijn
op ROC-Heino drie groepen van vijf
tien dieren gevormd. Dit waren allen
verse koeien welke gedurende de
eerste zes weken van de laktatie zijn
gevolgd. Twee groepen zijn met alleen
snijmais gevoerd. De derde groep met
twee kg ds uit voordroog aangevuld
met snijmais. Daarnaast is verschil ge
maakt in de samenstelling van het
krachtvoer. Twee groepen ontvingen
krachtvoer met een hoog suiker- en
zetmeelpercentage, één groep met een
laag suiker- en zetmeelpercentage. In
tabel 2 zijn de resultaten vermeld.
Voederstoringen zijn in beide proe
ven, ook bij alleen snijmais voeren
niet voorgekomen. Uit beide proeven
blijkt dat uit alleen snijmais voeren
hoge droge stof-opnamen naast
krachtvoer mogelijk zijn. Als voor
snijmais en struktuurwaarde van 0,6
wordt aangehouden, wat bij goed af-
gerijpte snijmais reëel lijkt, dan zijn
de struktuurwaarden in rantsoenen
met alleen snijmais veilig boven de
minimumstruktuurgrens van 1/3. In
melkproduktie zijn de verschillen
klein. De gehalten waren in de proef
op Cranendonck hoog en in de proef
op Heino voor verse koeien op een re
delijk niveau. De krachtvoersa-
menstelling, met name een laag
suiker- en zetmeelgehalte in het
krachtvoer heeft positief gewerkt op
het vetgehalte (groep 2). In meetmelk
(4% vet) zijn de verschillen tussen al
leen snijmais en voordroog en snij
mais erg klein.
Snijmais als enige ruwvoer kan, mits
aan een aantal punten wordt voldaan.
Deze zijn: De snijmais moet voldoen
de afgerijpt, 28 - 30% ds; Groepsin
deling bij de koeien is noodzakelijk.
De laagproduktieve groep beperkt
snijmais geven of snijmais voor
droogkuil; De krachtvoergift aan de
hoogproduktieve koeien moet beperkt
blijven (max. 9 - 11 kg krachtvoer).
De krachtvoersamenstelling dient zo
danig te zijn, dat een laag suiker- en
zetmeelpercentage 20%) in het
krachtvoer voorkomt.
Praktijkadviezen
Hoewel alleen snijmais voeren moge
lijk blijkt te zijn, zal toch op de
meeste bedrijven nog steeds een kom-
binatie van voordroog snijmais het
beste zijn. Vooral als goede kwaliteit
voordroog (850 tot 900 VEM/kg ds)
voorhanden is, kan hieruit evenveel
ruwvoeropname mogelijk zijn als van
alleen snijmais. In tabel 3 is bij ver
schillende verhoudingen voor-
droog/snijmais de krachtvoeraanvul-
ling (soorten krachtvoer) weergege
ven. Er is uitgegaan van een redelij
ke kwaliteit voordroogkuil,namelijk
800 VEM en 125 g vre pef*Kg ds. In
de snijmais is als voederwaarde 900
VEM en 50 g vre aangehouden. De
snijmaiskernbrok is nodig bij rantsoe
nen met veel of uitsluitend snijmais.
Hiermee wordt het tekort aan eiwit en
mineralen opgeheven. Als een aantal
koeien méér dan 30 kg melk produ
ceren is 1 kg snijmaiskernbrok extra
nodig. Het is gewenst deze dieren wat
extra eiwit te verstrekken, omdat
hoogproduktieve koeien in een nega-
Groep
1
23 1)
Voordroog
Alleen
snijmais
snijmaissnijmais
Ds-opname:
Ruwvoer
9,6
11,613,1
Krachtvoer
6,1
4,25,2
Melkproduktie:
Kg melk
17,8
17,521,5
Vet
4,43
4,404,35
Eiwit
3,50
3,583,53
Kg meetmelk
19,0
18,522,6
l)De uit groep 2 geselekteerde hoogproduktieve melkkoeien
Tabel 2. Resultaten snijmaisrantsoenen in eerste zes weken van de laktatie
(Heino)
Groep
1
23
Alleen
Alleen 2 kg ds voor
droog
snijmais
snijmaissnijmais
Suiker zetmeel-%
Hoog
LaagHoog
in krachtvoer
Ds-opname:
Ruwvoer
10,3
10,010,7
Krachtvoer
9,1
9,79,1
Melkproduktie:
Kg melk
28,9
28,729,2
Vet
3,75
3,963,83
Eiwit
3,60
3,533,55
Kg meetmelk
27,8
28,528,5
Tabel 3. Rantsoensamenstelling en aanvulling met krachtvoer
Voordroog
Snijmais
Kg ds-opname
VEM-opname
Kg melk uit ruwvoer
Krachtvoer bij
30 kg melk:
Snijmaiskern 900-300
Brok 940-120
Pulpbrok 940-60
100%
50%
25%
50%
75%
100%
9,5
10
10
10,5
7.600
8.500
8.700
9.450
6
8
8,5
10
1,5
3
8
3
11
9,5
7
Vrijdag 7 februari 1986
d8£I iicincbt V gGbjh