Sterk en gezond
zegge en schrijve
&C{K~~b 4 A-C
zuidelijke landbouw maatschappij
Sprang-Capelse veehouders protesteren
met mestkarren tegen mestwetgeving
M est
om
VRIJDAG 24 JANUARI 1986
74e JAARGANG NO. 3811
land- en
tuinbouwblad
Ken dertigtal trekkers met mestkarren stond donderdag
avond 16 januari opgesteld voor liet Gemeenschapshuis
"Zidewinde" te Sprang-Capelle toen de voorzitter van de
Zuidelijke Landbouw Maatschappij de heer A.J.G. Doe-
leman dit gebouw binnen ging om er voor de leden van
de ZLM-kring De Langstraat een inleiding te houden. Met
deze spontane aktie wilden de Sprang-Capelse veehouders
het ZLM-beleid ten aanzien van de mestproblematiek on
dersteunen. Vooral het overheidsvoornemen om het uit
rijden van de mest over het land in bepaalde periodes van
het jaar te verbieden steekt de veehouders zeer.
De ZLM-voorzitter die in zijn inleiding o.m. sprak over
de verregaande beperkingen die de agrarische ondernemer
door de wetgever krijg opgelegd, zei aangenaam verrast
te zijn met de aktie van de veehouders. Doeleman tot de
volle zaal:"We hebben als bestuurders deze druk van de
basis hard nodig. Daarom ben ik erg blij met deze spon
tane ondersteuning van ons beleid. Dat hebben we nodig
bij het overleg met het Ministerie van Landbouw". De
demonstratie bij Zidewinde was heel spontaan opgeko
men, zo vertelden twee deelnemers vader en zoon de Rooy
uit Sprang-Capelle: "Wij begrijpen de problemen wel
maar het gaat niet aan om ons met de mestwetgeving zo
als die nu op ons af komt, op onverantwoord hoge kosten
te jagen. Het uitrijverbod dwingt ons tot onverantwoor
de investeringen. Het betekent voor ons een veel te drasti
sche ingreep in de normale bedrijfsuitoefening. Vandaar
deze vreedzame demonstratie". Een en ander werd on
derstreept door meegevoerde spandoeken met o.m. de
teksten "Met de boer wordt gespot, door het uitrijverbod"
en "De boer wordt gepest, waar blijven we met de mest?"
De aktie die slechts een kwartier duurde verliep uiterst
korrekt.
De vorige week heb ik hier betoogd dat de grote ver
anderingen die de land- en tuinbouw (met name ook
in ons werkgebied) ongetwijfeld te wachten staan niet
persé verkeerd hoeven uit te pakken - noch voor de be
drijfstak als geheel, noch voor de individuele boer. Of
het uiteindelijk goed uitpakt hangt voor een belangrijk
deel af van het ondernemerschap van de individuele
boer en tuinder en van de omstandigheden waaronder
een en ander zijn beslag krijgt. Vooral wat dit laatste
betreft rust er een grote verantwoordelijkheid op de
landbouworganisaties om er voor te zorgen dat de best
mogelijke voorwaarden aanwezig zijn om nieuwe ont
wikkelingen mogelijk te maken. Dit vraagt veel inspan
ning en daarom is het van belang dat de landbouwor
ganisaties er voor zorgen zo sterk mogelijk te staan.
Dat lukt niet alleen door het simpelweg inhuren van pro
fessionele krachten. Onmisbaar daarbij is ook dat er op
alle nivo's voldoende gemotiveerde bestuursleden zijn
die vanuit de praktijk de richting aangeven. De erva
ring is nu eenmaal dat ideeën die van onderop komen
meer kans van slagen hebben. Ook het bestuurskader
moet om goed te kunnen funktioneren echter ge
schoold worden. Binnen de ZLM zijn we al een reeks
van jaren gestruktureerd bezig met kadervorming. Uit
de reakties van de deelnemers hebben wij sterk de in
druk gekregen dat de ZLM daarmee op de goede weg
zit. Onlangs is er in het Landbouwhuis via het Neder
lands Christelijk Werkgeversverbond een bijzondere
tweedaagse kursus over kommunikatie geweest. Deel
nemers daaraan waren ruim 20 kringbestuurders die
al eerder onze 10-daagse kursus voor kringkader had
den gevolgd. De algemene konklusie was dat deze kur
sus nuttig en nodig is om zo optimaal 'en public' te kun
nen opereren. In diezelfde periode is er ook een herha-
lingskursus van een week geweest voor voormalige
topkaderkursisten. Ook daar een 20-tal gemotiveerde
deelnemers die na afloop vonden dat ze hun tijd zeer
nuttig besteed hadden. Positieve geluiden die aange
geven dat er (potentieel) voldoende gemotiveerd ka
der beschikbaar is om de landbouworganisatie de juiste
richting in te sturen voor een optimale belangenbehar
tiging. Dit betekent natuurlijk niet dat de individuele
boer en tuinder nu maar rustig kan gaan zitten afwach
ten. Ook individueel zal er voortdurend nieuwe kennis
vergaard moeten worden om bij te blijven en niet al
leen op vaktechnisch gebied. Het begint met de meest
haalbare schoolopleiding maar daarna blijft het nodig
voortdurend kennis op te doen, b.v. via het volgen van
kursussen. En het bestaat niet dat daar geen tijd voor
zou zijn: het hoort immers gewoon bij het vak. Onder
nemende boeren en tuinders, een goed georganiseer
de landbouw met gemotiveerde bestuurders en een op
zijn taken berekend sekretariaat moeten naar mijn me
ning gezamenlijk in staat zijn de komende ontwikke
lingen het hoofd te bieden. Wie het niet gelooft zal het
meemaken.
De mestproblematiek blijft de gemoederen enorm be
zig houden. Dat is ook wel logisch nu veel bedrijven
zich gekonfronteerd zien met hoge kosten. Veel irrita
tie is er ontstaan over de opstelling van de overheid
die er zich financieel met een Jantje van Leiden wil af
maken. Dat een en ander de praktijk hoog zit is ook
de voorzitter van de ZLM duidelijk geworden toen hij
vorige week donderdagavond in Sprang-Capelle aan
kwam voor het houden van een inleiding voor de kring
Langstraat. Het ontvangstkomité bestond onder andere
uit een stuk of negen gierwagens en een aantal span
doeken. Gelukkig voor de voorzitter bleek al snel dat
deze demonstratie bedoeld was om steun te betuigen
aan zijn (landelijke) inspanningen om de mestregelge-
ving in betere banen te leiden. De heer Doeleman vond
het dan ook een goede aktie van de kring en het was
eigenlijk jammer dat het kringbestuur er (behalve het
ZLM-blad) de publiciteitsmedia niet heeft bijgehaald.
Inmiddels heeft ook het hoofdbestuur van de ZLM zich
in eerste ronde over de mestwetgeving uitgesproken.
De standpuntbepaling zal in de hoofdbestuursvergade
ring van 3 februari worden afgerond. In ieder geval ver
zet de ZLM zich tegen het uitrijverbod zoals dat nu
wordt voorgesteld. Het hoofdbestuur vindt dat het uit
rijden van mest binnen de normale bedrijfsvoering in
principe mogelijk moet blijven. Ook is de ZLM tegen
een overschotheffing voor bedrijven in tekortgebieden
die hun mest zelf verantwoord kunnen afzetten. Het
blijkt trouwens dat er elke keer weer nieuwe proble
men opduiken. In de Provinciale Raad voor de Bedrijf
sontwikkeling in Noord-Brabant werd vorige week zelfs
de vrees geuit dat gezien de normen er in Brabant op
den duur alleen nog maar mais verbouwd zal worden.
Ook over de kwaliteit van de mest - en daarmee sa
menhangend de afzet naar akkerbouwgebieden - is het
laatste woord nog niet gezegd. Temeer reden om als
georganiseerde landbouw één front te maken. In
Sprang Capelle denken onze leden er blijkbaar ook zo
over.
Oggel