Meer dan 99% van de landbouw in
de wereld beperkt door gebrek aan
water en/of voedingsstoffen
EEN
GOED BEGIN
HALVE WERK
TC UPT
Minder tarwe in
mengvoeders en brood
De afstand tussen wat in de landbouw mogelijk is en op dit moment
gerealiseerd wordt is zeer groot. Meer dan 99% van de landbouw in de
wereld vindt plaats in situaties waarbij water en/of voedingsstoffen niet
optimaal voorhanden zijn. Een groot deel van de plantaardige produk-
tie in de wereld bevindt zich zelfs nog op een niveau dat in het Neder
land van de vorige eeuw gebruikelijk was (rond 800 kg graanequiva-
lenten per hektare). Dit zei prof. dr. ir. R. Rabbinge op 12 december bij
de officiële aanvaarding van zijn hoogleraarschap in de gewasecologie
aan de Landbouwhogeschool.
Maar ook in ons land is het optimum
nog niet bereikt. Een hektare kan bij
een groeiseizoen van honderd dagen
in principe 15 tot 25 ton droge stof
opleveren. De werkelijke opbreng
sten in Nederland liggen in de orde
van 7 tot 13 ton. De potentiële groei
wordt pas bereikt wanneer voe
dingsstoffen optimaal aanwezig zijn,
en er geen sprake is van storende
faktoren zoals luchtverontreiniging
en ziekten, plagen en onkruiden.
Volgens Rabbinge vervult de gewa
secologie een brugfunktie tussen
enerzijds de fundamentele kennis
van de plant en zijn omgeving en
anderzijds de meer toegepaste we
tenschappen zoals plantenteelt,
plantenveredeling en gewasbescher
ming. Met name via computermo
dellen, die de gewasgroei en de ont
wikkeling van ziekten en plagen on
der uiteenlopende omstandigheden
simuleren, slaagt de gewasecologie
erin de vele specialismen te integre
ren. Door met modellen te werken
kunnen er analyses gemaakt worden
die anders niet mogelijk waren zon
der zeer vele tijdrovende veldexperi-
menten. Op deze analyses kunnen
dan verantwoorde teelt-adviezen ge
baseerd worden.
Minder stikstof nodig
Toch is er sinds het midden van de
vorige eeuw al zeer veel veranderd in
bijvoorbeeld de tarweteelt. De op
brengsten bleven stijgen terwijl rond
1900 door het gebruik van veredelde
rassen en kunstmest een enorme
sprong voorwaarts gemaakt werd.
Een tweede sprong ligt zowel voor
Europa als de Verenigde Staten vlak
na de tweede wereldoorlog bij de in-
troduktie van zogeheten kortstroras-
sen, een snel groeiend gebruik van
stikstofkunstmest en van onkruid
bestrijdingsmiddelen. De arbeids-
oroduktiviteit nam daardoor en door
ie mechanisatie enorm toe: rond de
eeuwwisseling kostte de verbouw
van een ton tarwe 300 werkuren,
momenteel nog maar anderhalf uur.
Van de oogst 198S is aanzienlijk
minder tarwe bestemd voor de brood-
produktie en ook is minder tarwe in
de mengvoeders verwerkt.
Dat er minder inlandse tarwe door de
maalderijen werd opgenomen, hangt
samen met de gewijzigde melange
terwijl ook de kwaliteit van de in
landse tarwe minder goed is.
Het kwantum inlandse tarwe dat dit
seizoen tot 2 november door de
maalderijen werd aangekocht be
droeg slechts goed 10% van de totale
hoeveelheid vermalen tarwe. Vorig
jaar was dat nog bijna 21% en in 1983
25,5%. In de mengvoeders ging dit
jaar tot 10 december 128.000 ton in
landse tarwe, vergeleken met 190.000
ton vorig jaar.
Wel steeg de afzet naar de partner-
landen met ruim 5000 ton tot 58.800
ton.
Over het verloop van de marktprij
zen per medio december, verstrekte
het Produktschap voor Granen, Za
den en Peulvruchten het volgende
overzicht:
100 kg 1983 1984 1985
tarwe 57,50 50,50 50,25
rogge 57,50 50,00 54,00
brouwgerst 75,00 56,00 57,00
zomergerst 55,50 50,00 49,50
haver 59,50 49,00 41,00
Hogere opbrengsten hebben als
voordeel dat minder grond per een
heid van produkt nodig is en zuiniger
gebruik gemaakt wordt van de
meeste produktiemiddelen. Uit ana
lyses blijkt dat bijvoorbeeld het pro-
duktiemiddel meststoffen op gras
land, beslist efficiënter aangewend
kan worden, hoewel de doelmatig
heid de laatste jaren door een beter
beheer al aanmerkelijk verbeterd is.
Volgens prof. Rabbinge kan het hui
dige stikstof-advies van 400 kilogram
per hektare grasland stukken lager.
Onderzoek, zoals dat door de Land
bouwhogeschool via veldproeven en
het doorrekenen van simulatie-mo
dellen verricht wordt, zal leren waar
de ondergrens ligt en hoe het opti
male stikstof-advies zou moeten lui
den. Dit kan van bedrijf tot bedrijf
verschillen.
Gewasbescherming kan gerichter
Ook kan de gewasecologie eraan
bijdragen de chemische bestrijding
verder te reduceren, daar waar bio
logische methoden niet toereikend
zijn. In een aantal gevallen bestrijdt
de boer een ziekte of plaag met che
micaliën op een bepaald tijdstip, dus
met het oog op de kalender, terwijl
de gevreesde ziekte of plaag nog niet
of nauwelijks op het veld aanwezig
hoeft te zijn. Volgens prof. Rabbinge
is noch de "kalender", noch een be
paald dichtheidsniveau voldoende
reden om tot bestrijding over te gaan.
(Afhankelijk van de (komende)
weersomstandigheden en van plaat
selijke veldomstandigheden kan een
prof dr. ir. R. Rabbinge.
plaag of ziekte in een gewas zich heel
verschillend ontwikkelen. Bij de
bestrijding van onkruiden bijvoor
beeld blijkt het kiemingstijdstip en
de eerste fase van de groei bepalend
te zijn voor het uiteindelijke resul
taat. Met behulp van gewasecologi-
sche modellen kan men deze inge
wikkelde wisselwerking te lijf gaan
en gerichte adviezen opstellen per
veld, aldus de hoogleraar.
Dat geldt zeker voor dé zeugenhouder. Een
maximale groei van biggen is de basis voor
een goed bedrijfsrendement. Door te zorgen
voor een optimale voeding van de jonge big,
welke steeds aansluit bij de leeftijd van het
dier, kan die goede groei en een afdoende
weerstand bereikt worden.
De Cehave kent als geen ander het belang
van een goede biggenopfok en heeft daarom:
Een tweetal zeugevoeders, afgestemd op
de behoefte van dragende en zogende
zeugen.
Een uitgebreid assortiment biggenvoeders
voor elke bedrijfssituatie, zoals:
- Porcolac Extra voor grote tomen met lichte
biggen of voor zeugen met onvoldoende
melkproduktie.
- Een tweetal bigge-opfokkorrels, afhankelijk
van het speenmoment. Na het spenen tot het
afleveren wordt biggekorrel geadviseerd.
- Bij aanhoudende speendiarree of
slingerziekte heeft Cehave een
speciaalvoeder, dat ook in meelvorm
verkrijgbaar is.
Alle CHV mengvoeders hebben
gegarandeerde gehaltes, waarbij de
samenstelling openbaar is.
8
Vrijdag 17 januari 1986