Export snijbloemen en
potplanten stijgt spektakulair
NFO-kringvoorzitter De Jager op fruitteeltdag:
"Te kleine akkerbouwbedrijven zijn in
de fruitteelt welkom"
Produktschap voor Vee
en Vlees. 1985 was topjaar
voor de vleessektor
In 1984 meer wildschademeldingen
Agrarisch Groothandels Verbond: "Voorraden
levensgevaarlijk voor EG-beleid"
Ruiming EG interventie
voorraden rundvlees
mogelijk
CZAV had goed jaar
"Te kleine akkerbouwbedrijven,
die willen omschakelen naar de
fruitteelt, zijn van harte welkom.
Deze uitnodiging geldt vooral
voor die gebieden waar men van
wege het gebrek aan zoet water
geen intensiveringsmogelijkheden
heeft".
Dit alternatief voor de akkerbouw
droeg de voorzitter van de Neder
landse Fruittelers Organisatie
Kring Zuidwest Nederland, de
heer W. de Jager, vrijdag 10 ja
nuari aan tijdens de zeer druk be
zochte Fruitteeltdag in "De
Vroone" te Kapelle. Een uitnodi
ging, zo zei hij er eerlijkheidshalve
bij, die niet wordt ingegeven door
liefdadigheid of grootdoenerij
maar uit fruittelers eigen belang.
De Jager is van mening, dat het
Zuidwestelijk fruitteeltgebeuren
in feite nog te kleinschalig is. "De
voordelen van een groot centrum
bewijzen zich in de tuinbouw
steeds sterker niet alleen door een
betere prijsvorming maar ook
door een informatiestroom naar
en van de teler".
Ondernemer
De kringvoorzitter konstateerde
dat veel alternatieven in het
Zuidwesten in het verleden niet
het sukses hebben opgeleverd dat
ervan verwacht werd. Hij noemde
in dit verband o.m. de druiven-
en pruimenkultuur, aardbeien en
tomaten, bloemen, champignons
en de kippenhouderij. Alleen de
fruitteelt is gebleven, mede
dankzij waarschijnlijk een hechte
organisatie. De Jager waar-
Voorzitter W. de Jager
schuwde eventuele belangstel
lende akkerbouwers wel: "om
schakeling kan alleen slagen als
men beschikt over goede grond
en goed onderwijs heeft genoten
en men moet een ondernemer in
hart en nieren zijn. Er zal ook
ekstra hard gewerkt moeten wor
den".
Zoetwater
Hij onderstreepte in zijn inleiding
verder, het grote belang van
zoetwater voor akkerbouw en
fruitteelt. "De landbouwgebie
den in Zeeland die hiervan ver
stoken blijven worden op langere
termijn Europees ontwikkelings
gebied dat z'n steun niet meer
uitgereikt zal krijgen uit Goes
want het landbouwcentrum zal in
die tijd wel verlaten zijn: de laat
ste land- of tuinbouwvoorlichter
gaat niet met de VUT, maar die
plaatsen we ter nagedachtenis in
een gouden kooitje...". Kritiek
had hij op het overheidsbeleid
met betrekking tot de iepziekte-
bestrijding en de meidoorns. "Er
wordt hier met twee maten ge
meten, maar de tijd dat de na
tuurbescherming de fruittelers
dankbaar zal zijn omdat er dank
zij ons onderhoud nog wat ge
zonde meidoorns over zijn, lijkt
aanstaande".
Direkteur Lavo te Goes, ir.
W.L.A.G. Tacken, reageerde me
teen op De Jagers kritische op
merking ten aanzien van de fruit
teeltvoorlichting.
Hij zei zich niet bij deze kritiek
neer te zullen leggen en zich te
zullen bezinnen wat eraan gedaan
kan worden. Hij riep de fruitteelt
op zich maksimaal in te spannen
om te komen tot de opzet van een
takorganisatie voor de fruitteelt.
J. Wierenga
De totale produktie in de vleessektor is in 1985 met 4% gestegen tot 2,3
miljoen ton, waarmee een rekord werd bereikt. Met een nagenoeg
onveranderde binnenlandse konsumptie steeg de eksport met 7% tot
een rekordopbrengst van rond 8.5 miljard, aldus de voorzitter van het
Produktschap voor Vee en Vlees, Fons Meijer, in zijn nieuwjaarsrede,
die hij op 8 januari hield in de openbare bestuursvergadering van het
Produktschap voor Vee en Vlees in Rijswijk.
Behalve in de rundersektor hebben de prijzen zich op een redelijk nivo
bewogen, aldus Meijer, die meende dat de konklusie gerechtvaardigd is
dat het arbeidsinkomen voor de producent aanvaardbaar is geweest. Hij
konstateerde een toenemende bereidheid tot investeren, wat wijst op
vertrouwen in de ontwikkeling van de afzetmogelijkheden.
Positie in de EG versterkt
Op veel EG eksportmarkten is het
Nederlandse aandeel gestegen. Bij
zondere vermelding verdient de toe
name met 20% of 14.000 tón tot
82.000 ton van de eksport van bacon
naar het Verenigd Koninkrijk.
De Griekse markt nam minder op,
wat toe te schrijven is aan de aldaar
genomen maatregelen tegen import.
De uitvoer naar derde landen steeg
niet.
Mag dan al melding gemaakt wor
den van een gunstige ontwikkeling
van de baconeksport, de uitvoer van
de vlèeswarensektor bleef bij 1984
achter.
Perspektief
Was 1985 het laatste jaar van de
groei, vroeg Meijer zich af.
Dit vooral in verband met de Inte-
rimwet en het voorgestelde besluit
dierlijke meststoffen, alsmede in de
te verwachten aanpassingen in de
EG rundvleesregelingen.
De daarmee te verwachten struk-
tuurwijzigingen zijn niet voor alle
sektoren van gelijk gewicht en gelijke
invloed.
Vooral in de varkenshouderij zal dit
Vrijdag 17 januari 1986
zich dan doen voelen, terwijl ook de
mestkalversektor beproefd zal wor
den. Hier zal de strijd om te over
leven hard zijn gezien de uiterst ge
ringe marges.
Meijer noemde het een drastische
ingreep dat het houden van varkens,
kalveren en pluimvee aan de grond
gebonden wordt. Hij pleitte daarom
voor verzachting van de gevolgen
voor de grondarme bedrijven.
Ten aanzien van de rundveehouderij
merkte Meijer op, dat de rundvee-
bezetting veelal zodanig is dat de in
tensieve veehouderij op die bedrij
ven als nagenoeg geheel grondloos
dient te worden beschouwd.
Hij waarschuwde in dit verband voor
een te grote verschuiving van de
mesterij naar de vermeerdering, die
o.a. kan leiden tot overschotten aan
biggen.
Als opgaven voor de naaste toekomst
noemde Meijer het met voortva
rendheid aandragen van technische
oplossingen voor de overschotpro-
duktie van mest, waardoor de positie
van de meest kwetsbare bedrijven in
de intensieve veehouderij beschermd
kan worden.
vdW.
De gang van zaken in de tuinbouw was in 1985 redelijk te noemen. De
marktpositie kon in vele gevallen verder versterkt worden. Voor het
eerst in de geschiedenis werd voor meer dan tien miljard gulden aan
tuinbouwprodukten geëxporteerd, 20% van de totale agrarische export.
Deze mededeling deed ir. J.E.C. Spithoven, voorzitter van de Produkt-
schappen voor Groenten en Fruit en Siergewassen in zijn nieuwjaars
toespraak. Vooral de export van snijbloemen en potplanten liet op
nieuw een spektakulaire stijging zien.
De sterke marktpositie van de Ne
derlandse tuinbouw werd volgens
Spithoven bereikt doordat het hele
jaar een zo breed mogelijk pakket
produkten van uitstekende kwaliteit
tegen een redelijke prijs werd aan
geboden. De redelijk goede gang in
de tuinbouwsektor, en de daarmee
samenhangende werkgelegenheid en
ekonomische aktiviteit in de tuin-
bouwindustrie en toeleveringsbe
drijven, mag niet in gevaar gebracht
worden. De voorzitter van de pro-
duktschappen is van mening dat één
uniform B.T.W.-tarief zeer nadelig
zou uitwerken op de tuinbouw en
volstrekt van de hand moet worden
gewezen. Ook wijst hij op de nadeli
ge effekten die een kustlokatie voor
de kust van het Westland op de
tuinbouw aldaar zou hebben. Daar
entegen zou inpoldering van de
Markerwaard uitstekende gronden
voor de bloembollenkultuur opleve
ren en daar is behoefte aan.
De ondernemers in die agrarische
sektoren waar .problemen bestaan
worden gewaarschuwd niet uit te
wijken naar de tuinbouw omdat dan
de markt snel overvoerd zou worden.
ir. J.E.C.Spithoven
Spithoven is van mening dat afzet
bevordering nog grotere aandacht
moet krijgen. Op markten waar de
afzet stagneert moet via markton
derzoek nagegaan worden wat er aan
schort. Op veelbelovende markten
moeten extra promotie-inspannin
gen gepleegd worden.
De voorzitter van de tuinbouwpro-
duktschappen heeft er alle vertrou
wen in dat de tuinbouw het ook in
1986 zal redden.
Een in Frankrijk en Zwitserland ge
vestigd handelsbedrijf heeft de Euro
pese Kommissie benaderd met een
bod om de gehele interventievoorraad
aan ontbeend rundvlees over te ne
men.
Het betreft een hoeveelheid van 295
miljoen kg die in het kader van de
sinds september 1985 door de inter-
ventieburo's in de Gemeenschap zijn
aangekocht.
Per ultimo november bedroegen de
totale interventievoorraden rund
vlees 759.839 ton, op basis van vlees
met been, wat omgerekend tot vlees
zonder been 660.508 ton is.
Van producentenzijde werd opge
merkt dat de stieremesterij in Ne
derland in feite pas goed op gang is
gekomen, nadat er interventiemoge
lijkheden waren. Met het beëindigen
van de interventie, althans ten dele,
vond men het van die zijde niet
wenselijk zich van de gehele voor
raad te ontdoen.
De koöperatieve Zeeuwse aan- en
verkoopvereniging b.a. (CZAV) heeft
in financieel opzicht een goed jaar
achter de rug. Dat blijkt uit het jaar
verslag over 1985. Na een ekstra af
schrijving van 500.000,- resteert
over het boekjaar '84/85 nog een
winst van 946.000,-.
Het bestuur van de CZAV meldt
o.m. dat de problematiek van de
graanafzet de toekomstige ontwik
kelingen van het graanareaal en het
nemen van investeringsbeslissingen
bemoeilijkt. Bij de erwtenteelt is dat
anders. Deze staat of valt bij het on
dersteunend beleid dat Brussel voert.
De toename van de (zaai)erwtenteelt
dwingt het CZAV bestuur tot inves
teringen waarvan het niet weet of
deze op termijn rendabel gemaakt
kunnen worden. Voor het komend
jaar verwacht het bestuur een om
zetstijging op jaarbasis van meer dan
10 procent voor de winkels Agriland
en Agrimarkt.
Het Agrarisch Groothandels Ver
bond (AGV) maakt zich ernstige zor
gen over het nivo van de huidige
agrarische overschotproduktie. De
grote voorraad agrarische (interven
tie) produkten is levensgevaarlijk
voor het totale gemeenschappelijke
landbouwbeleid en dus voor het
voortbestaan van de Europese Ge
meenschap. Slechts door middel van
een drastische prijsaanpassing kan
worden bewerkstelligd, dat het aan
bod beter wordt afgestemd op de
vraag. Deze boodschap heeft het
AGV donderdag 9 januari 1986 over
gebracht aan minister Braks. De mi
nister bleek met dit standpunt geheel
te kunnen instemmen.
Marktordening
Het AGV hield de Minister voor, dat
het opvallend is, dat de agrarische
sektor die het minst wordt geplaagd
door marktordeningen, met minder
problemen wordt gekonfronteerd
dan de sektoren die wel, veelal tot in
de finesses, kommunautair zijn ge
regeld en waarvoor allerlei "garan
ties" zijn ingebouwd.
Volgens de voorzitter van het AGV,
de heer G. Lodewijk, blijkt in de
eerstgenoemde sektoren het markt
en prijsmechanisme veelal voldoen
de korrigerend op te treden.
Het AGV bracht de Minister nog
maals de bezwaren onder ogen die
kleven aan een uniformering van het
btw-tarief. Volgens Minister Braks
blijft de btw-problematiek een aan
dachtspunt.
Minister Braks zegde toe om aan
dacht te besteden aan de wens van
het AGV van een nul-tarief bij ek
sport. Hij achtte dit uit het oogpunt
van eksportpromotie alsook verlich
ting van de financiële last van de ek-
sporterende ondernemer een goede
zaak.
In 1984 zijn in de provincie Zeeland
in totaal 251 wildschademeldingen
binnengekomen. Hiervan zijn 84
meldingen telefonisch afgehandeld,
iin 85 gevallen is de melding afgehan
deld met het geven van voorlichting
terwijl de kommissie bij 82 schadege
vallen daadwerkelijk betrokken is
geweest. De totale wildschade zoals
die is vastgesteld bedraagt voor 1984
242.55733. Dit is 15.000.- min
der dan in 1983 en ca. 40.000,—
meer dan in 1982. De meeste meldin
gen betroffen schade van waterwild.
Een en ander blijkt uit het pas ver
schenen jaarverslag van de Wild-
schadekommissie voor de provincie
Zeeland.
Uit het jaarverslag blijkt verder dat
er in 1984 sprake was van een toene
mend aantal klachten nl. 82 stuks
terwijl dat er in 1983 nog 64 waren.
Wat betreft de stand van de fauna
wordt opgemerkt dat het aantal
overwinterende ganzen bij normale
weersomstandigheden praktisch ge
lijk blijft. Toch zijn in 1984 veel
schademeldingen binnengekomen
van kolganzen in de Yerseke Moer.
De indruk bestaat dat de Yerseke
Moer een echt verzamelstation voor
(kol)ganzen wordt om vandaar mas
saal te vertrekken. De aantallen wa
ren eind februari, begin maart van
dien aard dat er in de weilanden in
veel gevallen geen grassprietje meer
te bekennen was. En wat heel zelden
gebeurt, de kolganzen weken uit
naar de wintertarwepercelen.
De stand van de wilde eenden is nog
steeds hoog. Een grote uitbreiding
vindt vooral plaats bij de bastaarden
en dat is in de polders goed te mer
ken. In de toekomst zal er, aldus de
samenstellers van het verslag, voor
gewaakt moeten worden dat er niet
nog een verdere uitbreiding plaats
vindt. De jachthouders dienen de
meerkoeten meer te bestrijden dan
thans het geval is om de schade aan
de landbouwgewassen toelaatbaar te
houden en dit geldt plaatselijk ook
voor de houtduiven. Wat betreft het
afschieten van verwilderde duiven
wordt het betreurd dat nog steeds
geen gebruik mag worden gemaakt
van verdovingsmiddelen.