Beperkte ekonomische gevolgen van invoering mestnormen sec, andere maatregelen veel ingrijpender! Landelijke mestbank officieel van start Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen" Een opgelegd mestuitrijverbod kan niet werken en hoe zit "het met de subsidie" op drainage? Nieuwe herziene uitgave snijbloemenboekje Nog wat vorst zonder sneeuw... Tabel 1 Inkomensdaling in mln.guldens Scenario Het Landbouw-Ekonomisch Instituut (LEI) heeft een studie afgerond naar de nationaal-ekonomische gevolgen van beperkingen op het ge bruik van dierlijke mest op landbouwgrond. Uit het onderzoek, waarvan enkele resultaten al vorige week bekend werden, blijkt dat de onlangs aan de Tweede Kamer voorgelegde normen, die de eerstkomende jaren moeten gaan gelden nog geen belangrijke gevolgen hebben. Naast deze normen worden door de regering overigens een aantal andere maatre gelen voorgesteld, zoals heffingen voor de bedrijven die meer dierlijke mest produceren dan 125 kg fosfaat per ha. De effekten hiervan komen in het onderzoek echter niet aan de orde. Het onderzoek is uitgevoerd in op dracht van de Produktschappen die direkt bij de mestproblematiek zijn betrokken. Aangezien bij de uitvoe ring van het onderzoek de hoogte van de vast te stellen mestnormen nog onzeker en volop in diskussie was zijn voor een reeks van normen berekeningen üitgevoerd. Deze be troffen de gevolgen voor de inko mensvorming, de werkgelegenheid en de bijdrage aan de betalingsba lans. De onlangs door de regering voorgestelde normen komen gemid deld uit op rond 250 kg fosfaat per hektare. Uit de resultaten van het onderzoek kan worden afgeleid dat deze normen slechts' een beperkte invloed zullen hebben op de omvang van de veehouderij en dus ook op inkomen en werkgelegenheid (zie tabellen). Vooral bij strengere fosfaatnormen moet het aantal dieren in de vee houderij sterk worden ingekrompen. Als gevolg daarvan daalt de werkge legenheid niet alleen in de landbouw maar ook in de sektoren die direkt of indirekt met de veehouderij samen hangen, zoals de veevoerindustrie, slachterijen, de zuivelindustrie, etc. Ook het inkomen dat wordt verdiend in deze sektoren gaat daardoor achteruit. Voor de veehouderij zelf vindt een kleine kompensatie plaats door hogere opbrengstprijzen. De eerste regel van tabel 1 en tabel 2 geeft een beeld van de effekten van resp. inkomen en werkgelegenheid wanneer ervan wordt uitgegaan dat geen veranderingen optreden in de produktietechniek. Aanpassingen In de praktijk treden zulke verande ringen echter wel op, bijvoorbeeld doordat voor de produktie minder voer nodig is. Er zullen zich dan ook na de invoering van de normen aan passingsprocessen voltrekken. Ver wacht mag worden dat de landbouw zal trachten minder mest te produ ceren door een efficiënte omzetting 4^% gi&asv AjL v 4 A - Het niet meer mogen rijden van mest in de winter is een grote handicap. 55 Ook in ALTENA-BIESBOSCH is dit lied bij de jaarwisseling door zeer velen gezongen. Het jaar 1985 be hoort al weer tot het verleden en 1986 heeft zojuist zijn intrede gedaan. Omziende is 1985 voor de agrarische ondernemer bepaald niet ongunstig geweest. Na een wat onzeker voorjaar en zo mer zijn de oogstwerkzaamheden van granen, aardappels en de sui kerbieten zeer gunstig verlopen en hebben de opbrengsten niet teleur gesteld. De financiële uitkomsten zullen echter wel wat minder roos kleurig zijn. Van vele produkten hoort men van grote overschotten, waarvoor nog steeds geen oplossing gevonden is. Als de LEI-berekenin- gen geloofwaardig mogen zijn (zie Landbouwblad vorige week) dan kan iedere boer zijn negatief saldo al ongeveer vaststellen maar laten wij 1986 toch niet al te somber beginnen. De zeer veel uitgezaaide wintertarwe staat er gemiddeld uitstekend voor en menig perceel geeft dan ook een fraai groen beeld te zien. Hoewel het op het ogenblik regent zou wat sneeuw en wat meer vorst zeker nog welkom zijn voor een goede struk- tuurverbetering. Met de marktprijzen van vele pro dukten is het zeer droevig gesteld, b.v. de vrije produkten. Als aardap pels en uien zijn haast onverkoop baar met zeer ongunstige vooruit zichten. De meeste boeren hebben het teeltplan 1986 al weer uitgewerkt, hoewel het vaak moeilijk is om vast te stellen welke produkten het aan trekkelijkst zullen zijn voor 1986. Er worden dan ook wel enige vervan gers genoemd om te telen, maar of die echt de oplossing van vele over produces zullen aandragen is nog een vraag. Ook de berichten die ons bereiken uit Amerika, wat de land bouw betreft, zijn zeer slecht en dat geeft voor Europa ook geen groot vertrouwen voor de toekomst. Het jaar 1986 begint dan ook met vele negatieve geluiden, overschotten van graan, melk, vlees, enz. en niet te vergeten aardappels en uien. Laten wij het nieuwe jaar desalniettemin met vertrouwen tegemoet zien met het gezegde: "Doe wel en ziet niet om"! Tot heden toe heeft de winter niet voor al te grote moeilijkheden ge zorgd op het landbouwbedrijf in WEST-BRABANT-ZUID. Toch hebben veel bedrijven, vorig jaar door schade wijs geworden, voorzorgs maatregelen getroffen om bij een snelle opmars van de vorst niet al te veel schade en werk te hebben. Met name waterleidingen en tochtgaten hebben extra aandacht gehad. Half januari zullen in het kader van de voorlichtingsaktie "Mest een pro bleem?" de eerste groepsbijeenkom sten gehouden worden over de mestproblematiek. Met de normen die er nu gelden kunnen vooral de rundveebedrijven in het Zuid-Wes ten wel werken, alleen een eventueel uitrijverbod zal hard aankomen. De meeste bedrijven hebben maar een mestopslag voor maximaal twee maanden. Een door de overheid op gelegd uitrijverbod kan natuurlijk niet werken omdat het weer hiervoor te wisselvallig is. Als november bijvoorbeeld te nat is en voor december en januari geldt een uitrijverbod dan zit men al in de problemen. Het bouwen van een mestopslagplaats plaatst veel bedrij ven voor een extra, niet haalbaar fi nancieel- offer. Uit milieuoogpunt is 20 het ook geen haalbare kaart omdat de meeste gemeentes hiervoor geen hinderwetvergunning afgeven. De overheid zal soepel moeten zijn in deze omdat vooral de varkens en rundveebedrijven al jaren voor een aardige duit in de schatkist zorgen. Alle subsidies die door de overheid in veebedrijven zijn gestopt hebben ook voor de overheid voor een hoog rendement gezorgd. Het gaat nu dus ook te ver als de regering zegt: boeren knappen jullie het nu zelf maar op met eigen middelen. Drainage Tijdens de jaarlijkse voorlichtings dagen van de ruilverkavelingen voor afdelingsbestuurders is medegedeeld dat er drastisch gekort gaat worden op subsidie voor drainage. Vooral de zandgronden worden de dupe van deze maatregel. Gronden die geen hogere grondwaterstand kennen dan 40-60 cm onder het maaiveld zullen straks als ze gedraineerd worden niet voor subsidie in aanmerking komen. Dit voorstel vief logischerwijs bij de aanwezigen niet in goede aarde, om dat bij de voorbesprekingen juist is verteld dat drainage op alle gronden voor subsidie in aanmerking komt. Op deze vergaderingen is verteld dat de voorlichtingsdienst hierbij om Fosfaatnorm in kg per ha 200 175 150 125 100 75 1. Geen aanpassingen 350 540 940 1940 3520 5760 2. 20% minder fosfaat in veevoer 0 0 0 370 1840 4010 3. Meer afzet van mest 0 0 0 980 2590 5000 4. Kombinatie van 2 en 3 0 0 0 0 950 3070 Tabel 2 Daling in werkgelegenheid (x 1000 arbeidsplaatsen) Scenario Fosfaatnorm in kg per ha 200 175 150 125 100 75 1. Geen aanpassingen 9 13 22 42 71 111 2. 20% minder fosfaat in veevoer 0 0 0 9 40 80 3. Meer afzet van mest 0 0 0 22 54 98 4. Kombinatie van 2 en 3 0 0 0 0 22 63 van voeder in eindprodukten en aanpassingen van het veevoeder. Daarom is getracht de gevolgen van invoering van de normen na te gaan, wanneer met deze processen reke ning wordt gehouden. Zo is onder meer onderzocht welke effekten ver wacht mogen worden wanneer zon der nadelige gevolgen het fosfaatge halte in de mest verder zou worden verminderd en er een groter gebruik van dierlijke mest zou worden ge maakt op "tekortbedrijven". Ver mindering van het fosfaatgehalte in de mest blijkt daarbij het meeste perspektief te bieden. De nadelige gevolgen worden onder zulke om standigheden belangrijk terugge drongen, zoals blijkt uit de regels 2, 3 en 4 van de tabellen. Ook dan zijn echter bij strenge normen de nega tieve konsequenties nog aanzienlijk, vooral bij normen onder de 125 kg fosfaat per hektare. "Technisch en organisatorisch staat de landbouw voor een enorme uitdaging. De landbouw nadert een totale mestproduktie van 100 mil joen ton, waarvan een deel als overschot moet worden bestempeld. De opslag, het transport en mogelijke verwerkingstechnieken zullen gi gantische kosten met zich meebrengen. Er zullen maatregelen worden getroffen, die enerzijds zijn bedoeld om de landbouw in zekere mate tegen zichzelf te beschermen en anderzijds het milieubelang te dienen. Dat zal de rentabiliteit en voorts het voortbestaan van bedrijven raken en kan de struktuur van de landbouwbedrijven zelfs drastisch verande ren". Dit onder meer zei de heer A.J. Latijnhouwers, voorzitter van de Stichting Landelijke Mestbank, waarvan de notariële akte voor op richting een dezer dagen zal passeren. i«i «tut 5 Het voltallig bestuur van de Stichting Landelijke Mestbank voor het eerst bijeen onder leiding van voorzitter ALatijnhouwers schap. Het sekretariaat van de nieu- De landelijke mestbank krijgt bin nenkort een eigen buro met een drietal medewerkers en wordt voor lopig gehuisvest bij het Landbouw- we mestbank wordt tijdelijk verzorgd door sekretariaatsmedewerkers van het Landbouwschap. advies is gevraagd en dat deze dienst positief op deze maatregel heeft geantwoord. Ergens klopt er hier dus iets niet omdat de rijkslandbouw- voorlichtingsdienst op de zandgron den adviseert om te streven naar een drainage op 90 cm diepte. Dit om in het voorjaar vroeger met de veld- werkzaamheden te kunnen beginnen en om verslemping tegen te gaan. Vooral in de tuinbouw is het wense lijk om intensief te draineren, omdat bepaalde produkten in de winter ge oogst worden. Er ligt hier duidelijk een taak voor de gezamelijke stand sorganisaties om met de verantwoor delijke instanties over dit punt van gedachten te wisselen. Te meer om dat in de voorontwerpen met geen woord gerept is over eventuele be perkingen op subsidies. Eind september is een nieuwe uitga ve verschenen van het snijbloemen boekje van Bloemenburo Holland. Het nieuwe snijbloemenboekje is verkrijgbaar bij Bloemenburo Hol land. Verbeekstraat 11, 2332 CA Leiden, tel. 071 -312031. Het is vanuit een waterige WEST HOEK dat ik dit schrijf. Nadat het sprookjesachtige wit van de sneeuw is verdwenen wonen we weer in een Ne derlandse polder. Het beeld dat ons het meest vertrouwd is. Donkere wolken-partijen vliegen langs de lucht, worden afgewisseld door een klein stuk blauw. Maar het blauw is er wel en het is deze dag tot nu toe droog. Dat staat ons wel aan, want er staan grote plassen hier en daar. Vooral die gronden die zonder geploegd te zijn van oogst veranderd zijn hebben veel overlast. Dat is dus daar waar na het pootgoed rooien en cultivateren di rect graszaad is ingezaaid. Het liet een prachtige opkomst zien. maar toch vraagje je af, zijn de grote wa- terplekken, het gevolg van die be hoorlijke sneeuwval of is het een plaatvorming de afgelopen zomer ontstaan door de hevige buien toen. Hoe dan ook gras kan heel wat heb ben maar we hebben toch onze twij fels bij de langzaam aan kleinere wordende waterpartijen. Gelukkig zien we regelmatig de buizenspuiters in ons gewest. Het grote belang van een optimale ontwatering is bij de meeste boeren wel aanwezig. Van onder de witte sneeuwdeken kwam een fris groen veld met wintertarwe tevoorschijn. Het is een oud gezegde: "Onder sneeuw groeit de tarwe en groent het gras". Voor het bevriezen van de achtergebleven aardappels was de witte deken nu weer niet zo best. Een mens kan niet alles hebben dat weten we. We hopen nu op nog vorst zonder sneeuw, om van dat akelige probleem "aardappelop- schot" af te komen. Om van de phy- tophthora" af te komen zullen we achter dit onkruid heen moeten en het uitroeien, anders zal het op een andere manier geld gaan kosten. Na de laatste weken achter het buro te hebben gezeten weten we dat we financiële tegenvallers door ziekte in onze gewassen niet kunnen hebben. We zullen alle zeilen bij moeten zet ten om door het dieptepunt waarin de akkerbouwer op dit ogenblik zit te komen. Ik dacht dat we allereerst moesten zorgen om een goed produkt te kwe ken en niet alleen maar zo veel mo gelijk kilo's te halen want dan delven we ons eigen graf. Beter uitgelegd, veel mest, veel tonnen aardappels die niet meer smaken. Waar zijn we dan mee bezig? Vrijdag 17 januari 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 16