Landbouwschap pleit voor landbouwkundige bestemming van de droogvallende gronden Krammer en Volkerak Vraag advies voordat u een kontrakt tekent over geld en goed Landbouwvrijstelling gronden en verpachting aan maatschap BIJDRAGEREGELING KLEINE MELKVEEHOUDERS 1 In de land-,en tuinbouw wordt veel gewerkt met kontrakten. Een kon trakt kan worden omschreven als een overeenkomst tussen twee of drie partijen, waarbij de "sterkere" partij zich verbindt om bepaalde risiko's van de "zwakkere" partij mede te dragen of geheel weg te nemen. Het laatste is echter steeds minder het geval. Er is de laatste jaren duidelijk een tendens waarneembaar om het bedrijfsrisiko weer bij de boer en tuinder te leggen. Hoewel ook in de akkerbouw en de vollegrondsgroenteteelt veel met kontrakten wordt gewerkt, komen de meeste kontrakten toch wel voor in de intensieve veehouderij. Met het groter worden van de eenheden is hier ook de omvang van de kon- traktproduktie toegenomen. Daarbij loopt de situatie uiteen van gebieden waar nauwelijks of geen sprake is van kontraktproduktie tot gebieden waar het houden van varkens, pluimvee en vleeskalveren op kon trakt de normale gang van zaken is. Bij zo'n kontrakt gaat het vaak om grote bedragen en soms langdurige bindingen. Welke belangen spelen een rol? De belangrijkste kontraktpartners en hun belangen bij het aangaan van een kontrakt zijn: 1. De banken en andere financie ringsinstellingen. Deze sluiten vaak tot meerdere zekerheid van de terugbetaling van de door het verstrekte gelden kontrakten af, waarin deze zekerheidsstelling wordt geregeld. De landbouwers geven door het tekenen van dit soort kontrakten een aanzienlijk stuk beschikkingsmacht over hun bezit aan de geldgever. Soms worden er meer bevoegdheden uit handen gegeven dan nodig is. 2. De toeleverende industrie en dan met name de veevoederindustrie. De veevoederleveranciers heb ben er belang bij hun afzet voor langere termijn veilig te stellen. Hierdoor wordt het produk- tieapparaat zo goed mogelijk be nut. Onderbezetting of overka- paciteit kost geld. Door het af sluiten van kontrakten tracht men dit te vermijden. 3. De afnemende of verwerkende industrie. Als afnemers zijn hier bij aan te duiden de slachterijen en in de pluimveesektor daar naast de eierhandel. Bij de groenteteelt zijn het de konser- venfabrieken. Het belang van deze afnemers is de aanvoer van grondstoffen voor hun bedrijven zo goed mogelijk te stroomlijnen, waardoor het produktie- en dis tributie-apparaat zo efficiënt mogelijk kan werken. 4. De boer als agrarisch producent. Deze neemt een tussenpositie in tussen de toeleverende en de af nemende industrie. Hij tracht zijn marktprijsrisiko en soms ook zijn bedrijfsrisiko's zo goed mogelijk in te dekken en zijn inkomenspo sitie veilig te stellen. In de praktijk blijkt steeds weer dat er te gemakkelijk en ondoordacht kontraktuele verplichtingen worden aangegaan, die achteraf tot grote te leurstellingen kunnen leiden. Het wederzijds vertrouwen dat partijen in elkaar hebben is weliswaar een noodzakelijk voorwaarde voor de uitvoering van een kontrakt, maar het mag niet de plaats innemen van een goede regeling op papier. Dat is geen blijk van wantrouwen, doch eerapr het bewijs van een gezonde zakelijke verhouding. Algemene voorwaarden Om wat orde te scheppen in de chaos van kontrakten 'zijn door het Land bouwschap (soms samen met andere organisaties) zogenaamde Algemene Voorwaarden opgesteld. Om eenzij digheid en onbillijkheden te voorko men bevatten de Algemene Voorwaarden onder meer voor schriften betreffende looptijd, beëindiging of voortzetting van het kontrakt, duidelijkheid ten aanzien van voeraankoop, fokdieren-, kui kens- en biggenaankoop, betalings regeling, algemene bepalingen inza ke kortingen en toeslagen en arbi trage bij geschillen. Kontrakten, die voldoen aan de Algemene Voor waarden, dragen het stempel van het Landbouwschap of een produkt- schap. Dit stempel betekent, dat het kontrakt juridisch goed in elkaar zit, maar zegt verder nog niets over de ekonomische kant van het kontrakt. Intensieve veehouderij Onder allerlei benamingen, en met allerlei variaties, kennen we daar onder meer de volgende soorten kontrakten: vastvoergeldkontrakten, wel of niet met winstdeling (soms inklu- sief een financiering) variabel voergeldkontrakt, wel of niet met winstdeling en financie ring minimumprijsgarantiekontrakt, met of zonder winstdeling financieringskontrakten afname/leveringskontrakt minimuminkomenkontrakten, met of zonder winstdeling. U ziet het, keus genoeg. De ervaring leert wel, dat de "kop" de lading vaak niet dekt. Als er boven staat "prijsgarantiekontrakt" wil dat niet zeggen dat ook onder alle omstan digheden een bepaalde prijs wordt gegarandeerd. Risiko terug naar boer Al eerder is opgemerkt dat er een duidelijke tendens is bij de kon traktproduktie in de intensieve vee houderij om het bedrijfstechnische risiko weer terug te brengen naar de boer. Via ingewikkelde konstrukties wordt vaak de indruk gewekt dat een kontrakt wordt aangeboden met een hoge vergoeding. Bijvoorbeeld in de varkenshouderij wordt veel gewerkt met een vergoeding per varken. Dit üjkt een vaste, minimale vergoeding en duur aantrekkelijk. Een paar regels verder blijkt deze vergoeding evenwel te worden ge- korrigeerd naar voederkonversie en sterftepercentage. Bij een hoger voe- derverbruik en een hogere sterfte wordt de basisvergoeding of basis- garantie verlaagd. Bij gunstige resultaten vindt verho ging plaats. Dit principe is op zich redelijk, maar de praktijk leert, dat de normen steeds scherper worden gesteld. Daardoor wordt eerder ge kort op de in het kontrakt vermelde vergoedingen. Bovendien is bij de voederkonversie de toegepaste bere keningswijze sterk van invloed op het berekende cijfer. Oök is van be lang óf de vergoeding wordt gegeven per opgelegd varken, per gemiddeld aanwezig dier of per afgeleverd var ken. De ervaring leert, dat er in het alge meen bij berekening op bedrijfseco nomische basis maar weinig kon trakten zijn, die de boer werkelijk nog een vergoeding voor zijn gele verde arbeid geven. Kontraktenadvieskommissie Uit het vorenstaande kan de kon- klusie worden getrokken dat de boer bij het aangaan van een kontrakt op een groot aantal zaken moet letten en erg voorzichtig dient te zijn. Hij staat tegenover een kontraktaanbieder die zelf dat kontrakt heeft opgesteld en met het brengen van zo'n kontrakt de nodige ervaring heeft. De voorsprong van de aanbieder is daarmee duidelijk. Om de positie van de boer te versterken zijn door de georganiseerde landbouw in een aantal regio's kontraktadvieskom- missies opgericht. Aan deze kommissies kan een kon trakt ter beoordeling worden voor gelegd. Hieraan zijn veelal geen kos ten verbonden. Bij de beoordeling wordt aandacht geschonken aan zowel de juridische als de ekonomische zijde van het kontrakt. Veelal geeft de bedrijfs- voorlichter of de s.e.v.-er vervolgens nog een toelichting op de beoorde ling. Dus voordat u tekent... De landbouwvrijstelling voor gronden houdt in dat waardeverandering van landbouwgronden, inklusief de ondergrond van gebouwen, is vrij gesteld van inkomstenbelasting. De vrijstelling geldt niet voor zover de waardeverandering is ontstaan door de uitoefening van het bedrijf zelf. Hierbij kan bijv. worden ge dacht aan een waardeverandering als gevolg van egalisatie. Alleen waardemutaties door eksterne oorzaken zijn vrijgesteld. Het nu bij de Tweede Kamer in be- ouder in maatschapsverband worden handeling zijnde wetsvoorstel tot geëksploiteerd? wijziging van de landbouwvrijstel- Uit rechtspraak, enige tijd geleden ling houdt in een beperking van de gepubliceerd, blijkt dat in zo'n si tuatie bij de ouder de hoedanigheid van feitelijk (mede)gebruiker van de grond naar voren dient te worden gehaald en niet diens optreden als verpachter. De landbouwvrijstelling kan ten volle worden toegepast! Het aangaan van overeenkomsten waarbij in eigendom zijnde land bouwgronden op enigerlei wijzê zijn betrokken, dient echter steeds de nodige aandacht te hebben. J. Spijk bestaande regeling in die zin dat waardeveranderingen die een gevolg zijn van bestemmingswijzigingen van grond, doordat de grond buiten de agrarische sfeer wordt aange wend, voortaan tot de belaste winst worden gerekend. De nieuwe rege ling zal echter niet gelden voor zover er op de datum van ingang al sprake is van nog niet gerealiseerde, volgens de huidige regeling niet belaste, waardestijging in verband met een reeds plaats gevonden of binnenkort te verwachten bestemmingswijziging van de grond. Hiervoor is een over gangsregeling van toepassing. Een eis die voor het van toepassing zijn van de vrijstelling steeds geldt is, dat er sprake moet zijn van een landbouwbedrijf in technische zin, waarbij het gaat om de feitelijke beoefening van de landbouw. Niet voldoende is dat het onroerend goed tot het bedrijfsvermogen be hoort, maar vereist is dat het dienst baar is aan de daadwerkelijke uitoe fening van het landbouwbedrijf. Daarom kan de vrijstelling bijv. niet worden toegepast bij verkoop van verpachte landbouwgrond welke tot het bedrijfsvermogen behoort. De vraag rijst hoe het is wanneer een ouder een overeenkomst van maat schap met bijv. een zoon aangaat en hij verpacht de hem in eigendom toebehorende landerijen aan die maatschap. Geldt nu de landbouwvrijstelling voor de gronden welke aan de maat schap zijn verpacht en ook door de De Europese Commissie heeft voor het melkprijsjaar 1984/1985 haar goedkeuring gegeven aan de Neder landse bijdrageregeling Kleine Melkveehouders. Ten behoeve van de regeling heeft Brussel ons land ongeveer 20 miljoen beschikbaar gesteld. De bijdrageregeling voorziet in een inkomensteun voor melkvee houders met niet meer dan 40 melk koeien, die aan bepaalde nadere voorwaarden voldoen. In totaal zijn er ruim 19.000 goedgekeurde aan vragen ingediend, met bijna 490.000 melk- en kalfkoeien. In de loop van augustus zal tot uitbetaling van de bijdragen worden overgegaan. Op een 24 juli j.l. gehouden bijeenkomst van de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap, werd vooral aandacht besteed aan de onbevredigende gang van zaken rond de bestemming van de droogval lende gronden in de Krammer en het Volkerak. Provinciale Kommissie Beheer Landbouwgronden (P.C.B.L.) Onder verwijzing naar het ontbreken van overleg inzake de bestemming van de droogvallende gronden in.de Krammer en het Volkerak respek- tievelijk het voornemen van de Mi nister van Landbouw en Visserij om over te gaan tot aanwijzing van het gebied Kruisdijk tot beschermd na tuurmonument en de aard van de werkzaamheden van de Provinciale Kommissie Beheer landbouwgron den hebben de agrarische leden van deze kommissie moeten konstateren dat de georganiseerde Landbouw niet of nauwelijks serieus wordt ge nomen en om die reden recentelijk hun aktiviteiten hebben opgeschort voor nader overleg met de Geweste lijke Raad. Dit overleg heeft in de onlangs ge houden vergadering van de Gewes telijke Raad plaatsgevonden. De Raad heeft daarbij vastgesteld dat de gerezen problemen ten dele voort vloeien uit de taakverdeling van de diensten van het Ministerie van Landbouw en Visserij in de provin cies zoals die tot stand zijn gekomen bij de reorganisatie van dit Ministe rie; een reorganisatie die nodig was na de overheveling van de direkties Natuurbescherming en Openlucht- rekreatie van het (voormalige) Mi nisterie van C.R.M. naar dat van Landbouw en Visserij. Anderzijds worden de problemen ingegeven door de procedure van vooroverleg bij de aanwijzing van (beschermde) natuurgebieden. Tevens moest de Raad konstateren dat ook het over leg tussen verschillende direkties van het Ministerie in Den Haag in on voldoende mate heeft plaatsgevon den, terwijl het wordt betreurd dat procedureel slechts vooroverleg mo gelijk is binnen de Provincie wan neer vertegenwoordigers van het Ministerie bereid zijn voor-informa tie te verstrekken. De beoordeling wat wel of wat niet van belang is voor respektievelijk van invloed is op de Landbouw wordt hierdoor te veel in handen gelegd bij de direkties van het Ministerie van Landbouw in de provincies. De Gewestelijke Raad onderschrijft dan ook unaniem de bezwaren die door de agrarische leden uit de P.C.B.L. naar voren zijn gebracht en die hebben geleid tot het gevoelen dat een voldoende vertrouwensbasis voor het werk in deze kommissie ont breekt. Uitvoerig overleg met de Direkteur Landelijke Gebieden en Kwaliteits zorg van het Ministerie van Land bouw en Visserij heeft ertoe geleid dat hij de bezwaren van de agrari sche leden uit de P.C.B.L. heeft on derkend. Tevens zijn daarbij afspra ken gemaakt die voldoende aan leiding geven om de ontstane impas se te doorbreken. Daarnaast wil de Raad opmerken dat het mede van de benadering van het Ministerie van Landbouw en Visserij zal afhangen of de tegenstel lingen zijn te overbruggen die van belang zijn voor het goed funktione- ren van de P.C.B.L. Er dient een voldoende vertrouwensbasis aanwe zig te zijn tussen de vertegenwoordi gers van het Ministerie van Land bouw en Visserij, de Provincie, de georganiseerde Landbouw en de overige leden van de P.C.B.L. Tegen deze achtergrond heeft de Gewestelijke Raad aan de agrarische vertegenwoordigers in de P.C.B.L. verzocht hun werkzaamheden te hervatten waaraan overigens de uit drukkelijke voorwaarde wordt ver bonden dat er voldoende voor-over leg kan plaatsvinden over zaken die met bestemmingswijzigingen van de grond of met aankoopbeleid te ma ken hebben welke van invloed kun nen zijn op het funktioneren van de Land- en Tuinbouw. Landbouw meer betrekken bij de diskussies over bestemmingswijziging van agrarische gronden Krammer/Volkerak Omtrent de bestemming en inrichting van de droogvallende gronden in de Krammer en het Volkerak na de aan leg van de Philipsdam stelt de Raad zich achter het standpunt van het Bestuur van het Landbouwschap dat hierover opmerkte dat het Land bouwbelang in onvoldoende mate in de beschouwing is betrokken, het geen een onevenwichtige belangenaf weging in de hand werkt. Het land bouwschap dringt er dan ook op aan om te bevorderen dat aan de daarvoor geschikte droogvallende gronden een landbouwkundige bestemming wordt gegeven en dat zij dienovereenkom stig worden ingericht. VERVOLG PAG. 4 Vrijdag 9 augustus 1985 _Ö«L! 2UKU)illb fc y i 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 3