Een warm gevoel qCoö Brussel wil hogere heffing op produktie van suiker zegge en schrijve zuidelijke landbouw maatschappij A \oo Verwerking Intensivering Zoetwater Verdere ontwikkelingen VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1985 iano- en 65e JAARGANG NO. 3793 tuinbouwblad mm De oogst op de akkerbouwbedrijven is nu definitief begonnen en op veel bedrijven bijt graszaad het spits af. De heer A. Noordhoek te St. Philips/and heeft a/s gevolg van het koude, natte weer maar een matige opbrengst van zijn roodzwenk, maar hij verwacht betere resultaten van de raaigrassen. Reeds geruime tijd circuleren geruchten over een verho ging van de bijdrage die de suikerproducenten zelf moeten leveren om de produktie voor de EG kas betaalbaar te houden. Er is nog geen officieel besluit genomen, maar alles wijst er op dat men bezig is de boeren er geleidelijk op voor te bereiden. In dit raam past ook een eind juli gedane uitspraak van een woordvoerder van de Europese Commissie. Deze maakte bekend dat genoemde commissie wil dat de sui kerproducenten zwaarder worden belast ter compensatie van de kosten die een gévolg zijn van de lagere prijzen op de Wereldmarkt. Ter toelichting het volgende: In de suikersector heeft van het moment af dat er beleid voor werd gemaakt, altijd het beginsel bestaan dat de kosten ervan "budgetneutraal" moeten uitwerken. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld de kosten van opslag en van subsidies die nodig zijn om de suiker op de wereldmarkt te kunnen exporteren, door de sector zelf betaald worden. De producenten krijgen daarvoor heffingen opgelegd. Die liggen op twee procent van de interventieprijs voor de zogeheten A-suiker en op 37.5 procent voor de B- suiker. In de afgelopen jaren zijn de prijzen op de wereldmarkt zo gezakt, dat er steeds meer subsidies ge geven moesten worden om de Europese suiker nog op die markt te kunnen afzetten. De Europese Commissie heeft becijferd dat dit de Gemeenschap tot en met eind vol gend jaar één miljard gulden zal gaan kosten. Om die extra uitgaven op te vangen wil de EG-commissie nu de heffingem op de A-suiker verhogen naar 2.5 procent en op B-suiker naar 47 procent. Het huidige Europese sui kerregime, waarbij voor de verschillende soorten suiker produktiequota zijn vastgelegd, loopt op 30 juni volgend jaar ak-De voorstellen die de Commissie nu op tafel heeft gelegd voor de wijziging van de heffingen op suiker heb ben betrekking op de periode van l juli volgend jaar tot de zomer van 1991Vóór de jaarwisseling moet de Raad van Landbouwministers een beslissing nemen. Onder het huidige regime mag Nederland 690.000 ton A-suiker produceren en 182.000 ton B-suiker. Als uitvloeisel van het provinciaal sociaal-ekonomisch beleidsplan heeft het provinciaal bestuur van Zeeland zeer onlangs het konsept van de provinciale landbouw- nota gepresenteerd. Het ligt in de bedoeling deze nota dit najaar in Provinciale Staten te behandelen. Na lezing van de nota kan ik slechts konkluderen dat het Provinciaal Bestuur de ontwikkelingen in de land- en tuinbouw uiterst psotief benadert. Uit de nota spreekt de bereid heid om waar nodig voorwaarden te scheppen voor een agrarische bedrijfsvoering met toekomstperspektief voor zowel de regio als voor de individuele ondernemer. De provincie wil dat doen door enerzijds de bestaande struktuür te versterken en anderzijds een verdere uitbouw van de latent aanwezige mogelijkheden te stimuleren door verbreding en diversifikatie van het produktiepak- ket. In de nota wordt ook het voornemen uitgesproken om initiatieven te ondersteunen voor verwerking van de pri maire produktie binnen de provincie. In dit verband wordt aangepikt bij de nota Zeeuwse Produktstromen waarin de mogelijkheden van een dergelijke verwerking worden verkend. Uit de reakties op de nota Zeeuwse Produktstromen blijkt overigens duidelijk het belang van algemene vestigingsfaktoren zoals tarieven voor elektri citeit, hoogte van de zuiverihgsheffingen, hinderwet- voorwaarden, gemeentelijke en provinciale ondersteu nende financiële instrumenten en vergunningprocedu res. Verder wordt aandacht gevraagd voor vergroting van de regionale gezichtshoek, dat wil zeggen dat Zeeuwse belangen in een aantal gevallen in een zuid-westelijk kader geplaatst moeten worden. Een en ander sluit aan bij datgene wat ook de Wageningse hoogleraar Meulen- berg over de nota Zeeuwse Produktstromen heeft ge zegd. Ik kan mij daarin zeer wel vinden. In de provinciale landbouwnota wordt gekonstateerd dat het aanbeveling verdient nadere studie naar de ontwik kelingsmogelijkheden van vooral vollegronds groente- *ielt te bevorderen. In vergelijking met Nederland is de Zeeuwse land- en tuinbouw nog betrekkelijk ekstensief. Door het terughoudende landbouwbeleid en de betrek kelijk geringe bedrijfsgrootte (40% van de bedrijven kleiner dan 1 5 ha) is er ook weinig keus. In dat verband wordt er gepleit om de genoemde studie ook uit te brei den naar tot nu toe voor het gebied vreemde teelten. Nu binnenkort de nieuwe "takvisie akkerbouw" is te ver wachten - waarin veel aandacht wordt geschonken aan de teelt van nieuwe gewassen - zou een en ander wellicht kunnen resulteren in een vervolg op de nota Zeeuwse Produktstromen. In feite is dat ook steeds de bedoeling geweest van de initiatiefnemers. De provinciale landbouwnota lijkt nu in dit spoor mee te gaan. Intensivering lijkt niet mogelijk zonder de beschikking te hebben over voldoende zoet water. In de provinciale landbouwnota wordt aan het zoetwater dan ook een be langrijke passage gewijd. Ook voor de verwerking is zoet water een belangrijke faktor. Terecht wordt gekonsta teerd dat alles staat of valt met de kosten van de zoetwa tervoorziening. Gepleit wordt dan ook voor een goede kosten/batenanalyse voor gebieden als Oost- en West- Beveland en eventueel Walcheren. Wat Schouwen en Duiveland betreft heeft - zoals bekend - de Raad van de Waterstaat gekonkludeerd tot de aanleg van een zoetwa terpijplijn vanuit de Eendracht. Niet helemaal duidelijk was tot nog toe hoe de Raad precies over de aanlegkosten daarvan dacht. Inmiddels hebben wij het advies van de Raad van de Waterstaat ontvangen en daar staat het duidelijk in: "Alle omstan digheden, van dit specifieke geval overwegende neigt de kommissie na ampel beraad tot de opvatting dat een aanvoerleiding voor zoetwater naar Schouwen en Duive land op kosten van het Rijk ware aan te leggen (blz. 23)". Dat is duidelijke taal waarmee wij vanzelfsprekend erg ingenomen zijn. Ik zie niet goed in hoe de minister met goed fatsoen van een dergelijk advies kan afwijken. De provinciale landbouwnota is ook op een aantal andere gebieden aktueel. Te noemen valt het pleidooi voor de aanpassing van het landbouwonderwijs aan de toekom stige ontwikkelingen en in het verlengde daarvan de tot standkoming van een Agrarisch Onderwijs Centrum nieuwe stijl. Ook de automatisering komt in de nota aan de orde. Op dit punt blijkt dat de ontwikkelingen snel gaan: de wens voor een landelijk takorgaan is reeds ver vuld en aan een provinciale takorganisatie wordt hard gewerkt. Ook de konsentratie van de veilingen (waarvoor mijn gelukwensen) en de eventuele uitbouw daarvan met vollegrondsgroenté - inklusief de ontwikkelingen van af zet en verwerking - staat bij de provincie in het centrum van de belangstelling. Ik kan dan ook slechts mijn kon- klusie van het begin herhalen: De provincie Zeeland is vast van plan zijn land- en tuinbouw te koesteren. En dat geeft een warm gevoel in deze barre tijden. Oggel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 1