Financiële bijdrage aan onderhoud
van kleine landschapselementen
Boerderijen bekijken
Nieuw graanpaviljoen op de Flevohof
Kleine landschapselementen
Onderhoud
Bezembinden in Openluchtmuseum
De provincie Zeeland heeft in
1985 aan de Stichting Land
schapsverzorging Zeeland een
doelsubsidie voor het onderhoud
van kleine landschapselementen
ter beschikking gesteld ter groot
te van 40.000* Dit geld zal zo
direkt mogelijk besteed worden
aan het uitvoeren van onderhoud.
In dit artikel wordt hier nader op
ingegaan.
Het systeem komt er op neer dat
aan eigenaren/ gebruikers van
landschapselementen een finan
ciële bijdrage wordt gegeven
wanneer zij hun landschapsele
ment onderhouden of laten on
derhouden. Evenzo kan deze bij
drage aan een door eigenaar of
gebruiker gemachtigde persoon
verstrekt worden, wanneer deze
het onderhoud vqor zijn rekening
neemt. Rijks en provinciale dien
sten, natuurbeheersinstanties,
waterschappen en gemeenten en
dergelijke komen niet voor een
bijdrage in aanmerking.
Uitbetaling vindt plaats nadat het
onderhoud heeft plaatsgevonden.
De stichting dient wel van te vo
ren op de hoogte te zijn van dit uit
te voeren onderhoud, om een
goede planning te kunnen ma
ken. Daarnaast dient het onder-
Voor het knotten van knot bomen kan een financiële bijdrage gekregen
worden
houd aan enkele eenvoudige
kwaliteitsnormen te voldoen.
Degene die de bijdrage krijgt le
vert een duidelijke tegenpresta
tie. Hij draagt er immers zorg
voor dat het betreffende land
schapselement op een goede ma
nier onderhouden wordt.
De stichting heeft een nieuwe
medewerker aangetrokken die
zich met deze onderhoudsver-
goedingen gaat bezighouden. Het
is de heer Herman uit Sluis. Hij
zal eenvoudige onderhoudsove-
reenkomsten gaan afsluiten, na
gaan of het onderhoud op een
verantwoorde wijze is gebeurd en
hij zal zorgdragen voor de uitbe
taling van de bijdrage. Voorlopig
zal hij in Zeeuws-Vlaanderen ak-
tief eigenaren en gebruikers van
kleine landschapselementen be
naderen. Vanuit de hele provin
cie kan natuurlijk een beroep op
een onderhoudsbijdrage gedaan
worden. Als u belangstelling
heeft dan kunt u kontakt opne
men met de stichting.
Welke landschapselementen ko
men voor een bijdrage in de on
derhoudskosten in aanmerking
en welk onderhoud moet plaats-
vinden?
Elementen waaraan met name
gedacht wordt, zijn: knotbomen,
hoogstamfruitbomen, leibomen,
heggen, houtwallen, hakhoutbos
jes en drinkputten.
Daarnaast komen andere ele
menten in bijzondere gevallen in
aanmerking. Dit zal door de
stichting van geval tot geval
beoordeeld worden. Hieronder
vallen elementen als bomen en
bomenrijen, bosjes, erfbeplantin-
gen, rietlanden, dijken en kul-
tuurhistorische elementen zoals
grenspalen en bakketen.
Of deze elementen in aanmer
king zvllen komen is onder ande
re afhankelijk van de belangstel
ling die er voor de onderhouds
bijdrage is en van de waarde die
een dergelijk element in het
landschap heeft.
Het onderhoud dat plaats moet
vinden is over het algemeen het
vanouds gebruikelijke onder
houd: knotten van knotbomen,
snoeien van hoogstamfruitbo
men, af en toe opschonen van
drinkputten en dergelijke. Daar
naast kan ook een bijdrage ge
kregen worden voor herstel van
een element, bijvoorbeeld door
bijplanten van bomen om in het
verleden ontstane gaten in de be
planting op te vullen, en voor het
beschermen van een element
tegen bijvoorbeeld veevraat.
Indien u meer wilt weten over
deze bijdrage, of indien u denkt
dat u een element gaat onder
houden of wilt lafen onderhou
den dan kunt u kontakt opnemen
met Sjaak Herman (voor
Zeeuws-Vlaanderen) of met het
kantoor van de stichting, adres
sen:
Sjaak Herman, Kloosterstraat 16,
Sluis, tel. 01178 - 1744
Stichting Landschapsverzorging
Zeeland, Grote Markt 28, Goes,
tel. 01100 - 30936.
Aarzel u niet, kontakt verplicht
tot niets; onderhoud is niet een
zaak waarmee u allerlei langduri
ge verplichtingen aangaat, maar
een zaak waarmee u bijdraagt aan
de waarde van het landschap in
Zeeland. Voor landschapsele
menten geldt wat dat betreft het
zelfde als voor gebouwen: Goed
onderhoud geeft een lang leven en
voorkomt overlast en ongemak.
Oude boerderijenveel interessante gegevens
vele volitskundigen, historici,
geografen en anderen zich bezig
gehouden met boerderij-onder
zoek en veel interessante gege
vens boven tafel gebracht. Veel
vragen bleven echter onbeant
woord.
In 1960 is de Stichting Historisch
Boerderij-Onderzoek opgericht,
gehuisvest op het terrein van het
Nederlands Openluchtmuseum
te Arnhem, met als doel om van
uit een centrale plaats het histo
risch onderzoek naar de boerde
rij bouw te verrichten en te be-
vordere/i. Op het bureau van de
bouw te tonen, maar vooral ook
om te laten zien hoe men door
middel van historisch onderzoek
heeft geprobeerd en nog probeert
de geschiedenis van de boerderij-
bouw te ontrafelen.
In een vijftal opstellingen in de
voormalige wagenhal naast de
museumaula laat de tentoonstel
ling "Boerderijen bekijken"
werkwijze en resultaten zien van
25 jaar onderzoek naar de oude
boerderijbouw.
De tentoonstelling is tot 1 no
vember te bezichtigen.
Wie over oude boerderijen
spreekt komt al snel terecht bij
het onderscheid in streektypen.
De termen als stolp, kop-hals-
romp en langgeven boerderij
klinken velen bekend in de oren.
Ze duiden karakteristieke hoofd
vormen aan van oude boerderijen
die in verschillende landschap
pen in Nederland worden aange
troffen. In de loop der tijd hebben
Stichting is in de loop van 25 jaar
een grote kollektie boerderij-do-
kumentatie verzameld en voor
raadpleging toegankelijk ge
maakt.
Ter opluistering van het zilveren
jubileum van SHBO is een ten
toonstelling ingericht om aan
dacht te vragen voor oude boer
derijen. Niet alleen om de rijke
variatie in de oude boerderij-
Het Nederlands Openluchtmuseum
te Arnhem organiseert op een aantal
dagen in juli een demonstratie be
zembinden.
Het bezembinden is al een eeuwe
noud beroep. Ieder dorp en stad had
vroeger wel zijn bezembinders, hoe
wel veel boeren vaak zelf hun eigen
heibezems maakten. Ook waren er
rondtrekkende beoefenaars van dit
handwerk, die het platteland afreis
den om hierin hun bestaan te vinden.
Het materiaal bestaat uit lange hei
de- en berketakken. De twijgen wor
den tot een stevige bos gevormd, in
een touwlus aangetrokken en met ij-
zerdraad vastgebonden. Tenslotte
wordt er een aangepunte stok in ges
token. Heibezems worden tegen
woordig nog veel gebruikt in bedrij
ven, door landbouwverenigingen en
plantsoenendiensten.
De heer G. Brink uit Eerbeek, die het
bezembindersvak reeds 40 jaar ui
toefent, zal op de volgende dagen dit
handwerk in de boerderij uit Ka-
doelen laten zien: 13, 16, 17,23,24 en
27 juli.
Het Produktschap voor Granen,
Zaden en Peulvruchten heeft
door een subsidiebedrag de Fle
vohof in staat gesteld het graan
paviljoen te vernieuwen.
De expositie biedt een beeld van
de teelt van de granen en van de
rijke schakering van graanpro-
dukten. Met hier en daar een te
rugblik op het verleden wordt
toch vooral het heden getoond
van een dynamisch, modern be
drijfsleven.
Akkerbouwbedrijven met eigen
tijdse teeltmethoden, gesteund
door* wetenschappelijk onder
zoek en deskundige voorlichting.
Handelsondernemingen die na
tionaal en internationaal de afzet
verzorgen, waarvoor in de havens
aanzienlijke investeringen zijn
gepleegd. En dan de verwerkende
bedrijven die in een zeer geva
rieerd patroon de granen malen,
pletten, stomen, bakken, vergis
ten of op andere wijze transfor
meren tot meel, brood, biscuits,
beschuit, banket, zetmeel, haver
mout, gort, mout, bier, gedistil
leerd, deegwaren, rijstprodukten
enz.
Het centrum van de expositie is
een ruimte waarin een diashow
van ruim tien minuten een leven
dig overzicht geeft van de akker-
bouw-sektor.
Bij het binnentreden van het pa
viljoen is men getuige van een
gesprekje tussen een boer. een
molenaar en een bakker in een
dorpscafé.
Op de achtergrond een koren
veld, waarop een dekorwisseling
plaatsvindt door middel van een
geraffineerde belichtingstechniek
van de dubbele achterwand.
In het paviljoen is ondermeer te zien
hoe vroeger het graan werd gewogen
Een moderne oogstmachine ver
schijnt in het beeld, vergezeld
door het daarbij behorende ge
luid.
Vervolgens is er een inkijkje in
een laboratorium. Vragen wor
den beantwoord over het kweken
en telen van granen en de bewer
kingswijzen. Een oventje produ
ceert mini broodjes, zoals die in
proefbakkerijen worden gebak
ken om de bakkwaliteit van de
tarwebloem te onderzoeken.
Op panelen worden door fraaie
diavoorstellingen beelden ge
toond van diverse verwerkte pro-
dukten en van de produktiemet-
hoden. Een wand met letters die
het woord GRAAN vormen geeft
op speelse wijze een indruk van
de verscheidenheid aan graan-
produkten.
Men komt onder de indruk van
de betekenis van de graanteelt
voor de wereldbevolking door
een wereldkaart met een duide
lijk overzicht, terwijl de voe
dingswaarde wordt toegelicht
door middel van de maaltijdschijf
van het Voorlichtingsbureau voor
de Voeding.
Een afwisselende expositie met
diverse spelelementen, die voor
het publiek van de Flevohof van
alle leeftijden een verrassende
inkijk biedt in de wereld van gra
nen en graanprodukten.
Veevoeder
In het oude graanpaviljoen is nu
een veevoederexpositie onderge
bracht. Hier kan de bezoeker zich
een tapioka-handelaar wanen als
hij, gezeten in een vliegtuigstoel
van een Boeing 747, op weg naar
Thailand een diapresentatie over
de teelt, de bewerking en het
transport van tapioka bekijkt.
Vanaf een scheepsbrug wordt een
dia-impressie gegeven van de ak-
tiviteiten in de Rotterdamse ha
vens, terwijl in een vracht^agen-
kabine van een bulkauto de leve
ring van mengvoeder op een
boerderij in beeld wordt ge
bracht, met de daarbij behorende
geluiden.
Een produktenpaneel laat het
verband zien tussen levensmid
delen en veevoederprodukten, en
voor de nieuwsgierigen onder u
staat een fabrieksdeur op een
kier, zodat U een kijkje kunt ne
men in een mengvoederfabriek.
12
Vrijdag 12 juli 1985