over geld en goed Rentesubsidie voor jonge boeren Landelijke Raad adviseert minister Braks over notitie "bedrijfsovername" De W.I.R. in de gevarenzone Nieuwe beschikking Superheffing van kracht Is er iets voor u bij? Geldelijke steun verbetering partikuliere woningen Soepeler grondregiem Uitstel overgangsre geling bestemmings- wijzigingswinsten Op het gebied van verbetering van partikuliere woningen bestaan er verschillende financiële bijdragere*- gelingen. Deze gelden voor eigen woningen en huurwoningen. Een woning op een gepachte boerderij is een huurwoning in dit verband. De geldelijke steun geldt alleen voor woningen die permanent worden bewoond. Wat is de rol van de gemeente? De rol is groot! U moet de bijdrage daar aanvragen. Doe het op tijd! Op tijd is langer dan een week voor u wilt gaan bouwen. De procedure voor u een bijdrage krijgt duurt vrij lang. Welke regelingen zijn er? a. Gehandikapten: Voor voorzieningen aan woningen voor gehandikapten is een speciale subsidieregeling. b. Woningverbetering Hieronder wordt verstaan: verbete ring van de indeling en opheffing van bouwtechnische gebreken. In dien men voorzieningen treft moet het belang van de volkshuisvesting zijn gediend. De kosten moeten in een redelijke verhouding staan tot het resultaat. Afhankelijk van de hoogte van de kosten wordt een bij drage ineens verstrekt of een dalende jaarlijkse bijdrage van 10 jaar. c. Voorzieningen tot verhoging woongerief Voor bepaald op zichzelf staande voorzieningen aan de woning wor den vaste bedragen uitgekeerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vooroorlogse 1-1-1945 en na oorlogse woningen ouder dan 25 jaar. Om welke voorzieningen gaat het hier? doucheruimte aanbrengen closet met waterspoeling vervanging en uitbreiding elektri sche installatie een aan de huidige inzichten aange paste keuken een berging buiten de woning als er binnen te weinig bergruimte is een vergroting van de woonkamer kleiner dan 18 m2 het verbeteren van bestaande slaap kamers bij minder dan 3 slaapkamers het maken van nieuwe met een maksi- mum van 4 het aanbrengen van centrale verwar ming mits dat gebeurt met 3 andere bovenstaande voorzieningen Hoe hoog zijn de bijdragen bij c Deze lopen uiteen van 1.000 tot 3.700 per onderdeel voor woningen gebouwd voor 1-1-1945 en voor de overige ouder dan 25 jaar van 500 tot 2.500. d. Verbouwingen welke woningsplit sing of samenvoeging ten doel heb ben. De geldelijke steun wordt van geval tot geval bepaald. e. Verbetering partikuliere woningen waarvan de eigenaar teMtns bewoner is Hiervoor kunnen de gemeenten tot bepaalde bedragen putten uit het stadsvernieuwingsfonds. f. Huurwoningen en ook gepachte woningen Voor deze woningen bestaat een re geling waarbij het Rijk onder be paalde voorwaarden deelneemt in de subsidiëring. Wanneer geen subsidie c.q. bijdrage? Indien de kosten minder zijn dan 1.500,-. Indien de verbeteringsplannen van eigenaar-bewoners hoger zijn dan ƒ90.000,- en van eigenaren-ver huurders hoger zijn dan 65.000. En de belasting? Bijdrage ineens is belastingvrij. Jaarlijkse bijdrage moet belasting over worden betaald. Advies Begin pas met het werk als de direk- tie volkshuisvesting of de gemeente de subsidie heeft toegezegd. Vraag inlichtingen Bij de gemeente, het Ministerie van Vrom 070 - 262221 of uw sev-ster. Verschillende mensen hebben we de laatste jaren doorverwezen naar de gemeente en met resultaat. J. Markusse Extra steun voor jonge agrariërs met een bedrijfsverbeteringsplan dient ais rentesubsidie in het kader van het nieuwe struktuurbeleid gekonti- nueerd te worden. Het voorstel van minister Braks (landbouw en vis serij) om onder bepaalde voorwaarden een steunverlening voor jonge agrariërs bij eerste vestiging toe te passen wordt positief ontvangen. Dit onder meer deelt de Landelijke Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in de landbouw mede in het onlangs uitgebrachte advies aan minister Braks naar aanleiding van de notitie "Bedrijfsovername in de land- en tuinbouw" van de bewindsman. De Raad wijst voor wat betreft de steunverlening erop, dat de door mi nister Braks genoemde voorwaarde een werkbare regeling niet in de weg mag staan. De bewindsman heeft in zijn notitie als voorwaarden ge noemd: de hulpverlening moet ten goede komen aan de opvolger en niet aan de familie de overname moet betrekking hebben op een levensvatbaar be drijf de hulpverlening moet financieel noodzakelijk zijn. Bij bedrijfsovername speelt de fi- nancieringsproblematiek een hoofd rol. Deze problematiek hangt ten nauwste samen met enerzijds de in de landbouw algemeen bestaande lage rendementen, in het bijzonder van de grond, en anderzijds de hui dige hoge reële rente, het een en an der vèrscherpt door aktuele proble men in de bedrijfsontwikkeling. Opgemerkt wordt dat de betrokke nen bij het bedrijfsovernameproces De laatste weken duiken steeds meer berichten op dat de regering denkt aan een beperking van het W.I.R.-regime. De diskussies die zijn ont staan rond de Wet Investeringsrekening hebben in eerste aanleg de negatieve aanslag op het oog. Wat daar precies mee bedoeld wordt is op dit moment niet erg duidelijk. De hulpverlening aan jonge agrariërs, die een bedrijf overnemen, zal moeten worden gezocht in de vorm van een rentesubsidie voor leningen, die worden aangegaan ter dekking van de kosten van de overname. Slechts bedrijven, waarvan de kontinuïteit na de overname verzekerd is, zullen in aanmerking komen voor de steun. Dit o.m. schrijft minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) in de notitie "Bedrijfsovername in de land- en tuinbouw". De bewindsman heeft de notitie op 1 juli j.I. aan de Tweede Kamer gezonden. Eerder had hij hierover al advies gevraagd aan de Landelijke Raad voor de Be drijfsontwikkeling. Zoals u weet wordt de uit te betalen W.I.R.-premie verrekend met de de finitieve aanslag inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting en dan kan het saldo negatief uitkomen. Uitgangspunt daarbij is dat de on derneming belastingplichtig is voor één van beide belastingen. Niet van belang daarbij is hoeveel belasting er in feite verschuldigd is. Ook bedrij ven die tijdelijk in de verliessfeer verkeren hebben recht op W.I.R. Echter niet de ondernemingen die zodanig zijn opgezet dat nimmer winst kan worden behaald. Zij kun nen nimmer een bijdrage aan de be- lastingpot geven. Maar het konstateren van zulk een situatie is nu juist bijzonder moeilijk. Wat denkt u van onze autoindustrie in de onderneming Volvo Cars? Het winststreven is er wel maar de om standigheden zijn moeilijk. Moet dan aan dit bedrijf de W.I.R.-premie onthouden worden? Zo zijn er meer voorbeelden te bedenken. Bedenkelijker wordt het bij die be drijven die in internationaal verband winsten kunnen verschuiven, waar door in Nederland geen belasting verschuldigd zal zijn, maar die wel de W.I.R.-premie ontvangen. Dat bij deze bedrijven de negatieve aanslag ter diskussie mag worden gesteld zal niemand ontkennen. Doch wanneer het normale bedrijfsleven ha^r in vesteringsstimulans moet gaan mis sen omdat enkele bedrijven misbruik maken van de wet gaat mij te ver. En trouwens zonder meer de negatieve aanslag laten vervallen komt ook nogal ongenuanceerd over. Wat denkt u van het bedrijf dat na enige goede jaren besluit tot het doen van Vrijdag 5 juli 1985 uitbreidingsinvesteringen. De finan ciering is rond te krijgen met gebruik making van de te verwachten W.I.R.-premie. Evenwel in het jaar van uitbetaling heeft het bedrijf een inzinking en is de te betalen belasting belangrijk minder dan de te verre kenen W.I.R.-premie of misschien zelfs nihil. Zou dit dan betekenen dat er dus niets wordt uitbetaald. Dat kan toch niet waar zijn. Dat gaat lij ken op willekeur en daar kan en mag onze overheid zich niet mee bezig houden. Het is te hopen dat ook onze parlementariërs duidelijkheid scheppen in de bedoelingen die hun voor ogen staan. Want daarop heb ben de belastingbetalers en kiezers van volgend jaar recht. B. Veerbeek Nederland kent op dit moment in tegenstelling tot voorgaande jaren een hoge reële rente door een relatief lage inflatie en een relatief hoge no minale rente. Daarnaast bieden de besparingen en de liquiditeiten, in het bijzonder in de glastuinbouw, slechts beperkte ruimte om de hoge reële rente op te vangen. Voor jonge agrariërs kan dan ook op dit moment een vestigingspremiere geling wenselijk zijn. De toepassing van zo'n regeling kan echter slechts geschieden op basis van voorwaarden en kriteria, die af gestemd zijn op de Nederlandse si tuatie. Met de keuze voor een rentesubsidie beoogt de minister, dat enerzijds de familie de overnameprijs zodanig vaststelt, dat aan de kriteria wordt- voldaan. Anderzijds beoogt de mi nister, dat de hulpverlening zich be perkt tot levensvatbare bedrijven* De toepassing van de regeling dient aan de volgende uitgangspunten te voldoen: de hulpverlening moet ten goede komen aan de opvolger en niet aan de familie; de overname moet betrekking hebben op een levensvatbaar be- drijf; de hulpverlening moet financieel noodzakelijk zijn. Konkretisering hiervan zal moeten geschieden in het kader van de na tionale invulling van het herziene EG-landbouwstruktuurbeleid en binnen de budgettaire prioriteiten stelling van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds. Minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) heeft de beschikking Super heffing 1985 definitief vastgesteld. De beschikking geldt voor de periode tot en met 31 maart 1985. Kortingspercentage In het lopende melkprijsjaar moet ingevolge de EEG-regeling 123.000 ton op het nationale quotum worden gekort. Daarom is voor de komende heffingsperiode, een korting nodig ten opzichte van de heffingvrije hoeveelheden, zoals deze voor de melkveehouders zijn vastgesteld voor het melkprijsjaar 1984/1985. Ten opzichte van het referentiejaar 1983 wordt het kortingspercentage voor het melkprijsjaar 1985/1986, 9,55%. De extra korting wordt echter niet toegepast bij die veehouders, waar in 1984/1985 de mini-groeiers- regeling is toegepast. Minister Braks kan na de eerste twee kwartalen van het melkprijsjaar - d.w.z. na 1 okto ber 1985 - eventueel besluiten, dat met een lager kortingspercentage kan worden volstaan. Dit is echter afhankelijk van het resultaat van de opkoopregeling en van de omvang van de onderschrijdingen. Voor wat betreft het overige is de beschikking in hoofdlijnen gelijk aan het vorig jaar. Soepeler grondregiem Bij overdracht van gronden gaat in principe een evenredig deel van de heffingvrije hoeveelheid mee over. In de oude Beschikking superheffing bleef de aanspraak op heffingvrije hoeveelheid gelijk indien de opper vlakte van de over te dragen grond niet meer dan 0,5 ha bedroeg. Deze mogelijkheid is thans verruimd in die zin dat onder bepaalde voorwaarden tot 1 april 1989 gronden zonder ver lies van quotum kunnen worden overgedragen tot een totale opper vlakte van 5,5 ha. Hierbij geldt een aanmeldingsplicht bij de distrikts- bureauhouder. zelf verantwoordelijk zijn voor de te maken keuze. Het voorwaarden scheppend beleid via onderwijs, voorlichting onderzoek, kwaliteits beleid en struktuurbeleid, alsmede het markt- en prijsbeleid en het fis- kale beleid (inkl. WIR) is hiervoor van primair belang. Met name is blijvende aandacht ter voorbereiding van de bedrijfsopvolging voor het agrarisch ondernemerschap gewenst in het reguliere landbouwonderwijs, in het kursusonderwijs alsmede bij de voorlichting. De Landelijke Raad vindt diverse maatregelen in het kader van het fiskaal beleid van groot belang bij de bedrijfsovernameproblematiek. In het advies aan minister Braks wordt onder meer gewezen op het pro bleem met betrekking tot de WIR- premiëring bij bedrijfsoverdrachten tussen naaste verwanten. In de prak tijk vindt deze overdracht plaats tegen waarde in de verpachte staat voor landbouwgrond, terwijl voor gebouwen etc. de zgn. vrije verkoop waarde wordt gehanteerd. De Staatssekretaris van Financiën heeft nog onlangs in de Tweede Ka mer der Staten-Generaal toegezegd dat een investeringsbijdrage ver leend zal worden, mits de verplich ting voldoet aan de eisen die gelden tussen derden; daarbij zal de ver plichting pro rato toegekend worden aan de premiabele en niet-premia- bele aktiva op basis van hun waarden in het ekonomisch verkeer. Het gevolg daarvan zal zijn dat een agrarisch ondernemer bij de bedrijfs overname binnen familieverband met grond absoluut en verhoudings gewijs minder WIR-premie kan ver krijgen dan bij transakties waarbij geen gronden zijn betrokken. Deze ongelijkheid kan volgens de Raad worden weggenomen indien bij de pro rato toerekening de waarde van de grond in verpachte staat en de overige bedrijfsmiddelen naar de waarde in vrije staat genomen kan worden. Alleen een dergelijke waar- detoedeling komt overeen met de la ge rentabiliteitswaarde van de grond. De waarde in verpachte staat is een objektieve norm welke op eenvoudi ge wijze is vast te stellen en waarbij misbruik van de WIR-regeling is uitgesloten. Verder is de Raad van mening dat het lage rendement van de grond noopt tot het streven naar een zo hoog mogelijke eigen vermogenspo sitie. In dit verband past niet de in- tegrale uitsluiting van de grond voor de vermogensaftrek in de inkom stenbelasting. Bij de Tweede Kamer ligt een wets ontwerp om de landbouwvrijstelling in de Inkomstenbelasting te wijzigen. De landbouwvrijstelling zal worden aangepast aan meer moderne opvat tingen ten aanzien van het begrip landbouw, waardoor ook nieuwe landbouwteelten en intensieve be drijven onder de vrijstelling vallen. De landbouwvrijstelling zal echter, als het wetsontwerp wordt aangeno men, niet meer gelden met winsten die verband houden met aanwen ding van de landbouwgrond buiten de agrarische sfeer. Het wetsontwerp omvat een overgangsregeling voor deze bestemmingswijzigingswinsten, ontstaan vóór 1 juli 1985. Nu het duidelijk is dat de behandeling van het wetsontwerp na de zomervakan tie zal plaatsvinden heeft staatsse kretaris Koning besloten de in gangsdatum van 1 juli 1985 te ver schuiven naar een nader vast te steb len datum.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1985 | | pagina 3