Alternatieven voor grondgebruik na de superheffing
Inklapbare
keerwandsteunen
waar je mooi
alle kanten
mee uit kunt!
ii
Q
I
I
méérwetenbon
I
l
Als gevolg van de superheffing op
melk zoeken veel melkveehou
ders naar andere gebruiksmoge
lijkheden voor een deel van hun
grond. Er komen namelijk enkele
hektares grond vrij wanneer vee
wordt afgestoten en de veebezet
ting per ha gelijk blijft. Dit vrij
komende land kan benut worden
voor andere diersoorten of ge
wassen. Het Proefstation voor de
Rundveehouderij (PR) en het
Landbouw-Ekonomisch Instituut
(LEI) hebben gezamenlijk voor
26 alternatieven saldoberekenin
gen opgesteld. In dit artikel wordt
hiervan een overzicht gegeven ter
vergelijking van de alternatieven.
Melkproduktie
5500
tot
6000
Veebezetting
uitg.situatie
2
2-V/i
>3
Vraag: hoogte saldo
Indien de melkveehouder vee heeft
afgestoten, kan de veebezetting per
ha verlaagd worden of gelijk blijven.
In het laatste geval komt grond vrij
voor andere diersoorten of gewassen.
De vraag is nu: hoe hoog moet het
saldo van de vrijkomende grond zijn
om de schade gelijk te houden aan de
schade na verlaging van de veebe
zetting. Onder saldo wordt hier ver
staan het verschil tussen opbrengsten
en toegerekende kosten. Vaste kos
ten, zoals huisvesting, werktuigen-,
pacht- en algemene bedrijfskosten
worden niet meegenomen. Uit bere
keningen is gebleken dat het saldo
van een ander grondgebruik hoger
moet zijn naarmate de veebezetting
(melkkoeien/ha) en de melkpro
duktie per koe hoger zijn. In beide
gevallen wordt de eigen grond rela
tief meer waard.
Eén der alternatieven is het houden
van vleesstieren.
Aansluitend hierop zijn saldobere
keningen opgesteld voor 27 alterna
tieven. Uitgaande van een gezinsbe
drijf met 60 melkkoeien varieert de
omvang van het vrijkomende areaal
van 1,5 tot 3 ha. Bij de saldobereke
ningen is dan ook uitgegaan van
kleine aantallen dieren. Ook de ar-
beidsbehoefte voor verzorging per
dier wordt door de grootte van de
eenheden beïnvloed.
De inklapbare keerwand
steunen van Mooij zijn ont
worpen op basis van jaren
lange ervaring met het opslaan
en bewaren van agrarische
produkten. De constructie is
zeer solide en uitgevoerd in
koudgewalste stalen steunen
en voetplaat, die geheel inklap
baar zijn en een hoogte van
3 meter hebben.
Met behulp van los bijgeleverd
keerwandhout kan heel ge
makkelijk een éénzijdige
belastbare wand geformeerd
worden. Via hoeksteunen,
driehoeksteunen, wandmon-
tage profielen en opzet stukken
kunt u letterlijk alle kanten uit.
En met één extra voetplaat
constructie per steun is de
wand in een handomdraai
tweezijdig
pfs® belastbaar te
f maken.
Alle inklapbare keerwandsteunen zijn
vanzelfsprekend afgelakt in 'Mooij' blauw.
Mooij Kamerik b.v.
Technieken en levering van
syslemen voor ventilatie,
koeling, drogng, bewaring
en opslag van agrarische
produkten.
Ni|verheidsweg 11 - Postbus 18 - 3470 CA Kamerik
Telefoon 03481 - 1784* (na 18.00 uur: 03481-1537).
Hierlangs uitknippen en zenden aan Antwoordnummer 3901-3440 XH Kamerik.
Zend mij s.v.p. documentatie over keerwandsteunen
óf bel voor 'n geheel vrijblijvende afspraak.
Naam
Adres
Postcode
Woonplaats:
Telefoon:
Opp.
over
3,0
2,5
2,0
Saldo
per ha
2000
2500
3000
Per bedrijfssituatie, regio of jaarge
tijde kan Uw situatie zodanig afwij
ken van de door ons gekozen uit
gangspunten dat elke veehouder een
eigen berekening dient op te stellen.
De PR-publikatie 1) is zo opgesteld
dat prijzen en tarieven gekorrigeerd
kunnen worden om aangepaste sal
doberekeningen te kunnen maken.
Vleesstieren
Tabel 1 geeft de saldi en de geschatte
arbeidsbehoefte van 5 vormen van
vleesstierenhouderij. Hoewel de al
ternatieven "stierenhouderij op stal"
hoge saldi per ha geven moet er re
kening mee gehouden worden dat de
vrijgekomen huisvestingsruimte in
de melkveestal veelal voor stieren te
klein en/of minder geschikt is. Inge
val van nieuwbouw worden de jaar
lijkse kosten voor huisvesting geschat
op ƒ242,— per afgeleverde stier.
Voor het alternatief "MRY-stieren
op snijmais" betekent dit ca.
1700,— huisvestingskosten per ha.
Bij het voeren van snijmais of voor-
droogkuil aan kleine groepen dieren
kan gemakkelijk broei en schimmel
in de kuil optreden (zomerperiode).
Wees daarvoor waakzaam.
Het verdient aanbeveling stierkalve
ren van gelijke leeftijd op te zetten.
Uitgangspunt voor de berekeningen
is namelijk geweest dat een uniforme
groep kwalitatief goede stieren aan
gekocht wordt. Kruislingstieren van
Piemontese x Zwartbont zijn qua
technische en ekonomische resulta
ten vergelijkbaar met MRY-stieren.
Denk aan het risiko van insleep van
ziekten op een melkveebedrijf.
Zoogkoeien
Zoogkoeien kunnen de plaats inne
men van de noodgedwongen afge-
Tabel 1 Overzicht saldi en arbeidsbehoefte per ha
Alternatief
Vleesstieren
MRIJ met snijmaiskuil op stal
MRIJ met voordroogkuil op stal
FH met snijmaiskuil op stal
FH met voordroogkuil op stal
FH, weiden, daarna voordroogkuil op stal
Zoogkoeien
Zoogkoeien van vleesrassen
Schapen
Texelaar, verkoop weidelammeren
Texelaar, verkoop slachtlammeren
Kruisingen, verkoop slachtlammeren
Melkgeiten
Melkgeiten met kaasmakerij
Vaarzen
Fokvaarzen, MRIJ
Fokvaarzen, FH
Slachtvaarzen, MRIJ
Slachtvaarzen, FH
Inscharen
Pinken
Jonge paarden
Ruwvoerwinning op grasland
Verkoop van hooi
Verkoop gras op stam
Akkerbouwgewassen (in loonwerk)
(laagste en hoogste saldo, afhankelijk van de regio)
Granen haver
wintergerst
wintertarwe
Koolzaad
Groene erwten
Veldbonen
Fabrieksaardappelen
Snijmais op stam
Voederbieten
Saldo
Arbeids
behoefte
3912
92
2953
130
3509
104
2329
137
2088
125
1881
71
1391
119
2185
105
2677
108
4336 ca.
400
1973
84
2325
84
1600
78
1091
78
1524
37
1905
71
793
46
977
7
648-1570
782-1315
761-1508
1153-1530
1433-1922
1193-1429
2203
1683-2252
1454-1996
hiermee terdege rekening moet hou
den. De saldi voor het afleveren van
slachtlammeren zijn redelijk. Door
gebruik te maken van kruisingen met
vruchtbare rassen kan de lammeren-
produktie verbeterd worden wat het
saldo verhoogt.
Overige alternatieven
Voor melkgeiten met kaasmakerij
werd een hoog saldo berekend, maar
men moet zich daarbij wel terdege
Melkgeiten met kaasmakerij geeft het hoogste saldo.
Vrijdag 5 juli 1985
stoten melkkoeien. De saldobereke
ning is opgesteld voor zoogkoeien
van vleesrassen (bijv. Charolais, Li
mousin of Belgische Wit-Blauwe).
Alle kalveren worden op het bedrijf
aangehouden. De (extra) vrouwe
lijke dieren verlaten als vaars het
bedrijf, terwijl de stieren op een ge
wicht van ca. 600 kg voor de slacht
worden afgeleverd. De zoogkoeien-
houderij geeft een matig saldo, maar
er zullen weinig aanpassingen nodig
zijn op het bedrijf. Tevens is de ar
beidsbehoefte lager in vergelijking
met de vleesstieren- of schapenhou-
derij.
Schapen
In het algemeen worden in Neder
land schapen gehouden in kombina-
tie met rundvee. In de berekeningen
is echter uitgegaan van graslandge
bruik met alleen schapen. De ar
beidsbehoefte is zeer slecht verdeeld
i over het jaar. Tijdens de aflamperio-
de februari-maart ontstaat een piek.
In deze periode kunnen werkzaam
heden elders op het bedrijf de aan
dacht vragen, zodat men bij de keuze
afvragen of daarvoor voldoende ar
beid, specifieke deskundigheid en
voldoende afzetmogelijkheden aan
wezig zijn. Ook moet men niet licht
vaardig denken over de kosten van
stalruimte en apparatuur.
Het houden van fokvaarzen geeft
een beter saldo dan het houden van
slachtvaarzen. Voor beide alterna
tieven zijn de te betalen opbrengst-
prijzen bepalend voor de hoogte van
het saldo. Het inscharen van dieren
en de verkoop van ruwvoerproduk-
ten van grasland geven een laag sal
do maar de arbeidsbehoefte is even
eens laag.
De akkerbouwgewassen vragen spe
cifieke vakkennis die veelal niet
aanwezig is op een melkveebedrijf.
De resultaten zijn voor de verschil
lende regio's dermate uiteenlopend
dat hiervoor geen algemene uitspra
ken gedaan kunnen worden. Alle
bewerkingen met uitzondering van
kunstmeststrooien worden in loon
werk uitgevoerd, zodat de arbeids
behoefte te verwaarlozen is. Van de
akkerbouwgewassen bieden groene
erwten (centraal kleigebied), snij
mais en voederbieten voor sommige
bedrijven wellicht het meeste per-
spektief. Landruil of verhuur aan
een akkerbouwer valt te overwegen.
Konklusie
De vraag of naast melkvee andere
diersoorten of akkerbouwgewassen
interessant zijn, hangt allereerst af
van de huidige bedrijfssituatie.
Naarmate de veebezetting en melk
produktie per koe lager zijn, wordt
een alternatief aantrekkelijker. De
verdiensten van de alternatieven
moeten echter niet overschat wor
den. Een voorbeeld: een bedrijf met
een veebezetting van 2,0 melkkoeien
per ha en een melkproduktie van
5000 kg per koe moet met een alter
natief een saldo van minimaal
2000,— behalen om de schade ten
gevolge van de superheffing te ver
minderen. Is er een alternatief met
een saldo van 3000,— (MRY-stie
ren op voordroogkuil) en een ar
beidsbehoefte van 130 uren, dan is
het uurloon 8,— Indien nog aan
vullende verbouwkosten voor de
huisvestingsruimte nodig zijn, wordt
dit uurloon nog lager. Dit voorbeeld
geeft aan dat elke melkveehouder de
bestaande situatie moet analyseren
om vervolgens te proberen de kost
prijs per liter melk zo laag mogelijk
te maken (bijv. door optimalisatie
van het graslandgebruik).
Een nieuwe bedrijfstak kan overwo
gen worden indien geschikte huis
vestingsruimte en arbeid aanwezig is.
Tabel 1 geeft dan de saldi en ar
beidsbehoefte voor de verschillende
alternatieven. De saldi zijn opgesteld
aan de hand van landelijke gegevens,
uitgaande van een zekere mate van
vakkennis en ervaring. Per bedrijfs
situatie kunnen de uitgangspunten
zodanig verschillen dat andere op-
brengstprijzen, loonwerktarieven of
kostenposten ingekalkuleerd moeten
worden. In hoeverre de alternatieven
voor de individuele melkveehouder
aantrekkelijk zijn hangt af van de
bedrijfssituatie, beschikbaarheid van
huisvestingsruimte, aanwezige vak
kennis, interesse van de ondernemer,
afzetmogelijkheden en tevens van
minder beheersbare opbrengst- en
kostenverschillen per regio.
1) De PR-publikatie "In plaats van
melkvee" is uitsluitend verkrijgbaar
door overmaking van 10,— op giro
2307421 van het Proefstation PR.
Lelystad onder vermelding van:
zend mij publ.nr. 33.
Ir. P. van Horne, LEI-detachement
bij het PR.
17