Kabinet wil zorg voor welzijn
dieren verbeteren
Federatie minikampinghouders pleit voor
uitbreiding naar 15 eenheden per bedrijf
"Komputers komen nu langs
de achterdeur binnen"
Nieuwe rassen in de lijst voor
Landbouwgewassen 1985
Uit ekonomische noodzaak
De Ministerraad heeft op donderdag 16 augustus j.l. ingestemd met de
wijzigingen in het ontwerp-Gezondheidswet voor dieren. Door de wij
zigingen in het wetsontwerp wordt nu niet alleen de gezondheidszorg
voor dieren, maar ook de zorg voor hun welzijn in één wet integraal
geregeld. De wet zal dan ook als "Gezondheids- en welzijnswet voor
dieren" worden aangeduid.
De regelgeving ten aanzien van de dierziektenbestrijding is in het
gewijzigde wetsontwerp vergaand gestroomlijnd en geharmoniseerd.
Zo zijn de regels omtrent de bestrijding van vee- en pluimveeziekten van
de runderhorzel, van rabiës, van besmettelijke bijenziekten en van
besmettelijke nertsenziekten nu in één hoofdstuk samengebracht.
In het oorspronkelijke ontwerp was
voor het welzijn van dieren slechts
een plaats ingeruimd voor een aan
vullende regeling en werd de huidige
versnipperde wetgeving op dit ter
rein in stand gelaten.
Staatssekretaris A. Ploeg (landbouw
en visserij) had reeds eind 1983 aan
gekondigd het wetsontwerp op dit
punt te willen uitbouwen tot één
geïntegreerde wettelijke regeling.
Hierin moesten niet alleen de bes
taande wettelijke voorschriften op
het gebied van de bescherming van
het welzijn van dieren worden opge
nomen maar ook bestaande leemten
worden opgevuld. De verantwoor
delijkheden van het ministerie van
landbouw en visserij voor het welzijn
van dieren zijn na de departementale
herschikking toegenomen, niet al
leen voor landbouwhuisdieren maar
ook voor gezelschapsdieren. Dit
maakt het mogelijk aan de hand van
de Gezondheids- en welzijnswet
voor dieren een beter gekoördineerd
welzijnsbeleid te voeren.
De geïntegreerde regeling past ook
geheel in de hoofddoelstelling van
het dierenwelzijnsbeleid zoals de re
gering heeft neergelegd in de nota
"Rijksoverheid en Dierenbescher
ming" te weten: "Het bevorderen
van zodanige voorwaarden en om
standigheden, dat het dier een opti
male bescherming wordt geboden
tegen handelingen van de mens die
het welzijn van het dier aantasten".
De nieuwe wetgeving zal heel dui
delijk uitgaan van de bescherming
van het welzijn van het dier omwille
van het dier zelf. De achterliggende
gedachte is, dat het dier een eigen te
beschermen waarde heeft. Het ver
beteren van het welzijn van dieren
betekent meer dan het tegengaan
van het toebrengen van pijn of letsel
en het onthouden van verzorging.
Een belangrijk element van deze
nieuwe welzijnswetgeving betreft het
aanscherpen en effektiever maken
van de bestaande bepalingen die
dierenmishandeling strafbaar stel
len. De huidige strafbepalingen zijn
vaag en het is vaak moeilijk daarop
een sluitende bewijsvoering te base
ren.
Belangrijke aspekten in de regeling
omtrent het welzijn van dieren be
treffen onder meer:
- bepalingen inzake huisvesting
van dieren. Hierbij kan gedacht
worden aan ruimten waarover
dieren moeten kunnen beschik
ken, uitvoering en inrichtingen
van kooien, hokken en stallen
(ook bij b.v. circussen, asielen en
dierenpensions);
- bepalingen inzake het verkopen
en verhuren van dieren:
- verboden om bepaalde lichame
lijke ingrepen op dieren te ver
richten. Hierbij wordt allereerst
gedacht aan een verbod om oor
schelpen van dieren te verkleinen
(het zgn. couperen) en om stem
banden door te snijden. Verder
wordt gedacht aan een verbod om
bij paarden de staartwervelkolom
te verkleinen en de mogelijkheid
om een dergelijk verbod ook ten
aanzien van andere dieren in te
stellen. Om dergelijke verboden
meer kracht bij te zetten worden
tevens verboden ingevoerd om
met dieren waaraan een verbo
den ingreep is verricht deel te ne
men aan tentoonstellingen, keu
ringen of wedstrijden. Voorts is
voorzien in een verbod om der
gelijke dieren te verhandelen.
De Federatie VEKABO (de minikampinghouders) in Zeeland pleit er in
een brief aan GS van Zeeland voor het aantal eenheden op de boere
nerven uit te breiden van 5 naar 15 en dit voor de gehele kuststrook in
de provincie te laten gelden. De federatie ziet dit als een ekonomisch
noodzakelijkheid want het zijn meestal de kleinere agrarische bedrijven
die deze rekreatieve poot onder hun bedrijf nodig hebben. Bovendien
komt de vereiste investering in het sanitair bij 15 eenheden relatief
goedkoper uit dan bij 5 eenheden. De federatie schrijft dit in een reaktie
op het onlangs gereedgekomen Provinciaal Beleidsplan voor Rekreatie
en Toerisme.
tenslotte nog enige voordelen op van
de uitbreiding van 5 naar 15 eenhe
den per bedrijf. Het onderling kon-
takt tussen de gasten blijkt bij 15
eenheden beter en gezelliger te zijn
dan bij 5 of 10 eenheden. Voorts is de
aansluiting van de buitengebieden
op riolering minder onrendabel bij
15 eenheden. Bovendien is zo'n uit
breiding ook zeer gunstig voor de
middenstand op de vaak kleine dor
pen.
Wel meent het bestuur van de Fede
ratie VEKABO dat het kamperen bij
de boer zeker ook bij 15 standplaat
sen aan enige voorwaarden moet
voldoen:
een goede beplanting, zodat het
landschap minimaal wordt aangetast
in vele gevallen zelfs wordt verfraaid,
goede sanitaire voorzieningen, vol
doende parkeerruimte op het erf,
zodat er geen auto's langs de weg
worden geparkeerd en een minimale
oppervlakte van 100 m2 per eenheid.
De VEKABO plaatst nog enkele an
dere kanttekeningen bij dit plan. Zo
wordt in het beleidsplan van de pro
vincie voorgesteld om het kamperen
op de boerenerven in het bestem
mingsplan op te nemen als "agra
risch gebied/kamperen bij de boer
toegestaan".
Wanneer deze vorm van kamperen
zo wordt geregeld, dat pleit de VE
KABO ervoor om duidelijk te om
schrijven dat de agrarische bestem
ming prevaleert boven de rekreatie
ve, dit om botsingen met landbouw
belangen te voorkomen.
Het beleidsplan voor Rekreatie en
Toerisme pleit ook voor de aanleg
van nieuwe relatief kleinschalige
toeristische verblijfsakkommodatie
bij steden en dorpen in het achter
land. De houders van minikampings
zijn evenwel van mening dat juist het
boerenerf bij uitstek de plaats is waar
de uitbreiding in het achterland kan
worden gerealiseerd. Zo kan ook
landbouwgrond zijn huidige funktie
behouden.
Het bestuur van VEKABO somt
"Komputers zijn al zodanig verwerkt in grondstoffen, produkten en
diensten dat ze langs de achterdeur binnenkomen, of we dat nu leuk
vinden of niet". Dit is het standpunt van ing. B. Fokkens van de
Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders in Lelystad.
De Rijksdienst gebruikt komputers om de oogst en de oogstverwerking
van 17.000 hektare koolzaad en graan met zo weinig mogelijk kosten te
organiseren. De kommissie Bedrijfsontwikkeling en Agrarische Voor
lichting van het Landbouwschap liet zich vorige week donderdag in
Lelystad over de ervaringen daarmee informeren. Fokkens zei dat er
duidelijk betere beslissingen worden genomen. Wel is er volgens hem
veel kennis nodig om goed met het komputermodel te kunnen werken.
Behalve bij de Rijksdienst oriënteer
den de kommissieleden zich over het
gebruik van komputers ook op het
akkerbouwbedrijf van de heer K.
Dijkstra in Swifterbant en op de ir.
A.P. Minderhoudhoeve, het proef
bedrijf van de Landbouwhoge
school. De heer Dijkstra gebruikt
sinds vorig jaar een Nederlandse
Tulip-komputer voor het vastleggen
van Financiële en bedrijfsekonomi-
sche gegevens en als hulpmiddel bij
het nemen van bedrijfstechnische
beslissingen. Zijn ervaringen tot nu
toe zijn zeer positief. Dijkstra pleitte
ervoor snel kursussen op te zetten om
zoveel mogelijk boeren met (gestan
daardiseerde) komputers en kompu-
terprogramma's vertrouwd te ma
ken.
De K.ommissie voor de Samenstelling
van de Rassenlijst voor Landbouw
gewassen deelt mede dat de onder
staande rassen in de N-rubriek van de
Beschrijvende Rassenlijst zijn ge
plaatst:
1. bij win terkoolzaad
Belinda, K: Semundo B.V., Ulrum,
V: G. Geertsema-Groningen B.V.,
Groningen.
Heeft een laag erucazuurgehalte.
Geeft een strorijk, vrij lang en vrij
stevig gewas. Is vrij goed resistent
tegen Phomalingam. Rijpt vrij vroeg.
Heeft goede tot zeer goede opbreng
sten gegeven.
Darmor, KEts. Ringot, La Chapelle
d' Armentiêres, Frankrijk, V: B.V.
Landbouwburo Wiersum, Gronin
gen.
Heeft naast een laag erucazuurge
halte een verlaagd gehalte aan glu-
cosinolaat. Het stro is vrij kort en
middelmatig stevig. Is goed resistent
tegen Phoma lingam. Rijpt vrij laat.
Heeft goede opbrengsten gegeven.
2. bij bladkool
Valuas, K: J. Joordens' Zaadhandel
B.V., Kessel.
Is ontstaan uit een soortkruising van
stoppelknol met boerenkool. Zowel
de drogestof- als de voederwaar-
deopbrengst is hoog. Vrij goed bes
tand tegen zware nachtvorst. Vormt
een vrij stevig gewas, dat nogal sten-
gelig is.
Septimo, K: J. Joordens' Zaadhandel
B.V., Kessel.
Zowel de drogestof- als de voeder-
waardeopbrengst is zeer goed. Goed
bestand tegen zware nachtvorst.
Vormt een vrij stevig tot stevig ge
was, dat vrij sterk stengelig is.
Adonis, K: Zwaan en de Wiljes'
Zaadteelt en Zaadhandel B.V.,
Scheemda.
Zowel de drogestof- als de voeder-
waardeopbrengst is zeer goed. Vrij
goed tot goed bestand tegen zware
nachtvorst. Vormt een vrij stevig ge
was, dat nogal stengelig is.
Op de Minderhoudhoeve experi
menteert de Landbouwhogeschool
met automatische melkregistratie,
krachtvoederdosering en een ge-
De leden van de BOA V-commissie terug in het klaslokaal om zich voor te laten
lichten over de komputertechniek.
komputeriseerd bedrijfsmanage-
mentsysteem. De Landbouwschaps
kommissie kreeg voorts een demon
stratie van het door het Proefstation
voor de Rundveehouderij ontwik
kelde "blauwe boek", een kompu-
terprogramma voor de berekening
van bedrijfsplannen.
Praktijk
Voorzitter Doeleman van de kom
missie BOAV konkludeerde aan het
einde van het bezoek dat de land- en
tuinbouw aan het begin staat van de
ontwikkelingen op automatiserings
terrein. Hij onderstreepte het belang
van een goede afstemming daarvan
op de dagelijkse praktijk. Verder
wees hij op de noodzaak van goed
onderwijs en voorlichting op het ge
bied van automatisering. Bedrijfs
leven en overheid zullen in de ko
mende tijd in goed overleg richting
moeten geven aan deze ontwikke
ling.
Mens en dier in harmonie...
- nadere regeling t.a.v. het doden
van dieren. Dieren mogen alleen
worden gedood in daartoe aan
gewezen gevallen. Vervolgens
zullen t.a.v. de wijze waarop die
ren mogen worden gedood voor
schriften worden gegeven.
- verboden tot het houden van
dieren die niet of minder geschikt
zijn om te houden. Hierbij wordt
onder meer gedacht aan een ver
bod op het verkopen aan parti-
kulieren of aan detailhandelaren
van bepaalde exotische dieren die
niet geschikt zijn om als huisdier
te worden gehouden (bijvoor
beeld waterschildpadjes die bij
tienduizenden worden ingevoerd,
maar waarvan een verwaarloos
baar percentage na een jaar nog
in leven is).
- regelgeving t.a.v. het fokken met
dieren. Uitgangspunt is dat daar
waar excessen optreden, die ten
koste gaan van het welzijn van
dieren, de overheid moet kunnen
optreden. Bekend voorbeeld is
het fokken met honden die aan
heupdysplasie (een erfelijke ver
groeiing van de heup) lijden.
- regelgeving t.a.v. het gebruiken
van dieren bij wedstrijden. Op
genomen zijn onder meer bepa
lingen die doping bij wedstrijd-
dieren strafbaar stellen.
In verband met de mede-verant
woordelijkheid van het ministerie
van welzijn, volksgezondheid en
kuituur voor het terrein van de we
ring en bestrijding van ziekten die
dieren op de mens kunnen over
brengen, alsmede voor het terrein
van de voorkoming van de aanwe
zigheid van schadelijke stoffen in
produkten van dierlijke oorsprong
zijn het wetsontwerp ten aanzien van
die onderwerpen aan dat ministerie
een aantal medeverantwoordelijk
heden gegeven. Aangezien het wets
ontwerp tevens van belang is voor
het beleid op het gebied van de
volksgezondheid is de Staatssekreta
ris van welzijn volksgezondheid en
kuituur, drs. J.P. van der Reijden,
medeondertekenaar van het wets
ontwerp.
De wijzigingen waarmee het kabinet
heeft ingestemd zullen thans aan de
Raad van State ter advisering wor
den voorgelegd. Na advisering door
de Raad zullen de wijzigingen aan de
Tweede Kamer worden aangeboden.
Vrijdag 24 augustus 1984