uit de
praktijk
Inkruisen resistentie tegen ziekten moet
hoge prioriteit hebben
Stand aardappelen zeer goed
Phytophthora
slaat toe...!
ROIMDDE
Een legertje lieveheersbeestjes
zit te wachten...
Zo nu met meer zon en met wat meer
warmte is de stand van onze gewassen
aanmerkelijk verbeterd. Na de vrij
natte meimaand - maar 2 mm neer
slag minder dan in mei 1983 - en de
koude was dat wel een keer nodig
ook. In zijn totaliteit mogen we op
ZUID-BEVELAND toch niet onte
vreden zijn.
De periode voor het bestrijden - zo
wel chemisch als technisch - van het
onkruid moet nu ongeveer voor bij
zijn. Het is niet altijd even gemakke
lijk en vlot gegaan. Jammer dat men
hier en daar nog 'wel eens een enkel
perceel met uien. bieten of snijmais
aantreft waar de onkruidbestrijding
in onvoldoende mate is geslaagd.
Toch zijn er ook aan de andere kant
weer percelen waar de chemische
onkruidbestrijding nogal wat hard
en heftig heeft gewerkt. Zie maar
naar sommige aardappelpercelen
waar de Sëncor wat schade heeft
veroorzaakt. Verder zijn er ook per
celen met uien, waardoor de heftige
werking van de chemische middelen
het aantal uienplanten nogal is uit
gedund en de groei wat vertraagd is.
Zulke percelen met uien nog eens
"hard aanpakken" c.q. "pesten" met
een middel voor de late onkruiden
kan dan wel eens "zeer" veel op
brengst gaan kosten.
De aardappelen hebben thans al heel
wat stengel- en bladmassa, veel meer
als het vorige jaar. De stand is thans
ook zeer goed. De goede struktuur
bij het poten heeft toch wel een goe
de invloed gehad. Op enkele perce
len komt door de wat lange natte en
koude periode enige aantasting van
Rhizoctonia voor. Een ziekte waar
we toch steeds meer op moeten gaan
letten.
Bij het nu toch sneller voller wor
dende aardappelgewas zullen we
toch goede aandacht moeten blijven
besteden aan het voorkomen van
"Phytophthora". Laten we risiko's
als in 1981 proberen voor te blijven.
Iedere 7 a 10 dagen terug komen om
te spuiten is niet alleen gewenst,
maar gewoon noodzakelijk.
In de tarwe is al reëds een begin ge
maakt met de bestrijding van de aar-
en afrijpingsziekten. Het meest ge
wenste tijdstip is tussen het in aar
komen en voor de bloei van de tar-
webloempjes. En daar zitten we nu al
heel kort tegenaan.
Met het warme weer zullen we ook
bij de suikerbieten op moeten letten
op het optreden van bladluizen. Tot
nog toe is het heel rustig, maar voor
de wat dunne, wat onregelmatig
staande, open percelen is opletten
gewoon noodzakelijk. De snijmais
heeft een lange periode - door het
koude en natte weer - er een beetje
onplezierig "ijl" en "geel" bijge
staan. Ze begint zich nu goed te her
stellen, zowel in lengtegroei als in de
kleur.
Ook voor het inkuilen van het gras
hebben we nu een wat gunstiger pe
riode gehad. Hier en daar is enkele
weken terug in die natte periode ook
al gekuild, 't Is even afwachten hoe
de resultaten zullen zijn. Het re-
Pinksteren bracht ook op THOLEN
EN ST. PHILIPSLAND de zolang
verwachte weersverbetering. De
achterstand in de werkzaamheden,
waarvan we vorige keer melding
maakten, is gelukkig een heel eind
ingelopen. Al is er hier en daar wel
een onkruidprobleem ontstaan, door
dat net niet tijdig was gespoten. En
grotere onkruiden kunnen dikwijls
moeilijk gedood worden, zonder grote
risiko's voor het gewas of kunnen
soms alleen maar in handwerk over
wonnen worden.
We zien dat met name in de aardap
pelen. De bodemherbiciden hebben
prima gewerkt, want praktisch overal
sultaat in de laatste weken lijkt toch
wel beter te kunnen worden.
Naast de veldwerkzaamheden zijn er
oojc andere bezigheden. Via de
"gewasstudiegroepen" van de Ver. v.
Bedrijfsvoorlichting O. en W. Zuid-
Beveland wordt getracht de leden
onderling hun percelen te vergelij
ken en dan uit te diskussiëren wat de
beste methode kan zijn, ook om
eventuele onvolkomenheden voor
een volgend jaar te omzeilen.
De belangstelling is gemiddeld zeer
groot. Het blijkt toch wel dat heel
wat "gewastelers" de interesse ge
woon op willen brengen om via deze
veldbijeenkomsten de nodige kennis
en voorlichting voor hun gewassen
op te doen.
Deze week is ook al reeds de exkursie
van de Ver. v. Bedrijfsvoorlichting
West-Zuid-Beveland naar onze
proefboerderij "De Rusthoeve" ge
weest voor het bekijken van de vele
proeven. Met een bezoek aan het
landbouwbedrijf van de Wilhelmi-
napolder werd deze exkursie afge
sloten.
Daarnaast werd afgelopen zaterdag
voor de Kring van de Z.L.M. Oost-
Zuid-Beveland in de Bathpolder te
Rilland - even wat los van het techni
sche bedrijfsgebeuren - een gezins
bijeenkomst belegd. Via zo'n bijzon
der goede georganiseerde en prettige
bijeenkomst kan weer eens bijgepraat
worden.
Nee, denkt u niet dat het in ons ge
bied. SCHOUWEN-DUIVELAND,
een rampzalige zaak aan het worden
is. Wel is er in verschillende percelen
op ons eiland phytophthora waarge
nomen. De titel van dit artikeltje is
dan ook bedoeld om u enigszins te
laten schrikken en u attent te maken
op het vóórkomen (en voorkómen)
van de gevreesde aardappelziekte.
Het is erg belangrijk om zo snel mo
gelijk met de bespuitingen te begin
nen. Als het goed is moet iedereen op
het moment dat u dit artikeltje leest
tenminste één keer gespoten hebben
tegen het "kwaad".
Regelmatig bijhouden van de be
spuitingen om de 7 10 dagen is
noodzakelijk. Nogmaals wil ik wij
zen op het opruimen van aardappel
afvalhopen; ze kunnen veel ellende
veroorzaken.
Een andere ziekte die momenteel in
ons gebied de kop op steekt is de
meeldauw in tarwe. Op zich is dat
niet zo erg want er zijn tegenwoordig
genoeg middelen op de markt om
meeldauw te bestrijden. Deze mid
delen moeten echter wel verkrijgbaar
zijn; en dat valt wel eens tegen. Het is
mij als praktijkschrijver ter ore ge
komen dat de middelen Bayleton en
vooral Corbel uitverkocht zijn-. Er
schijnt bij de handel bij ons op
Schouwen-Duiveland nog een kleine
voorraad te zijn voor de vaste klan
tenkring. het is maar dat u het weet!
Het tijdstip van de afrijpingsziekte-
bestrijding begint zo langzamerhand
ook te komen. Begin bloei is een
goed moment om een dergelijke be
strijding uit te voeren. Bij geen of
slechts weinig ziektesymptomen kan
uiteraard gespoten worden met een
vrij goedkoop middel als maneb of
milcap of bijvoorbeeld carbendazim.
Het is erg belangrijk dat we bij de
huidige "lage" tarwe prijzen toch een
De wintertarwe komt dit jaar ongeveer een week later in de aar dan
normaar.
beetje op de kleintjes letten: maak
niet meer kosten dan nodig is.
Wat de suikerbieten betreft is er
weinig opwindends te melden. Veel
bieten hebben lange tijd erg spits en
bleek gestaan als gevolg van de kou
en de nattigheid. Een bespuiting met
mangaansulfaat deed soms wonde
ren wat de kleur van de bieten betrof.
Of het ook in de opbrengst naar vo
ren komt is nog maar de vraag. Hier
en daar zijn er reeds groene bladlui
zen in de bieten gevonden. De aan
tallen luizen zijn echter nog zo gering
dat we er nog niet wakker van hoe
ven te liggen. Kontrole van het gewas
is en blijft ook hier erg belangrijk.
Met kijken is er in deze tijd van het
jaar zeer zeker geld te verdienen!
Met de bruine bonen is het bij vele
telers niet goed gegaan. Er zijn vele
percelen overgezaaid. omdat de bo
nen in de grond zijn verstikt. Het
overzaaien van bruine bonen op 16
juni is erg laat, maar misschien toch
nog beter dan een gewas dat nog niet
voor 50^ is opgekomen.
We wachten het in ieder geval maar
af.
Als het in het voorjaar niet verloopt
zoals wij dat graag zouden z.ien ma
ken we ons als landbouwers gauw
ongerust. Helemaal terecht is dat
echter niet, hetgeen nog eens duide
lijk gemaakt wordt door een spreuk
uit de volksweerkunde:
"Is het de eerste zondag na pinkste
ren mooi weer, dan is het dertien
zondagen achtereen mooi weer",
hetgeen betekent dat het de hele zo
mer mooi weer zal zijn en de spreuk
zegt verder dat het dan een goed boc-
renjaar zal worden!
zie je geelkleuring bij overlapping
met Sencor en toch ziet het kleef
kruid kans te overleven,. Daar is dan
chemisch weinig meer aan te doen.
Dat een dergelijk hardnekkig on
kruid dikwijls welig tiert aan dijken
met bomen (waarschijnlijk door
vogels daar gebracht) is een doorn in
't oog van menig aangrenzend
grondgebruiker.
Het valt dit jaar op dat de tarwe zo
moeizaam in de aar komt. Normaal
is half juni toch alle tarwe uitgeaard
terwijl dit nu nog weinig voorkomt
met wat warmte zal het uiteraard wel
snel doorzetten.
Veel meeldauw kwam er voor en
praktisch alle percelen zijn daar
tegen gespoten.
Duidelijk blijkt dat rassen als Saiga
en Granada veel minder gevoelig
zijn voor meeldauw.
Het inkruisen van resistentie tegen
ziekten dient naar onze mening grote
prioriteit te hebben. Immers wat de
prijs betreft hebben we niet veel
goeds te verwachten dus zullen we
het aan de kostenkant moeten zoe
ken en h'et kunnen nalaten van een
bespuiting is dan een welkome op
lossing.
Hier en daar in onze streek schijnt er
al phytophthora gevonden te zijn.
Het is dus zaak alert te zijn met de
bespuitingen want menigeen zal zich
nog de situatie van juni '81 herinne
ren. Uiteraard wel eerst goed kijken
of het geen beschadiging is van onze
"rijdende hagelbuien", want dat zijn
onze breedwerkende kunstmest
strooiers toch wel geworden. Ge
loofd u het niet? Ga er dan maar eens
dicht achterstaan.
We lazen vorige week in ons land
bouwblad een artikel over nieuwe
aardappelrassen die er aan staan te
komen en die ons Bintje zullen gaan
verdringen. Enerzijds toe te juichen
dat er nieuwe rassen komen met ei
genschappen die geschikt zijn voor
speciale en met name industriële ver
werking en doeleinden. Anderzijds
mogen we niet vergeten dat we met
ons Bintje er in geslaagd zijn een
konstante kwaliteit aan te bieden in
grote hoeveelheden en gedurende
lange periode. Wat zowel voor de in
dustrie als voor de konsument erg
aantrekkelijk is.
Momenteel zien we in bijna alle
gewassen een legertje lieveheers
beestjes welke al zitten te wachten
op hun lievelingskostje de alom
bekende bladluizen. Verder heb
ben we gekonstateerd, dat het in de
aar komen van de tarwe dit jaar
traag op gang is gekomen. De
vroeg gezaaide percelen waren al
wat later dan in voorgaande jaren
en de laat gezaaide percelen zijn op
dit moment (16 juni) nog maar ge
deeltelijk in de aar. Ieder jaar zit er
verschil in, maar ingewijden ver
wachten mede daardoor een late
tarweoogst. Daar kunnen ze wel
eens gelijk in hebben en daarom is
het onze taak om het gewas gezond
te houden. Hoe langer een gewas
in augustus nog vast op het land
staat, hoe meer kans op schimmel
aantasting in de natste maand van
het jaar.
Tussen de perioden dat de tarwe in
de aar komt en vaderdag dienen we
het gewas aardappelen tegen top
rol te beschermen. ZEEUWSE
ZIEKTE werd het vroeger wel ge
noemd, maar nu komt het in het
gehele land voor. De aardappel-
tópluis schijnt in deze de boosdoe
ner te zijn. Deze luizen worden niet
geteld, maar wel de bladluizen in
de bieten. Gelukkig is hun aantal
nog aan de zeer lage kant. Bij de
eerste telling was het aantal luizen
nog gering, maar vanwege de zwa
re slagregens enkele dagen eerder,
was de telling niet erg betrouw
baar. De tweede telling onder goe
de omstandigheden uitgevoerd gaf
nog een lager aantal bladluizen te
zien dan de eerste telling. Duide
lijk blijkt hieruit, dat luizenaan
tallen niet blindelings zijn te voor
spellen. Daarom zullen we de ge
wassen in moeten om te zien welke
soorten en welke aantallen een in
vasie aan het klaarstomen zijn.
Een luis welke alleen nog maar
kan kruipen is de gevaarlijkste
niet, maar als ze eenmaal vleugels
krijgen, dan wordt haar rayon
groter en neemt de gezinsuitbrei
ding van de luizenfamilie ook nog
met sprongen toe. Op de spuitkur-
sus werd ons geleerd over geslach
telijke en ongeslachtelijke verme
nigvuldiging van de bladluizen en
over hun ingewikkelde levenscy
clus. Volgens onze leraar zijn er
dus ook mannetjesluizen, maar die
schijnen zo weinig kwaad te doen,
dat men er nooit over hoort spre
ken. Momenteel bestudeert buur
man met een vergrootglas het
bladluizenleven in zijn wintertar
we. Het is machtig interessant en
het resultaat is hoopvol, wam het
kan 600 - 800 kg tarwe per ha meer
opbrengen.
De oude aardappelen zijn weer op
en met belangstelling kijken we
weer uit naar de nieuwe oogst. Te
rugziende heeft vooral de laatste
weken de handel in oude aardap
pelen ons nogal wat slapeloze
nachten bezorgd. "Niet verkopen,
wel verkopen"; overheersten ons
dagelijks doen en laten. Voor een
teler is daarom niets rustiger dan
afzetten in de "pool". Onze voor
zitter van de studieklub sprak te
recht, dat we de gemiddelde aard
appelprijs 1983 voor onze bedrij
ven dringend nodig hebben. Willen
we nieuwe investeringen plegen,
dan is er geld nodig en heus niet
minder, maar eerder meer. Verder
moet het publiek er gewoon aan
gaan wennen, dat een goede aard
appel die prijs kost. In Duitsland
maken we rek lame met "Bintje aus
Holland".
Voor de tweede wereldoorlog
maakten we in de Hollanden rek-
lame met de "Blauwen uit Zee
land". Nu moeten we eens gaan
proberen de aardappelen 45-op in
mooie versierde kisten in de
groentenwinkels te krijgen. Die
aardappelen komen dan te staan
tussen de sinaasappelen, de meloe
nen en de druiven. Hoe biedt men
iets aan, hoe zet men iets op tafel
en hoe wordt er door de gastvrouw
op gereageerd? Bekend is: wat
Zeeland u biedt, dat vindt men in
de vreemde niet.
Al een week lang ligt er gras ge
maaid om te hooien. Met wat taai
nat weer moet men daarmee be
ginnen en dan volgt de verdere
verwerking bijna automatisch met
goed drogend weer. Machinaal
zijn we in de hooibouw nogal wat
mans met wennen, schudden en
persen. Kwa besparingen kunnen
we het hooi gewoon niet missen en
zeker niet nu we met enkele voor-
droogkuilen wat minder geluk
hebben gehad. Als een boer zijn
hooi rot, dan groeit zijn kool, is een
zeer oud gezegde. Echter een heel
nieuw en pril gezegde luidt:
"A Is er schimmel zit in de kuil,
vindt het rund zijn portie vies en
vuil".
Vrijdag 22 juni 1984