Gelegenheidswerkers,
vakantiekrachten en sociale
verzekeringen
over geld
en goed
Uitvoering
superheffing
In memoriam B. Meijers
Onderhoud van de woning en de
belastingaftrek II
KNLC kommentaar
In principe is elke vakantiehulp of gelegenheidswerker die een ar
beidsovereenkomst met een werkgever aangaat, verzekerd voor alle
sociale werknemersverzekeringen. Hij is dan immers in dienstbetrek
king werkzaam. Dit geldt ook als er maar een paar dagen behoeft te
worden gewerkt.
Van een arbeidsovereenkomst is sprake wanneer er afspraken zijn
gemaakt over beloning, werktijden enz. De vakantiehulp/gelegen
heidswerker moet op grond van die afspraken de aanwijzingen van de
werkgever of zijn vertegenwoordiger opvolgen en zijn opdrachten uit
voeren.
Aanneming van werk
Van verzekeringsplicht is ook sprake
als tegen een vóóraf vastgestelde
prijs een bepaald werk moet worden
gedaan. In dat geval moet van aan
neming van werk worden gesproken
en dat wordt met een dienstbetrek
king gelijkgesteld.
Overige arbeidsverhouding
Ook als geen duidelijke werkafspra
ken zijn gemaakt en de werknemer
dus zelf kan bepalen wanneer en op
hoeveel uur per dag hij/zij komt
werken kan van verzekeringsplicht
sprake zijn. Dit is het geval, als er
wordt gewerkt op doorgaans ten
minste twee dagen per week tegen
een beloning die tenminste veertig
procent van het (voor de leeftijd)
geldende wettelijke minimumloon
bedraagt en er van te voren niet
vaststaat hoelang er gewerkt zal
kunnen worden.
Wordt zonder dat er sprake is van
een arbeidsovereenkomst of aange
nomen werk overeengekomen, dat
korter dan één maand op 23 werk
dagen kan worden gewerkt, dan is er
geen verzekeringsplicht. Werkt men
bij een werkgever echter korter dan
één maand, maar komt men binnen
een maand weer bij diezelfde werk
gever terug, dan worden deze elkaar
opvolgende arbeidsverhoudingen als
één voortgezette arbeidsverhouding
aangemerkt. De gelegenheidswerker
is dan toch verzekerd als het aantal te
werken dagen in totaal weer meer
dan 23 werkdagen duurt.
Vóóraf afspraken maken
Het is dus belangrijk, dat vóóraf af
spraken worden gemaakt. De aard
van de arbeidsverhouding met de
gelegenheidswerker is bepalend voor
het al dan niet aanwezig zijn van
verzekeringsplicht. Werkgever en
werknemer moeten daarbij duidelijk
van te voren weten waar ze aan toe
zijn en waar zij zich aan hebben te
houden. Een schriftelijke vastlegging
is dan ook noodzakelijk!
Registratie
De bedrijfsvereniging moet ook
kunnen beoordelen, of er van verze-
keringsphcht sprake is. Daarom
moet zij meer en op een eerder tijd
stip, gegevens hebben dan tot op he
den werden geleverd.
Daarom heeft het bestuur besloten,
dat vanaf 1 juli 1984, van iedere ar
beidsverhouding met een gelegen
heidswerker waarvoor naar het oor
deel van de werkgever géén verzeke
ringsplicht bestaat, melding aan de
bedrijfsvereniging moet worden ge
daan. Daarnaast moet bij de op het
eind van het jaar in te leveren loon-
staat, een gespecificeerde loonopga-
ve van de in dienst geweest zijnde
gelegenheidswerkers worden ge
voegd. Nogmaals: dit geldt alleen
indien sprake is van gelegenheids
werk dat niet op basis van een ar
beidsovereenkomst of aangenomen
werk wordt verricht. Is dat wel het
geval, dan valt de gelegenheidswer
ker, zoals elke werknemer, onder de
sociale werknemersverzekering. Zij
moeten dan ook op de normale wijze
in de loonadministratie worden op
genomen en verantwoord.
De melding van zo'n niet verzeke-
ringsplichtige arbeidsverhouding
dient uiterlijk binnen twee dagen na
de aanvang van de werkzaamheden
bij het Regionaal kantoor van het
A.S.F. te geschieden. Deze melding
kan uitsluitend worden gedaan met
een meldingsformulier
Het formulier zendt het regionaal
kantoor van het A.S.F. u op verzoek
toe in de aantallen die u wilt. Het
Vorige week hebben we in deze ru
briek geschreven over de aftrekbare
kosten van groot onderhoud bij een
eigen woning.
Het doel van de Wet A.G.O.S. (aftrek
groot onderhoud en schilderwerk) is
de bevordering van de werkgelegen
heid in de onderhoudssektor van het
bouwbedrijf.
Bij nota van wijziging is de maatregel
uitgebreid tot de kosten van schil
derwerk, (op zichzelf staand schil
derwerk dus niet in samenhang met
groot onderhoud) eveneens met de
bedoeling de werkgelegenheid-in de
betreffende bedrijfstak te bevorde
ren. De voor aftrek in aanmerking te
nemen kosten van schilderwerk be
lopen 60% van het gezamelijke be
drag van de in dat jaar betaalde kos
ten voor aan de woning verrichl
schilderwerk. Het is niet nodig een
splitsing aan te brengen tussen bui
ten- en binnenschilderwerk. Vooi
aftrek komt 60% van het totaal in
aanmerking, ook al bestaat dat totaal
bijv. uitsluitend uit binnenschilder-
Vrijdag 22 juni 1984
werk. Men kan daarbij denken aan
het schilderen van alle onderdelen
van het huis tot en met de buiten
muren en het plafond van de kelder,
maar ook aan het schilderen van ga
rage, schuurtje en tuinhek.
De aftrek van kosten voor schilder
werk is in hoofdzaak aan dezelfde
voorwaarden gebonden als de aftrek
voor kosten groot onderhoud.
Ook hiervoor moeten de fakturen bij
het aangiftebiljet worden meegezon
den en voldoen aan de eisen zoals
vermeld in het land- en tuinbouw
blad van vorige week. De voor de
aftrekbaarheid van kosten van groot
onderhoud geldende eis dat de wo
ning reeds tenminste één jaar als
hoofdverblijf aan de belastings-
plichtige ter beschikking staat, geldt
niet voor de aftrek van kosten van
schilderwerk.
Evenals ten aanzien van de kosten
van groot onderhoud zijn aan de af
trek van kosten van schilderwerk
grenzen gesteld. De kosten van
schilderwerk worden in het jaar van
Bijgaand vindt u A.S.F.-informa-
tie over de gelegenheidswerkers
en vakantiekrachten en de admi
nistratieve verplichtingen zoals
die vanaf l juli 1984 gelden. Voor
alle duidelijkheid: de bestaande
regeling voor het in bepaalde
omstandigheden niet verzeke-
ringsplichtig zijn voor gelegen
heidsarbeid blijft onverkort en
volledig van kracht.
Kenmerkend voor deze situatie
(vanuit het K.B. 1973): geen
dienstbetrekking, geen formele
gezagsverhouding en dit alles
voor een periode korter dan 23
dagen. Met het oog op bestrijding
van oneigenlijk gebruik heeft het
A.S.F. bijgaande administratieve
verplichtingen gesteld. Als proef
zal hier l jaar mee worden ge
werkt.
Voor alle duidelijkheid wordt
benadrukt, dat tijdig de hoeveel
heid benodigde formulieren in
huis gehaald kan worden en dat
die formulieren voor een deel ook
reeds vooraf kunnen worden in
gevuld, zodat er in de drukke pe
riode zo min mogelijk adminis
tratief werk zal zijn.
Bij echte gelegenheidsarbeid (zie
de eerdere genoemde kenmer
ken) moet bij het meldingsfor
mulier de 3e vraag dus met nee
worden ingevuld en kan men bij
vraag 5 volstaan met: vrij zijn in
komen en gaan.
Voor nadere vragen of proble
men kunt u altijd terecht bij de
sociaal sekretarissen of de S.E.V.
van de landbouworganisaties.
moet volledig worden ingevuld.
Werkgever en werknemer moeten
het ondertekenen. De bedrijfsver
eniging krijgt daardoor bij de vast
stelling van het premieloon, de in
formatie die het mogelijk1 maakt te
beoordelen of er sprake is geweest
van verzekeringsplichtige arbeid.
Loonspecifikatie
Nadat het A.S.F. de melding heeft
ontvangen, wordt de werkgever het
formulier: Loonspecifikatie vakan
tiewerk/gelegenheidswerk toegezon
den.
betaling in aftrek gebracht voor zo
ver zij in dat jaar meer bedragen dan
zowel 1000,— als 1 maal het ver
hoogde huurwaarde forfait met een
maximum van 5.000,—Deze
grenzen gelden zowel voor 1983
vanaf 1 juli, als voor 1984 en 1985.
Ook voor deze regeling geldt dat ge
spreide betaling over meer dan één
jaar soms voordelig kan zijn.
Een voorbeeld voor de duidelijkheid.
Betreft woning, vrije verkoopwaarde
150.000,— dan is de waarde in be
woonde staat 60% van 150.000,— is
90.000,— Hierbij behoort een for
faitaire huurwaarde van 960.—
In 1984 betaald aan schilderwerk
Waarvan in aanmerking te nemen 60%
Niet aftrekbaar 1 x 960,— of
min. 1.000,—
Maximum aftrek
Niet aftrekbaar
!n 1984 betaald aan schilderwerk
WJarvaii in aanmerking te nemen 60%
N'»t aftrekbaar.(zie boven)
Aftrekbaar
In 1985 betaald aan schilderwerk
Waarvan in aanmerking te nemen 60%
Niet aftrekbaar (zie boven)
Aftrekbaar
Zoals verwacht mocht worden brengt
de uitvoering van de superheffing in
vele gevallen grote problemen met zich
mee. In feite blijkt steeds meer dat
over een reeks van uitvoeringsaspecten
onvoldoende is nagedacht. Zeer veel
vragen kunnen dan ook niet worden
beantwoord: veehouders weten niet
waar ze aan toe zijn en de voorlichting
staat soms voor onmogelijke opgaven.
Op het ministerie van landbouw dreigt
men zich wel erg sterk aan-de bureau
cratische regelwetgeving vast te klam
pen, met weinig gevoel voor wat er in
de praktijk werkelijk leeft. Kortom, de
hele uitwerking van de superheffing
maakt nog eens duidelijk dat we hier
met een uiterst ongelukkige maatregel
te maken hebben, waardoor met name
de Nederlandse veehouderij moet vre
zen dat haar positie in de komende
jaren zal verzwakken.
Het is zonder meer duidelijk dat
vooral de bedrijven die de laatste jaren
hebben geïnvesteerd, op korte termijn
de grootste problemen ondervinden.
De veel te lage extra quota in relatie
tot hun investeringen, waarmee deze
bedrijven veelal worden geconfron
teerd, zijn in feite onverantwoord.
Voor die categorie zal extra melk be
schikbaar moeten komen. Dat geldt
ook voor bedrijven waar in de komen
de tijd investeringen nodig zijn, bij
voorbeeld in het kader van de uitvoe
ring van een ruilverkaveling, danwel
bij bedrijfsopvolging. Juist het vrijko
pen van melk via een beëindigingsre
geling kan hier een effectief instru
ment zijn om de bedrijfsontwikkeling
toch nog enigszins in de benen te
houden.
Het is een goede zaak dat de minister
dit nu ook lijkt in te zien. Het gaat om
de toekomst van een sector die voor de
hele Nederlandse economie van groot
belang is. Daarom vind ik dat hiervoor
vanuit de nationale middelen extra
geld beschikbaar gesteld moet worden.
Voor het vrijmaken van bijvoorbeeld
één a twee procent extra melk is een
bedrag nodig van 25 tot 50 miljoen
Op 18 juni is overleden de oud-direk-
teur van het Boekhoudburo (nu de
accountantsunie Z.L.M. b.v.) de heer
B. Meijers op de leeftijd van 82 jaar.
Met de heer Meijers is een man
heengegaan die behoorde tot een ge
neratie die de kennis en deskundig
heid die voor de uitoefening van het
beroep nodig was, door zelfstudie
moest verwerven.
Geboren in een Walchers landbou
wersgezin werkte hij een aantal jaren
op het ouderlijk bedrijf, maar toen
het hem duidelijk werd dat daar niet
voor alle zonen een plaats was, wierp
hij zich op de boekhoudstudie, die
door zijn aanleg en wilskracht al snel
met resultaat werd bekroond. Daar
door kon hij in 1928 bij de Z.L.M. in
dienst treden als assistent belast met
de zaken van het Boekhoudburo.
Veertig jaar, tot 1968 heeft hij aan dit
bureau leiding gegeven. Het is een
periode geweest waarin hij met veel
13.000,-
7.800,-
1.000,-
6.800,-
5.000,-
1.800.-
7.500,-
4.500,-
1.000-
3.500,-
5.500,-
3.300,-
1.000-
2.300,-
gulden op jaarbasis; ik ga ervan uit
dat gestreefd wordt naar een regeling
waarbij gedurende een periode van vijf
jaar een uitkering van ongeveer twin
tig cent per liter melk per jaar (in to
taal één gulden per liter melk) wordt
gedaan.
Minister Braks zal nu echt wat voor de
veehouderij moeten verdienen. Het
gaat niet aan om de financiering van
een melkproduktie-beëindigingsrege-
ling enkel uit de mcb-compensatie te
halen. Wel acht ik het bespreekbaar
uit deze gelden zonodig enige aanvul
ling te halen op de extra gelden uit de
algemene middelen.
Intussen hebben de meeste veehouders
hun quota binnen en kunnen ze tot 1
juli a.s. extra quota aanvragen. Voor
de regionale en landelijke toetsings
commissies breekt daarmee een druk
ke tijd aan. Ik hoop dat deze commis
sies van de minister voldoende ruimte
krijgen om besluiten te nemen die
overeenkomen met de gevoelens die in
de praktijk leven. Dat is zeker ook
voor de positie van de zuivelindustrie
van groot belang, mede met het oog op
beschikbaarheid van voldoende win
termeik.
Nogal geërgerd'heb ik mij steeds over
de wijze waarop het ministerie tot nu
toe de grondoverdrachten behandelt.
Het gaat vooral om de grote beperking
die individuele boeren wordt opgelegd
bij de overdracht van grond aan ko
pers die daarop geen melkproduktie
willen doen plaatsvinden. Hier dreigt
een onverstandige regelzucht, waarbij
met name de vrees dat op overblijvende
grond een intensievere melkproduktie
gaat plaatsvinden, mij vooral overdre
ven en in feite onwaarachtig door
komt. Immers, nu krijgen boeren ook
al quota die uiteenlopen van enige
duizenden tot énige tienduizenden li
ters per hectare. Ik ben dan ook van
mening dat beneden een bepaalde op
pervlakte (bijvoorbeeld vijf hectare)
grondoverdracht zonder melk volledig
vrij moet zijn, zonder dat daarbij op de
quota van de verkoper wordt gekort.
LUTEIJN
moeilijkheden werd gekonfronteerd,
de krisis van de dertiger jaren, de
oorlog en de watersnood van 1953
brachten veel problemen mee voor
het buro en zijn deelneners.
Het was kenmerkend voor de heer
Meijers dat hij niet alleen voor de
financiële problemen van de kliën-
ten, maar in het bijzonder voor de
menselijke problemen alle aandacht
had.
Voor de Z.L.M. heeft hij niet alleen
als direkteur van het boekhoudburo
maar ook als adviseur van het dage
lijks- en hoofdbestuur grote beteke
nis gehad.
Zijn werkzaamheden zijn niet tot
Zeeland beperkt gebleven, want als
voorzitter van de Vereniging van
Landbouwboekhoudburo's heeft hij
jarenlang leiding kunnen geven aan
het werk op landelijk nivo.
Een zaak die de heer Meijers altijd
zeer ter harte ging was het onderwijs.
Jan n was hij leraar aan het Christe
lijk .„yceum, en verder opleider voor
de praktijkexamens boekhouden en
het staatspraktijkdiploma voor Be
drijfsadministratie.
Velen hebben hun kennis van de
handelswetenschappen aan de heer
Meijers te danken.
Dat hij naast al het andere werk ook
nog tijd kon vinden om kerkelijk
werk te doen is een bewijs van zijn
grote werkkracht en wilskracht.
Mogen zijn Vrouw en zijn kinderen
de kracht vinden om het verlies dat
hen door zijn heengaan getroffen
heeft, te dragen.
3
Of met deze regeling de beunhazerij wordt teruggedrongen is na het zien van
deze berekening, wel twijfelachtig.
A. Michaël