Europa, Europa
Jong geleerd, weer oud gedaan??
zegge en schrijve
zuidelijke landbouw maatschappij
Seizoenwerk
Onderwijs
Minister Braks bracht officieel
bezoek aan S.U.
VRIJDAG 22 JUNI 1984
69e JAARGANG NO. 3737
z.l.m
land- en
tuinbouwblad
Op het Schaapsscheerdersfeest afgelopen zaterdag in Nisse ontbrak uiteraard de nostalgie niet. Veel oude
agrarische produktiemethoden als het dorsen van rogge met een oude dorsmachine, vlas repelen, touw slaan en
andere gebruiken werden gedemonstreerd. Op de foto een onderdeel van de verwerking van bruine bonen. Na
het dorsen met de vlegel worden de bonen in een zeef van de meeste ongerechtigdheden ontdaan. Jong geleerd,
oud gedaan zo te zien....
Uit het verloop van de europese verkiezingen kan be
paald niet worden gekonkludeerd, dat de europese ge
dachte de mensen werkelijk bezig houdt. Niet alleen was
de opkomst bedroevend laag, ook de "inzet'' van de
verkiezingen was duidelijk nationaal'gekleurd in plaats
van europees. Dat laatste mag de politieke partijen over
igens best verweten worden. Niettemin ben ik lang niet
zo somber gestemd over de toekomst van Europa als veel
kommentaren willen doen geloven. Gezien de europese
geschiedenis mag het een wonder heten dat we al zover
gekomen zijn. In de Verenigde Staten van Amerika was er
zelfs een burgeroorlog nodig om de eenheid te bewerk
stelligen en dan had men daar nog niet eens de last van
de (cultuur-)geschiedenis te dragen zoals wij in Europa.
En ook in Amerika is het nog steeds zo, dat een republi
kein in de ene staat in een andere staat gemakkelijk voor
een demokraat kan doorgaan. Wat bij ons vooral ont
breekt zijn grote europese thema's, die de kiezer aan
spreken. Dat komt vooral door de hierboven genoemde
"nationalisatie" van de europese verkiezingen c.q. -poli
tiek. De politieke partijen zullen nog moeten leren euro
pees te opereren. Ik heb goede hoop dat het er eens van
zal komen. En waar hoop is is toekomst. Ook voor Europa.
In de praktijk is veel onrust ontstaan over het besluit van
het A.S.F. (Agrarische Sociale Fondsen) dat vanaf 1 juli
a.s. elke seizoenwerker (gelegenheidswerker) aan de be
drijfsvereniging moet worden gemeld. Deze melding via
een zogenaamd model-formulier dient uiterlijk binnen 2
dagen na de aanvang van de werkzaamheden bij het
regionaal kantoor van het A.S.F. ingediend te worden.
Wanneer dit formulier niet, te laat of onjuist is ingevuld
wordt de arbeidsverhouding in principe als normale
dienstbetrekking aangemerkt. Daarmee staat er dus een
wel zeer stevige knuppel achter de deur. Daarnaast moet
de werkgever ook nog een verzamelstaat met alles erop
en eraan indienen. De praktijk heeft met deze regeling
terecht zeer veel moeite. Vooral in veel tuinbouwtakken is
het inzetten van deze gelegenheidswerkers een veel
voorkomend verschijnsel. Tot nu toe moest incidentele
hulp niet gemeld worden. Vanaf 1 juli komt daar dus
verandering in: elke hulp, al is het maar voor een dag,
moet gemeld worden op straffe van een dienstbetrekking
volgens de wet. Deze regeling is niet alleen onpraktisch
en burokratisch, maar frustreert bovendien de markt van
vraag en aanbod voor de seizoenarbeid. Voorzover mij
bekend is met het bedrijfsleven over deze nieuwe rege
ling in het geheel geen overleg gevoerd.
We hebben vanuit de Z.L.M. daarom landelijk zeer stevig
aan de bel getrokken om te bereiken dat deze regeling
wordt teruggedraaid of tenminste wordt opgeschort om
alsnog overleg met het bedrijfsleven mogelijk te maken.
Mogelijk kunnen de produkten die gewoonlijk met sei
zoenwerkers worden geoogst dan toch nog in alle rust
worden binnengehaald.
Kontakten met de Sovjet-Unie verdiept
Minister ir. G. Braks heeft van 3 tot en met 9 juni 1984 een
officieel bezoek gebracht aan de Sovjet-Unie. Hij was er
op uitnodiging van de Russische minister van landbouw,.
Mesyats.
Ir. Braks was na SVi jaar de eerste Nederlandse bewind
spersoon die met een officieel bezoek uiting gaf aan de
verbeterde betrekkingen met de Sovjet-Unie. In de Ne
derlandse delegatie waren naast vertegenwoordigers van
de ministeries van landbouw en visserij en van ekonomi-
sche zaken ook vertegenwoordigers van het agrarische en
agro-industriële bedrijfsleven opgenomen.
Tijdens intensieve en hartelijke besprekingen met een
tiental vertegenwoordigers van de Sovjet ministeries
(waaronder vice-premier Nuriev, die tevens vice-voor-
zitter is van de Opperste Sovjet), zijn de vooruitzichten
voor verdere ontwikkeling van een samenwerking op
agrarisch en agro-industrieel gebied uitvoerig besproken.
Met name in de sektoren zaaizaad en pootgoed,
(pluim)veefokkerij, glastuinbouw, voederproduktie en
verwerking van agrarische produkten, is sprake van een
eich succesvol ontwikkelende samenwerking tussen Sov
jet organisaties en Nederlandse bedrijven.
Een memorandum, dat de ministers Mesyats en Braks
aan het einde van dit zevendaagse bezoek onderteken
den, bevat op enkele van die terreinen konkrete aandui
dingen.
Zo heeft de Nederlandse bewindsman ontwerpen voor
samenwerking overhandigd. Een daarvan, gericht op de
aardappelteelt, is afkomstig van het Nederlandse Insti
tuut voor de Afzet van Akkerbouwprodukten. Het andere
voorstel, afkomstig van een groep Nederlandse bedrij
ven, is gericht op een grootschalig projekt voor produktie.
opslag, verwerking en afzet. Onze regering heeft daarbij
aangeboden een bijdrage te leveren in de kosten van een
zgn. haalbaarheidsstudie.
Van Sovjet zijde werd een lijst overhandigd met projek-
ten voor samenwerking tot 1990. Daarbij beoogt men de
hoofdlijnen en -vormen vast te leggen voor samenwer
king op het gebied van de landbouw, vlees- en zuivel-
produktie, groente- en fruitteelt, alsmede landinrichting
en waterbeheersing.
In het kader van de wetenschappelijke en technische sa
menwerking zal het Nederlandse ministerie van land
bouw en visserij o.a. een symposium organiseren over
mengvoederproduktie.
Weinig leerlingen die nu eindexamen hebben gedaan
zullen zich realiseren dat hun school over een paar jaar
waarschijnlijk dicht moet. Vanwege de drastische op
trekking van de zgn. stichtingsnormen dreigt er vooral op
het platteland een ware kaalslag in het onderwijs. Dat de
leerlingen daar niet bij stilstaan is natuurlijk wel te be
grijpen, die zijn blij dat ze er geslaagd en al vanaf zijn.
Erger is echter dat nog steeds veel schoolbesturen zich de
ernst van de situatie niet bewust zijn. Ouders, verzorgers
én (jonge) schoolgaande kinderen zullen dan ervaren dat
de school van hun keuze opeens 1 0 a 1 5 kilometer ver
derop staat, als het tenminste niet tegenzit, want het kan
ook gemakkelijk oplopen tot zo n 20 kilometer.
Een en ander zal op het platteland zonder meer gevolgen
hebben voor de ontwikkeling van de plattelands jeugd.
Bijvoorbeeld omdat men van arrenmoede dan maar kiest
voor een opleiding die lekker dicht is in plaats van de
opleiding die men eigenlijk zou willen volgen, maar
waarvoor dan wel een heel eind gereisd moet worden.
Dagelijks wel te verstaan.
Naar verwachting zullen de nieuwe normen binnenkort
bekend worden gemaakt. De Tweede Kamer zal dan een
en ander nog dit jaar behandelen, zodat de nieuwe nor
men nog volgend jaar van kracht zullen worden. Als er
daarbij geen bijzondere regelingen worden getroffen voor
het platteland moet er rekening mee worden gehouden
dat vanaf 1 988 minstens de helft van de scholen voor
voortgezet onderwijs de deuren zal moeten sluiten. Als
Z.L.M. proberen wij deze ontwikkeling te keren door po
litieke aktie en door het zoeken van fusiepartners om te
proberen gezamenlijk het onderwijs op het platteland zo
veel mogelijk te behouden. Of dat zal lukken is echter de
vraag. Voorwaarde is in ieder geval dat er voldoende
maatschappelijk draagvlak is. Zover is het echter nog
niet.
Oggel
Vrijdag 22 juni 1984