Russische konsument wil Westerse kwaliteit
Braks overweegt toch premieregeling voor
vrijwillige beëindiging melkproduktie
Geen goedkope boter voor Russen
Braks positief over mogelijkheden voor N ederlandse landbouw
Samenwerking tussen
India en Nederland
Een dag nadat Braks voet op
Russische bodem had gezet dook
het bericht op dat de Sovjet-Unie
honderdduizend ton boter in Ne
derland zou willen kopen. Alleen
de prijs vormde nog een pro
bleem. Minister Braks liet meteen
weten er niets voor te voelen de
boter weg te geven. "Als dat toch
zou moeten gebeuren zoek ik lie
ver een bestemming in eigen
huis", aldus minister Braks, die er
op wees dat er voor Rusland geen
uitzondering gemaakt kan wor
den wat de prijs betreft. "Ieder
een wil wel boter kopen tegen af-
braakprijzen. In 1972 heeft de
EG een speciale overeenkomst
met de Sovjet-Unie gemaakt en
toen is de boter heel goedkoop
verkocht, maar dat heeft het aan
zien van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid ernstig ge
schaad". Aldus minister Braks,
die eraan toevoegde dat wat hem
betreft de zuivelvoorraden pas
"geforceerd" afgezet kunnen
worden wanneer de melkproduk-
tie en normale zuivelafzet met
elkaar in evenwicht zijn gebracht.
"Een belangrijk land waar opmerkelijke ontwikkelingen gaande zijn en
waarmee wij kontakt moeten blijven houden". Dat wil landbouwminis
ter Gerrit Braks graag gezegd hebben aan het eind van zijn zes dagen
durende reis door de Sovjet-Unie begin juni. Terugvliegend van Mos
kou naar Amsterdam wijst de Nederlandse minister erop dat Rusland
zo dichtbij ons land ligt (In kilometers gerekend is de afstand Amster
dam-Athene groter dan Amsterdam-Moskou). Agrarisch Nederland
heeft de Sovjet-Unie veel te bieden, meent hij: "Ik zou onze landbouw
in al zijn aspekten willen oproepen dat maximaal uit te buiten".
Het meest opmerkelijke in de Russi
sche land- en tuinbouw noemt Braks
het streven naar "beter in plaats van
meer". In het vijfjarenplan dat nu in
uitvoering is leggen de Russen vooral
het aksent op verbetering van bewa
ring en verwerking van de produk-
ten. Bovendien is er een tendens naar
minder vet en meer eiwit in de le
vensmiddelen.
Uit gesprekken op een aantal minis
teries in Moskou en tijdens bezoeken
aan enkele instituten, zoals in de
buurt van Minsk (dichtbij de Poolse
grens) is minister Braks duidelijk ge
worden dat het onderzoek van de
Russen zich niet alleen richt op de
produktie, maar geleidelijk aan ook
steeds meer op de verwerking. "Op
dat vlak tref je dan ook de meeste
belangstelling aan om met ons sa
men te werken", aldus Braks. Als
voorbeelden noemt hij de verwer
king van aardappelen en slacht-
pluimvee. In de sektor van granen
valt op dat men steeds minder brood
eet, maar meer hoogwaardige pro-
dukten zowel voortkomend uit gra
nen als uit de dierlijke veredelings-
sektor. Dus meer vlees en verse
groente.
"Het is duidelijk dat de Russische
autoriteiten niet voorbij kunnen
gaan aan de behoeften van de steeds
meer weilvaartgenietende konsu
ment in eigen laud. Op dat punt
zoeken zij kontakt met o.a. het Ne
derlandse bedrijfsleven en onze
konkurrenten. Want de Russen zijn
keiharde ekonomen", aldus Braks.
"Zij becijferen nauwkeurig wat voor
hen het voordeligst is". De Neder
landse konkurrentiepositie is verge
leken met andere aanbieders op de
Russische markt over het algemeen
wat zwak voorzover het om de prijs
gaat, naar goed wat betreft techno
logie, kwaliteit en betrouwbaarheid.
Privébedrijven
Rondreizend door Rusland valt op
dat op de grote staatsbedrijven zeer
vergaand is gemechaniseerd, maar
dat op de kleine privégronden licha
melijke arbeid troef is. "Ik heb het
verschijnsel van de privépercelen
aan de orde gesteld en de Russen er
kennen ook dat deze zeer produktief
zijn. Tientallen procenten van het
totale aardappelaanbod bijvoor
beeld in de USSR komt van die
kleine bedrijfjes. Toch willen de au
toriteiten er eigenlijk niet op door
praten want het past niet in hun fi
losofie. Uit politieke overwegingen
hebben zij niet kunnen vermijden
dat vooral de medewerkers van de
grote bedrijven toch de beschikking
hebben gekregen over een klein
stukje land. En het wordt toegestaan
dat deze grond intensief bewerkt
wordt maar bevorderen zullen zij het
zeker niet. Een ontwikkeling zoals
wij in Nederland hebben gekend is er
helemaal niet bij. Ik heb er de Rus
sen op gewezen dat juist de klein
schalige familiebedrijven het sterke
punt van de Nederlandse land- en
tuinbouw vormen".
Braks noemt het een belangrijke er
varing in de USSR gesproken te
hebben met een aantal ministers die
verantwoordelijk zijn voor verschil
lende sektoren binnen land- en tuin
bouw. "Zij zijn als het ware super
boeren die alle produkties in handen
hebben; het is heel grootschalig. Ik
heb in Moskou gezegd dat ik daar
niet zo van gecharmeerd ben. Op den
duur denk ik dat het ook niet erg
efficiënt zal blijken te zijn, met alle
respekt overigens voor het technisch
nivo dat men hier en daar, ondanks
de nadelen van het burokratisch sys
teem, heeft bereikt".
Het is de minister opgevallen dat de
Russen in het algemeen nog denken
Vrijdag 22 juni 1984
Minister Braks overweegt toch de mogelijkheid om een premieregeling
in te voeren voor boeren die op basis van vrijwilligheid hun melkpro
duktie willen beëindigen. De minister heeft dit op dinsdag 12 juni j.l. in
Den Haag kenbaar gemaakt in het maandelijks gesprek met het
Landbouwschap, dat lange tijd op een dergelijke regeling heeft aange
drongen. De bewindsman tekende bij zijn overweging direkt aan, dat hij
een eventuele regeling wil toespitsen op de situatie in de Nederlandse
melkveehouderij. De financiële middelen voor zo'n beëindigingsrege
ling wil minister Braks halen uit het geld dat het kabinet onlangs voor
boeren heeft uitgetrokken om de afbraak van monetair compenserende
bedragen (mcb's), voor zover deze de zuivelsektor betreffen, te com
penseren. Het Landbouwschap vindt deze wijze van financiering echter
onjuist en is van mening dat de compensatie van de mcb-afbraak los
moet staan van maatregelen in verband met de superheffing en niet in
elkaar geschoven mag worden.
Het Landbouwschap kreeg de toe
zegging van de minister, dat hij op
korte termijn (twee a drie weken)
duidelijkheid zal verschaffen over
een mogelijke beëindigingsregeling.
Aansluitend hierop wenst het Land
bouwschap een premieregeling voor
het vrijwillig leveren van minder
melk en ook daarover wil de minister
nader met het Landbouwschap van
gedachten wisselen. Vrijkomende
quota zouden, volgens het Land
bouwschap gebruikt moeten worden
voor de oplossing van knelpunten en
de verdere ontwikkeling van de
melkveehouderij. Over de uitwer
king van een overbruggingsregeling
voor gezonde bedrijven die het door
de superheffing in de zuivelsektor
niet meer kunnen bolwerken, wilde
Braks zich nog niet uitlaten; met de
banken worden besprekingen ge
voerd over een regeling die min of
meer als sluitstuk van diverse maat
regelen gaat fungeren.
Minister Braks was het met het
Landbouwschap eens dat op diverse
fronten (met name bij de relatie
quotum-grond) nog onduidelijkheid
bestaat. Binnenkort volgt in verband
hiermee een aanvulling op de Be
schikking over de uitvoering van de
superheffing. Een groot deel van de
vragen zal beantwoord moeten wor
den in de landelijke adviesgroep,
waar uitvoeringsvraagstukken aan
de orde komen en waarin het be
drijfsleven is vertegenwoordigd. Op
verzoek van het Landbouwschap zal
waar mogelijk enige souplesse in
acht worden genomen. Daarbij gaat
het volgens het Landbouwschap bij
voorbeeld om nadere kriteria voor de
niet-groeiers en ook de inbreng van
duidelijke aantoonbare eigen arbeid
bij investeringen. Alle melkveehou
ders hebben inmiddels bericht ont
vangen van het Produktschap voor
Zuivel over hun quotum. Niettemin
weet 20% van de melkveehouders en
met name zij die aanzienlijk met hun
produktie zijn gedaald, ondermeer
door grondoverdracht, nog niet waar
zij aan toe zijn. Duidelijkheid is voor
hen op korte termijn dringend ge
wenst, zo hield het Landbouwschap
de minister voor.
Medefinanciering suikerbietenon-
derzoek
In het kader van de 50/50-
financiering (overheid-bedrijfs-
leven) van het praktijkonderzoek in
de akkerbouw is het Landbouw
schap bereid te beginnen met een
gefaseerde medefinanciering van het
P.A.G.V. in Lelystad. Dit gebeurt
ofider voorwaarde dat er een rege
ling wordt getroffen voor het prak
tijkonderzoek op het Instituut voor
Rationele Suikerproduktie (IRS).
Voor het praktijkonderzoek wordt
bij het PAGV het IRS voor respek-
tievelijk 1,2 miljoen en ongeveer
1,3 miljoen uitgetrokken. De be
trokken partijen zijn het erover eens
dat het huidige onderzoek ten be
hoeve van de bietenteelt niet mag
worden aangetast en dat dit voorals
nog onder gezamenlijke verant
woordelijkheid van het PAGV en het
IRS wordt uitgevoerd. Het geza
menlijke pakket wordt nu onder de
50/50-financiering gebracht. Zowel
het Landbouwschap als minister
Braks toonden zich tevreden met de
getroffen overeenkomst en de af
spraken die zijn gemaakt over onder
meer de onderzoekprogramma's, de
efficiëncy bij het onderzoek en de
uitwerking van de diverse budgetten.
Minister ir. G. Braks (landbouw en
visserij) en de ambassadeur van India
in Nederland, mevr. Sonu Kochar,
hebben 12 juni j.l. een akkoord on
dertekend waarin de samenwerking
op landbouwgebied tussen de minis
teries van landbouw van beide landen,
nader wordt geregeld.
De ondertekening vond plaats in het
kader van de bestaande overeen
komst over samenwerking op ekono-
misch, technisch en wetenschappelijk
gebied tussen de regeringen van India
en Nederland.
13
Aan het eind van een officieel zesdaags bezoek aan de Sovjet-Unie
heeft minister Braks van Landbouw en Visserij zaterdagmorgen 9 juni
in Moskou een memorandum ondertekend.
Braks op een Sowjet bedrijf: onze konkurrentie positie is zwak wat prijs betreft
maar sterk als kwaliteit gaat spelen
dat "onze boeren nog heel klein
schalige keuterboeren zijn, die eko-
nomisch en sociaal volstrekt afhan
kelijk zijn van de vrije markt, met
alle negatieve gevolgen van dien. Het
kostje dan enige tijd om uit te leggen
dat onze bedrijven zich inmiddels
ontwikkeld hebben tot moderne ge
zinsbedrijven van behoorlijke om
vang. Dat past dan eigenlijk niet in
hun gedachtengang".
Kleine ontwikkelingen
grote gevolgen
Minister Braks verwacht niet dat
Nederland in de USSR veel eind-
produkten zal kunnen verkopen
zoals zuivel- en tuinbouwprodukten.
"Maar ons agrarisch belang bestaat
niet uit het verkopen van eindpro-
dukten. Juist nu deze markten wat
verzadigd raken moeten wij inspelen
op het verkopen van onze bijzondere
positie op het terrein van technische
kennis en ons bezit aan goed uit
gangsmateriaal, zoals zaaizaad en
pootgoed. Doordat een veterinaire
overeenkomst van kracht is gewor
den is ook de export van vee weer
mogelijk gemaakt. Ik heb terloops
nog wat misverstanden over het
heersen van mond- en klauwzeer in
ons land uit de weg kunnen ruimen".
En verder zegt Braks: "De USSR is
zo'n gigantisch groot land. Er hoeven
maar kleine ontwikkelingen plaats te
vinden waar wij op kunnen inspelen
dan zie ik het wel zitten dat wij hier
zaken kunnen doen. Juist het ver
nieuwende karakter van onze agra
rische sektor moeten wij uitbuiten.
Overigens moet men er niet opreke
nen dat meteen na dit bezoek grote
zaken gedaan zullen kunnen wor
den. Administratief duurt het lang
voor er beslissingen genomen wor
den".
Bartele A. Bokma
i