"Niet het werk, maar de
onzekerheid gaat je tegenstaan
Verschuiving verwacht van
gras- naar bouwland
Braks: superheffing is keerpunt in
de geschiedenis van de zuivel
Ir. Samplonius over twee maanden voorlichting over superheffing:
99
Vraagtekens bleven
Tijd wordt krap
Opdracht te groot
A Is gevolg superheffing
"Niet het werk, maar de onzekerheid
is het vermoeiende van de superhef
fing. De hele dag aan de telefoon
zitten om vragen van veehouders die
in de zorgen zitten te'beantwoorden
is wel te doen, zo lang je maar geen
onzekerheid hoeft te verkopen. Die
onzekerheid, dat is wat je gaat
tegenstaan", zegt ir. Johannes Sam
plonius, hoofd van de sociaal-eko-
nomische voorlichting van de Friese
Maatschappij van Landbouw. Sa
men met negen andere sev-ers is hij
nu al weken bezig om de Friese vee
houders met raad en daad bij te
staan. "Steeds weer kom je vragen
tegen waarop geen pasklaar ant
woord is te geven. Nu, twee maanden
nadat de beschikking over de super
heffing is uitgekomen, is er nog
steeds niet volledige duidelijkheid
over alle punten. Op deze manier
voorlichting geven, vraagt een grote
mate van flexibiliteit en inkasse-
ringsvermogen".
De voorlichting over de superheffing
begon bijna twee maanden geleden
met het uitleggen vooral in afde
lingsvergaderingen van de beschik
king van de minister. "Er zullen
weinigen zijn geweest die de tekst
van de regeling direkt hebben ge
snapt. Nu nog, na zoveel keer lezen,
kom ik vraagtekens tegen. Het
meeste is pas duidelijk geworden na
de zoveelste uitleg van de opstellers
van de regeling", aldus Samplonius.
Wat hem dwars zit is dat er nog
steeds een aantal punten niet zijn
geregeld, zoals de grondtransakties
in 1983 en 1984. Krijgen die boeren
nu wel of geen ekstra kwotum, zo ja,
hoeveel en waar moet dat vandaan
komen? "De formulieren daarvoor
zijn in aantocht. Dat is prima, maar
nog belangrijker is het dat de betref
fende boeren weten waar we aan toe
zijn. Dat geldt zowel voor de boer
welke heeft verkocht, als die welke
heeft gekocht. Raakt de ene nog een
bepaalde hoeveelheid kwijt en kan
de ander nog wat krijgen?"
Allemaal vraagtekens, waar niet al
leen de voorlichters steeds opnieuw
tegen aan lopen, maar dat doen ook
de opstellers van de regeling in Den
Haag. "Ook die moeten hetzelfde
gevoel hebben als wij. Er is een poli
tieke beslissing gevallen en die moet
worden uitgevoerd, leuk of niet leuk.
De samenwerking met de overheids-
mensen is prima, daar mankeert het
niet aan", aldus ir. Samplonius, die
overigens best wil toegeven dat hij
moppert als er weer een nieuw for
mulier voor uitzonderingsgevallen
bij komt. "Heb je net een veehouder
verteld dat hij een brief naar de mi
nister moet sturen als hij geen kwo
tum heeft gekregen, blijkt er voor dit
soort gevallen plotseling een formu
lier te bestaan. Daar komt dan straks
ook nog eens een formulier voor
grondtransakties bij. En dan maar
weer hopen dat die veehouder ook
dat in de gaten heeft en z'n kans op
wat meer melk niet voorbij laat
gaan".
Enig zicht op het aantal gevallen,
waarvoor de hulp van de sociaal-
ekonomische voorlichting wordt in
geroepen heeft Samplonius niet.
"We houden een kaartsysteem bij
waar al honderden in zitten, maar we
hebben wel wat anders te doen dan
ze precies te tellen. Dat zien we wel
als alle aanvragen zijn afgewerkt".
Voorlopig wordt er vanuitgegaan dat
dit vóór 1 juli het geval zal zijn. Dat is
de uiterste termijn waarvoor de for
mulieren voor uitzonderingsgevallen
binnen moeten zijn. "Ik kan nog niet
bekijken of wij daarmee voldoende
tijd hebben. Op dit moment komen
er per dag nog steeds meer aanvra
gen om hulp binnen dan we kunnen
afwerken. De stapel groeit gestadig
en zal in totaal wel een omvang van
12
één a tweeduizend krijgen. Of we die
vóór l juli kunnen wegwerken hangt
er van af hoelang de stroom nog door
gaat". Het geven van voorlichting
over de superheffing vindt het hoofd
van de s.e.v. een kwestie van "roeien
met de riemen die je hebt". Normaal
willen we zonodig elk lid van de
Friese Mij. persoonlijk te woord
staan. Als het nu maar enigszins kan,
doen we de gevallen het liefst per
telefoon af. Dat neemt wel de minste
tijd, maar geeft ook de grootste kans
op taxatiefouten. Wanneer een vee
houder een brief naar de minister wil
sturen, geven we hem alleen de
hoofdlijnen aan. Dit gebeurt zowel
telefonisch als in een gesprek op af
spraak. Met de rest moet hij zich
maar redden. Als je weet hoeveel
voor die boer van die brief afhangt,
dan vraag je je wel eens af waar je
mee bezig bent. Maar, je kunt niet
anders. Hoe graag je ook zou willen
Het is een kwestie van op hoop van
zegen", aldus ir. Samplonius die met
deze manier van werken niet be
paald ingenomen is.
Ir. Samplonius heeft er begrip voor
dat toen eenmaal bekend was dat de
Ir. J. Samplonius: tegenstaan.
superheffing er zou komen, de rege
ling ook zo snel mogelijk moest wer
ken. "Maar of het op deze stuntelige
manier, zo vol onzekerheden moest,
is voor mij de vraag. We zullen ons er
mee moeten redden, maar deze ma
nier van invoeren van zo'n ingrij
pende maatregel gaat me eigenlijk te
ver. Ik heb m'n mening daar= over
ook niet onder stoelen of banken ge
stoken en het al eens onbehoorlijk
bestuur genoend. Dat is me overi
gens niet door iedereen in dank af
genomen. Je mag bij een dergelijke
ingrijpende maatregel, die niet al
leen veel ongerief oplevert, maar in
een aantal gevallen boeren de kraag
kan kosten, toch wel enige zorgvul
digheid van de overheid verwachten.
De opdracht van minister Braks is in
mijn ogen met name duidelijk te
groot geweest voor z'n eigen ambte
naren".
Hoe langer de regeling onderweg is,
hoe meer ir. Samplon-ius tot de kon-
klusie komt dat de uitwerking ervan
een chaos is. "Als je de tekst zo op
papier ziet staan, heb je eigenlijk niet
in de gaten hoe het precies in de
praktijk zal uitwerken. Dat wordt je
pas duidelijk als de boeren komen
die door de onduidelijkheid of onre
delijkheid worden getroffen. Dan
krijg je de gevallen van juist een koe
teveel, juist een week te vroeg geïn
vesteerd of juist moeilijkheden in de
bedrijfsvoering. De regeling zal soe
pel worden toegepast heeft minister
Braks nog tegen de Kamer gezegd.
Dat is natuurlijk erg betrekkelijk. De
regeling is er, moet worden uitge
voerd en de elk kan aar één keer
worden weggegeven. Soepel? Ver
geet het maar. Die ruimte is er niet.
En de soepelheid van artikel 19?
(Brief aan de minister). De hoeveel
heid melk staat vast, een enorm aan
tal aanvragen, evenveel verschillen
de situaties als aanvragers en geen
beoordelingskriteria; soepelheid
dreigt hier in rechtsongelijkheid te
ontaarden.
Dat de stemming onder de sociaal-
ekonomische voorlichters net als on
der de boeren gespannen is, vindt ir.
Samplonius een normale zaak. "Ze
horen de verhalen achter elkaar aan.
Je krijgt dan het idee dat er niet meer
andere dan probleemgevallen zijn.
Ook is er natuurlijk regelmatig een
boer die z'n gram kwijt moet. Tegen
wie kan dat dan beter dan de man die
hij aan de telefoon heeft. Oké, zeg ik
dan, dat kan, naar ook daar zijn weer
grenzen aan. Wij hebben de regeling
niet bedacht". Over het algemeen is
het evenwel zo, dat de veehouder die
geholpen wordt daar een grote
waardering voor heeft. Soms beleef
je ook leuke dingen, zoals bij de boer
die op kantoor kwam en in de gaten
kreeg dat de telefoon de hele dag
rinkelde en zich in volle ernst afvroeg
wat de sev-ers vóór de superheffing
de hele dag deden.
W. Dijkstra
Het Landbouw-Ekonomisch Instituut verwacht een verschuiving van
de rundveehouderij naar de akkerbouw. Als gevolg van de superheffing
zal een deel van het grasland worden geploegd om het geschikt te
maken voor de teelt van akkerbouwgewassen. LEI-medewerker drs.
L.B. van der Giessen houdt er rekening mee, dat daardoor de over
schotproblemen in die sektor zullen toenemen. Hij zei dat in Brussel op
een symposium van het Monsanto-konsern.
Het invoeren van Europese maatre
gelen om de melkproduktie te be
perken stelt veel boeren voor grote
problemen. Uit berekeningen van
het LEI is komen vast te staan, dat
het indammen van de melkplas in
het algemeen het best kan gebeuren
door het verkleinen van de veestapel.
Het verlagen van de melkproduktie
per koe is vrijwel nooit aantrekkelijk.
De boer moet juist blijven streven
naar verhoging van de melkgift per
dier. Deze opvatting werd bestreden
door de heer R. Tijskens van de Bel
gische Boeren bond. Zijn organi
satie adviseert de boeren de melkop-
brengst per koe te verlagen. Dat kan
door minder krachtvoer en meer
ruwvoer te geven. Daardoor ontstaat
een aanzienlijke bezuinigingspost.
Als een veehouder toch koeien moet
opruimen, dan is het volgens de heer
Tijskens raadzaam om dat nu te
doen. "Er is een kans,, dat de rund
vleesmarkt dit najaar instort", aldus
de Belgische boerenvoorman.
Ook voorzitter Joris Schouten van
het Landbouwschap houdt dat voor
mogelijk. Een vleesprijsdaling van
één tot anderhalve gulden per kilo is
Prof. dr. ir. E. Tollens: van gras naar
akker.
naar zijn mening niet uitgesloten. De
Belgische Boerenbond is niet van
plan de veehouders die door de su
perheffing in de problemen komen,
het advies te geven om over te scha
kelen naar andere produktierichtin-
gen.
Een paar maanden na het bekend
worden van de Brusselse maatrege
len in de zuivelsektor is nog moeilijk
te zeggen, hoe de boeren precies zul-
leivreageren. Maar een verschuiving
naar andere teelten ligt wel voor de
hand. Vooral op gemengde bedrij
ven zal het aksent worden verlegd.
De Belgische hoogleraar aan de uni
versiteit van Leuven, prof.dr.ir. E.
Tollens voorziet dan ook problemen
in de akkerbouw. Deze sektor krijgt
volgens hem te maken met reeële
prijsdalingen. Aan produktiebeper-
kende maatregelen op Europees nivo
valt in die sektor niet te ontkomen.
Niet alleen omdat het areaal bouw
land groter zal worden, maar ook
door de snelle ontwikkeling van de
biotechniek, is een enorme produk-
tiestijging te verwachten, zo meent
prof. Tollens.
Overigens is hij niet al te somber wat
betreft de inkomens van de veeboe
ren. Binnen het nu geldende kwota-
systeem is naar zijn oordeel ruimte
voor een behoorlijke verhoging van
de melkprijs. Hij denkt, dat dat ook
gaat gebeuren.
Schouten is bang, dat over de verde
ling van de hoeveelheden melk over
de tien EG-landen opnieuw een ge
vecht zal ontstaan. Hij is voorstander
van een Europees produktieplafond
zonder het toewijzen van kwota per
land. Op die manier kan daar worden
geproduceerd waar de omstandighe
den het gunstigst zijn.
"Nu de superheffing een feit is, zal het beleid van de Nederlandse
melkveehouder de komende jaren gericht moeten zijn op de kwaliteit
van de produktie. "Niet meer, maar beter", zal vanaf heden zijn lijf
spreuk moeten worden. We staan op een keerpunt in de geschiedenis
van de ontwikkeling van de zuivel. Ik ben mij ervan bewust, dat derge
lijke keerpunten de balans verstoren en evenwichtproblemen met zich
brengen".
Aldus minister ir. G. Braks (landbouw en visserij) op 13 juni j.I. tijdens
de algemene vergadering van de Coöperatieve Zuivelvereniging Cam-
pina te Veldhoven.
Volgens de bewindsman is invoering
van de superheffing geen sympat
hieke maatregel, maar onder de ge
geven omstandigheden de minst
slechte oplossing voor de Europese
zuivelproblematiek. Hij is dan ook
van mening, dat de Europese Minis
terraad juist heeft gehandeld door
voor deze en niet voor een andere
oplossing te kiezen.
De sanering van het mechanisme,
waarbij het aanbod niet is afgestemd
op de vraag, was een absolute nood
zaak om de melkveehouder een
struktureel gezond toekomstper-
spektief te kunnen bieden.
Er is, volgens de minister, nog geen
sterke reaktie merkbaar op de in
voering van de superheffing. Uit de
produktiecijfers van april en mei
blijkt, dat er in 1984 weinig minder
wordt gemolken dan in 1983. Ook
signaleerde hij, dat ondanks het af
stoten van melkvee sommige vee
houders erin slagen meer melk af te
leveren aan de fabriek. Dit betekent
twee dingen.
In de eerste plaats gaat de groei van
de Europese interventievoorraden
gedurende deze zomer onvermin
derd door. De EG heeft nu al meer
dan 1 miljoen ton boter in de koel
huizen liggen en daar komen naar
verwachting nog wel enkele hon
derdduizenden tonnen bij. Ook de
berg magere melkpoeder, momen
teel rond de 900.000 ton, zal verder
groeien hoewel het gebruik van ma
gere melkpoeder in varkensmeng
voeders, deze groei enigszins zal
remmen.
In de tweede plaats betekent het dat
de sterke daling van de melkafleve-
ring pas in de komende herfst en
winter zal plaatsvinden. Aan het be
gin van de stalperiode zullen vele
melkveehouders besluiten hun vees
tapel aan te passen aan de produk-
tiemogelijkheden, die de hen toege
wezen heffingvrije hoeveelheid
biedt. Dit leidt onherroepelijk tot een
schoksgewijze daling van de melkle-
vering. Dit zou dan weer tot de pa
radoxale situatie leiden, dat er ener
zijds rekordvoorraden boter en ma
gere melkpoeder zijn en anderzijds
een tekort aan verse melk.
Voor de exportsituatie verwacht mi
nister Braks op korte termijn geen
grote verbetering.
Tekorten
Ook ging de bewindsman in op de
financiering van het Europese land
bouwbeleid. De maxi
mumafdracht van de nationale
BTW-middelen zou moeten stijgen
van 1% tot 1,4%. Tegen deze wijze
van uitbreiding van de financiële
middelen hebben bepaalde lidstaten
grote bezwaren, wat de besluitvor
ming hierover aanmerkelijk ver
traagt. Dit jaar is er dan ook geen
geld voor grootscheepse afzetpro-.
gramma's op de EG-begroting.
Toch waarschuwde hij voor mogelijk
pessimisme, hetgeen naar zijn me
ning niet gerechtvaardigd zou zijn.
Crises betekenen immers tegelijker
tijd nieuwe uitdagingen! Zolang de
konkurrentie op basis van kwaliteit
en ekonomische efficiency plaats
vindt, heeft de Nederlandse zuivel
sektor getoond wat zij waard is. Het
voortbestaan van de Gemeenschap en
daarmee het voortbestaan van de vrije
handel zijn essentieel voor het be
houd van de toppositie die de Neder
landse agrarische industrie op dit
moment inneemt.
Vrijdag 22 juni 1984