Resultaten L.E.I. akkerbouwbedrijven in het Zuidwestelijk Zeekleigebied zijn in boekjaar 1982/1983 verbeterd 1981/1982 van laatste 5 jaar beste boerenjaar De lange onderbroek kan uit... Door het Landbouw-Ekonomisch-Instituut in Den Haag worden be- drijfsekonomische boekhoudingen uitgewerkt om de ontwikkelingen van opbrengsten en kosten in de landbouw te volgen. Deze gegevens worden mede gebruikt voor het vaststellen van de prijzen van de gega randeerde produkten. De bedrijven worden voor een termijn van 5 jaar gekozen volgens een steekproefmethode om zodoende een gemiddeld beeld van het gebied te krijgen. Het aantal bedrijven dat in adminis tratie genomen wordt is afhankelijk van de grootte van het gebied en het aantal bedrijven per grootteklasse. In het Zuidwestelijk akkerbouw gebied is dit voor akkerbouwbedrijven van 20 ha en groter ongeveer 80 bedrijven. Deze gegevens worden in 3 grootteklassen samen gevat nl. 20-40 ha, 40-60 ha en 60 ha en groter. Hoewel het oogstjaar bijna 2 jaar geleden is verschaffen de cijfers toch inzicht in de ontwikkeling van opbrengsten en kosten waarmee men nu met de bedrijfsorganisatie rekening kan houden. Tabel 1 Gegevens in guldens per ha kultuurgrond De gewassen wintertarwe, konsumptieaardappelen en suikerbieten nemen al ruim tweederde van het bouwplan in beslag. De gemiddelden van de kg-op- brengsten. de prijzen en het bouwplan van de drie groepen ontlopen elkaar niet veel. Bij de groep 20-40 ha zijn zowel de kg opbrengst als de prijs gemiddeld iets lager en het bouwplan iets extensiever. Dit komt ook tot uiting bij de gemiddelde geldopbrengst per ha akkerbouwgewas, zie tabel 3. Tabel 3 Geldopbrengst per ha grootte klasse 20-40 ha 40-60 ha 60 ha en groter Geldopbrengst in guldens boekjaar 1982/83 5756 5772 6098 1981/82 5657 6387 636O 1980/81 4984 5759 5599 1979/80 4596 4830 4783 1978/79 4150 4145 4592 Dat de gemiddelde geldopbrengst per ha kultuurgrond (zie tabel 1) afwijkt van het gemiddelde per ha akkerbouwgewas wordt veroorzaakt door grasland en voedergewassen, neveninkomsten door veredeling of inkomen door werk door derden. Dit aandeel is bij de groep 20-40 ha het grootst. De kosten De gemiddelde kosten per ha zijn in de loop der jaren belangrijk toegenomen, deels door meer verbruik (kunstmest/bestrijdingsmiddelen) maar vooral door prijsstijgingen. Tabel 4 Opbouw van de gemiddelde kosten per ha in het boekjaar 1982/1983 grootteklasse 20-40 ha 40-60 ha 60 ha en groter Geldopbrengst boekjaar 1982/83 6747 6087 6410 1981/82 5899 6797 6617 1980/81 5418 5986 5827 1979/80 4992 5063 5049 1978/79 4522 4406 4817 Kosten boekjaar 1982/83 7285 5981 6048 1981/82 6242 6104 5574 1980/81 6o60 5611 5165 1979/80 5760 5272 5068 1978/79 5378 4706 4772 Netto overschot boekjaar 1982/83 -539 106 362 1981/82 -343 692 1042 1980/81 -641 375 661 1979/80 -768 -209 -19 1978/79 -855 -300 45 grootteklasse 20-40 ha 40-60 ha 60 ha en groter Arbeid 2211 1547 1495 Werktuigen 991 923 909 Werk door derden _^o 462 604 Totaal bewerkingskosten 3752 2932 3008 Grond en gebouwen/pac basis J ht" 810 861 834 Veevoer 716 237 136 Meststoffen 544 550 556 Zaaizaad/pootgoed 436 409 462 Bestrijdingsmiddelen 384 419 506 Overige kosten 643 572 544 Totaal 7285 5980 6048 Voor de drie groepen geldt dat de geldopbrengst per ha de laatste vijf jaar sterk is gestegen. Dit is, hoewel in wat mindere mate, ook het geval met de kosten. Het ekonomisch resultaat van het bedrijf is hierdoor de laatste jaren verbeterd. Bij de grotere bedrijven kan gesproken worden van een positief bedrijfsresultaat. Het netto-overschot geeft aan het verschil tussen de opbrengsten en alle kosten, waaronder ook de kosten voor eigen arbeid en rente van eigen kapi taal. De kosten voor grond en gebouwen in eigendom zijn op pachtbasis berekend. Dit om pacht- en eigenaars bedrijven te kunnen vergelijken. Het inkomen van de boer bestaat dus uit: het netto-overschot (hetzij positief of negatief) het berekende loon voor de ondernemer eventueel gezinsleden) rente van het eigen kapitaal verschil tussen de werkelijke kosten voor de eigenaar van grond en ge bouwen en de berekende pacht. Geldopbrengst per ha akkerbouw De geldopbrengst wordt bepaald door de kg-opbrengst van de gewassen, de prijs per 100 kg en het bouwplan. Tabel 2 Gegevens per ha per gewas Het netto-overschot kan verhoogd worden door het telen van meer intensieve gewassen zoals knolselderij. Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Goes Het zijn vooral de kosten van arbeid bij de groep 20-40 ha waardoor de totale kosten belangrijk hoger zijn dan voor de grotere bedrijven. De post veevoer geeft ook een groot verschil maar daar staat een extra opbrengst tegenover. De post arbeid is wegens de mini male arbeidsbezetting van 1,2 vol waardige arbeidskracht niet te verla gen. Het zal om deze reden dan ook niet mogelijk zijn om met een gelijk soortig bouwplan als bij de grotere bedrijven een gelijk netto-overschot te behalen. Ook de kosten voor de werktuigen liggen op een hoger niveau. Het steeds groter worden van de werktuigen werkt dit in de hand. Beste boerenjaar Het boekjaar 1981/1982 was van de afgesloten vijfjaar het beste boeren jaar. Dit wordt voornamelijk door gunstige prijzen van aardappelen en uien veroorzaakt. Bij een prijsver schil van 10 cent per kg aardappelen is dit een opbrengstverscöil van ruim 4000 per ha aardappelen. Bij een bouwplan met 20% betekent dit wel een inkomensverschil van 800,— /ha akkerbouw. De prognose voor 1983/1984 is dan ook dat na de late zaai de kg-opbrengsten zijn meege vallen en door de hoge aardappel- en uienprijzen er gemiddeld een goed resultaat is verkregen. De verschillen per bedrijf zijn elk jaar groot, doch dit zal in 1983/1984 wel zeer groot zijn door uiteenlopende kg-op- brengsten en gemaakte prijzen. Bedrijfsplan Om tot een positief bedrijfsekono- misch resultaat te komen zal voor de groep 20-40 ha het bedrijfsplan aan gepast moeten worden. Intensivering van het bouwplan met gewassen die een hoog saldo geven of het aantrekken van een neventak is noodzakelijk om de hoge arbeidskos ten goed te maken. W. Maljaars. CAR Goes grootte klasse 20-40 ha 40-60 ha 60 ha en groter omschrijving kg prijs/ -kg prijs/ kg prijs/ 100 kg 100 kg 100 kg wintertarwe boekjaar 1982/83 7750 54,40 28 7680 55,80 29 80 50 55,80 30 1981/82 6910 51,70 28 7370 52,60 26 7480 53,30 32 1980/81 6540 47,30 29 6880 49,10 26 6970 49,80 30 1979/80 6130 46,50 27 6350 47,50 24 6680 49,20 28 1978/79 6690 46,70 24 6980 46,80 25 7270 48,30 25 consumptieaardap Delen boekjaar 1982/83 43500 17,70 19 43400 16,40 21 45500 17,90 22 1981/82 40400 25,80 18 44400 26,10 21 43700 29,40 20 1980/81 38400 19,20 17 59600 19,50 22 41700 20,60 20 1979/80 38900 16,90 18 39100 16,40 20 39400 15,50 21 1978/79 40300 16,80 17 40200 16,80 17 43000 17,70 20 suikerbieten boekjaar 1982/83 66100 97,00 20 62500 101,90 21 6 3800 101,20 22 1981/82 54500 112,50 22 54700 115,40 22 55100 11150 22 1980/81 49100 122,10 21 54300 122,60 21 53100 123,10 20 1979/80 51400 111,90 22 52700 108,90 20 49400 109,10 21 1978/79 51800 102,10 21 50200 102,50 21 52200 100,30 21 Eindelijk is in het LAND VAN AXEL gekomen waar we dit jaar wel erg lang op hebben moeten wachten, nl. zon en hogere temperaturen. De oudere kol lega's beginnen er over te denken om de lange onderbroek te ruilen voor een korte. De jongere generatie heeft het over surfen en de barbecue in de tuin. Intussen is dit mooie weer wel een weldaad voor mens, dier en plant. Vooral de gewassen die nog erg klein zijn leden erg van het koude en natte weer, zoals overgezaaide bieten, uien en vooral de mais en bruine bonen. De laatste twee zijn echte warmte- liefhebbers en dat was wel te zien. Er zijn van de week zelfs gedeelten van percelen bonen overgezaaid en het zou wel eens kunnen zijn dat de ze laatsten van het najaar nog de be ste zijn. Andere gewassen begonnen door het natte en donkere weer wel erg weel derig te groeien. Vooral het vlas dat altijd gauw mankementen vertoont en waarvan de teelt dus veel vak manschap vereist dreigde te zwaar te worden. Hee| wat percelen zijn van de week dan ook met chemische middelen afgeremd. Ook komen door het donkere en koele weer nu pas de- aren te voor schijn in de tarwe en dat is toch wel een dag of tien later dan normaal. De meeldauw daarenteéen was niet zo traag en het was moeilijk om hier maatregelen te nemen. Net wanneer het land weer wat berijdbaar was, viel er weer een buitje. Maar de meesten is het toch wel gelukt. En dan zijn nu de afrijpingsziekten aan de beurt. Ze zijn niet zo goed te zien als meeldauw, maar misschien dat ze meer schade veroorzaken en dan is een bespuiting gauw rendabel. Al met al is tarwe van een "gemakke lijk" gewas een gewas geworden waar veel zorg aan is. Vooral diege nen die gewend zijn de puntjes op de i te zetten moeten regelmatig met hun spuitmachine door de tarwe. De onkruidbestrijding na opkomst in de bieten en uien geeft dit jaar veel kopzorg. Bij de bieten was men al een heel eind als het perceel eens berijdbaar was en dan is met de kombinatie van Betanal en Tramat veel te bereiken. Handwerk is dan bijna niet meer nodig. Bij de uien was er echter het probleem dat het eerst een aantal dagen droog moest zijn om over een afgehard gewas te spuiten en dan ging het net weer re genen. Er zal dan ook door heel wat kollega's met de middelen Actril en Certrol moeten worden gewerkt en dat is niet zonder risiko. In de aardappelen is het nu ook op passen geblazen. Veel jong loof en nu hogere temperaturen werken de phy- tophthora in de hand. In de pootaar- dappelen die al wat verder ontwikkeld zijn, is van de week al wat aantasting in de kopjes gevonden. Het is dan van het grootste belang om een bespuiting uit te voeren, desnoods met het vliegtuig. In ons gebied is het vliegtuig tweede pink steren trouwens de hele dag in aktie geweest. Wat dat spuiten met het vliegtuig betreft denk ik dat wij als aardap peltelers toch meer een konsequent beleid moeten gaan voeren. Dus voor het seizoen reeds besluiten of alle bespuitingen tegen de aardap pelziekte met het vliegtuig of alle bespuitingen zelf met de landmachi- ne uitvoeren. Zoals het nu is staat het waarschijn lijk dure spuitvliegtuig in droge pe rioden aan de grond en kan men het werk niet aan in perioden wanneer het land onberijdbaar is. Wat in de konsumptieaardappelen ook opvalt is de felle werking van de bodemherbiciden. Niet alleen Sen- cor maar ook Igrater zou nogal wat schade hebben veroorzaakt. Alleen weet uw schrijver niet of dit een ge volg is van de vele regenval of dat er een beetje hogere dosering is toege past. In de pootaardappelen, dié in ons gebied ook nogal wat geteeld wor den, heeft men kunnen selekteren bij veel donker weer en in luisvrije ge wassen. Dit betekent dat het toe komstige pootgoed van een goede kwaliteit zal kunnen zijn. Ook het pootgoedareaal is van het ras Bintje behoorlijk gekrompen. Zowel voor de pootgoedtelers als de konsump- tieteler zal dit wel een verrassing zijn geweest. Zullen we als akkerbouwers deze week vol goede moed beginnen om eens flink wat te doen aan het onkruid dat verschillende percelen siert? De veehouders kunnen hope lijk van de week nog wat hooi van betere kwaliteit binnenhalen dan de eerstgemaaide percelen. En hopelijk schieten er dan ook nog een paar dagen vakantie over voor u en uw praktijkschrijver.... Vrijdag 22 juni 1984 11

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1984 | | pagina 11