N atuurbescherming Bezuinigingen Onderwijs Grond als produktiemiddel Zoet water Hoe groter een blok hoe groter de kans dat een onderscheiden deel op de oplossing van de problemen van een ander deel moet wachten. Voor Zeeuws-Vlaanderen is dat opnieuw een duidelijke boodschap. Naast ruilverkaveling blijft vrijwillige ka velruil een mogelijkheid de bedrijf somstandigheden te verbeteren. Wij onderkennen de problemen die zich daarbij voor kunnen doen. Toch blijft het de moeite waard te zoeken naar kompromissen. Zoeken naar kompromissen om twijfelaars over de drempel te halen. Na 1972 zijn in Nederland 1400 kavelruilovereen komsten afgesloten goed voor 34.000 ha. Dit jaar zijn, zo vervolgde Doeleman zijn toespraak, natuurbescherming en openlucht rekreatie onderge bracht bij het Ministerie van Land bouw. Wij stemmen in met de inte gratie van landinrichting en natuur behoud en openluchtrekreatie. Te veel onduidelijkheid bestaat er nog over de beleidsvoornemens op pro vinciaal niveau. De invloed van de provinciale direktie dreigt geringer te worden dan die van de huidige H.I.D.'s. Daardoor kan het beleid op provinciaal niveau te veel uitgehold worden. In de dienst zelf bespeurde hij mat heid en onzekerheid, veroorzaakt door de steeds opeenvolgende reor- ganisatiegolven, binnen de provin ciale diensten van het Ministerie van Landbouw. "Wij zetten ook vraagtekens bij de overplaatsing van Faunabeheer van landbouw naar landelijke gebieden en kwaliteitsbeheer. Komt Fauna beheer daardoor nog verder af te staan van de landbouw? Ook dat veroorzaakt onrust, o.a. ook bij de wildschadekommissie. Dat is ongunstig vooral wanneer de pro blemen toenemen door de toene mende schade, veroorzaakt door be schermd wild. Schade wordt getax eerd, maar daarop volgt dikwijls een zenuwslopende procedure het scha debedrag uitbetaald te krijgen. De Z.L.M. heeft 3 jaar moeten procede ren tegen hoge kosten 15.000,— over de vraag wie aansprakelijk is voor schade, verooraakt door houtduiven en reewild in de (direkte) omgeving van natuurgebieden. On voldoende bereidheid is er bij de overheid de gevolgen te aanvaarden, die voortvloeien uit bepaalde be leidsmaatregelen. De landbouw past zich aan. Dat geldt ook voor de gewasbescher ming. Steeds milieuvriendelijke middelen komen beschikbaar. Wij hebben ons dan ook verwonderd over de berichtgeving, dat de land bouw het oppervlakte water veron treinigt, o.a. met stoffen die niet of sporadisch door de landbouw ge bruikt worden. Telkenmale blijkt, zo zei de voorzit ter, dat er kritisch gekeken wordt naar wat er in de landbouw gebeurt. Dikwijls zeer ongenuanceerd. De landbouw is zich dat bewust. Wij dienen kritisch te zijn met het ge bruik van verschillende stoffen. Dat geldt o.a. ook bij het gebruik van zuiveringsslib. Onderzoek op zware metalen o.a. Cadmium, dient plaats te vinden van elke partij. Bij aan wending is nauwkeurige administra tie nodig van waar en hoeveel zuive ringsslib is aangewend. Voorzichtig moeten wij zijn bij het vullen van sproeimachines en vooral geen res tanten lozen op de oppervlakte of in de omgeving daarvan. Deze waar schuwing willen wij onderschrijven. Over de bezuinigingen bij het land bouwkundig onderzoek, zei de Z.L.M.-voorzitter, dat we daaraan niet ontkomen. Beter is het naar op lossingen te zoeken de financiering rond te krijgen dan hierover te blij ven mokken. Naar zijn mening dient de bijdrage van het bedrijfsleven door het Landbouwschap en de pro- duktschappen overgebracht te wor- 12 den. Ook afzet en verwerking heb ben evengoed belang bij het land bouwkundig onderzoek. Zij zijn ver tegenwoordigers in de produkt- schappen. De landbouw heeft belang bij afzet en verwerking en omge keerd. Medefinanciering betekent ook medezeggenschap, daar moet duidelijkheid over bestaan, zei hij. In diskussie is ook het funktioneren van de voorlichting. De voorzitter van het K.N.L.C. heeft een voorzet gegeven zelf voorlichtingdaktivitei- ten ter hand te nemen. Wij ervaren dat daar zeer genuanceerd over wordt gedacht. Wel zien wij dat boer en tuinder andere wegen zoeken, nu de overheidsvoorlichting niet aan de vraag kan voldoen. Handel en koö- peraties en hier en daar partikuliere voorlichtingsbureaus spelen op deze vraag in. Wij hebben rekening te houden met deze ontwikkeling. De vraag dient centraal te staan hoe de overheidsvoorlichting op de huidige situatie in kan spelen. Voorwaarde is, dat boer en tuinder verzekerd blijft van objektieve voorlichting, geba seerd op praktijk gericht onderzoek. Naast onderzoek en voorlichting vormt onderwijs een belangrijke schakel gericht op toekomstige on dernemers. Jonge ondernemers moeten opgeleid worden, waardoor zij nieuwe ontwikkelingen kunnen volgen en toepassen. In de nota over de toekomst van de voorlichting wordt aangegeven dat meer samen- werking tussen onderwijs en voor lichting nodig is. Dat dringt de£ te meer nu informatika, automatisering of hoe het ook genoemd wordt steeds meer op ons afkomt. Automatisering komt van verschil lende kanten op ons af via banken, accountantsbureaus, veilingen, vee voederindustrie, voorlichting, on derzoek, maar ook rechtstreeks als reklame, die wij via teletekst op de televisie kunnen oproepen. Onderzoek, voorlichting en onder wijs hebben de taak richting te geven aan deze ontwikkeling. Komputer- kunde wordt, of is reeds ingevoerd goede oplossing zijn. Ik denk dat hiervoor de tijd nu rijp is. Zowel de L.A.S. als de M.A.S. hebben met een groeiend aantal leerlingen te maken, zodat onderwijskundig gesproken een haast onhoudbare toestand is ontstaan door gebrek aan ruimte. Als Z.L.M. zijn wij bereid verantwoor delijkheid te dragen voor goed on derwijs, uitgaande van de bijzonder neutrale gedachte, daarbij andere levensbeschouwelijke richtingen res- pekterend". Wij voelen dat ook de overheid on voldoende duidelijk voorstaat wat de gevolgen van de bezuinigingen kun nen zijn op langere termijn. Ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijk heid in besturen, als ouders of ge woon als bewoners van het platte land, zal mee moeten sturen, mee denken of alleen maar belangstelling tonen. Te veel wordt gedacht vanuit het eigen belang of men meent dat andere het wel zullen uitzoeken. Dat geldt overigens niet voor de platte landsvrouwen. Zij zijn bijzonder ak- tief bezig in onze samenleving op het platteland. Dat is belangrijk nu de tijd dat alles mogelijk is, dat alles voor ons geregeld wordt is voorbij. De voorzitter spreekt de vergadering toe Voor het platteland kan de plan- ningswet voortgezet onderwijs ver strekkende gevolgen hebben. Im mers scholen hebben naast de direk te taak van onderwijs geven aan jon geren ook een maatschappelijk en sociale funktie op het platteland. Goede spreiding van verschillende onderwijsvormen blijft noodzaak. Voorkomen moet worden dat kinde ren die van de lagere school komen te grote afstanden af moeten leggen van huis naar school. Gezocht moet worden naar een aanvaardbare kombinatie van verschillende on derwijsvormen. Zo vinden tussen de Er werd over de inleidingen van de heren Spiertz en Trojan druk gediscussieerd. als lesonderdeel op de agrarische scholen. Dit onderwijs moet mede gevoed worden door onderzoekre sultaten, afgestemd op de ontwikke lingen in de praktijk. De voorlichting heeft hierbij een be langrijke taak verbindingen tot stand te brengen. Agrarische scholen ontkomen geenszins aan de bezuinigingsopera tie (woede) van de overheid. De be zuinigingsplannen kunnen tot gevolg hebben dat er van de 129 L.A.S. er 48 moeten verdwijnen. Van de 49 M.A.S. 12 scholen en van de H.A.S. vallen er 7 onder de normen. Met dit dreigende vooruitzicht is het volgens de voorzitter hoog tijd dat er lande lijk duidelijk afspraken gemaakt worden, hoe een verantwoorde spreiding gehandhaafd blijft van het agrarisch onderwijs. "Voor Kapelle en Goes kan één on derwijscentrum van lager- en mid delbaar agrarisch onderwijs een Z.L.M. H.N.O.-school in Tholen besprekingen plaats met de L.T.S. in Sint Maartensdijk. De H.N.O.- school te Schoondijke met de H.N.O.-school te IJzendijke nadat de L.T.S. heeft afgehaakt. In Terneuzen kan gestart worden met de L.A.S.-afdelingen op de L.T.S. ondersteund door de 3 land bouworganisaties. Na vele jaren behelpen kan met de bouw van een nieuwe school in Oostkapelle gestart worden. Wij zijn daar blij mee. Ook bij onze andere scholen zijn er eveneens oriënteren de besprekingen naar oplossingen te zoeken. Het vormen van scholenge meenschappen van agrarisch onder wijs met andereonderwijsvormen kan tot gevolg hebben dat de ve rantwoordelijkheid van het Ministe rie van Landbouw overgedragen wordt aan het Ministerie van On derwijs. Dat zou een zeer ongewenste ontwikkeling zijn. Dat ervaren nu ook de plattelands jongeren. Beroepskrachten worden betaald door de overheid. Daar wordt nu drastisch in gesnoeid. De vraag of of in de tijd dat er gewerkt is met beroepskrachten voldoende zelfwerkzaamheid bij de jongeren is overgebleven. Wij willen daar niet over oordelen. Wel zijn wij als Z.L.M. bereid de helpende hand uit te steken. Wij doen dat niet om te sturen. Jongeren moeten de vrijheid hebben zich zelf te ontwikkelen. Jongeren in deze tijd hebben het niet gemakkelijk. Voor het grote aantal jongeren wat agra risch onderwijs volgt is slechts voor een beperkt aantal direkte werkgele genheid in de landbouw. Enerzijds zien wij een toename van de belang stelling om in de landbouw te werken en anderzijds ervaren wij dat veel jongeren weinig vertrouwen hebben in hetgeen is opgebouwd. Wij willen er voor waarschuwen dat het weinig zin heeft te veel de negatieve kanten van de samenleving te zien. Geklaag over de problemen van deze tijd maakt ons alleen maar ongelukkiger. "Beter is het naar elkaar te luisteren, samen te praten en oplossingen te zoeken. Belangstelling voor kursus- sen niet alleen bedrijfstechnisch of bedrijfsekonomisch maar ook alge mene kursussen zijn belangrijk. Ik wil daarbij noemen de Top-Kader- kursus. Praat daar thuis eens over met elkaar", adviseerde de heer Doeleman. Grond is nog steeds voor veel sekto ren het belangrijkste produktiemid del. Grond, het produktiemiddel van boer en tuinder met daarnaast nog steeds een belangrijk beleggingsob- jekt. Deze verschillende beheersvor men veroorzaken menigmaal ver warring en onjuiste beoordeling. Het verschil wat ontstaan is tussen de vrije waarde en de verpachte waarde heeft de problemen nog extra aan gescherpt. Wij hebben dat gezien bij het probleem van het pachtersvoor deel. Maar ook binnen de landbouw zelf is er onvoldoende duidelijkheid. Het, L.E.I. gaat bij de berekening van het vermogen in de landbouw uit van de vrije waarde van de grond. Uitgaan de van de positie van de blijvende ondernemer is dat naar onze mening onjuist. Dat blijkt o.a. bij de bereke ning van de bedrijfsresultaten. Grote verschillen ontstaan op deze manier van de bedrijfsresultaten van eigen- domsbedrijven en pachtbedrijven. Zelfs gerekend op basis van de waarde van de verpachte grond blijkt het rendement van de grond zeer laag te zijn. Dikwijls zelfs negatief. Voor een jonge ondernemer is het dikwijks zeer moeilijk een bedrijf over te nemen tegen verpachte waarde van de grond. Dat grond gebonden bedrijven ge middeld gefinancierd worden met meer dan 60% eigen vermogen is geen luxe, maar nodig om een rede lijk arbeidsinkouen te behalen. Op de K.N.L-C.-vergadering heeft de heer Lardinois terecht gewezen op het gevaar dat steeds meer geld weg vloeit uit de landbouw. Daarbij wij zende op de noodzaak van specifieke belastingsmaatregelen voor de land bouw. Zo heeft een N.V. 4% aftrek van het bedrijfsvermogen en dit is niet van toepassing voor de grond. Onjuist is de verhoging van de suk- sessierechten van 18% tot 27% boven de ƒ300.000,-. Hier is bij de z.g.n. verbetering van de suksessierechten geen rekening gehouden met de spe cifieke positie van de landbouw. Jammer dat de heer Lardinois geen lans heeft gebroken om te komen tot een partikuliere grondbank. Dat had voor de hand kunnen liggen wanneer er een overschot is van het -eigen vermogen bij de Rabobank. Gezocht zal moeten worden naar een bepaalde financieringsvorm van de grond nu de grondbank praktisch buiten werking is gesteld. Terwijl ook het areaal verpachte grond steeds verder terugloopt. De over heid slaat ook deze weg in via de motie Faber. Niet 4 miljoen waar aan de minister van Financiën denkt. Nee, minister Braks vindt het nodig te streven naar 19 miljoen om na tuurbehoud tevreden te stellen. Onaanvaardbaar is het dat op eni gerlei wijze pachters ónder druk worden gezet. Dat zal nauwlettend gevolgd dienen te worden. Verwar ring verder over de waardebepaling van de grond bij onteigening doe lend" op de motie Van der Linden. Deze motie is door de 2e Kamer aangenomen. Nadien is er zoveel verwarring ontstaan, dat advies ge vraagd is bij de Raad van State voordat de le Kamer hierover gaat oordelen. Wij rekenen er op dat de Raad van State een vernietigend oordeel zal uitspreken. Onrechtvaardig noemde Doeleman ook het advies van de kommissie Christiaansen om de vrijstelling van de O.G.B. op grond op te heffen. Het Landbouwschap heeft de be zwaren kenbaar gemaakt. Via poli tieke kanalen zullen wij moeten be werkstelligen dat dit dreigende on heil gekeerd wordt. Met spanning zien wij komend jaar de beslissing tegemoet over de keuze zout-zoet van de Grevelingen. Veel overleg heeft er plaatsgevonden. Het Landbouwschap, Bedrijfsontwikke ling, Landinrichting en het E.T.I. hebben een belangrijke bijdrage ge leverd bij de berekeningen van de voordelen van een zoete Grevelin gen. De noodzaak van zoet water is ook door het Prov. Bestuur onder schreven. Wij zijn daar verheugd over. Men heeft geen keuze gemaakt omdat er geen duidelijkheid is over de kosten van aanleg van een pij pleiding en de kwaliteit van het wa ter bij het inlaatpunt in het Zoom meer. Ook in de provincie Brabant/ Dnderkent men het belang van een '.oete Grevelingen als extra buffer /an zoet water voor de watervoor zieningen van Brabant. De kaarten zijn geschud. Het politieke spel komt op gang, daarbij geadviseerd door de raad van de Waterstaat. Een beslissing die de regering moet nemen kan van verstrekkende invloed zijn voor de ontwikkeling van de land en tuinbouw, maar ook voor de zoet watervoorziening zuidwest Neder land. Wij hopen dat er op zakelijke argu menten een beslissing genomen wordt. Rond de Deltawerken zijn na 1974 te veel politieke beslissingen genomen. De heer Doeleman besloot zijn toe spraak met erop te wijzen dat een or ganisatie alleen sterk kan zijn wan neer de leden zich betrokken voelen bij het totale gebeuren. Dat is geen vrijblijvende zaak! 16 december 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 12