Nieuwe melklijst bevat meer informatie Definitieve leverbotvoorspelling voor najaar en winter 1983/1984 Zestal organisaties smelt per l-l-'84 samen tot Ned. Rundvee Syndikaat PVV-heffingsverhoging '84 valt mee Uniformiteit bij slachten en wegen rundersektor nam duidelijk toe PVV-financiën '84 Slachting en weging runderen aan zijden draad Het jaar 1983 zou wel eens de historie in kunnen gaan als een zeer bijzonder jaar, n.l. na een buitengewoon nat voorjaar (april, mei, eerste week ju ni), zoals de afgelopen 130 jaar nog niet was voorgekomen, volgden zeer droge maanden (juni, juli, augustus, eerste week september). Daarentegen was september te nat en in het noor den van het land oktober eveneens. In het voorjaar kwamen tamelijk veel slakken in de greppels voor, maar door de grote droogte in de zomer verdwenen deze vrijwel ge heel. Hierdoor heeft een najaars-in- fektie van leverbot bij het vee niet kunnen optreden. Echter op die per celen waar in de droge zomermaan den water in de greppels heeft ge staan door water-inlaat of kwel, kan een najaarsinfektie wel zijn opgetre den. Ook in de mestmonsters van zowel runderen als schapen worden door de Gezondheidsdiensten voor Die ren tot nog toe incidenteel en dan nog weinig eieren aangetroffen. Ge vallen van akute sterfte bij schapen zijn niet voorgekomen. Behandelingsadvies: In het algemeen is voor schapen en runderen geen behandeling nodig! In de leverbotgevaarlijke gebieden, waar vorig jaar een infektie heeft plaats gevonden, kan in dit voorjaar een besmetting zijn opgetreden. Voor zover een behandeling bij schapen op deze bedrijven nog niet heeft plaatsgevonden, dient deze binnenkort te worden uitgevoerd. Een tweede behandeling bij schapen in december/januari is alleen nodig op die bedrijven, waar als gevolg van water-inlaat' een najaars-infektie is opgetreden. Voor het rundvee is slechts één behandeling in januari nodig en dan alleen op die bedrijven waar een voorjaars- en/of een na jaars-infektie is opgetreden. In twijfelgevallen, zowel wat betreft schapen als rundvee, wende men zich tot zijn praktizerend dierenarts of tot de Gezondheidsdienst voor Dieren. Om vast te stellen of inderdaad een besmetting van leverbot is opgetre den, kan men bovengenoemden een onderzoek van de mest laten instel len. Per 1 januari 1984 zullen de volgende organisaties fuseren tot het Neder lands Rundvee Syndikaat: 1. De Koninklijke Vereniging "Het Nederlandsche Rundvee Stam boek" te Den Haag (N.R.S.). 2. De Stichting "Gemeenschappe lijke Informatieverwerking voor de Rundveehouderij" te Arnhem (G.I.R.). 3. De Stichting "Centrale Melk- kontrole Dienst" te Arnhem (C.M.D.). 4. De Federatie van organisaties voor K.I. bij Rundvee in Neder land. 5. De Federatie van Bonden van Rundveefok- en melkkontrole Verenigingen te Arnhem. 6. De Landelijke kommissie voor het Melkbaarheidsonderzoek te Arnhem. De naam van de geintegreerde orga nisatie zal dus luiden "Nederlands Rundvee Syndikaat". De leden van deze vereniging zullen de provinciale organisaties zijn, die op hun beurt gestoeld zijn op de K.I. verenigingen en de Fok- en Kontroleverenigingen. Om tot de fusie te komen zullen de G.I.R.. de C.M.D. en de Federatie K.I.. de Federatie Fok- en melkkon- troleverenigingen en de Landelijke kommissie M.B.O. opgeheven wor den. Alle rechten en verplichtingen van deze organisaties zullen worden overgenomen door het Nederlands Rundvee Syndikaat. Laatstgenoem de organisatie zal worden gereali seerd door de statuten en de naam van het Nederlandsche Rundvee Stamboek te wijziéen. In verband met de met U aangegane overeenkomsten door één van de ge noemde te fuseren organisaties, is het van belang dat U van deze medede ling goede nota neemt. Informatie: tel, 070 - 469639. De uniformiteit bij het slachten en wegen van slachtrunderen is sinds maart 1982 duidelijk toegenomen. Het pvv konstateert nu namelijk een geleidelijke toename van het aantal slachtplaatsen waar volgens de regels wordt geslacht en gewogen. In vele gevallen kunnen deze nog gekonsta- teerde afwijkingen ook als "minder ernstig" worden aangemerkt, aldus het pvv. Het aantal tegelijkertijd per slachtplaats gekonstateerde afwij kingen van de pvv-regels neemt daarbij ook af. In '82 en begin '83 werden incidenteel nog vier tot vijf afwijkingen tegelijk waargenomen maar sinds voorjaar '83 bleef dat be perkt tot drie afwijkingen tegelijk per slachtplaats. Wel wordt opgemerkt, dat deze afwijkingen veelal betrek king hebben op steeds dezelfde slachtplaatsen. op uitdrukkelijk verzoek van veehouderskant werd de pvv- meerjarenbegroting '83/"84 voor nader beraad tot januari '84 aan gehouden. Daaraan ging een zeer indringende diskussie in het pvv- bestuur vooraf over de uniforme slachtings- en wegingsproblema- tiek in de rundersektor. Het grote struikelblok daarbij is de Finan ciering van de kontrole op het naleven van de sedert maart '82 van kracht zijnde pw-regels op dat gebied. Die Financiering kwam aan een zijden draad te hangen toen het Landbouwschap de Financiële bijdrage daarvoor per 1 januari '84 introk. Daarom lag óók een voorstel ter vergade ring voor om de verplichting tot uniform slachten en wegen in te trekken. Geen der bestuursleden zegt dat te wensen. Het Financie ren van de kontrole bleef het struikelblok - de deFinitieve be slissing werd verschoven naar de decemberbijeenkomst van het pvv-bestuur. In die tussentijd zal een laatste poging worden ge daan een voor alle partijen aan vaardbare oplossing te vinden. Bij de indiening van de deFinitieve begroting '84 merkt het dagelijks bestuur op, dat uitgegaan is van een stabilisering van het aantal geslachte en levend uitgevoerde dieren. Dit met uitzondering van de varkens- sektor, waarvoor een lichte stijging wordt voorzien. Overeenkomstig een op 13 juli door het pvv-bestuur ge nomen beslissing, is de huishoude lijke hefFing met 15% verhoogd. De verhoogde hefFingen t.b.v. de diverse fondsen zijn een gevolg van het reeds uitgestippelde sektorbeleid voor 1984. Een belangrijke kostenpost in '84 vormt daarbij de Financiering van het varkensproefstation te Rosma len. De pvv-begroting '84 staat - waar mogelijk - duidelijk in het licht van een zo zuinig mogelijk beheer. Legt men de pvv-begrotingscijfers 1983 naast die van 1984 dan blijken de uitgaven zich vrijwel te stabilise ren op rond 44,4 miljoen. Wel is daarbij sprake van onderlinge be langrijke verschillen zoals eerder al genoemd. Door de aanpassingen in de hefFingen per dier komen de ver wachte inkomsten '84 dichterbij de uitgaven dan in '83 het geval was. Voor 1983 werd een verschil voor zien van ruim 4.4 miljoen: voor '84 wordt dat teruggebracht tot 1,2 miljoen. De melkkontrole heeft de laatste jaren in Noord-Brabant een stor machtige ontwikkeling doorgemaakt. In 7 jaar tijd steeg het aantal melkkontrólekoeien van 200.000 naar 300.000. Ook het aantal bedrij ven is de laatste jaren stijgende. Naast deze uitbreiding is ook de informatie, die de veehouder krijgt, aangepast en verbeterd. De laatste aanpassing betreft de afgesloten lijst of melklijst, die na het droogzet- ten voor iedere koe wordt verstrekt. Ing. A. Helder, Specialist Rundveeverbetering voor de Konsulentschappen voor de Rundveehouderij en de Akkerbouw te Tilburg en Waalre Ontwikkelingen als bovengenoemd vragen om een goede voorlichting, zodat iedere deelnemende veehou der de gegevens op de juiste wijze kan gebruiken. In de afgelopen jaren is hieraan door de Konsulentschap pen Tilburg en Zevenbergen dan ook ruime aandacht besteed. Dit seizoen houdt het Konsulentschap te Waalre een intensieve voorlichtingsaktie om tot een beter gebruik van melkkon- trölegegevens te komen. Produktie en exterieur op één for mulier Zoals bovenvermeld heeft de melk lijst sinds kort enkele veranderingen onderêaan. De belangrijkste zijn: De produktie-index is vervallen. In de praktijk bleek hiermee wei nig te worden gewerkt. - Bij de koe-index wordt thans ook de betrouwbaarheid en de Index Netto JVlelkgeld (Inet) weergege ven. Ook wordt de Inet van de vader en van de moeder vermeld. Wanneer de koe door een stam- 12 boekinspekteur op exterieur is beoordeeld, worden de resultaten hiérvan op de melklijst vermeld. Om het geheel beter leesbaar te maken, zijn sommige delen van een groene achtergrond voorzien. De achterzijde van de melklijst geeft een overzicht van de diverse codes en een verklaring van het exterieurrapport. Koe-index De koe-index is een schatting'van de fokwaarde (erfelijke aanleg) voor melkproduktie. Het resultaat wordt weergegeven ten opzichte van het gemiddelde van het betreffende ras (zwartbont. MRIJ of blaarkop). Bij de berekening van de koe-index zijn de volgende gegevens van belang: Fokwaarde van de vader (stierin dex); - Fokwaarde van de moeder (koe index); Produktie van de koe in vergelij king met de andere koeien op het bedrijf en in verband daarmee: De erfelijke aanleg van de andere koeien op het bedrijf. Reeds vanouds is bekend dat de ou ders een belangrijke rol spelen bij de erfelijke aanleg. Termen als "fokfa- milies bij koeien" en "de stier is de halve veestapel" zijn niet van van daag of gisteren. Daarnaast moet de koe een goede erfelijke aanleg be wijzen door zelf een goede produktie te leveren. Deze zaken worden thans niet meer op het gevoel beoordeeld, maar in cijfers uitgedrukt, via de koe-index. Ondanks alle gecijfer blijft de koe index een schatting voor de fok waarde. Het is immers niet geheel -zeker of de berekende fokwaarde volledig bij de nakomelingen wordt teruggevonden. Als er weinig over de afstamming bekend is (vader en/of moeder onbekend) dan zal de koe index minder' betrouwbaar zijn. Af hankelijk van wat bekend is, varieert de betrouwbaarheid van de koe-in dex van 3Q tot 58%. Dit betrouw baarheidspercentage wordt ook op de melklijst vermeld. Ter vergelij king; het genoemde percentage van 58 is het hoogste wat voor de koe-in dex bereikbaar is: bij de stierindex wensen wij minimaal 70%. De aanvankelijke hefFingsverhoging per dier die het produktschap voor vee en vlees (PVV) voor 1984 aan vankelijk voorzag blijkt bij de indie ning van de begroting op onderdelen gewijzigd. Zo gaat de hefFing per kalf - bij slachting of levende export, niet met 7 cent maar met 2 cent omhoog; die per varken niet met 18 maar met 14 cent, de hefFing per schaap blijft gelijk (zou aanvankelijk 2 cent stij gen), die per paard gaat geen 13 cent. maar 5 cent omhoog. Alleen de hef Fing per rund wordt hoger dan aan vankelijk voorzien: geen 13 maar 18 cent hoger. Deze bijstellingen sedert de op 13 juli in het pvv-bestuur be handelde meerjarenbegroting '83/84 zijn het gevolg van de toen daar ge maakte opmerkingen en de sedert dien vèrkregen nadere inzichten in de ontwikkeling van kosten. In zijn maandag in Utrecht - in de Facul teitsraadszaal Diergeneeskunde - gehouden openbare vergadering keurde het pvv-bestuur de door het dagelijks bestuur voorgelegde be groting '84 goed. Positie van koöperaties in Franse varkenssektor De koöperaties nemen geleidelijk aan een groter aandeel in van de varkenssektor in Frankrijk. Volgens een rapport van de Natio nale Federatie over 1982 is het aan deel van de koöperaties in deze sek- tor gestegen tot 32% van het aantal slachtingen en bijna 19% van de afzet in varkensvlees. v(jyy Melkproduktie is niet zaligmakend, de koe moet ook meerdere jaren in een goede konditie blijven! Index Netto Melkgeld De fokwaarde voor kg melk en ge haltes vormen de basis voor de Index Netto Melkgeld (Inet). Bij de bepa ling hiervan wordt rekening gehou den met de voerkosten die voor de produktie nodig zijn en met de op brengst aan melkgeld. Hiervoor zijn de volgende faktoren berekend: Melk 0.316: vetgehalte 260.- en eiwitgehalte 500.— Een voorbeeld is op deze pagina af gedrukt. Voorbeeld berekening index netto melkgeld Een koe met een fokwaarde van: 400 kg melk 0.15% vet -0.05% eiwit Vermenigvuldigen met de faktoren: melk: 400 x 0.316 126.- vet 0.15 x 260.00 39.- eiwit - 0.05 x 500.00 25.- Totaal ƒ140. De Index Netto Melkgeld (Inet) van deze koe is dus 14Ö.— Voorbeeld berekening Index Netto Melkgeld Exterieur Melkproduktie alleen is niet zalig makend. Van een moderne koe wordt verwacht dat zij een hoge produktie gedurende meerdere jaren kan vol houden. Hiervoor is een goede ont wikkeling nodig, alsmede een hoge mate van soliditeit. Voor een MRI.I- koe geldt tevens dat een goede ge schiktheid voor de vleesproduktie ge wenst is. Juist daarom blijft ook in deze tijd een funktionelc beoordeling van het exterieur van grote betekenis. Dit wordt nog door te weinig vee houders ingezien. Door middel van de Bedrijfsinspektie van het Stamboek (per 1 jan. 1984 Nederlands Rundvee Syndikaat) kan een goed inzicht in het exterieur van de veestapel worden verkregen. Dit kan dan weer bijdra gen aan verbetering van de selektie in de melkkoeien en een gerichte stie renkeuze. Bedenk wel: De keuze van nu is bepalend voor de koe van mor- gen! 2 december 1 983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 12