Ir. Luteijn: "Lage graanprijzen
beste methode om melkproduktie
omhoog te jagen"
Ir. Lardinois bepleit studie naar
verbetering pachtregiem
KNLC staat achter regering
in konflikt met bonden
Luteijn wil nieuwe taak
voor landbouworganisaties;
teelttechnische voorlichting
tegen betaling
KNLC-prijs voor journalist Nobel
Luteijn herkozen als
voorzitter van KNLC
Handelskontaktbijeenkol
n in Jordanië en Cyprus
Vervreemding tussen Ministerie en
agrarisch bedrijfsleven
"De door de Europese Commissie voorgestelde lijn om het graanprijs
niveau in Europa geleidelijk terug te brengen tot het niveau van be
langrijke producenten van graan als Canada en de VS zullen ronduit
rampzalige gevolgen hebben voor het totale gemeenschappelijke land
bouwbeleid omdat een daling der graanprijzen een sterke stimulering
betekent in de richting van andere produkten in zowel akkerbouw als
veehouderij. Lage graanprijzen is de beste methode om de melkpro
duktie verder omhoog te jagen". Dit zei ir. D. Luteijn op de algemene
vergadering van het KNLC die maandag 21 november jl. plaatsvond in
het Kongresgebouw te Den Haag.
De KNLC-voorzitter meent dat
krachtig stelling genomen moet wor
den tegen de kommissievoorstellen
en dat het graanprijsbeleid moet
blijven zoals het is. Voor wat het
zuivelbeleid betreft bracht Luteijn in
zijn toespraak een scheiding aan
tussen het beleid op lange en het be
leid op korte termijn.
"Op langere termijn bezien blijf ik
van mening dat we onverkort moe
ten vast houden aan een globaal
markt- en prijsbeleid wat vooral de
produktie stimuleert, daar waar de
produktie-omstandigheden het beste
zijn.
Dat betekent bij strukturele over
schotssituaties dat de prijsverhoging
achter moeten blijven bij de prijs
verhogingen voor andere produkten.
Dat komt de komende jaren waar
schijnlijk neer op prijsbevriezing.
Voor de korte termijn is er de dis-
kussie over de vraag Superheffing
wel of niet. Volgens Luteijn een veel
te simplistische vraagstelling, omdat
er best alternatieven te bedenken
zijn.
Luteijn kwam hier met een tussen
weg. tussen een drastische prijsver
laging of verhoging van de algemene
medeverantwoordelijkheidsheffing
en superheffingsvoorstellen van de
Commissie. Zijn uitgangspunt is
verhoging van de alg. medeverant
woordelijkheidsheffing voor diege
nen die hun produktie nog uitbrei
den. Voor diegenen die niet uitbrei
den zou dan een lagere alg. medever
antwoordelijksheffing kunnen
gelden en die bedrijven die belang
rijk in produktie teruggaan zouden
van de heffing geheel vrijgesteld
kunnen worden. Hij dacht daarbij
aan een heffing voor uitbreiders van
6%, een halvering, bij stabilisatie en
vrijstelling bij een produktieverla-
ging van meer dan 10%. Natuurlijk
ir. D. Luteijn
heeft ook dit idee het nadeel van de
noodzaak om per bedrijf te registre
ren.
Groot voordeel is volgens Luteijn,
dat de bedrijfsontwikkeling mogelijk
blijft en dat derhalve uitzonderingen
niet nodig zijn. Bovendien is een der
gelijk systeem weer gemakkelijk op te
heffen en ontstaan er niet zo uit
drukkelijk quota's als bij de super
heffing. Luteijn: "Al met al is er alle
aanleiding om de diskussie nog lang
niet als afgerond te beschouwen en
alles op alles te blijven zetten om ons
een volstrekt onverantwoorde super
heffing van het lijf te houden."
Op de Algemene Vergadering van het KNLC maandag 21 november j.l.
in Het Kongresgebouw in Den Haag, heeft voorzitter ir. D. Luteijn zich
vierkant geschaard achter de aanpak van dit kabinet om onze ekonomie
weer gezond te krijgen, ook m.b.t. de kortingen op de salarissen van
ambtenaren en op de uitkeringen. Duidelijk is, aldus Luteijn, dat pijn
lijke maatregelen daarbij niet kunnen uitblijven om de kollektieve
sektor weer beheersbaar te maken en ruimte voor versterking van de
marktsektor te kreëren.
Ook als agrarische sektor zullen we
dat moeten aksepteren!
Het KNLC kan erg weinig begrip
opbrengen voor de ambtenarenak-
ties van de laatste tijd. Indien de sa
lariskortingen niet kunnen worden
doorgevoerd, rest de overheid vol
gens Luteijn slechts één mogelijk
heid om haar totale personeelsuitga
ven toch in de hand te houden en dat
is enige tienduizenden van haar me
dewerkers ontslaan.
Ook de poststaking werkt dermate
ontwrichtend dat Luteijn vindt dat
hier op korte termijn een einde aan
moet komen.
Indien de bonden niet zo verstandig
zijn hier zelf een eind aan te maken,
moet de regering maar optreden,
vindt hij.
Luteijn: "Allen die nu aktievoeren en
zo hard schreeuwen over afbraakbe
leid moeten wel beseffen dat het be
leid waar zij zich achter scharen en
kel tot verdere afbraak van banen en
dus meer werkeloosheid over enige
tijd zal leiden.
We moeten zo gauw mogelijk weer
met z'n allen in dit land aan de slag,
willen we ons werkelijk solidair met
de sociaal zwakkeren tonen".
De KNLC-prijs 1983 is toegekend
aan de journalist Volkert Nobel, re-
dakteur bij "Noordhollands Dag
blad" te Alkmaar. Maandag 21 no
vember jl. heeft de heer Nobel de prijs
in ontvangst genomen tijdens de Al
gemene Vergadering van het Ko
ninklijk Nederlands Landbouw-Co-
mité (KNLC).
De KNLC-prijs wordt jaarlijks toe
gekend aan personen of organisaties
die zich op bijzondere wijze ver
dienstelijk hebben gemaakt door be
grip voor land- en tuinbouw te be
vorderen bij buitenstaanders. De
prijs bestaat uit een oorkonde en een
geldbedrag.
De jury motiveerde haar keuze voor
1984 als volgt: De heer Nobel wordt
beschouwd als een groot pleitbezor
ger voor de Nederlandse land- en
tuinbouw en met name in Noord-
Holland. Dit blijkt onder meer uft de
konstruktief kritische wijze, waarop
hij zowel de vergaderingen van Pro
vinciaal Bestuur en de landbouwor
ganisaties bijwoont en er verslag van
doet.
Op de Algemene Vergadering van het KNLC maandag 21 november jl.
heeft ir. P.J. Lardinois een pleidooi gehouden voor het instellen van een
studiecommissie met als opdracht bouwstenen aan te dragen om dus
danige wijzigingen in ons grond - en pachtregiem aan te brengen dat de
verpachter sterker gestimuleerd wordt om te blijven verpachten en
minder sterk om te verkopen. Tevens zou dan moeten worden bekeken
of er nieuwe wegen gevonden kunnen worden voor tijdelijke erfpacht-
konstrukties voor beginnende ondernemers.
Verpachtersvermogen
De financierbaarheid van de Neder
landse landbouw mag volgens Lar
dinois als goed worden beoordeeld.
Toch dreigen twee financierings
bronnen op te drogen nl. het ver
pachtersvermogen en het familieka
pitaal. Daardoor raken boeren en
tuinders steeds meer aangewezen op
de bank. Een ontwikkeling die de
bank niet zoekt, zo zei de voorzitter
van de hoofddirektie van Rabobank
Nederland op de redelijk bezochte
algemene vergadering in het Kon
gresgebouw. De heer Lardinois hield
zelfs een pleidooi voor het in stand
houden van het pachinstituut: In
dien, zeihij,deNederlandselandbouw
geen of nagenoeg geen pachtgrond
meer beschikbaar zou worden ge
steld, dan zou dit aanzienlijke kon-
sekwenties hebben voor de samen
stelling, kwaliteit en slagvaardigheid
Ir. David Luteijn (40) is herkozen als
voorzitter van het Koninklijk Neder
lands Landbouw-Comité (KNLC).
Dat besluit is genomen in de algeme
ne vergadering van het KNLC op
maandag 21 november 1983.
De herbenoeming gaat in op 1 mei
1984. Er waren geen andere kandi
daten voor deze funktie voorgedra
gen door de tien leden-organisaties
van het KNLC.
Bij het aanvaarden van zijn benoe
ming heeft Luteijn meegedeeld een
jaar na zijn herbenoeming de voor
zittershamer neer te zullen leggen.
Hij is sinds 1976 voorzitter van het
KNLC.
25 november 1983
van het bestand van agrarische on
dernemers in ons land. Het vereiste
vermogen voor de beginners zou dan
voor zeer vele op een te hoog niveau
liggen hetgeen betekent het nemen
van te hoge risico's óf afhaken. Het
behoud van een aanzienlijk deel
pachtgrond in Nederland is naast ei
gendom van grond in handen van de
gebruiker een groot goed.
De Rabo-topman konstateerde wel
een achteruitgang van het pachta-
reaal en hij wierp zelfs de vraag op of
we wat die teruggang betreft niet op
een punt zijn aangeland waarbij een
verdere daling niet zonder ernstige
gevolgen kan blijven. Hij pleitte om
een dergelijke ontwikkeling tegen te
gaan, voor een beter rendement voor
de verpachter. De heer Lardinois zag
voor degenen die veel grond gaan
overnemen als tijdelijke oplossing-
nu de aktiviteiten van de Grondbank
vrijwel stil liggen en het instituut van
erfpacht als een niet onbelangrijk
alternatief.
Familiefinanciering
Als oorzaken voor de terugloop van
de familiefinanciering zag ir. Lardi
nois o.m. de verzakelijking van de
sociale verhoudingen binnen ons
maatschappelijk bestel. Hij zei te
verwachten dat de "familiefinancie
ring een minder belangrijke rol zal
blijven spelen in de totale financie
ringsbehoefte van de land en tuin
bouw. Parallel aan de terugloop van
deze vorm van financiering loopt
die van de bancaire financiering.
Deze bedraagt momenteel ca. 75%
van het totale vreemd vermogen op
de land- en tuinbouwbedrijven. De
leningen zijn voor het overgrote deel
gesloten bij Rabo-organisaties. nl.
ca. 90%. Toch achtte Lardinois het
ir. P.L. Lardinois
risico dat de Rabo in dezen draagt
nog steeds volkomen beheersbaar.
Dit is te danken aan de goede solidi
teit van de agrarische ondernemin
gen.
Eigen vermogen
Toch is er sprake van een daling van
het eigen vermogen van 80 naar 75%
in de afgelopen 20 jaar. Een ontwik
keling die volgens de Rabo-voorzitter
niet alarmerend is. Wel stelde hij dat
voor de kontinuiteit van agrarische
bedrijven een hoge gehandhaafd dient
te worden. Wat dat betreft, zo zei hij,
maakt de mate van eigen financiering
in sterke mate uit wie boer en tuinder
kan worden en wie niet. "Beschik
baarheid van het verpachtersvermo
gen kan dan ook een belangrijke
funktie vervullen bij de verruiming
van de kring waaruit jonge onderne
mers tot de agrarische bedrijfstak
kunnen toetreden".
Zowel Jordanië als Cyprus bieden
nog steeds aantrekkelijke afzetmo
gelijkheden voor de Nederlandse
exporteurs. Daarom zal de Hoofdaf
deling Exportbevordering en Eko-
nomische Samenwerking van het
ministerie van landbouw en visserij,
gezien de suksesvolle handelskon-
taktbijeenkomsten in 1981, in de
week van 20 t/m 26 november a.s. in
Amman en Nicosia wederom een
dergelijke bijeenkomst organiseren.
Het KNLC is van mening dat de tijd gekomen is om als Centrale
Landbouw Organisaties te overwegen zelf tot de opzet van een voor
lichtingsapparaat gericht op de teelttechnische bedrijfsbegeleiding te
komen. Dit omdat de opzet van een éigen organisatie die tegen betaling
voorlichting verstrekt onontkoombaar is, gezien de recente ontwikke
lingen bij de automatisatie en de intrede van de computer. Een en ander
zou mogelijk samen met de betrokken land- en tuinbouwcoöperaties
van de érond kunnen worden getild. Dit voorstel lanceerde de voorzitter
van het KNLC ir. D. Luteijn maandag tijdens de middagvergadering in
het middaggedeelte van de algemene vergadering van deze standsorga
nisatie in het Kongresgebouw te Den Haag.
De heer Luteijn konstateerde in zijn
betoog dat de ontwikkelingen de
laatste tijd zodanig zijn geëvolueerd
dat er thans al vele partikuliere bu
reaus zijn die tegen betaling voor
lichting geven in vooral de veehou
derij en tuinbouw. Hoewel, zo zei de
KNLC-voorzitter, er geen enkele
twijfel mag bestaan over de vol
strekte onmisbaarheid van het voor
lichtingsapparaat van de overheid, is
er in de praktijk wel dq behoefte aan
meer gerichte voorlichting dan van
uit het bestaande overheidsapparaat
kan worden geéeven.
Ook op het terrein van het land
bouwkundig onderzoek wordt men
gekonfronteerd met het krappe over
heidsbudget. De minister wil dit on
derzoek op fifty/fifty basis met het
bedrijfsleven financieren maar, aldus
Luteijn, dit dan slechts onder strin
gente voorwaarden en dan nog kan de
eventuele bijdrage vanuit het be
drijfsleven slechts van beperkte om
vang zijn en pas gestalte kunnen
krijgen na een redelijke overéang-
speriode.
In zijn inleiding tijdens de Alge
mene Vergadering van het KNLC,
maandag 21 november jl. stelde
voorzitter ir. D. Luteijn nog eens
vast dat het uiterst krappe budget
van het Ministerie van Landbouw
tot gevolg heeft dat centrale taken
die van groot belang zijn voor de
strukturele versterking van de be
drijven onder zware druk staan.
Bezuinigingen op ruilverkavelin
gen en het O- en S.-fonds steken
wel af tegen nieuwe taken voor
natuur en landschapsbehoud,
milieu en welzijn, ontwikkelings
hulp en bosbeheer. Dat alles
leidt, zo zei Luteijn toch wel tot
een zekere vervreemding tussen
het ministerie van Landbouw en
het agrarisch bedrijfsleven. Lu
teijn: "Ik denk dan ook dat het
dringend gewenst is dat de mi
nister bij de uitstippeling van zijn
beleid in de komende jaren, dui
delijk prioriteit legt bij het beleid
wat direkt en indirekt gericht is
op de belangen van boer. tuinder
en toeleverende en afnemende
sektoren. Anders dreigt agrarisch
Nederland zich steeds minder te
kunnen herkennen in het eigen
Ministerie van Landbouw."