De suikerbieten zijn zo goed als gerooid Het wordt stil in de polders in de Westhoek Tekort aan mest! Gebruik schoon stro Een perceel heeft meestal vier kanten.... Nog steeds mooi en droog weer. In het weekeinde van 12, 13 en 14 no vember wat lichte nachtvorst gehad. Een herfst om nooit te vergeten. Het werk vordert heel goed. Een aantal bedrijven op ZUID-BEVELAND is al geheel klaar met de veldwerkzaam- heden, daarbij ook al bedrijven die toch een flinke oppervlakte met sui kerbieten hadden. Het zaaien van wintertarwe blijft nog steeds doorgaan. De mogelijkheden kunnen eigenlijk niet gunstiger zijn. Toch zou een lekkere regenbui niet ongunstig zijn om mogelijke risiko's van een te dunne of te onregelmatige opkomst wat te verkleinen. We zien op dit moment nog te weinig perce len waar de tarwe al regelmatig goed bovenkomt. De suikerbieten zijn al een heel eind gerooid. Er is begrip voor dat men het rooien wat uitstelt nu de grond nog zo droog is. Voorraden van be tekenis zijn er dan nu ook nog niet. De afvoer gaat vlot, dat mede door een laag tarrapercentage. Op som mige bedrijven heeft men zeer hoge opbrengsten, daarnaast zijn er ook bedrijven waar de opbrengst echt tegenvalt. Eén geluk is dat het toch allemaal als A prijs uitbetaald kan worden, het suikergehalte is wat ver beterd, maar het blijft toch nog wat te laag. De ruilverkaveling Wolfaartsdijk is met een flinke meerderheid aange nomen. Er blijkt toch wel uit dat men ondanks problemen die er nu een maal in een ruilverkaveling zijn en altijd wel zullen blijven het voor iedere ondernemer noodzakelijk is, dat een geheel gebied tot ruilverka veling komt. 't Is te hopen dat de grondgebruikers in de Yerseke Moer ook willen inzien dat dit oojc voor hun gebied geldt. Het waterpeü in de Yerseke Moer moet daar heel wat naar beneden en de verkaveling van de percelen moet veel verbeterd worden, de twee voornaamste pun ten. die een goede ontwikkeling van zo'n gebied jammer genoeg nog steeds tegenhouden. Volgende week kan iedere gebruiker van bestrijdingsmiddelen de niet meer te gebruiken restanten en ook de middelen die niet meer gebruikt mogen worden op een 3 tal adressen in Zuid-Beveland inleveren. Laat deze mogelijkheid niet voorbijgaan. Ruim al hetgeen niet meer te ge bruiken is goed op. Het veldwerk is zodanig ver gevorderd dat er nu wel voldoende tijd voor is. Het op wintervoor ploegen gaat vlot door. Het kost onder deze omstan digheden niet zoveel trekkracht. De grond valt soms nog kort en fijn ge noeg. In ons gebied is een aantal spitmachines aangeschaft. De wer king scheelt wel met de machines van 15 a 20 jaar terug. De vraag blijft echter of we dit als een reële moge lijkheid kunnen zien of dat dit maar enkele jaren zal duren. Wel is gebleken dat men ondanks dat de grond na het spitploegen toch wel regelmatig, maar zeer open ligt, het noodzakelijk is om voor het tarwe zaaien de grond met schudeg of wat dan ook wat vlak te maken om de spreiding in de voordiepte van 0 (nul) tot 20 cm een beetje te verbete ren naar 1 tot 4 cm. Een tweede punt is dat men nogal eens wat erg diep met de spitploeg gaat werken. Vermenging met on dergrond - soms zand, soms andere grond, maar vrijwel altijd fosfaatarm - door de bouwvoor is niet zo best. Dit kan zowel met het (te) diep wer ken met de spitploeg als (te) diep ploegen met de gewone ploeg een verarming vooral wat het fosfaat aangaat van de bouwvoor met zich medebrengen. Dit geldt des te meer nu men volgend jaar gaat beginnen met nieuwe bemestingsadviezen voor fosfaat en kali. Bij lage Pw cij fers van de grond zal in het nieuwe advies nogal wat meer moeten wor den gegeven als nu het geval is. Nu kost het (te) "diep spitten" even als, de "extra trekkracht" voor (te) "diep ploegen" soms, "méér geld". Maar! De aanvulling met meer fos faat om het fosfaatgehalte (pw cijfer) van de grond weer op peil te brengen en om optimale opbrengsten te reali seren zou nog wel eens véél méér kunnen gaan kosten. Ineens daar waren ze: de heldere kin derstemmen op een avond. Uit de mist kwamen ze als schimmen te voor schijn. De lichtjes van hun zaklampen priemden door het nevelig duister. Dan weet je het: We zijn al weer bij de elfde van de elfde. Ze zingen hun lied van de rijke man, die nog wel wat missen kan. Met wat los geld gaan ze tevreden, het erf af. Voor het eerst in vele jaren is het geen bemodderde weg die ze gaan terug naar het dorp. Het kan niet op. Het mooie weer. Veel werk is al gebeurd en op tijd en goed geploegd. Wat al dat mooie weer aan geld opbrengt is zo één, twee drie niet uit te rekenen. Vast staat dat de machines weinig hebben gelederr, dat de velden in de polders er gaaf bij liggen en dat er weinig kou is geleden dit najaar. Als je in je overhemd de bieten in november naar de fabriek kunt brengen, moet je dit vastleggen. Je achterkleinkin deren lezen dit dan als iets buitenge woons. Ook buitengewoon is dat we dit jaar bijzonder weinig modder op de weg gebracht hebben. Wij als boeren staan nooit zo stil bij de agressie die dit bij andere mensen teweeg brengt. De bieten moeten eruit en weg, dus kan het niet anders. Mooi meegenomen dit jaar die schone weg want de modder is en blijft gevaarlijk. In onze polder wer den en ook dat is bijzonder - de ene dag nog bieten gerooid terwijl de volgende dag al geploegd, en de daaropvolgende dag al gezaaid werd. Op de zware grond begint men al naar regen te verlangen, al is er 60 tot 170 kilo gezaaid. De plantjes hebben te weinig kiemkracht en komen zwakjes boven. Al staat een gewas niet zo vol, daar heeft een boer zo gauw geen zorg over. Een dun gewas kan in het voorjaar wel uitstoelen, maar het moet wel gezond zijn. Ook zijn er boeren die het zaaizaad ge woon niet aan de grond toevertrou wen. Ze laten het in de zak totdat er andere tijden met neerslag komen. Dat die komt is wel vast, maar wan neer? Jan Pelleboer geeft nog steeds voor de eerstvolgende dagen droog weer op. De diaineermachines hebben goede dagen. Zij kunnen veel werk verzet- 6 ten en er is ook veel werk. Steeds meer boeren begrijpen dat draineren een hele goede investering is ook al zit die investering in de grond. Ik heb zo'n vermoeden dat er meer mest is gestrooid dan andere jaren. Ook hier is het droge najaar niet vreemd aan. De financiële uitkomst van een heleboel bedrijven zal er oök aan meewerken om wat geld in de grond te stoppen. Want we weten heel goed dat we niet van de grond kunnen blijven roven. Het wordt nu steeds stiller in de polders. De bomen staan met hun naakte gezichten aan de dijk. Aan de takken zitten de knoppen voor nieuw leven. De scha pen op de dijk hebben rode of groene achterwerken. Ook dat betekent nieuw leven. Maar eerst rust. Rust voor de grond, rust voor de boer. Werk is er altijd maar de boog kan niet altijd gespannen staan. Het is goed dat er seizoenen zijn. Het weer in de afgelopen weken (ei genlijk maanden) is ons enorm ter- wille geweest. De hoofdwerkzaamhe- den op onze bedrijven op SCHOU- WEN-DUIVELAND zijn nagenoeg geklaard. Gelukkig maar, want de winter liet begin deze week van zich horen en zien. Enkelen onder ons lie pen na twee dagen nachtvorst al griep en verkoudheid op. Het is ook geen wonder, want we zijn niets meer ge wend. Deze week hebben we in ons gebied met iets bijzonders te maken gehad. Er is namelijk drijfmest aangevoerd per schip in de haven van Rijkswa terstaat bij de Schelphoek. Afgelo pen maandag betrof het 1400 ton varkensdrijfmest en woensdag 900 ton kippedrijfmest. De mest werd in de haven overgepompt in tankwa gens van de firma Kurstjens, en daarna vervoerd naar de diverse percelen. De mest was afkomstig van de mestbank Limburg. Zoals ieder een weet, hebben we in Zeeland te maken met een tekort aan mest en in Brabant en Limburg met een over schot. Transport van mest van het overschotgebied naar het tekortge- bied is echter duur, vooral als het gaat om transport per as. Een goed kopere oplossing is het transport per schip, hetgeen deze week dus is ge beurd. Of deze vorm van mesttran- sport in ons gebied opgang zal ma ken moeten we echter nog maar af wachten; er zit in ieder geval wel een luchtje aan. De tarwe is dit jaar gezaaid onder uiterst gunstige omstandigheden. Er is over het algemeen tamelijk veel zaaizaad gebruikt; en toch valt het aantal planten per m2 erg tegen. Er In het Z.L.M. Land- en Tuinbouw blad van 5 november jl. is tussen de verschillende artikelen van "Uit de Praktijk" schrijvers een foto opgeno men. Deze foto toont het verdelen van stro als bescherming van de pas geplante tulpenbollen, maar eigenlijk is dit strodek toch het meest bestemd om in het voorjaar en in de voorzomer het uitdrogen van de grond, waardoor er 'n verminderde bolgroei plaatsvind, te voorkomen. Toch blijken hier problemen aan te kunnen zitten en wel op het punt van de "bedrijfshygiëne". Bij het op deze wijze aanbrengen van stro is het gewenst dat men evenals bij "schoon zaaizaad" ook gebruik maakt van "schoon stro" anders kan er narigheid ontstaan. Een voorbeeld uit 1983 mag dit duidelijk maken. In najaar '81 is een perceel met tul pen geplant. Daar is later door de huurder (A) stro over verdeeld. De tulpen zijn in 1.982 geoogst. Daarna zijn door huurder B hierop narcissen geteeld. Daarin kwam in juli 1983 zeer veel wilde haver voor tot wel 20 a 30 pl. per are. De eigenaar/gebrui ker (C) heeft nu zelf weer wintertar we gezaaid. A heeft goedkoop stro aangekocht, wellicht al een partij die men in de voersektor niet af durft te le veren; B heeft na inlichtingen de wilde haver zo goed mogelijk opge ruimd; C zit nu waarschijnlijk meerdere jaren met de problemen. Laten we dat proberen te voorko men. zijn veel percelen waar nauwelijks 200 planten per m2 op voorkomen. Nou hoeven we ons daar niet zo druk om te maken, want tarwe heeft een eno-rm compenserend vermogen. Bij een gering aantal planten per m2 ontstaan er veel stevige zijspruiten en dus veel aren per plant. Het tegen vallende opkomstpercentage is waarschijnlijk te wijten aan de "droogte". De bovenste laag van het zaaibed is namelijk erg droog, met het gevolg dat de tarwe minder goed kiemt. De verdeling van de planten op het veld is in het algemeen goed te noemen. Het valt op dat de tarwe die gezaaid is op gespitte percelen 2 a 3 cm dieper ligt dan de tarwe gezaaid in geploegd (en voorbewerkt) land. In een enkel vroeg gezaaid perceel is reeds bruine roest gekonstateerd, maar daar hoeven we ons in deze tijd van het jaar geen zorgen om te ma ken. Nemen we nog even een kijkje in Brouwershaven bij de bietenlos plaats, dan is het een komen en gaan van vrachtwagentjes met bieten. Boven het schip op de steiger lijken het wel speelgoedautootjes. Niette genstaande dat speelde de losplaats Brouwershaven een essentiële rol bij het transport van de bieten. Maar de tijden veranderen, zo ook het tran sport van bieten. Waar bij het tran sport van mest de schepen (meer) naar voren komen, verdwijnen ze bij het transport van de bieten. Wie weet, misschien kan de losplaats voor bie ten worden omgedoopt tot overslag plaats van mest. Maar die toekomst is nog onzekerzeker is wel dat het transport van Schouwse bieten per schip binnenkort tot het verleden zal gaan behoren. Als men zo in z'n eentje aan het ploe gen is, dan denkt men eigenlijk overal aan. Men zou het direkt op moeten schrijven, want als men thuiskomt is men alles weer vergeten. Met zulk ek- stra mooi herfstweer in een geluidsar me cabine mooie rechte voren trekken is iets waar men volop van kan genie ten. Vroeger waren er nog geen be roepskeuzeadviseurs, en dat was niet nodig ook. Wanneer je indertijd wat dikwijls schoolziek was, dan adviseer de de dokter wel van laat hem maar boer worden. Het gezondste vak schijnbaar ook door de vroege och tendstond. Wat konden we vroeger veel in de donkere en op het vroege uur. Het geheim daarvan was, dat al les op zijn plek lag en we nergens naar behoefden te zoeken. Datlijkt alle maal zo simpel, maar het is toch een goede gewoonte. A Is je in je jeugd voor het eerst met een paard mocht rijden, dan voelde je je al een hele vent. Veelal was het arme dier wijzer dan de knul die er achter liep en zo zijn we dikwijls voor veel ongelukken gespaard ge bleven. Over ongelukken gesproken doen we dan niet erg gevaarlijk met onze trek kers tijdens het ploegen? Met al die scharen aan dehejïnrichting proberen we soms op een kopakker van vijf me ter breed te draaien. A Is een voorwiel van de trekker over de graskant rijdt, dan zou je je ogen dichtknijpen. Een gepensioneerde hoofdingeland heeft me in deze op mijn fouten gewezen. A l dat gerag met die vele paardenkrach ten vlak langs en op de slootskanten heeft het waterschap al handen vol geld gekost. Op het moment dat de oevers wat ekstra zwaar belast worden zien we nog geen schade, maar pas na de winter en na zware regenval ont staan de afzakkers in de kanten. Het is wis en waar en zonde, dat zo'n prakti sche hoofdingeland al zo vroeg op non-aktief staat. In onze provincie zijn er een heleboel van geweest en eigenlijk waren het spotgoedkope krachten met liefde voor het vak. Be kend is, dat een ingeland met zijn hoofdingeland wil praten en overleg gen, maar al gauw leidde dat bestuurlijk tot een log systeem. Het oude polder bestuur vinden we nergens meer terug. Nog even en dan is de grootste helft van de bestuurders geen grondgebrui ker meer. Deelname aan een kader- kursus is dus bepaald geen luxe meer als we wat willen bereiken en denken, dat er nog naar ons geluisterd wordt. Technisch zit ons bedrijfssyteem goed in elkaar. We zaaien op 12 'A, 25, 50 of 75 cm en poten op 75 cm. Alle werk tuigen zijn daarop aangepast. Spuit- machines van 15 m, of 18 m of breder vormen een zeer belangrijk onderdeel in het hoofdstuk gewasbescherming. Dit is een gegeven waar we niet meer van onderuit kunnen. Toch zitten we ons eigen met de moderne bredere ap paratuur nog dikwijls te vangen op veel te smalle kopakkers. Maken we de kopakkers 3 maal zo breed, dan wordt de struktuur- en gewasschade ook 3 maal zo klein. Dit is toch wel een punt waar onze mechanisatieklub zich dit seizoen in dient te gaan ver diepen. Een perceel heeft meestal vier kanten en dus hebben we meer keus in kopakkers dan we traditiegetrouw wel denken. Ons idee is daarom om bij hakvruchten de kopakkers langs de dreven te gebruiken en bij granen e.a. de zijdlingse kopakkers van de perce len. Na de genoemde gewassen kun nen we dan steeds overdwars ploegen en dat komt de gelijke ligging van de percelen zeer ten goede. Willen we te vens de kopakkers langs wegen en dijken nog ekstra verfraaien, dan is daarvoor maar één medicijn en dat is kippemest. Dan groeit er het volgende jaar een schitterend gewas op de eta lage van ons bedrijf. In de ogen van onze kollega 's boeren we dan nog niet zo slecht. Meer en meer zal er dan met Argusogen over de dijk gekegen wor den. "Boeren is meer dan zaaien en poten alleen. "DANKDAG" Want zaaien is een need'rig werk, dat in ootmoedigheid geschiede en groot is het verborgen werk van God alleen, Wiens wil geschiede. 18 november 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 6