Gebreken en afwijkingen bij aardappelen tijdens de bewaring Pootaardappelen vóórwassen en ontsmetten met kwik Oogstjaar 1983 levert goede kwaliteit Nederlands pootgoed AKTIE ZUIDWEST Naast schimmel- en bacterieziekten kunnen er zich in aardappelen meestal tot aanvaardbare proporties tijdens de bewaring nog andere verschijnselen voordoen die een meer of teruggebracht. Omdat blauw eerst na minder groot gedeelte van de knollen ongeschikt maken voor afleve- enkele uren zichtbaar begint te wor- ring. Het optreden van deze verschijnselen waarvan in dit artikel res- 1S sn£lle af*et na *°!"l.ere.n pectievelijk blauw, drukplekken en zwarte harten worden besproken, is ^werking tot frites bijvoorbeeld slechts tot op zekere hoogte afhankelijk van de hoedanigheid van de °l bijvoorbeeld. partij bij het inbrengen in de bewaarplaats. Veel belangrijker zijn de nruknlekken omstandigheden waaronder de partij bewaard en verwerkt wordt. Blauw Factoren die een grote rol spelen bij het optreden van blauw zijn: - het drogestofgehalte. Hoe hoger het drogestorgehalte des te gevoeliger is de knol in het algemeen voor blauw. Nu is het drogestofgehalte van aard appelen oogst 1983 gemiddeld wat lager. Dit zou een geringere blauw- gevoeligheid kunnen betekenen - het gewicht. Gewichtsverlies bete kent hoofdzakelijk verlies van vocht en doet dus de blauwgevoeligheid toenemen. - de knoltemperatuur. Deze speelt mogelijk wel.de grootste rol. Niet al leen bij de oogst maar juist bij be waring en verwerking. Bij lage knol- temperaturen wordt veel meer be schadiging en dus blauw veroor zaakt. Onderzoek heeft uitgewezen dat het percentage knollen met blauw in normale jaren kort na de oogst meestal erg meevalt (2-3%). De grootste problemen komen na de bewaring. Door onvoldoende op warming en het optreden van druk plekken. wordt tijdens het opschep pen. transport, sorteren en verpak ken. veel blauw veroorzaakt. Con sumptie-aardappelen moeten tot 12 a 18 C opgewarmd worden vóórdat de bewaarplaats wordt leeggehaald. Daarmee wordt het optreden van blauw niet geheel voorkomen, maar meestal tot aanvaardbare proporties teruggebracht. Omdat blauw eerst na enkele uren zichtbaar begint te wor den, is een snelle afzet na sorteren vereist. Dit gebeurt dan ook bij de verwerking tot frites bijvoorbeeld. Drukplekken Zoals de naam al aangeeft, is dit een afwijking die met druk te maken heeft maar ook draagt het gewichts verlies daartoe bij. Met drukplek ken worden de indeukingen op de knollen bedoeld, die bij consumptie aardappelen vanaf het voorjaar on derin de cel voorkomen. Onder in de cel is niet alleen de druk die de knollen onderling op elkaar uitoefe nen het grootst maar ook het ge wichtsverlies. Drukplekken beder ven het uiterlijk en het (stoom)schil- len wordt bemoeilijkt. Het grote probleem met drukplekken is bij de consumptie-aardappelen de zeer snelle blauw-zwarte verkleuring van het beschadigd weefsel onder zo'n drukplek na het sorteren. Vooral als de bewaaromstandigheden ongun stig zijn geweest (hoge bewaartem- peraturen en kiemlustigheid), raken de knollen in het voorjaar min of meer versleten en treden zeei* veel drukplekken op. Het is overigens merkwaardig dat deze verkleuring onder de drukplek zelden zichtbaar is op het moment van het leeghalen van de cel maar pas enkele uren daarna. Drukplekken kan men grotendeels voorkomen door niet te hoog te stor ten (3,5-4,0 m), te zorgen voor be perkte gewichtsverliezen en even tueel de aardappelen tijdig af te zet ten. Zwarte harten Elk jaar wordt deze afwijking bij en kele partijen aareappelen waargeno men. Deze afwijking wordt veroor den ruim binnen de norm-blijven. En de handel kon daardoor nog be schikken over redelijke hoeveelhe den. De handel Met name onze export is hier en daar nogal wat later op gang gekomen, door late oogst en daardoor late keuringsuitslagen via de nacontrole. NAK en keuringsdiensten verdienen een grote pluim voor de fantastische wijze van werken. Ik weet dat hier en daar vakanties verschoven zijn en dat met name voor de vroegste export alles gedaan is om toch nog op tijd klaar te komen. De wat hogere prij zen zullen stellig de rentabiliteit van de teler ten goede komen. Dat tot nu toe niet wordt overdreven, getuigt van goed inzicht voor de toekomst. Kwaliteit uitgangsmateriaal Nogmaals gezegd, ons pootgoed is in het algemeen van goede kwaliteit. Er is niet geknutseld met de normen zoals in 1976, maar de ruimte binnen die normen is natuurlijk wel ge- Konsulentschappen voor de Akker bouw en de Rundveehouderij in Zuidwest Nederland Serie A ardappelen nr. 26b zaakt door zuurstofgebrek. Zuur stofgebrek kan optreden wanneer de lucht onvoldoende wordt ververst maar ook wanneer de temperatuur bijvoorbeeld plaatselijk boven de 35* C komt, ook al is dan voldoende zuurstof aanwezig. De knol gaat bij hogere bewaartem- peraturen zeer intensief ademhalen. Bij temperaturen rond 35* C of wat hoger ontvangt het centrum van de knol onvoldoende zuurstof en sterft af. In de praktijk is veelal een plaatselijk te grote opwarming van de knollen de oorzaak van zwarte harten. Aan vankelijk is uitwendig niets te zien. In het centrum ontstaat een blauw zwarte verkleuring, die later vaak een holte gaat vertonen. Op den duur gaat de knol rotten Knollen met zwarte harten zijn na tuurlijk waardeloos. Bij het opwar men van de partij om blauw te voor komen moet er daarom voor gezorgd worden dat de opgewarmde lucht, die door de hoop wordt geblazen, geen hogere temperatuur heeft van 20-22* C en dat tevens voldoende zuurstof kan toetreden. De specialist Gewasbescherming, P. Verhage. Vooral bij voorwassen en daarmee langdurig gebruik èn hergebruik van de baden kan deze koncentratiebe- paling van innemend belang zijn. Tenslotte De Stopa besteedt momenteel vrij veel geld om kwik-gebruik mogelijk te houden. Binnen korte tijd zijn geen verantwoorde alternatieven voor handen!! Bittere noodzaak dwingt tot strenge bepalingen, tot dwingender voor schriften. Bij het terugdringen van de hoeveelheid slib (grond!) lijkt voor- wassen onontkoombaar. Uiterste discipline aan de ene kant en vinding rijkheid aan de andere kant zal de pootgoedteler daarbij behulpzaam zijn. A. Vermeer bruikt. Een bintje A met 3% virus via de nacontrole is prima materiaal voor de consumptieteler, maar niet voor de pootgoedteler. De poot goedteler zal, zeker met nog wat in gebouwde verrassingen, uit moeten gaan van zgn. O-materiaal. Hier en daar is een beetje een hoera stem ming en dan is het gevaarlijk om vooral niet te lichtvaardig te werk te gaan. Vast staat dat we in 1984 wat meer virus in de velden tegen zullen komen dan in het afgelopen seizoen het geval was. Dat we ons daar tegen wapenen! Daarnaast blijft de volle aandacht vereist voor bacterie- en schimmelziekten. De bestrijding daarvan blijft moeilijk en vraagt taaie volharding bij de bedrijfshy- giëne. Tenslotte We beleven een zeer bijzonder poot- goedjaar. Er blijven grote verschillen per bedrijf. De export zal stellig wat lager uitvallen in tonnage, maar of dat in hoeveelheid geld ook zo is? Ik acht de handel voldoende in staat om in krapte-situaties op de juiste wijze te distribueren, toekomst gericht. Te beschikken overeen aanmerkelijk betere kwaliteit pootgoed dan in 1976, vergemakkelijkt de wijze van werken. De Nederlandse pootgoedte ler dient met grote zorg zijn uit gangsmateriaal 1984 te kiezen. A. Vermeer 5 Blauw in aardappelen wordt bevorderd door ze te verwerken onder lage tempe raturen. Terwijl inmiddels het filtreren met daaraan gekoppeld het lozen van kwik-dompelbaden op de boerderij verboden is, zal aan verdergaande beperkingen bij het kwik-gebruik niet te ontkomen zijn. De Stopa (een stichting die voor 100% geleid en gefinancierd wordt door de pootaard- appelorganisaties) leidt en begeleidt de pootaardappelontsmetting in Nederland. Het lijkj bijna onontkoombaar dat binnen korte tijd het zogenaamde vóór-wassen van pootaardappelen, voorafgaande aan de dompeling, verplicht moet worden gesteld. Het vóórwassen Sinds kort kan men zich van de af gewerkte dompelbaden ontdoen via een aantal centrale punten in de di verse regio. Doordat in het algemeen op de boerderij niet wordt vóórge wassen komt met het badwater vrij veel slib mee. Bij de methoden die centraal zijn ontwikkeld om het kwik weer te ver wijderen moet eerst het slib van de rest van de vloeistof worden ge scheiden. Op zich al een vrij dure methode. Maar om later het slib weer te zuiveren van ongerechtighe den lijkt een bijna onbetaalbare zaak te worden. Het zuiveren van de vloeistof biedt goede perspektieven tegen voor de pootgoedteler aanvaardbare tarie ven. Bij de loonbedrijven zijn er al vele die met gunstige resultaten reeds meerdere jaren vóórwassen. En dat levert nu grote voordelen op! Vooral wanneer het vóórwassen goed ge beurt! Een slikvrij-bad kan langdurig ge bruikt worden waardoor een effek- tiever kwik-gebruik èn aanmerkelijk minder dompelvloeistof. De over gebleven vloeistof leent zich nog be ter voor bewaring en daardoor voor hergebruik, zeker voor het lopende seizoen, hetzij voor eigen bedrijf hetzij tezamen met anderen. Er is een centraal ontsmetbedrijf in Nederland waar in 1982 7000 ton pootaardappelen ontsmet zijn met een rest hoeveelheid vloeistof van 7000 liter. Het is zeer waarschijnlijk dat de Stopa binnenkort, misschien zelfs in 1984 nog grotere druk moet uitoefenen, om het slib-restant tot het uiterste te beperken. En dat zou 18 november 1983 wel eens tot verplicht vóórwassen kunnen leiden. Centraal ontsmetten!! Het gemakkelijkst en het meest goedkope zou het zijn om het het ont smetten op de boerderij te verbieden. Het is aanmerkelijk eenvoudiger om het vóórwassen op centrale bedrijven door te voeren voor 100%. De toe loop naar centraal ontsmetten zal stellig groter worden in de nabije toekomst!!! Maar we zouden geen goede boeren- organisatie zijn als we als Stopa niet het uiterste deden voor individuele pootgoed telers aan inspanningen. Wij willen voor diegenen die dat om welke reden dan ook wensen, het ontsmetten op de boerderij open houden. Getuige het huidige ophaalsysteemü Het zal aan de vindingrijkheid liggen van de pootgoedtelers om via voor- wassen de mogelijkheden te blijven benutten. Waar een wil is, is een weg. Duidelijker! Het moet! Koncentratiemeting Om de praktijk behulpzaam te zijn kan sinds kort de koncentratiebepa- ling "door ons" gedaan worden. Elke handelaar die AArdisan verkoopt kan u een monsterflesje a raison van 35,— leverefT. Met dit bedrag aan geld, kunt u zelf een monster nemen op een aktuele plaats in het bad, op een aktueel moment. U doet het flesje in de bijgevoegde "port betaald verpakking" en bij "met-staking" doet de P.T.T. de rest. Binnen enkele dagen krijgt U uitslag advies. 't Ziet er in het algemeen goed uit met de kwaliteit van het Nederlands pootgoed uit het oogstjaar 1983. Een lagere opbrengst van zo'n 20% heeft de prijzen wat naar boven gebracht; maar voor de meeste afne mers toch nog op een aanvaardbaar niveau! Bij de keuze van het uitgangsmateriaal voor oogst 1984 zal de pootgoedteler zeer zorgvuldig te werk moeten gaan. Rooidata 1983 Het staat vast dat 1983 voor de Ne derlandse landbouw als een zeer bij zonder jaar de geschiedenis in gaat. Welke pootgoedteler had in de juni maand durven dromen dat het voor zijn bedrijf en voor de sector toch nog zo zou aflopen. Zeer gericht en zeer bewust konden bij de vaststel ling van het rooidatumbeleid de er varingen met name uit de jaren '75, '76 en '77 worden meegenomen. Be halve van enkele rassen was het uit gangsmateriaal dat in 1983 gebruikt is, wat virus betreft, zeer gezond. En als er spraké was van aardappelop slag in het perceel of in de omgeving waren ook weinig virus zieke planten te zien. Ook consumptie percelen, geplant met NAK-gekeurd uit gangsmateriaal leverden weinig be smettingsgevaar op. Dus in het alge meen weinig besmettingsbronnen. Terwijl normaal in warme zomers veel luizen aanwezig zijn, waren die er ook wel in 1983, maar weinig lui zen van de soort, die virus kunnen overbrengen. Een bijzondere speling van de natuur? In ieder geval was het zó, dat weinig besmettingsbronnen en weinig virus-overbrengende lui zen een lage "vektoren-druk" ople verden. En dat kon leiden tot onge kend late rooidata. Misschien dat gesteld zou kunnen worden dat men bij het stellen van de einddata wat meer risico heeft genomen, dan voor de adviesdata. Voor veel percelen heeft de praktijk gekozen voor eind data en achteraf gelukkig. Bij de na controle kwamen gunstige resultaten naar voren; de meeste percelen kon-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 5