Nieuwe biet belooft doorbraak in strijd
tegen tarra-probleem en oogstverliezen
Onderzoek volgt vraag naar
nieuwe groenten
Kruising van gewone biet met rode kroot
Niet zo nieuw
Bietenveredelaar:
Kruising met kroot origineel
Nog meer
Op 27 oktober j.l. hebben de Ne
derlandse suikerbietenkwekers
kennis kunnen maken met een
nieuwe biet. Deze suikerbiet waar
voor nog geen naam is bedacht, is
een kruisingsprodukl van de rode
kroot als vader en de gewone sui
kerbiet als moeder. De boreling
belooft, zo verwachten de vroed-
mannen ir. P.A.M. Kromwijk en
ir. M. Mesken van grote betekenis
te worden in de strijd tegen de
oogstverliezen en het tarrapro-
bleem bij het rooien en verwerken
van onze huidige overbekende sui
kerbieten. De nieuwe biet dankt dit
vooral aan zn ovaal ronde vorm en
de gladde schil.
Hoewel de eerste "bietkroten"
veelbelovend zijn zal nog zeker 6 a
10 jaar verder moeten worden ge
kruist om tot het raswaardig ni
veau te komen.
Aan een nieuwe suikerbiet met
betere (verwerkings) eigenschap
pen dan de huidige wordt al vele
jaren op verschillende plaatsen in
ons land en in meerdere landen.,
gewerkt. In ons land houden zich
daarmee sinds ca. tien jaar bezig,
ir. P.A.M. Kromwijk van het
Proefstation voor Akkerbouw en
de Groenteteelt in de Vollegrond
te Lelystad en ir. M. Mesken van
de Stichting voor Plantenverede
ling in Wageningen.
Tarra
De heer Kromwijk die bij het
PAGV sterk praktijkgericht on
derzoek doet naar de optimalisa
tie van de bietenteelt, speelt
daarbij in op meerdere malen
geuite wensen van de praktijk.'
Zowel de telers als de verwerker
van de suikerbiet worden n!
iedere herfst en winter weer ge-
konfronteerd met het lastige en
kostenverhogende probleem van
de tarra. Door de onregelmatige
vorm van de biet met zijn vele
worteltjes en rywe oppervlakte
wordt veel grond mee op de wa
gens geladen en naar de fabriek
afgevoerd. Dat brengt extra trans
portkosten met zich mee. Bij de
fabrieken komt de enorme berg
grond na spoelen en wassen weer
beschikbaar maar moet vervol
gens wel worden opgeslagen en
later afgevoerd. Eveneens een
kostbare zaak waarvoor de pro
ducent op moet draaien.
Oogstverliezen
Daarnaast, zo vertelt Kromwijk,
speelt er nog het probleem van de
oogstverliezen. "De oogst van
suikerbieten zou nu per ha zo'n 5
ton meer kunnen zijn wanneer er
niet zoveel verlies optrad bij het
koppen en bij het afbreken van
de puntwortels tijdens het rooi
en".
Volgens de PAGV-onderzoeker
bereikt ca. 8% van de bieten de
fabriek nooit als gevolg van deze
kopverliezen, puntbreuk en het
verlies van hele bieten die te klein
zijn en door de ketting vallen. Bij
de nieuwe biet, zo blijkt uit de
proeven, wordt dit verlies zeker
gehalveerd. Hij schat dat nu
jaarlijks voor zo'n 60 miljoen aan
produktie verloren gaat. Daarbij
opgeteld de kosten die moeten
worden gemaakt om het gerooide
afval als blad en grond weer op de
akkers te krijgen (naar schatting
beloopt dit ca. 45 miljoen per
jaar), komt de heer Kromwijk op
een geschatte meeropbrengst van
de nieuwe biet van ca. 100 mil
joen per jaar voor de Nederland
se bietenteler. Bij de voordelen
van de nieuwe "bietkroot" moet
ook nog die van de minder ver
eiste trekkracht bij het rooien
worden genoemd. Kromwijk:
"Dit is bepaald niet onbelangrijk.
Men moet weten dat bij het rooi
en van een gewone biet gemid
deld een trekkracht is vereist van
40 kg en bij een rode kroot van ca.
Boven de vaders en moeders biet en rode kroot (r) met daaronder de kroot:
de nieuwe ovaalvormige "bietkroot".
10 kg. Bij de verkregen kruising
komt men op ongeveer 20 kg per
biet. Dit betekent dus een halve
ring ten opzichte van de trek
kracht die nu nodig is. Dit kan
natuurlijk konsekwenties hebben
voor het brandstofgebruik en
mogelijk ook voor de snelheid
waarmee gerooid kan worden en
voor de konstruktie van de rooi-
machines.
Terughoudendheid
Toch past op dit moment met al
leen nog maar de gegevens van de
proefvelden enige bescheiden
heid en terughoudendheid.
Kromwijk: "De praktijkproeven
is een ander verhaal natuurlijk en
zover zijn we nog niet, dat duurt
nog wel een jaar of 6 a 7. Kweek-
werk is een zaak van lange adem
en de komende jaren zal nog heel
wat gekruist en geselekteerd
moeten worden. Zo moet de ova
le vorm nog verder worcjen bij
geschaafd tot een bolvorm omdat
die vorm nog meer voordelen
oplevert. Immers bij een bolvorm
is de verhouding tussen inhoud
en oppervlakte de meest gunstige
wat om het terugbrengen van de
tarra betreft, uitgaande van een
gladde schil die overigens nu bij
de ovale vorm al aanwezig is.
Ook met het suikergehalte zijn we
er nog niet. Maar we zijn op de
goede weg. Als dit lukt, en we
hebben er alle vertrouwen in, dan
kun je zeggen dat we onze tijd re
delijk produktief hebben kunnen
maken. Het zal wel een doorbraak
betekenen in de strijd tegen de
tarra en in die van de problema
tiek van de oogstverliezen. De
rooigeweld resistentie biet staat
er dus aan de komen".
Raswaardig nivo
De heer M. Mesken van de
Stichting voor Plantenveredeling
te Wageningen is een aantal jaren
geleden eerst alleen en later sa
men en in overleg met Kromwijk,
begonnen met het kruisen van
bieten en kroten met dezelfde
doelstelling als die van zijn kolle-
ga, n.l. het kweken van een "be
tere" biet. Hij nam daarvoor als
vadfcr de rode kroot en als moeder
de suikerbiet. Na twee keer se-
lekteren op de ronde vorm en het
suikergehalte heeft hij nu een
produkt dat er veelbelovend uit
ziet. "Globaal, zo licht hij toe,
geeft de nieuwe biet een suiker
opbrengst die t.o.v. Monohil ligt
tussen de 90 en 100%. Dat valt ons
in dit stadium mee. Het suikerge
halte ligt nog 1 a 1 l/i% onder dat
van Monohill. Maar als we nog
een paar keer selekteren dan
krijgen we nog betere resultaten.
Ik denk als de kweekbedrijven er
een goede moeder bijzetten en
die als vader gebruiken er met dit
materiaal een heel eind kan wor
den gekomen bij het raswaardig
niveau.
Vraagtekens
Maar het werk zit er dus voor ir.
Mesken nog niet op. Er zal nog
een aantal jaren verder aan moe
ten worden gewerkt. De geneti
sche eenkiemigheid moet er nog
ingekruist worden. Daarnaast zijn
er nog vraagtekens zoals: hoe ge
draagt de nieuwe biet zich tegen
droogte (hij mag in drogere pe
rioden niet te lang slapen), hoe
ligt het met zijn vorstgevoelig-
heid, want daar weten we nog
niets van. Wat de vorst betreft, die
heeft er meer vat op omdat de biet
voor een veel groter deel boven de
grond groeit. Maar daar staat
weer tegenover dat hij ook wel wat
eerder kan worden gerooid.
In overleg met de diverse kweek
bedrijven zal nu verder worden
bepaald wie welk onderdeel van de
nog te verbeteren eigenschappen
meer of minder voor zijn rekening
neemt. Dit beperkt de kosten en
komt de snelheid van het onder
zoek ten goede. Uiteraard kunnen
de kwekers de nieuwe biet ook in-
kruisen in de resultaten van eigen
kweekwerk. Misschien levert dat
een nog beter resultaat op.
De consument wenst tegenwoordig
meer afwisseling in zijn menu en met
name in het assortiment verse
groenten. De vraag naar nieuwe
produkten is aangewakkerd door de
welvaart die buitenlandse reizen en
kennismaking met vreemde eetwa
ren mogelijk maakt, maar ook door
^e komst van tienduizenden gastar
beiders, Surinamers en Antillianen.
Zo is in de tuinbouw de groenteteelt
een sector geworden waar "innova
tie" geen vreemd woord meer is.
Dezelfde vernieuwingsdrang is ook
te vinden in het tuinbouwkundig
onderzoek. Aan de Landbouwhoge
school is het speciaal de vakgroep
tuinbouwplantenteelt die zich bezig
houdt met experimenten op het ge
bied van de teelt (en teeltproblemen)
van groentesoorten die in onze ge
matigde klimaatgebieden niet of
nauwelijks in cultuur.zijn gebracht.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd
door mevrouw W.A. Wagenvoort en
geleid door prof. dr.ir. J.F. Bierhui-
Nieuwe groenten zijn vaak niet echt
nieuw. Zo komen linzen die al in die
bijbel genoemd worden weer in de
belangstelling. En vele andere
"nieuwe" groenten worden al lang of
nog steeds verbouwd in de botani
sche tuinen, door particulieren en in
moestuinen op buitenplaatsen. Er
komt echter nogal wat veredeling
18 november 1 983
De nieuwe koolsoort Paksoi
aan te pas voordat zo'n oude groente
geschikt is voor een efficiënte pro
duktie. Vaak moet gezocht worden
naar een variant die uniform is, wei
nig stookkosten en arbeid vraagt,
weerstand heeft tegen ziekte, lang
houdbaar is en een goede smaak,
vorm, kleur en grootte heeft. De
nieuwe ijsbergsla is bijvoorbeeld veel
langer houdbaar dan de bekende
kropsla of botersla.
Voor gewassen afkomstig uit de tro
pen of subtropen geldt dat ze eerst
getest moeten worden op Neder
landse teeltomstandigheden. Zo is
mevrouw Wagenvoort begonnen
met een onderzoek naar de teeltmo
gelijkheden van de Chinese blad
groente paksoi en de vooral door
Surinamers gewaardeerde peul
vrucht kouseband. Bij de koolachtige
groente paksoi wordt de oorzaak van
doorschieten door koude bestu
deerd. Kouseband (40 cm lange bo
nen met een zachte smaak) is een
warmte-mittnende kortedagplant en
misschien geschikt voor de nazo-
mertijd.
Bovendien verbouwt mevrouw Wa
genvoort in de kassen èn in de volle
grond pompoen, een eetbare kalebas
die in ons land tot nu toe meestal
voor de sief wordt geteelt maar in
Amerika zeer populair is als groente.
De pompoen kan maanden bewaard
worden (op een koele plaats), is zeer
voedzaam, wat flauw van smaak, en
kan in plaats van rijst of aardappels
gegeten worden. Gebleken is dat
Hoofd Bietenveredeling bij het
Koninklijk Kweekbedrijf Van
der Have in Kapelle ir. M.C.G.
Middelburg zegt gevraagd om
een reaktie, zeer blij te zijn met de
resultaten van Mesken en Krom
wijk. Hij vindt het een zeer goed
streven dat hieraan wordt ge
werkt maar wijst er voorzichtig
heidshalve op dat de proeven zich
nog in een jong stadium bevinden
en dat er nog Tang geen sprake is
van raswaardigheid. Hij signa
leert ook het probleem van de
schietresistentie. De zeeuwse ve
redelaar vindt Meskens kruising
van een biet met een kroot overi
gens wel origineel.
Middelburg: "Als Mesken en
Kromwijk slagen in hun opzet, en
ik schat dat positief in, dan zal
een groot stuk van het tarrapro-
bleem zijn opgelost. Een belang
rijke stimulans daarbij zal het
kommercieel gezien wel zijn
wanneer de suikerbietenfabrie-
ken een premie geven op bieten
met weinig tarra".
Ir. M.C.G. Middelburg
Met het zaad van de nieuwe biet
wil hij in ieder geval, zodra dat
beschikbaar komt, gaan werken.
Want langs andere wegen pro
beert ook Van der Have natuur
lijk steeds tot een betere biet te
komen. Het is zelfs best mogelijk
dat de kruising van de nieuwe
biet met verschillende kruisings-
produkten van Van der Have
leidt tot een biet met nog betere
eigenschappen.
J. Wierenga
pompoenen goed buiten de kas ge
teeld kunnen worden. Mevrouw
Wagenvoort heeft inmiddels drie
soorten geselecteerd die niet te grote
vruchten geven, een mooie» kleur en
vorm hebben en die vooral goed
smaken.
Door regelmatige groei-analyses van
een gewas te maken wordt de invloed
van factoren als temperatuur en licht
bestudeerd. Zo bestudeert mevrouw
Wagenvoort de mogelijkheid om bij
knolvenkel de bloemontwikkeling te
beperken, die aangewakkerd wordt
door de lange zomerse dagen en de
relatief hoge temperatuur. De ko
mende jaren zullen op die wijze de
teeltmogelijkheden van nog meer
nieuwe groenten worden onder
zocht.
(Herman Pothof, nieuws uit Wage
ningen).
11