Agrarisch Noord-Brabant ziet
H.I.D. Talstra node vertrekken
Lardinois waarschuwt voor
blijvend worden superheffing
Torenpolder bij Zevenbergen
binnen vijfjaar verkaveld
7
Herinneringen V
Particuliere Zuivelindustrie 75 jaar
"Herinneringen herhaald..."
Agrarisch Noord-Brabant heeft vrijdag 28 oktober met pijn afscheid
genomen van HID ir. E. Talstra. Dat bleek overduidelijk tijdens enige
toespraken op een receptie die de familie Talstra werd aangeboden in
het Landbouwcentrum te Tilburg, waar vele relaties van de vertrek
kende HID afscheid kwamen nemen. Voor de heer Talstra die zoals
bekend benoemd is tot direkteur van het Nederlands Rundvee Syndi-
kaat, is nog geen opvolger benoemd hetgeen door het agrarisch be
drijfsleven in Noord-Brabant wordt betreurd.
Namens het Ministerie van Land
bouw zei Direkteur-Generaal ir. A.
de Zeeuw te hebben gekonstateerd,
dat Talstra ondanks zijn friese af
komst en zijn protestante geloofs
richting een sterk vertrouwen van de
Brabanders heeft genoten en dat
laatste is de basis geweest voor het
vele werk dat hij heeft kunnen doen,
met veel dynamiek en in goed sa
menspel met het agrarische bedrijfs
leven,, en met de gemeentelijke en
provinciale overheidsvertegenwoor
digers. "Een goed manager die zich
aangetrokken voelt, tot praktisch
werk en wat dat betreft met het pas
opgericht NRS een goede keuze
heeft gemaakt", aldus de Zeeuw.
Waardering
Namens het agrarisch bedrijfsleven
sprak ir. A.J. Latijnhouwers. Hij
verheelde niet dat men de HID on
gaarne ziet vertrekken. "U had nog
best wat langer mogen blijven", zo
zei hij. De voorzitter vap de NCB gaf
uiting aan zijn waardering voor de
Namens het agrarisch bedrijfsleven in Noord-Brabant wordt het echtpaar Tal
stra door NCB-voorzitter A.J. Latijnhouwers bedankt voor beider inzet ten
behoeve van de landbouw.
De particuliere zuivelindustrie, verenigd in de V.V.Z.M. (Vereniging
voor Zuivelindustrie en Melkhygiëne) bestaat 75 jaar en dit feit werd
herdacht in een bijzondere bijeenkomst op 25 oktober in Diligentia in
Den Haag.
De goed 20 leden nemen 12% van de verwerking van de melkproduktie
in Nederland voor hun rekening. Er worden voornamelijk consumptie-
produkten (marktaandeel 19%; gecondenseerde melk (26%); en pro-
dukten op basis van vol melkpoeder (28%) gemaakt. Wat boter, kaas en
mager poeder betreft bedragen de marktaandelen resp. 7%, 5% en 2%.
Zoals de voorzitter van de WZM ir. H. Glazenburg het aangaf in zijn
feestrede is het bedrijfsgebeuren van de WZM zeer sterk marktge
richt.
Probleemmelk
Glazenburg onderscheidde melk die
economisch verantwoord geprodu
ceerd wordt en andere melk- de pro
bleemmelk. Daarvoor dienen uit so
ciale en milieufondsen gelden te
worden gebruikt.
Hij hekelde het boerenbedrog van
heffingen op graanvervangers en
vetten en oliën, die zeker de Neder
landse veehouder in grotere proble
men kan brengen. De goed geleide
bedrijven zullen het zeker wel red
den in de komende moeilijker wor
dende situatie. Voor hen die het niet
halen en toch om sociale of milieu
redenen in onze samenleving niet
gemist kunnen worden, zullen we
moeten zorgen, maar niet ten laste
van de optimaöl werkenden.
Ir. P.L. Lardinois sprak zich niet uit
tegen de komende superheffing,
die hij overigens een paardemiddel
noemde. Het failliet van het zuivel-
ZEVENBERGEN - Binnen vijf jaar na de stemming en zelfs 4,5 jaar na
de start van de plaatselijke commissie kon op 4 oktober de akte van
toedeling worden gepasseerd van de 400 hectare grote ruilverkaveling
Torenpolder (Noord-Brabant), die ten westen van Zevenbergen ligt.
Vanwege de snelle uitvoering noemde ir. G. Kappe, hoofd van de Lan-
dinrichtingsdienst in de provincie, Torenpolder een voorbeeld voor
andere ruilverkavelingsblokken. Voorzitter D. Barel van de plaatselijke
commissie sprak zelfs van "een unicum in Nederland". Verwacht wordt
dat volgend jaar de renteberekening kan worden afgerond, zodat de
gehele uitvoering dan slechts zes jaar heeft geduurd.
De heer L. Snijder, directeur van de
Dienst van het Kadaster en de
Openbare Registers in Noord-Bra
bant, wees het Kadaster en de
Openbare Registers in Noord-Bra
bant, wees dacht men destijds bij de
start van de ruilverkaveling het nog
sneller te kunnen, namelijk in krap
drie jaar na de benoeming van de
plaatselijke commissie. Torenpolder
had, dacht men, een "moeilijk
heidsgraad nuf', omdat er geen
gronden voor algemene doeleinden
hoefden te worden toegewezen via
artikel 13 van de Ruilverkavelings-
wet, omdat er geen natuurgebied was
en geen landschapsplan. Bovendien
bevatte het plan van wegen en wa
terlopen slechts twee te handhaven
wegen en enige te handhaven water
lopen.
De werkelijkheid bleek echter ge
compliceerder dan de plannenma
kers van toen vermoedden. Doordat
een groot gedeelte van het ruilver-
kavelingsgebied werd bestemd voor
woningbouw van Zevenbergen en er
vijftig hectare grond (twaalf procent
van de totale blokoppervlakte) on
derling moest worden geruild tussen
de ruilverkavelingen Zonzeel en To
renpolder, is vooral het toedelings
proces vertraagd. Bovendien bleek
beleid heeft tot deze superheffing ge
leid. Hij stelde dat deze sterk bevrie
zend zal werken. Hij waarschuwde
ervoor dat deze heffing blijven zal
worden. Dat zal fatale gevolgen kun
nen hebben. Er dient naar de opvat
ting van üardinois een automatisme
in de regeling ingebouwd te worden
om ervan verzekerd te zijn dat de su
perheffing een echt tijdelijke nood
greep zal zijn. In de tussentijd zal men
dan gedwongen zijn zinnige alterna-
tieven aan te dragen.
Lardinois toonde zich geen tegen
stander van een eventuele olie-en
vetheffing.
De concurrentie van boter met plan
taardige oliën en vetten wordt
scheefgetrokken, doordat men
melk/boter kan produceren met
heffingvrije grondstoffen (soja, cocos
etc.). De prijzen van oliën en vetten
zullen wat moeten worden opge
trokken.
wijze waarop de heer Talstra 12 jaar
lang (waarvan de laatste 2 jaar als
HID) in Noord-Brabant heeft ge
werkt.
"U had kennis van zaken en gevoel
voor de mens in de land- en tuinbouw.
Daarbij schroomde u niet uw eigen
karakter en opvattingen door te laten
spelen in uw werk. U durfde ons de
andere kant van de medaille te laten
zien. U hield de achterban van de
landbouw een spiegel voor waarvan
wij wel eens schrokken maar tevens
was u naar buiten toe naar het beleid
weer de verdediger van diezelfde
landbouw. De heer Latijnhouwers
betreurde het dat met het vertrek van
Talstra nog onzekerheid bestaat over
de opvolging juist op een moment
waarop bij de provinciale diensten
een reorganisatie lijkt te worden
doorgevoerd.
Namens alle medewerkers dankte ir.
HJ. van der Locht de vertrekkende
HID voor de leiding die hij enige ja
ren aan de dienst heeft gegeven:
"een hardwerkende chef met een
snelle besluitvorming en een sterke
sociale betrokkenheid".
In een kort dankwoord relati
veerde de heer Talstra zijn werk
dat niet zonder het overig perso
neel had kunnen worden uitge
voerd. Hij signaleerde tenslotte
nog het dreigend probleem van
het ontbreken van kader voor de
landbouworganisaties in Noord-
Brabant in de brede zin van het
woord. "Er moeten", zo zei hij.
"nu toch spoedig jonge mensen
naar voren komen die straks de
kar van allerlei organisaties kun
nen trekken".
Aansluitend hierop drukten vele
belangstellenden de scheidende
HID en zijn gezin tijdens een
drukke receptie de hand.
"V
w*"
Een halve eeuw geleden schreef
de rustend landbouwer P. Lin-
denbergh uit Wemeldinge herin
neringen op uit zijn jeugd. Deze
herinneringen werden in 1933 in
een soort feuilleton-vorm ge
plaatst in de toenmalige Provin
ciale Zeeuwsche Courant.
Uit wat de heer Lindenbergh zich
uit zijn jeugd herinnert, kunnen
wij ons een goed beeld vormen
van het leven op het platteland
van nu een eeuw geleden op met
name Zuid-Beveland. We kun
nen veilig aannemen dat zijn her
inneringen representatief zijn
voor de samenleving van toen in
het hele Zuidwesten van ons land.
DOOR
P. LINDENBERGH
TE WEMELDINGE
de vaststelling van het plan van we
gen en waterlopen toch nog meer
voeten in de aarde te hebben dan was
verwacht.
Omdat de plaatselijke commissie bij
de ruil of toedeling van gronden niet
buiten de blokgrenzen kan treden,
moest de grondruil tussen beide
ruilverkavelingen via een kavelrui
lovereenkomst worden gerealiseerd.
Deze werd op 8 januari 1981 bij de
notaris gesloten. Er waren in totaal
dertien mensen bij betrokken. De
kavelruil kostte veel tijd, niet alleen
omdat de vrijwillige medewerking
van alle deelnemers is vereist, maar
ook omdat zij de grond die zij vol
gens de overeenkomst in Torenpol
der of Zonzeel op naam kregen,
slechts als "tussenstations" moesten
beschouwen, terwijl het definitieve
toedelingsplan niet bekend was. Er
was dus veel overredingskracht voor
nodig om de kavelruil tot een goed
einde te brengen.
Dankzij de kavelruil Zonzeel-Toren
polder is het grondgebruik tussen
beide blokken nu vrijwel nihil.
Bovendien is de rijafstand naar de
gronden met vele kilometers terug
gebracht en is in de twee ruilverkave
lingen een veel beter toedelingsplan
ontstaan.
Bij nader inzien blijkt mij dat ik
zonder boos opzet géén mooi beeld
heb geteekend van de baker. Ik wil
dat herstellen: er waren ook heel
aardige bakers.
Na den bakertijd kregen de kinde
ren het wat ruimer, maar door ver
keerde en onvoldoende voeding was
er veel Engelsche ziekte. Niet zeld
zaam was het dat de kinderen van
arbeiders, als zij in leven bleven,
eerst op vijfjarigen leeftijd konden
beginnen te loopen!
Tot op 3 a 4-jarigen leeftijd was de
kleding van jongens en meisjes ge
lijk. Een vreemdeling ontmoette
vier aardige kinderen uit één gezin
en vroeg of zij allen jongens waren,
en kreeg tot antwoord: wij drieën
wel, de jongste moet nog een jongen
worden;
Waren de kinderen drie jaar oud
dan kregen zij zij een betere le
venskans, door veel verblijf in de
open lucht en een voeding voor hun
leeftijd geschikt.
Zij moesten op vijf of zesjarigen
leeftijd naar school. De leermetho
de was niet zoo doelmatig als de
tegenwoordige, maar met het A.B.
boek, de spat en de letterkast leerde
het kind lezen, schrijven en rekenen
naar de leerwijze van Bartjes. Maar
er waren veel kinderen, die alleen
des winters op school kwamen, en
dan nog niet veel winters en niet al
te getrouw. Er waren vele volwas
senen, die niet konden lezen. De
kinderen der welgestelden en der
boeren gingen geregelder ter school
en sommige jongens hielden dat des
winters vol tot zij volwassen waren.
Des zomers kwamen alleen de
jongstën, die nog niet konden wer
ken en zij moesten al vroeg mede
werken, op 8 a 9-jarigen leeftijd
waren zij bruikbaar voor licht
werk.
Voor de verwarming van het
schoollokaal brachten de groote
jongens ieder een turf, een vaam
hout een takkebos of een oud stuk
paal mede en zoo was er best al een
flink vuur als het koud weer was.
De schoolmeester (als regel stond
hij alleen voor het onderwijs) zal
gewoonlijk aan zijn lessenaar en de
kinderen kwamen op beurt hun
werk toonen en hun les opzeggen.
De kinderen hadden ieder een
schoolbord, een houten bak met
schuin toeslaand deksel en voorzien
van een slot. Dit schoolbord diende
voor opberging der schoolbehoeften
en ging alleen bij het verlaten der
school voor langen tijd, mede naar
huis.
Was een leerling ondeugend, dan
wierp de Meester dezen een perka
menten rol toe, de leerling moest
die rol terug brengen om zijn straf
te ontvangen, beslaande uit een of
meer klappen met de plak in de
holle hand. De plak was een houten
rond schijfje met steel. De straf was
gevoelig maar zonder gevaar.
Een ooilijke schoolmeester schreef
op het bord:
"Hier onderwijst men de jeugd
In wetenschap en dewijd
En hebben zij slechte manieren
Dan moet ik hun achterkwartie
ren.
De school was een eenvoudig lo
kaal, toen er lange banken met
schuine tafels er voor inkwamen.
was dat reeds een grote verbetering.
Het voornaamste in de school was
de meester. Een schooljongen
drukte dat eens heel juist uit. Toen
men hem vertelde dat de school was
verbrand vroeg hij of de meester
óók verbrand was en toen hij ver
nam van niet, zeide hij: "dan helpt
het ook niets!"....
Te platten lande waren de eischen,
die men aan een schoolmeöster
stelde niet hoog. Had een vooraan
staande boer een zoon die lichame
lijk minder geschikt was voor het
werk, dan ging die zoon langer en
geregelder naar school dan de an
deren, en kwam er een vacature dan
werd hij schoolmeester. Mannen
met nog minder bekwaamheid
kwamen soms zelfs in aanmerking.
De zorg voor de school was bij den
Kerkeraad. De meester kon van de
school niet bestaan, hij was daarom
ook koster, voorzanger en kloklui
der. Hij schreef voor den Schout en
ook als de burgers een enkele maal
een brief moesten schrijven was het
de meester, die voor hulp was aan
gewezen. Zoo kwam hij aan den
kost al was het niet ruim. Op een
klein dorp werd er des zomers geen
school gehouden, de meester was
dan eenige maanden....dijkwerker.
Men schreef in dien tijd met veeren
pennen, dat waren aangesneden
veeren van ganzen. De schrijvers,
vooral de schoolmeesters, moesten
de kunst verstaan deze veeren aan
te snijden en de pennen na het
stomp worden te vermaken.
De vee re pen was zeer geschikt om
schoonschrift te schrijven en fraaie
krullen op het papier te trekken. Er
zijn nog enkele proeven van pen-
nekunst uit dien tijd bewaard geb
leven. Na het midden der vorige
eeuw werd de veere pen geheel ver
drongen door onze stalen pen.
4
4 november 1 983