„Ruilverkaveling
Wolphaartsdijk kans die
benut moet worden"
Veel waardering voor
hardwerkende en bescheiden
Z.L.M.-sekretaris Hoiting
Op het hoofdbureau.
CCC-lidJ. Nieuwenhuyse:
Bij 25 jarig jubileum:
Op donderdag 3 november zal de stemming plaatsvinden over de ruil
verkaveling Wolphaartsdijk. Onder leiding van de heer J. Nieuwen
huyse, lid van de Centrale Cultuurtechnische Commissie, is in verband
hiermede op dinsdag 18 oktober j.l. in café-restaurant "de Boei" te
Wolphaartsdijk een informatieve vergadering gehouden.
Het G.S.-lid drs. R.C.P. Barbé was namens het College van Gedepu
teerde Staten van de provincie Zeeland aanwezig.
Door de heer Nieuwenhuyse werd uiteengezet dat de bijeenkomst er op
is gericht om alsnog gelegenheid te bieden om nadere informatie over
de voorgenomen plannen te verkrijgen.
In zijn inleiding werd door hem het
regionale- en nationale- maar ook
het internationale belang van ruil
verkaveling benadrukt, als instru
ment voor de verbetering van de
konkurrentiepositie van de land
bouw. Door middel van gerichte
maatregelen kunnen knelpunten en
belemmeringen in de bedrijfsvoering
in een breder verband worden opge
lost.
Namens het provinciaal bestuur zei
de heer Barbé grote waarde aan de
ruilverkaveling te hechten. Mede
gezien het gunstige uitstralingseffekt
en de voorbeeldwerking in de streek
die veelal van een ruilverkaveling
uitgaat, sprak hij de hoop uit dat het
ruilverkavelingsplan op 3 november
zal worden aanvaard.
Uit een onderzoek, ingesteld naar
het sociaal ekonomisch gebeuren
binnen de provincie Zeeland, is naar
voren gekomen dat in volgorde van
belangrijkheid de landbouw met cir
ca 7700 arbeidsplaatsen een tweede
plaats inneemt.
Deze positie is naar zijn overtuiging
slechts te handhaven bij verbetering
van de landbouwstruktuur.
Op het ruilverkavelingsplan en de
daaraan verbonden kosten werd in
houdelijk nader ingegaan door de
heer ir. W A. van Meegen, hoofd
Landinrichtingsdienst in Zeeland.
Het gebied waarover gestemd zal
gaan worden kan volgens hem als
puur agrarisch worden aangeduid.
Het is dan ook voor de hand liggend
dat de plannen voornamelijk zijn
gericht op verbetering van de cul
tuurtechnische omstandigheden.
Het plan
Bij het opstellen van het plan en de
begroting van de kosten is er reke
ning mee gehouden dat zoveel mo
gelijk het niet gesubsidieerde deel
van de kosten rechtstreeks wordt be
taald door belanghebbende. Hierbij
wordt gedacht aan de eigen bijdrage
in o.a. erfbeplantingen, toegangswe
gen naar boerderijen en kavelverbe-
teringswerken.
Bij de instanties, in dit geval ge
meente en/of waterschap, betreft het
het niet door het Rijk gesubsidieerde
deel van de kosten van de verbete
ringen in het bestaande wegenstelsel
en de waterbeheersing. De land
schappelijke voorzieningen komen
voor honderd procent ten.laste van
het Rijk. Door het Waterschap is de
bijdrage in de verbetering in de wa
terbeheersing toegezegd.
Door de heer van Meegen werd ge
steld dat toezeggingen van de in
stanties met betrekking tot de te be
talen bijdrage in de kosten van de
wegverbetering nog niet is ontvan
gen. Hij schreef dit toe aan een op
handen zijnde wegsaneringsregeling,
Karakteristiek voor Wolphaartsdijk is deze molen.
waarbij overdracht van de eigen
dom, het beheer en het onderhoud
van de wegen van het waterschap
naar de gemeente mogelijk is.
Nadere afspraken zijn eerst definitief
te maken indien met betrekking tot
bovengenoemde regeljng zekerheid
bestaat.
De heer Barbé onderstreepte deze
problematiek en zei dat dit ook bij de
provincie de volle aandacht heeft.
Hij verwachtte evenwel dat binnen
de uitvoeringsduur van- de ruilver
kaveling duidelijkheid terzake zal
zijn verkregen.
De heer van Meegen meende dat
stagnatie in de uitvoering niet be
hoeft te worden gevreesd, daar wer
ken,. die verband houden met een
nieuwe kaveltoedeling, zoals de ka-
velaanvaardingswerken en de aanleg
van kavelontsluitingswegen en op
ritten worden voorgefinancierd door
het Rijk. Een te benoemen Plaatse
lijke Commissie is aldus niet afhan
kelijk bij de uitvoering van bijdrage
derden.
Het niet gesubsidieerde deel van de
ze kosten ad 633.500.— komen ten
laste van de gezamenlijke eigenaren
en zullen worden verdeeld naar het
"nut" dat de betreffende eigenaar
heeft van de gerealiseerde plannen.
De gemiddelde bijdrage per ha wordt
geraamd op 905,— per ha, die in 26
jaar via ruilverkavelingsrente kunnen
worden betaald. Rente en aflossing
samen bedragen 6% van 905,— per
jaar ofwel 54,— per ha.
De heer Nieuwenhuyse sloot de ver
gadering af met een oproep aan de
belanghebbende om vóór de ruilver
kaveling te stemmen.
Gezien de grote financiële bijdrage
van het Rijk en de, zeker in verhou
ding tot andere ruilverkavelingen in
Zeeland, lage eigen bijdrage, is hij
ervan overtuigd dat de thans geboden
kans benut moet worden.
"Ik kan je in één zin schetsen: Je bent een bijzonder sympathiek mens,
een fijn mens". Aldus Z.L.M.-voorzitter A.J.G. Doeleman op vrijdag 21
oktober j.l. in zijn toespraak tot de heer R. Hoiting, die zijn 25-jarig
jubileum als medewerker van de Z.L.M. vierde.
De heer Doeleman wees er op dat de heer Hoiting zijn taak zelf invult
en daarbij verantwoordelijkheid niet uit de weg gaat. Het is iemand die
graag en zeer goed organiseert en zonder uitdrukkelijk op de voorgrond
te treden veel werk verzet.
"Als boerenzoon heb je indertijd gekozen voor het organisatiewerk en
ik ben er van overtuigd dat je er geen spijt van hebt, want je verricht je
werk steeds met plezier" was de konklusie van de voorzitter.
De heer Hoiting staat bekend als een
bescheiden man, die bij voorkeur
achter de schermen werkt, maar voor
deze ene keer was hij het middelpunt
van een zeer druk bezochte receptie
in "De Nobelaer" te Etten-Leur.
Daarbij bleek de grote waardering
voor de funktionaris, die nog werd
benadrukt door een overvloed, van
attenties.
Als eerste spreker werd het woord
gevoerd door de heer A. Korteweg.
Deze memoreerde dat Hoiting op 6
oktober 1958 als jonge Drent (30
jaar) in dienst trad bij de Noord
Brabantse Maatschappij van Land
bouw. In Drenthe was de jubilaris
voorzitter van de landbouwjongeren
in het gewest en in Noord Brabant
was zijn taak ook vooral gelegen in
de uitbouw van het jongerenwerk. In
1963 werd hij SEV-er en na de fusie
met Zeeland werd zijn werkterrein
uitgebreid met o.a. Schouwen-Dui-
veland, waarmee de integratie met
de Zeeuwse kollega's duidelijker
gestalte kreeg. In 1977 volgde ten
slotte zijn benoeming tot sekretaris
bij de Zuidelijke Landbouw Maat
schappij, oftewel bij de Z.L.M.
De heer Korteweg noemde de ijver
en inzet van de heer Hoiting en
daarnaast vooral ook zijn eigen
schappen als mens, waardoor hij zeer
prettig met hem had samengewerkt.
28 oktober 1983
Bescheiden
De heer J. Markusse sprak naméns
het personeel van de landbouwhui-
ze'n in Goes en Zevenbergen. Hij zei
o.a.: "Je leeft voor je werk, misschien
zelfs te veel. Je bent een prettige vent
om mee om te gaan en erg gelijkma
tig in je optreden. Je bent nooit laai
end enthousiast, maar we hebben je
ook nooit boos of zelfs maar korzelig
gezien. Je hebt altijd tijd voor ande
ren en bent steeds bereid tot luisteren
en het geven van raad. Misschien ben
je iets te bescheiden, maar beschei
denheid geldt nog steeds als een
grote deugd".
Mevrouw T. in 't Veld-Blonk bracht
de dank over van de Bond van Plat
telandsvrouwen in Noord-Brabant
voor de steun die steeds van Hoiting
werd ontvangen. Hij was en is een
vraagbaak waarbij nooit tevergeefs
wordt aangeklopt. "Proficiat, ga zo
voort", aldus mevrouw In 't Veld.
Geen dank - graag gedaan!
In zijn dankwoord benadrukte de
heer Hoiting dat hij dankbaar is om
dat hij in deze contreien 25 jaar lang
in gezondheid prettig heeft kunnen
werken.
In ruim verband gezien stelt 25 jaar
in feite zeer weinig voor. Maar als
men dat korte stukje geschiedenis
uitvergroot, blijkt dat het een perio
de was waarin zeer veel gebeurde.
De agrarische sektor maakte vooral
door de mechanisatie een stormach
tige ontwikkeling mee. Dit leidde tot
groter oppervlakte per man, drasti
sche inkrimping van het aantal boe
ren en toch ook wel tot meer wel
vaart, evenals in de andere takken
van het bedrijfsleven.
Aan de stijging van de welvaart lijkt
een eind gekomen. Ekonomisch
worstelen we met grote problemen,
o.a. door overschotten hier en hon
gersnood elders, het milieu baart
zorgen, de werkloosheid is vooral
De heer A. Korteweg (l) spreekt de talrijke aanwezigen en in het bijzonder de
familie Hoiting toe. Achter de tafel de jubilaris met zijn vrouw en kinderen
voor vele jongeren extra schrijnend.
De spanningen tussen maatschappij
groeperingen nemen toe.
Wellicht staan we voor een breekpunt
in de geschiedenis. In elk geval zijn er
net zoveel problemen als 25 jaar ge
leden of misschien zelfs meer.
"Maar hoe 't ook zij, als er vandaag
sprake is van dank, dan komt die van
mijn kant. Ik heb het hier steeds erg
naar de zin gehad en zie met dank
baarheid terug op mijn werk in de af
gelopen 25 jaar!" zo besloot de jubi
laris.
Maandag 24 oktober j.l. heeft een aantal meest betrekkelijk nieuwe hoofdbestuursleden van alle provinciale KNLC-or-
ganisaties een oriënterend bezoek gebracht aan het hoofdkantoor van het KNLC in Den Haag.
Tijdens dit bezoek werd o.m. uitleg gegeven over de organisatiestruktuur van het KNLC. Öok is gediskussieerd over enkele
hoofdpunten van het beleid van de eigen standsorganisaties.
Geheel links op de foto ziet u de ZLM-vertegenwoordigers de heer H.J. Juin en 3e van links de heer J.C. Geluk. In het
midden de voorzitter van het K.N.L.C., ir. D. Luteijn.