KNLC kommentaar over geld en goed «to Kontrakten in varkens- en pluimveehouderij I Kosten van onderhoud en verbetering Aankondiging T op-kaderkursus Het agrarisch bedrijf en gezin, nu en straks Doet u mee aan de kursus Ekonomische Vorming Gevestigde Ondernemer? Kontrakten vormen, zoals eerder gesteld, een steeds ingewikkelder wordende materie. Nog te weinig wordt vanuit de praktijk hierbij des kundige hulp ingeschakeld, zoals die via voorlichtingsdiensten, toetsing algemene voorwaarden, regionale kontraktkommissies beschikbaar is. Deze hulp is veelal noodzakelijk om als ondernemers een verantwoorde beslissing te kunnen nemen inzake aangeboden kontrakt(en). Na een periode waarin het vrij rustig is geweest rondom de kontraktpro- duktie in de varkenshouderij zien wij sedert kort weer meer aktiviteiten op dit punt. Zo begint het aantal aan de regionale kontraktadvieskommissie voorgelegde kontrakten weer toe te nemen. Waarschijnlijk houdt dit verband met de dalende marktsitua tie. Het bedrijfstechnische risiko laat men in het algemeen bij de varkens-, houder; hetzelfde geldt ook voor de financiering van voer en dieren. De aangeboden garanties bij kontrakten in de mesterij beperken zich steeds meer tot zo'n 30 a 40 ct per kg. ge slacht gewicht. Verder bestaat de in druk dat kontrakten bepaald niet doorzichtiger worden. Voor de varkenshouderij kennen wij de algemene voorwaarden varkens- kontrakten 1981 van het Landbouw schap. Op de betekenis van de alge mene voorwaarden is in het vorige gedeelte reeds ingegaan. In de prak tijk komen meerdere kontraktvor- men voor, zoals vaste of variabele voergeldkontrakten, minimumprijs- garantiekontrakten, financierings- kontrakten, afname cq. leverings- kontrakten enz. Hier bestaan weer allerlei variaties op, bijvoorbeeld met of zonder winstdeling. Het is - en dat geldt niet alleen voor de varkenshouder zelf - vaak bijzon der moeilijk om uitgaande van de hoogte van de vergoeding een juist beeld te verkrijgen van de reële in komensmogelijkheden van een be paald kontrakt. Niet alleen de hoogte van de basisvergoeding, maar ook de bijbehorende voorwaarden in het kontrakt zijn van groot belang. Be langrijke punten inzake de ekono- mische waarde van een mestvar- kenskontrakt zijn: De hoogte van de basisvergoe ding of garantieprijs. De bijbehorende normen die voor voerconcessie en sterfteper centage worden gesteld. Bij een beter of slechter technisch meste- rijresultaat wordt de uitbetaalde vergoeding hoger respektievelijk lager. Hoe zijn deze normen ten opzichte van doorsnee praktijk resultaten. Berekeningsmethode van voe derconversie en sterfte. Deze zijn in het algemeen afkomstig van de kontraktaanbieder en kunnen in de praktijk sterk uiteenlopen. Wijze waarop de vergoeding wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld per varkensplaats of per gemid deld aanwezig varken of per af geleverd varken. Een beter inzicht in de ekonomische betekenis van een mestvarkenskon- trakt kan ook worden verkregen door het kontrakt tè vergelijken met de kastenopbouw zoals deze wordt toe gepast bij de berekening van de richtprijs voor biggen van het Land bouwschap. Een methodiek die on dermeer ook wel door de kontrakten- adviescommissies in de regio's wordt toegepast. Het richtprijzen- thema van het Landbouwschap is ge baseerd op gemiddelde Nederlandse cijfers en ziet er voor 1982/1983 als volgt uit: Richtprijs big Huisvesting Afschrijving, rente en onderhoud 14%, bezettingsgraad 86%, 149,20 investering per mestvarkensplaats 485, omzetsnelheid f 2,70 - f 29,25 Rente dier, voer, grond, kasgeld 10% van 240 gedeeld door 2,70 - 8,89 Gezondheidszorg - 2,60 Afleveringskosten - 5,00 Uitval 2,7% van ƒ210 -ƒ 5,65 Voerkosten, 86 kg groei, V.C. 3,22, voer per afgeleverd mestvarken 276,9 kg a (ƒ61,20 ƒ0,77 61,97 -ƒ171,59 (voorlopige verbruikersprijs) (voerprijs 26/7-30/7/82) Overige kosten Water 0,95 Verwarming en strooisel 2,25 Elektra 2,15 Telefoon ƒ0,15 Diversen 1,75 - 7,25 Totaal 379,43 Berekende arbeid 17,20 Kostprijs afgeleverd slachtvarken van 83 kg 396,63 Uit de inhoud van het kontrakt is bekend welke kosten de mester moet betalen uit zijn vergoeding. Het vo renstaande overzicht geeft gemid delde landelijke kosten weer, de hoogte van de afzonderlijke kosten posten kan van bedrijf tot bedrijf sterk variëren. Uit" het eerderge noemde overzicht kan worden afge leid dat er naast big- en voerkosten nog circa 75 aan andere kosten overblijven. Bij dc doorgaans in de praktijk van de varkensmesterij toegepaste vergoe- dingenniveau's zal er geen of weinig ruimte overblijven voor een volledige vergoeding van de ingebrachte arbeid. Ook bij het doorschuiven van prijs- en marktrisiko's hoort nu éénmaal een bepaalde prijs. Volgend jaar zal het een eeuw geleden zijn dat het Landbouw-Comité als sa menwerkingsorgaan van de provin ciale Landbouwmaatschappijen werd opgericht. Provinciale Organisaties, waarvan de meesten reeds zo 'n 40 jaar eerder waren opgericht, en die tot bundeling van krachten besloten in een tijd dat een nogal achterlijke Ne derlandse landbouw met grote moei lijkheden en ook veranderingen werd gekonfronteerd. Vanaf die tijd is krachtenbundeling en het gezamenlijk behartigen van het "welbegrepen eigenbelang" een be langrijke faktor geworden bij de ont wikkeling van de agrarische sektor. Vooral de laatste 30 jaar is er sprake geweest van een alsmaar versnellende ontwikkeling, waarbij het totale aan zien van land- en tuinbouw is veran derd. Door een omvangrijke modernisering, die zijn weerga in de wereld niet kent, is de agrarische sektor erin geslaagd een belangrijke ekonomische faktor voor ons land te blijven. De laatste jaren is die positie zelfs aanzienlijk versterkt, nu elders de bedrijvigheid enigszins afbrokkelde. Hoewel deze modernisering tot een zeer forse terugloop van het aantal bedrijven en werkenden heeft geleid, is toch het karakter van het zelfstandige gezinsbedrijf behouden gebleven. En in met name akkerbouw en veehoude rij zelfs versterkt, nu daar nog maar van heel weinig ingehuurde arbeid ge bruik wordt gemaakt. Dat zelfstandige gezinsbedrijf heeft het, evenals ten tijde van de oprichting van het KNLC, nu niet gemakkelijk. De afzet van produkten als graan, melk en vlees geeft de nodige proble men doordat het marktevenwicht is verstoord. Deels door invloeden van buitenaf, deels door eigen overvloedige produkties bij stagnerende afzetmo gelijkheden. ïn samenwerking tussen de 3 Landbouworganisaties in Zeeland en de Direktie Bedrijfsontwikkeling in Zeeland worden dit jaar wederom 4 E.V.G.O.-kursussen georganiseerd. a. in Walcheren voor de veehouderij b. in Walcheren voor de akkerbouw c. in Zuid-Beveland voor de fruitteelt d. in Oost Zeeuws-Vlaanderen voor de akkerbouw Deze kursus is bedoeld voor diegenen die reeds als zelfstandige een onderneming drijven. Ook de echtgenotes zijn welkom. Van hen wordt wel verwacht dat zjj de ondergrond van ekonomische begrippen kennen. Inhoud van de kursus De inhoud van de kursus is vastges teld op 10 halve dagen en zal prak tijkgericht zijn. 3 x Bedrijfsekonomie; 3 x Fiskale Boekhouding; 2 x Financiering; 1 x Bedrijfsvormen en Samenwerking; 1 x Afzet en Kwaliteit. Aantal deelnemers!sters) De kursus gaat door bij minimaal 15 deelnemers. Er worden er niet meer dan 25 toegelaten. Opgave voor deelname De opgave voor deelname dient te geschieden vóór 15 november bij de S.E.V.-er m uw gebied of bij de be- drijfsvoorlichter in uw gebied. De kosten Deze bedragen 75,— per deelne mer, inbegrepen kursusmap, zaal- huur e.d. Wanneer en waar wordt de kursus gehouden? In de periode van 5 december 1983 t/m 17 februari 1984 in Walcheren voor de veehouderij dinsdagsmid dags in "Ons Huis" te Meliskerke, in Walcheren voor de akkerbouw don derdagsmiddags in "Ons Huis" te Meliskerke, in Zuid Beveland voor de fruitteelt dinsdagsmorgens in het Landbouwcentrum te Goes en in Oost Zeeuws Vlaanderen voor de akkerbouw dinsdagsmorgens in "Den Dullaert" te Hulst; Op de eerste les zal de kursusmap worden uitgereikt. Bijblijven is noodzaak! Het is 2 jaar geleden dat de kursus werd gestart in Tholen. De toeloop was zo groot dat er 2 moesten worden gehouden. Vorig jaar waren er 4 kur- sussen in West Zeeuws-Vlaanderen, Schouwen-Duiveland en Zuid-Beve land. Uit de evaluatie bleek dat de inhoud van de kursus zeer goed had voldaan. Dat is dan ook de reden dat wij menen hiermee door te moeten gaan. In wat voor bedrijf of zaak je ook werkt, bij scholing is hard nodig. Natuurlijk is de praktijk van groot belang, toch zijn de verschillen in opbrengsten en kosten tussen gelijksoortige bedrij ven groot. Wellicht kunt u op de kur sus veel opsteken waar u in de prak tijk van uw dagelijks werk veel voor deel mee kunt doen. Daarom, meldt u aan als kursist. Het is nodig om bij te blijven. J. Markusse De kosten van het jaarlijkse periodiek terugkerende onderhoud van bedrijfsmiddelen kunnen ten laste van de bedrijfswinst worden gebracht in het (boek)jaar waarin het onderhoud wordt verricht. Daarentegen kunnen de kosten van verbetering niet ineens ten laste van de bedrijfswinst komen, doch de jaarlijkse afschrijving hierop. Het is niet altijd even gemakkelijk om uit te maken of er sprake is van onderhoud of verbetering. Hierover zijn de nodige verschillen gerezen tussen de Inspecteur en de belastingplichtigen, waarover de rechter zich heeft moeten uitspreken. Uit deze rechtspraak kan in zijn algemeenheid een beeld worden ge vormd over de begrippen onderhoud en verbetering. Als onderhoud aan reeds in gebruik zijnde bedrijfsmiddelen kan worden aangemerkt, die periodiek terugke rende uitgaven, die worden gemaakt voor de instandhouding van het be drijfsmiddel. Van verbetering is sprake, indien aan een bedrijfsmiddel een wezenlijke verandering wordt aangebracht, waardoor het naar aard, omvang of inrichting een wijziging ondergaat. Bij bepaalde werkzaamheden zal sprake zijn van zowel onderhoud als verbetering en zal een splitsing moe ten worden aangebracht. Daarbij kan als kriterium voor on derhoud worden aangenomen, dat de gemaakte kosten niet meer mogen bedragen dan hetgeen herstel in ou de toestand zou vergen of vervanging door gelijkwaardige onderdelen zou hebben gekost. Betreft het evenwel een algehele vernieuwing, dan wor den alle uitgaven welke met de ver nieuwing verband houden - dus ook de kosten welke anders aan onder houd hadden moeten worden uitge geven - als verbeteringskosten aan gemerkt. Met algehele vernieuwing wordt in het algemeen gelijkgesteld zeer in grijpende verbouwingen waarbij de onderhoudskosten in vergelijking met de verbeteringskosten relatief gering zijn. Bij de aanschaf van een bedrijfsmid del, valt het verschil tussen kosten van onderhoud en kosten van verbe tering weg. Alle kosten die dan worden gemaakt om het bedrijfsmiddel in de staat te brengen, waarin de ondernemer het Werden in de vorige eeuw de gevolgen direkt merkbaar voor de boerenporte- monnaie, nu zorgt het Europees land bouwbeleid bij een aantal basispro- dukten voorshands voor een zekere buffer. De vraag is evénwel voor hoe- lang. Het is duidelijk dat van de individuele bedrijven in de komende tijd een groot aanpassingsvermogen gevergd zal worden. Dat geldt overigens ook als we de ontwikkeling van de automatisatie volgen, die niet enkel zijn rechts treekse invloed op het agrarisch be drijf doet gelden, maar die ook leidt tot een maatschappij met een tendens naar steeds korter werken. Het zal niet eenvoudig zijn vanuit het gezinsbedrijf in onze sektor aansluiting bij deze ontwikkeling te houden. Kortom er is alle reden om zich in het kader van 100 jaar KNLC te bezinnen op de toekomst van het zelfstandige agrarische bedrijf. Het Hoofdbestuur van het KNLC heeft daarom besloten deze winter een centraal vraagpunt aan de afdelingen der provinciale organisaties voor te leggen, waarbij heden en toekomst van het agrarisch bedrijf en gezin centraal staan. Hopelijk geeft dit vraagpunt aanlei ding tot een intensieve diskussie over de toekomst van onze land- en tuin bouwbedrijven en over de rol die daarbij aan de landbouworganisaties wordt toebedacht. En misschien kan het de aanzet geven om, evenals 100 jaar terug, weer tot een verdere krachtenbundeling te ko men. zie ook pag. 8 en 9) Luteijn Jonge boeren en boerinnen in het zuidwesten, die minimaal MAS of een opleiding op vergelijkbaar ni veau genoten hebben, die enige jaren praktisch op een bedrijf werkzaam geweest zijn en van mening zijn dat zij nu of in de toekomst mede een taak kunnen en willen vervullen in het vormgeven of mede leiding ge ven van "onze" landbouworganisa ties, coöperaties of voor agrarische belangen in andere oréanen op wil len komen, ontkomen niet aan de noodzaak zich daarin te bekwamen. De reeds sinds 1963 werkzame kom missie Top-kadervorming zuidwes ten organiseert deze winter de 13e Top-kaderkursus en geeft de daar voor in aanmerking komende jonge mensen uitdrukkelijk in overweging van deze voor het zuidwesten unieke mogelijkheid tot kadervorming ge bruik te maken. De kursus wordt gehouden in het oecumenisch Vormings centrum "Hedenesse" te Cadzand, gedurende 3 weken. 2 - 6 januari 1984 16 - 30 januari 1984 30 januari - 3 februari 1984. Geïnteresseerden worden verzocht deze data te reserveren. Zij kunnen zich voor nadere inlichtingen wen den tot het sekretariaat van de kur sus: Landbouwhuis Grote Markt 28 4461 AJ GOES tel. 01100-21010 voor zijn bedrijf wil gebruiken, ma ken dan, onverschillig of zij tot on derhoud of tot verbetering worden verricht deel uit van de kostprijs van het bedrijfsmiddel, waarop wordt afgeschreven, als er tenminste op het bedrijfsmiddel kan worden afge schreven. Voor uitgaven in de privé-sfeer gel den deze regels niet. MJ. Robijn 28 oktober 1983

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 3